Aandacht!

Liednamiddag Filosofenfontein 17 december om 15 uur

 

Kerstvieringen op Filosofenfontein 

Zondagmorgen 24 december is er geen viering om 10.30 uur

Zondagavond 24 december start de kerstviering om 21 uur

Maandag 25 december (kerstdag) is er geen viering om 10.30 uur

 --------------------------------------------------------------

Recente Zondagsvieringen

De vieringen uit het verleden zijn gepubliceerd per kerkelijke jaar in het Archief.

De meest recente vieringen zijn:

- 10.12.23: Van kwetsbaar naar ontzetting (Marcel)
- 03.12.23: WEES WAAKZAAM.(Lut)
- 26.11.23: Wat je voor de minste deed heb je voor Mij gedaan (Marcel)
- 19.11.23: Parabel van de talenten (Maggy)
- 12.11.23: Hoe kijken we vooruit? (Marcel)
- 05.11.23: Speel geen theater! (Jan)
- 01.11.23: Allerheiligen (2023) – De gedroomde stad (Marcel)
- 29.10.23: Viering rond Oosterhuis – God, waar en hoe verschijnt Gij ons? (Jan en Hendrik)
- 22.10.23: Viering rond Oosterhuis - Maatschappelijke betrokkenheid en innerlijkheid (Frank en Jef S.)
- 15.10.23: Viering rond Oosterhuis – Van duister naar licht ( Jef VdB, Ria Vd en Jacques)
- 08.10.23: Bidden om een nieuw verbond (Ides)
- 01.10.23: Jezus navolgen (Marcel)



De Preek van de week (Dominicanen) vind je via deze link: https://www.dominicains.be/nl/preekvandeweek

230312

3e vastenzondag (2023) – zich (be)keren naar de Bron Johannes 4, 1 – 30

 

Marcel Braekers

 

Openingszang 101 Heerlijk is het te loven de Heer

Begroeting

Filosofenfontein heeft haar mooi karakter te danken aan de oude bomen en het water. Op verschillende plaatsen zowel in als buiten de vijver borrelt fris water uit de grond. Dat geeft aan deze plek een eigen fascinerend karakter. De nooit opdrogende bron en het weelderige park zijn daardoor een metafoor voor wie zich hier komt herbronnen, voor zinzoekers die dorstig zijn naar levend water. Of, om het Bijbels te zeggen, naar water dat de echte dorst kan lessen. Filosofenfontein is zo een metafoor voor de echte Bron die de Ene of Onnoembare is en die ons nabijkwam in de persoon van Jezus van Nazareth. Over die bron als symbool gaat de viering van deze derde zondag van de vasten. De bron staat symbool voor het diepe zelf in ieder mens, maar verwijst ook naar de Paasnacht als wij door het doopwater worden herboren als nieuwe mensen.

Johannes vertelt hoe Jezus vanuit Galilea op weg is naar Jeruzalem en daarbij door de streek van Samaria trekt. Op zichzelf reeds ongewoon, want de Joodse pelgrims op weg naar Jeruzalem vermeden deze streek, omdat het tussen Joden en Samaritanen niet boterde. Jezus trekt zich van die vete niet veel aan en durft het zelfs aan bij een waterput te gaan rusten. Niet zomaar een put, het was de put van Jakob. Het was de diepste bron van heel het land en lag op een stuk grond gekocht door vader Jakob waarop later zijn zoon Jozef was begraven. Het was een plek die voor Joden een sterk emotionele betekenis had. Midden op de dag, zo schrijft Johannes, als de zon het hoogste staat en mensen vermoeid en dorstig zijn, op dat symbolische moment, ontmoet Jezus een vrouw met wie Hij een gesprek begint.
Johannes plaatst de ontmoeting tegenover het gesprek met Nikodemus, de theoloog die Jezus in de nacht ontmoette en uiteindelijk niet begrijpend weer weg ging. Deze vrouw reageert tegenovergesteld. Eerst afwijzend en zelfverzekerd noemt ze Jezus, Jood. Geleidelijk spreekt ze Jezus aan als 'Heer', vervolgens als profeet en tenslotte als Messias en de redder van heel de wereld. De aanspreektitels verwijzen subtiel naar haar groeiend respect en beginnend geloof. Ze drukken de niveaus uit waarop ook elk van ons naar Jezus kan kijken.

Belijdenis 112 Heer Jezus, koning en gezalfde Gods

In het evangelie spreekt de Samaritaanse Jezus aan met verschillende titels: Jood, Heer, profeet, Messias. Daarom zingen wij nu ons belijdenis uit met lied 112

 

Openingsgebed

Onnoembare, ongeziene God,

bron van levend water,

wij dorsten naar U, zoals wereldwijd

zoveel mensen hongeren en dorsten naar gezond voedsel

naar nieuw leven, naar waarheid

die bevrijdt.

Laat u vinden dit uur,

dat wij ons laven aan uw woord,

op krachten komen bij elkaar

en zelf een bron van leven worden

voor mensen die met ons gaan. Amen.

 

Inleiding op het evangelie 1

Misschien hadden Jezus en de Samaritaanse meerdere gesprekken en praatten ze over uiteenlopende thema’s, zo veronderstellen de exegeten. Er is namelijk een soort van breuk tussen het eerste en tweede deel. Ik vond het daarom gepast om het verhaal ook in twee delen te splitsen en de lezing af te wisselen met een psalm.
Het verhaal zit vol raadsels. Wat deed die vrouw midden op de dag bij die bron? In Palestina gingen de vrouwen vroeg in de morgen als het nog fris was, water halen. Is de vrouw een prostituée zoals de kerkvaders dachten? Of vertegenwoordigt ze gewoon een bepaalde tak van Joods geloof en horen vrouw en bron tezamen? Was het Jezus zelf die het lef had de vrouw aan te spreken of is het een verteltruk van de evangelist? Wat er zich afspeelt is alleszins heel ongewoon. Duidelijk is dat alle conventies worden opzij geschoven en het een gesprek wordt over de kern van het nieuwe geloof, zeg maar over het centrum van alle leven.

Johannes 4, 1 – 15

Lied 742 psalm 42: zoals een hert smacht naar stromend water

 

Inleiding op het evangelie 2

Onverwacht gaat het gesprek verder over een heel ander thema. ‘Ga uw man halen’ zegt Jezus. Maar dan blijkt dat ze al 5 mannen had, wat de kerkvaders in hun overtuiging sterkte dat de vrouw prostituée was. Maar hedendaagse exegeten zien in de 5 een symbool voor de Thora of de 5 boeken van Mozes. Je zou dus denken dat Jezus de vrouw op de vingers wil tikken omdat de Samaritanen zich niet houden aan de Joodse gebruiken. Maar dan komt de verrassing: noch de Samaritanen noch de Joden hebben het juist, want beide menen dat God op een bepaalde plaats woont en dat een soort van exclusief recht op Hem zou geven.

Johannes 4, 16 – 30

Lied 312, 4-6

 

Homilie

Wat een uitzonderlijke ontmoeting met verrassende wendingen. Niet de bron van vader Jakob is het centrum, maar het diepere zelf van ieder mens. Daar is een bron die eeuwig wil stromen en al stromend ons leven wil vervullen. Noch de tempel in Jeruzalem noch de berg Gorazim waar de Samaritanen God vereren is de plaats van ontmoeting maar opnieuw is de echte plaats de diepte van elk van ons. Godsdienst is daarmee geen exclusief bezit en gebonden aan een of andere heilige plaats, maar is gelegen in de diepte van elke mens. We realiseren ons vandaag nog nauwelijks welk een grote sprong hier werd gemaakt in het groeiende zelfbewustzijn. Want het christendom ging meer en meer het belang van de enkeling en van het persoonlijke geweten beklemtonen. Geloven maakte zich los van plaatsen en van de druk van familie en groep.

De vrouw spreekt Jezus eerst op een afstandelijke manier aan als Jood, dan als Heer en profeet, en tenslotte zegt Jezus zelf dat Hij de Messias is. Zo brengt ons het verhaal van het uiterlijke en oppervlakkige naar het centrum, de kern die de persoon van Jezus vormt. Jezus schuift alle vooroordelen opzij: Hij trekt wel door het vijandige Samaria, Hij spreekt wel met die vrouw en Hij bevrijdt geloven in God van zijn particulariteit. Daarom is Hij Messias.
Geloven gaat over ons diepere zelf dat een bron is die nooit ophoudt te stromen. Uiterlijk geloof verstolt en versteent. Uiterlijk geloof leidt tot etnische conflicten en godsdiensttwisten, innerlijk geloof maakt een mens vrij en brengt een eeuwige stroom van leven op gang. En de gids om dit te ontdekken is Jezus de Christus, die los van alle wetten en gewoonten een gesprek begint. Die God Vader noemt en erop wijst dat we die voortaan in Geest en waarheid zullen ontdekken.

We zijn vandaag op weg naar Pasen en de vasten is een heerlijke tijd om te herbronnen, letterlijk de bron weer in onszelf ontdekken en zich over te geven aan die stroom van Leven waaraan we deel mogen hebben. Zo zullen we op het einde van de weg in de Paasnacht het water van de doop over ons heen laten stromen om als herboren te worden in Christus.

 

Groot dankgebed: S. De Vries, de dag die komt p. 115 e.v. + refrein 133 Door U, Heer

 

Na de communie 364 Om te zien een nieuwe aarde

 

Voorbeden

230305

2e zondag van de vasten – Trek weg… naar het beloofde land

 

Ides Nicaise

Verwelkoming en kruisteken. Inleiding 1

De vasten zou eigenlijk beter ‘de lossen’ heten. Het is immers een tijd van ‘los-laten’, los wrikken uit vastgeroeste patronen, soms letterlijk vertrekken uit de vertrouwde omgeving. Vorige week kregen we lessen in onthechting. De zonde die we allemaal van Adam en Eva hebben geërfd, en die terug te brengen is tot hebzucht, heerszucht en eerzucht, werd door Jezus afgewezen na een lange woestijn-ervaring. Vandaag beginnen we met het verhaal van Abraham die Mesopotamië verlaat uit onvrede met de veelgoderij in dat land. Hij weet niet waarheen, maar hij volgt de stem van zijn éne God. Die belooft hem een grote toekomst en overvloedige zegen in die nieuwe, nog onbekende bestemming. 

In deze ‘lossentijd’ roept ook Broederlijk Delen ons op tot zo’n radicale keuzes. De komende jaren zullen namelijk cruciaal zijn voor de toekomst van de schepping. De redding van onze planeet staat op het spel: niet alleen voor onszelf en onze (achter)(klein)kinderen, maar nog des te meer voor de armsten in het Zuidelijk halfrond. We moeten oude leefgewoonten afleggen en knopen doorhakken. Als we die radicale keuzen durven maken wordt deze wereld beter en mooier dan ooit voorheen. Het ‘beloofde land’ waar wij naar op zoek gaan is een duurzame en rechtvaardige wereld. Als Christenen geloven wij dat we deze aarde, op welke manier dan ook, in bruikleen hebben gekregen met de opdracht om er zorg voor te dragen en ze meer bewoonbaar te maken. Yes we can! Rond dit thema draait het allemaal in deze viering.

Hoe kunnen we deze viering dan beter inzetten dan met ons lijflied ‘Wie anders zou de hemel dragen dan zij die van de aarde houden’?

Lied 1. Wie anders zou de hemel dragen

Gebed om vergeving en kracht (naar psalm 51, Huub Oosterhuis)

Lezer 1: Lieve God, om het tij te keren
en werk te maken van waardig leven
voor mens en natuur
hebben wij uw en elkaars ontferming nodig.

Lezer 2: Wees ons genadig, Gij die genade zijt.
Wij zien de wereldbrand die wij mee gesticht hebben.
Uw schepping die wij hebben geschonden.

Lezer 3: Was de ongebreidelde groeizucht weg
Dat wij een nieuw leven beginnen.
Geef ons een nieuw hart – een hart voor uw schepping.
En Zend uw Geest
dat ook wijzelf herschapen worden.

Koor / Samen: Herschep ons hart, heradem ons verstand.
Dat wij elkaar behoeden en doen leven.
Maak ons tot uw gemeente.
Wees de stem die ons geweten wekt.
Verberg U niet. Verberg U niet!

 

Lezing: Abraham trekt weg uit Mesopotamië

Uit de kinderbijbel van Eyckman & Bouman

Bij wijze van geloofsbelijdenis zingen we lied 538 ‘Ik geloof in de God van Abraham’

 

Lied 538 Ik geloof in de God van Abraham 

 

Inleiding 2

Twee jaar geleden lanceerde de KU Leuven een nieuw, universiteitsbreed vak onder de titel ‘Mondiale uitdagingen voor een duurzame samenleving’ met 12 lezingen door proffen uit allerlei verschillende disciplines. Alle bachelorstudenten die dat wensen kunnen dit kiezen als één van hun keuzevakken en er examens over afleggen, of ze nu geografie, ingenieurswetenschappen of kunstgeschiedenis studeren. Ook niet-studenten kunnen deze reeks online volgen, zonder examen weliswaar. Meer dan 1000 mensen schrijven zich hiervoor elk jaar in.

Ik geef in deze reeks de themales over mondiale ongelijkheid en armoede. Om dwarsverbindingen te kunnen leggen met de andere thema’s zoals energie, grondstoffen, voedselzekerheid, watervoorziening… volgde ik zelf ook alle lessen van mijn collega’s. Natuurlijk zijn er heel veel linken tussen al die duurzaamheidskwesties te leggen. Ik ben echter zelf erg geschrokken van de link tussen klimaatverandering en ongelijkheid. De rijkste 10% van de wereldbevolking (de meesten onder ons behoren tot deze groep) stoot 50% van alle broeikasgassen uit, terwijl de armste 50% van de wereld 10% van deze gassen uitstoot. En wat erger is: de armste helft van de wereldbevolking ondergaat 75 à 80% van de schade van de klimaatverandering in de vorm van cyclonen, overstromingen, droogte, honger en conflicten. Met andere woorden: ook al buiten we zelf niemand uit, als we niet hard opletten veroorzaakt ons leefpatroon diepe ellende in het Zuiden. Hoezo? We investeren in zonnepanelen en isoleren ons huis wel, maar we wonen ruimer, we zijn mobieler, gaan vaker op reis en consumeren meer. Alleen al het vlees dat wij eten draagt enorm veel bij aan de klimaatopwarming: ongeveer 15% van de broeikasgassen wereldwijd is afkomstig van vee: het gaat om extra gevaarlijke gassen zoals methaan en stikstof. (Geen wonder dat onze Vlaamse regering daar zoveel energie aan besteedt !) Bovendien slorpt de veehouderij wereldwijd 25% van het waterverbruik op, en zorgt ze rechtstreeks en onrechtstreeks nog voor ontbossing op grote schaal. Sinds ik dat alles van collega’s heb geleerd, ben ik overtuigd vegetariër geworden, en beveel ik die keuze ook bij de studenten aan als een moderne vorm van Noord-Zuid solidariteit. Jongeren staan vaak open voor dergelijke levenskeuzen, en zij zijn de toekomst van onze samenleving.

We kunnen dus, als we dat echt willen, op allerlei manieren bijdragen aan een bloeiende toekomst voor onze aarde  – bijvoorbeeld door onze spaarcenten ethisch te beleggen zodat ze niet terecht komen bij bedrijven die kwetsbare volkeren uitbuiten of de aarde en de natuur schenden. Of door onze ecologische voetafdruk te beperken. Dat is even belangrijk als de giften die we doen aan ontwikkelingsorganisaties. 

Vele kleintjes maken een groot. Broederlijk Delen roept op tot de ‘25% revolutie’. Daarmee bedoelt het dat een kwart van de bevolking volstaat om een radicale verandering – zoals de transitie naar een duurzame en rechtvaardige samenleving - door te duwen. 

Ik heb aan enkele vrienden gevraagd om te vertellen hoe zij in hun leven concreet keuzes hebben gemaakt om bij te dragen aan een duurzame en rechtvaardige samenleving. Dat kan op allerlei manieren. Een lid uit onze kapelgemeenschap verkiest naamloos te getuigen en schrijft: “omdat ik serieuze gezondheidsproblemen heb, heb ik vorig jaar een zorgvolmacht laten opstellen bij de notaris, en een successieplanning ten voordele van kinderen en kleinkinderen. Met een extra deel voor het goede doel. Ik heb 3 ngo’s uitgekozen die ik reeds lang steun. Ik doe tot hiertoe de overschrijvingen zelf. Hopelijk wordt me de tijd gegund om het plan volledig zelf uit te voeren, maar het plan gaat alleszins door.

Op kerstdag ben ik thuis alleen. Ik ga dan na de viering een zieke bezoeken en verder doe ik in stilte en heel alleen overschrijvingen voor tal van goede doelen. Heel bewust.  Een andere manier om er “een heilige dag” van te maken.

Refrein: ‘Herschep ons hart’

 

Fons: ‘Live simply so that others may simply live’

Bij de scouts in Sint-Niklaas hadden we toen een aalmoezenier, Daniel Evrard, die zeer veel jonge mensen heeft geïnspireerd. Hij wijdde ons in in de derdewereldproblematiek. Van daaruit riep hij ons ook op om te kiezen voor een sobere levensstijl.

Later werd ik actief in een kleine vzw, Ita I Unidad, opgericht in de jaren 60 in de schoot van de universitaire parochie. Deze steunde projecten in het Zuiden. Centraal stond de keuze voor 'creatieve soberheid'. De uitgangspunten lagen helemaal in de lijn van de oproep van Daniel Evrard. Nu was er ook de aandacht voor het milieu aan toegevoegd.

Vele jaren reed ik rond met een sticker op mijn auto. 'Live simply that others may simply live' - Leef eenvoudig zodat anderen eenvoudigweg kunnen leven. De spreuk werd toegeschreven aan Ghandi. 

Het werd allemaal samen de rode draad in mijn leven. Ik durf zeggen dat ik vrij consequent hiernaar geleefd heb.

Dit heeft zich ook vertaald naar allerlei maatschappelijke en politieke engagementen. Ik ben een actief geweest bij 11.11.11, Broederlijk Delen, in de Noord-Zuidwerking van Groen, de wereldgroep hier op Filosofenfontein, ... Daarnaast heb ik bij mij thuis gedurende verschillende jaren discussie- en informatienamiddagen georganiseerd rond het thema van een duurzame en rechtvaardige wereld, een meer zinvolle levenshouding. Ik verleen ook financiële steun aan vele organisaties.

Kiezen voor een duurzame en rechtvaardige wereld is actueler dan ooit. En het is voor mij nog steeds evident dat dit alleen maar kan als je je eigen levensstijl daaraan aanpast.

Refrein: ‘Herschep ons hart’

 

Rita: leren van de Afrikaanse cultuur

De vraag van Ides deed me stil staan bij hoe dat zit bij mij, die concrete stappen naar een duurzame wereld. Ik dacht dus meteen aan initiatieven die naar alle waarschijnlijkheid niet zoveel zullen verschillen van wat de meesten onder jullie ook wel doen. Ik eet duidelijk minder vlees, engageer mij af en toe voor acties  en inzamelingen, ga veel bewuster om met energie en met mijn winkelkar, (hoewel dat laatste zeker ook te maken heeft met de huidige gebeurtenissen in de wereld). Bij nader toezien vind ik dat eerlijk gezegd allemaal maar beperkt. 

Maar toen kwam de overweging dat ik mijn bijdrage misschien ook wel moet zoeken in wie ik ben en hoe ik mij gedraag. Een andere betekenis dus van ‘wat ik doe’. En dan kom ik onvermijdelijk terecht bij mijn vervlochtenheid met Afrika, een continent dat door de jaren heen een grote invloed op mij uitoefent. 
Nog los van de aanstekelijke ‘joie de vivre’, ben ik daar telkens gerààkt door een conviviale manier van samen leven, die ik gerust duurzaam durf te noemen. Er is die grote eenvoud van leven (die door ons vaak verward wordt met ‘arm zijn’), die vanzelfsprekendheid om het weinige dat men heeft te delen, dat tikkeltje meer ‘wij’ dan ‘ik’, die ongebreidelde creativiteit en inventiviteit in het gebruiken en hergebruiken van schaarse bezittingen, die ‘tijd’ die organisch mag vloeien ipv afgemeten te moeten zijn, dat grote respect en verbondenheid met de aarde en met de voorouders...

Het zijn ervaringen die me ontegensprekelijk besmet hebben. Ik kan alleen maar hopen dat die besmetting doorvloeit in hoe ik mij hier in België gedraag en wat ik uitstraal. Het helpt in ieder geval om zaken te relativeren, en om vastgeroeste patronen anders te bekijken. En ongetwijfeld  sijpelen die ervaringen (met andere culturen) ook door in mijn hypergevoeligheid voor evenwaardigheid, en mijn gedreven inzet in vormingen rond conflict, machtsongelijkheid en geweldloosheid. 
Concrete stappen dus, op weg naar het beloofde land, een duurzame – een meer interculturele wereld? Muizenstapjes... 

Refrein: ‘Herschep ons hart’

 

Gerlinde: migranten helpen inburgeren

Via mijn werk voor het inburgerings-en integratiebeleid van de Vlaamse overheid, probeer ik mijn steentje bij te dragen aan een betere tewerkstelling van personen van buitenlandse herkomst. Vanuit inburgering proberen we onder meer de drempels bij VDAB te verlagen.  

Ik spendeer ook een deel van mijn vrije tijd door mensen met een migratie-achtergrond concreet te helpen bij hun administratie. In mijn geval gaat het om een Marokkaans en twee Ghanese gezinnen. Bij de twee Ghanese gezinnen gaat het om alleenstaande en zeer laaggeschoolde moeders die ooit geprobeerd hebben om Nederlands te leren, maar bij wie het niveau gewoon niet omhoog gaat. Ze werken in de poetssector maar één van hen is moeten stoppen door zware medische problemen. De andere dame heeft een gehandicapte zoon, wat zeer veel administratie met zich meebrengt. Hoe armer mensen zijn en hoe meer recht ze hebben op financiële ondersteuning, hoe meer formulieren zij moeten verzamelen, invullen, uploaden. Tegelijk zijn dit de mensen die geen computer en al zeker geen printer hebben, geen Nederlands spreken of lezen en dus niet in staat zijn dit zelf te doen. Itsme, ebox, burgertokens, e-loket. Zeer gemakkelijk voor wie gestudeerd heeft en geen tijd heeft om naar het gemeentehuis te gaan, maar horror voor wie zeer laag geletterd is.  

Bij dit vrijwilligerswerk is het belangrijk tijd te maken, maar ook je aan te passen aan de ander, het niet vlug in de plaats doen, luisteren, hun beslissingen respecteren. Die beslissingen zijn niet altijd logisch of efficiënt, maar wel hun laatste beetje zelfrespect dat je niet mag afnemen. Terwijl de mensen je in het begin zien als een (niet betaalde) hulpverlener, groeit na enige tijd het vertrouwen en wordt dit vriendschap. En dat is een heel mooi geschenk. 

 

Stiltemoment

 

Lied 312 Voor wie in duisternis (strofen 1-2-3)

 

Offerande (orgelmuziek Wannes?)

 

Lied 149

 

Tafelgebed 166 ‘Adem van mensen’

 

Onze Vader

 

Vredewens

 

Communie

 

Bezinning na de communie (met powerpoint-projectie)

 

Zowat 4000 jaar geleden hebben Abraham en Sara Gods oproep beantwoord. Ze zijn er met hun hebben en houden, hun knechten en kuddes op uit getrokken, met de belofte van Gods zegen. Vandaag worden wij door Broederlijk Delen opgeroepen tot een nieuw avontuur: de 25% revolutie. Met een kwart van de bevolking kunnen we onze samenleving doen kantelen naar meer rechtvaardigheid en duurzaamheid in Noord en Zuid. Tijdens de woorddienst kregen we enkele voorbeelden van mensen uit ons midden die, op verschillende manieren, in beweging komen. Broederlijk Delen zet ook activisten van de ‘25% revolutie’ uit andere werelddelen in de kijker.

Irma Alvarado woont in La Blanca in Guatemala. Grootgrondbezitters hebben er in de voorbije decennia het leven van de kleine boeren geruïneerd door een rivier in te dammen, enorme hoeveelheden water af te tappen en het resterende water te vervuilen met pesticiden. De klimaatverandering sloeg er al toe in 2005 met verwoestende regens, waarbij de verminkte rivier overstroomde. Irma richtte samen met andere bewoners van La Blanca een comité op om een schadevergoeding te eisen van de bedrijven voor het verlies van hun oogst en hun inkomen. Onder begeleiding van PTSM (Pastoral de la Tierra San Marcos) startten ze een rechtszaak tegen de bedrijven en de overheid. 

Het comité is intussen uitgegroeid tot een heuse beweging, die inheemse boerengemeenschappen verenigt rond hun recht op grond en water. PTSM geeft vorming rond duurzaam waterbeheer en ijvert samen met de boeren voor een nationale waterwet die een zorgzaam waterbeheer moet afdwingen.

Ook Burkina Faso, één van de Sahel-landen, lijdt steeds meer onder de klimaatverandering. De regen wordt er nog schaarser dan ze al was, en als ze komt is het nu vaker met hevige stortregens die de oogsten wegspoelen. INADES-Formation maakt de boeren weerbaar met ecologische landbouwtechnieken. Bijvoorbeeld leren ze het regenwater beter te capteren en op te slaan, om er vervolgens hun akkers mee te besproeien. Ze leren ook werken met organische in plaats van kunstmest, en hun grond met dijkjes te beschermen tegen erosie. Laurent is één van hen. Zijn bedrijfje, dat dreigde overkop te gaan, doet het intussen beter, en hij helpt bij de vorming van boeren in andere dorpen.

De 25% revolutie is dus al volop bezig. Niet gewelddadig maar wijs en bijbels. Het percentage-teken als logo van de campagne heeft een dubbele symboliek. Enerzijds verwijst het naar de 25% waar jullie nu allemaal deel van uitmaken. Anderzijds is het een aanklacht tegen het wilde winstbejag dat de aarde en de rechten van armen schendt. Dat percentage-teken moet kantelen tot een deelteken, symbool van broederlijkheid. 

 

We sluiten deze viering af met een bemoedigend woord van Zr Jeanne Devos, die in India een vreedzame revolutie van huis-slavinnen ontketende:

We waren verloren, in het duister van de uitbuiting.

Onze stem werd niet gehoord, we werden monddood gemaakt.

In onze strijd om te overleven

Met onze familie en kinderen

Wierp de maatschappij steeds weer obstakels op.

Een droom ontwaakte, een ideaal groeide.

Huisbedienden ontmoetten elkaar en begonnen actie te voeren

Om hun lot te verbeteren

Om te vechten tegen onrechtvaardigheid

En de slavernij te doorbreken.

Kleine rimpeltjes van hoop

Die elkaar vanuit verschillende hoeken kruisen,

Kernen van energie en durf.

Die rimpels veroorzaakten een stroming – een stroom

En veegden discriminatie en eenzaamheid weg.

De stroom zwol aan, van streek tot streek,

Van stam tot stam, van vrouwen tot kinderen,

Sloopte de sterkste muren

Van onderdrukking, weerstand en slavernij

In een rivier van groeiende waardigheid en rechtvaardigheid.

Een stroom die ons bindt met een verscheidenheid

Van talen, culturen, ervaringen,

Die een synergie vormt van kracht, solidariteit en zorgzaamheid,

Erin gelovend dat al de energie van het universum

Samensmelt om de stroom waar te maken.

 

Slotlied: 391 Dan komt de dag

 

Zegen en wegzending

230226

1e zondag van de vasten – wie bepaalt wat goed is en kwaad?

 

Marcel Braekers

 

Openingszang 317 Die mee gaat met mensen

Begroeting

Vorige woensdag hebben we hier de vastenperiode ingezet door de palmtakken van vorig jaar te verbranden en er een kruisje van op ons hoofd te tekenen. Het is een gebaar van nederigheid en buigen naar de aarde: ‘gedenk, o mens, dat je uit aarde bent genomen en naar de aarde zult terugkeren’. Het verbranden van de palmen heeft ook een symbolische betekenis: we willen breken met oude gewoonten, we gaan op zoek naar een nieuw begin. 

In tegenstelling met de islam is het vasten in onze Kerk verwaterd tot enkele uiterlijkheden. Met het achterlaten van een achterhaald misprijzen voor ons lichaam en de erbij horende boete verdween ook de spirituele betekenis van deze sterke tijd. Maar hoe pak je een nieuw begin aan?

Voor mij begint het met tijd nemen voor jezelf, tijd om te luisteren naar je lichaam, of je het niet hebt overvraagd, of je geen signalen van binnenuit krijgt dat je eenzijdig leeft. Luisteren dus tot je een stem hoort die je oproept om anders te kijken, te ademen, te geloven. Neem weer de tijd om elke dag te mediteren, in stilte of samen met het gezin een kort gebed uit te spreken en God te danken voor het geschenk van ons leven.

Ik ben ervan overtuigd dat die inkeer ons spontaan brengt bij de zovelen die dat leven helemaal niet als een geschenk ervaren. Inkeer vloeit spontaan over in verzet en in zorg om anderen. Broederlijk Delen stelt dit jaar de vasten onder het motto van 25 %. Ik citeer hierbij uit haar brochure: Als 25 % van de mensen ervoor kiest om te delen en te herverdelen is dat genoeg om het 100 % anders te doen… ook wij die hier samenkomen in gemeenschap om te luisteren naar Gods woord, het brood te breken en het leven te delen, zijn reeds deel van die 25 %.

Beginnen wij deze viering daarom met het oproepen van de vragen en noden van deze wereld en vragen wij God om te luisteren naar ons gebed.

 

Uit naam van de wereld nr. 114

 

Gebed

God, Schepper van alle leven,

Doe ons groeien in het besef

Dat wij deel zijn van een groter geheel.

Dat wij verantwoordelijk zijn voor de aarde,

Die ons niet toebehoort maar in beheer gegeven is.

Wakker onze honger naar gerechtigheid,

Herstel in ons de kracht om te verbinden

En deze vastentijd tot een tijd van waarachtige bekering te maken.

 

Inleiding op de lezing

In het begin van onze Bijbel staan twee scheppingsverhalen, elk gegroeid vanuit een andere verteltraditie. In de Paasnacht horen we de eerste versie, de schepping in 7 dagen, ontstaan in de kring van priesters in Jeruzalem. Vandaag horen we een stukje van de tweede versie die niet dat strakke, geordende heeft van die 7 dagen. Al vertellend worden de grote levensvragen opgeroepen die mensen sinds alle tijden bezig houden. Hoe is de relatie man-vrouw? Vanwaar komt het kwaad? Waarom is leven altijd moeizaam en dromen we van een onschuldige tijd? Men heeft ervoor gekozen om niet het hele verhaal te lezen maar de episode waarbij de mens zich laat verleiden door de slang, want dat plaatst men tegenover de bekoring van Jezus in de woestijn. Waar die eerste mens of dé mens faalde, gaat Jezus een andere weg. Luister met een poëtisch oor naar het scheppingsverhaal en bedenk erbij dat het pas laat in de Joodse geschiedenis ontstond, in de tijd van de Babylonische gevangenschap, toen mensen zich afvroegen waarom het leven zo zwaar en moeizaam was en vanwaar het kwaad zou komen dat altijd en in iedereen opduikt.

 

Scheppingsverhaal naverteld door J. Klink, Bijbel voor de kinderen I, 26 – 30

Lied 830B uit angst en nood

 

Homilie

Wanneer wetenschappers op vandaag spreken over het ontstaan van het heelal als de ‘big bang’ dan zal dat zo wel zijn, maar geef toe ontroerd word je er niet door. Daarom lees ik zo graag de twee scheppingsverhalen in onze Bijbel. Ik lees ze als dichterlijke, mythische verhalen die met gebruik van symbolen ons binnenvoeren in de grote vragen van het leven. Hoe te begrijpen dat mensen een leven lang lief en leed met elkaar willen delen? Waarom is leven altijd belemmerd door zwaarte, lijden en dood? En vanwaar komt het kwaad? Is het omdat de mens ongehoorzaam is aan God? Maar wie bepaalt wat goed is of kwaad?

Bij deze laatste vragen wil ik langer stilstaan en dus ook bij dat raadselachtige symbool van de boom van kennis van goed en kwaad. Waarom schiep God een paradijs waarin de mens van alles mag genieten en leven in een zorgeloze leegte, maar staat daar één boom waarvan hij niet mag eten? Het is de boom van kennis van goed en kwaad, als je ervan eet, ben je als God, zegt het verhaal. Waarom heeft God er dan geen hekje omheen gezet, vraagt Klink in haar kinderbijbel. Je moet op internet eens de commentaren lezen bij deze passage. Steevast is het antwoord in protestantse kringen: God wilde de mens op de proef stellen en nagaan of hij echt gehoorzaam is. Geef toe, een wat vreemde projectie naar God.

Bedoelt dan het verhaal te zeggen dat het aan ons niet toekomt uit te maken wat goed is en kwaad? Maar wie dan wel, is het God die dat bepaalt? Je zou kunnen verwijzen naar de 10 geboden die door God aan Mozes werden gegeven. Maar zijn dat geen geboden die een lange menselijke voorgeschiedenis kenden en later werden opgenomen in een religieus discours? Anderzijds zal iedereen het wellicht met me eens zijn dat het te gemakkelijk is als iedereen zijn eigen waarheid heeft, zelf bepaalt wat goed en niet goed is. Lees maar het vervolg in de Bijbel. Nadat de eerste mensen van de boom hadden gegeten kwam de broedermoord en de vernietiging van de aarde.  

Maar hoe moet het dan? De slang was in de oudheid dikwijls symbool van wijsheid die dicht bij de aarde staat. De Joodse verteller bestempelt haar als de duivel, omdat men God en het Jodendom in tegenstelling met de wijsheid van andere culturen zag. Was de slang zo verkeerd toen ze zei van de appel te eten? We hebben menselijke wijsheid nodig omdat kennis en kunde evolueren. Neem het voorbeeld van terminaal zieken. De geneeskunde is zo geëvolueerd dat  men kan beslissen om niet tot het einde toe te behandelen en dus maakt men menselijke afwegingen over het vervolg. Daarvoor heb je de wijsheid van de slang nodig. In fundamentalistische kringen grijpt men graag terug op dit paradijsverhaal om te zeggen dat morele geboden door God zijn gedicteerd en mensen er niet aan mogen raken. Bijbelse wetten of gewoonten worden ontdaan van hun tijd- en cultuurgebondenheid en als eeuwig beschouwd. Maar dat is onrecht aandoen aan de evolutie en aan heel de teneur van de Bijbel. Men is daarbij trouwens erg selectief om uit te maken wat tijdloos is en wat niet. Persoonlijk zou ik dus zeggen dat zowel de slang als God gelijk hadden. De mens moet zijn verantwoordelijkheid opnemen, durven nadenken over de grote levensvragen en tot een redelijk standpunt komen. Daarbij heeft men kennis en aardse wijsheid nodig. Maar diezelfde mens moet daarbij openheid bewaren voor wat God van ons verwacht. In ons oordeel en beleid van deze aarde moeten eenzelfde liefde ons drijven die God voor ons toont. 

De mens mag geen heer zijn van het leven maar hoeder. Ligt daar niet de fundamentele bekoring die ons bedreigt? Als Jezus in de woestijn wordt bekoord, reageert Hij elke keer met een citaat uit boek Deuteronomium. Alsof Hij wil aangeven dat het niet om een of andere pietluttigheid zou gaan, maar om dat fundamentele gebod: dat we de aarde en elkaar moeten hoeden en helpen om tot het volle leven te komen. Wat Jezus doet is meer dan alleen maar als een super-Adam aan de bekoring weerstaan. Hij schikt zich in een lange traditie waarin sprake is van diep respect voor de ander en voor de aarde. Laten ook wij in die geest deze vastentijd aanvatten.

 

Mattheüs 4,1 – 11

 

Groot dankgebed 162

 

Voorbeden  afgewisseld met lied  312, Voor wie in duisternis - strofe 1 tot 3

Aswoensdag 2023

Aswoensdag (2023) – Scheur uw hart en niet uw kleren

 

Marcel Braekers

 

Lezing uit de profeet Joël

            Keer u om naar Mij met heel uw hart

            Vastend, wenend en rouwend.

            Scheur uw hart en niet uw kleren,

            Keer u om tot de Heer onze God,

            Want Hij is genadig en barmhartig, 

            toegevend en vol liefde,

            En Hij heeft spijt over al het onheil.

            Blaas de bazuin op de Sion,   

            kondig een heilige vastentijd af, 

            roep een plechtige samenkomst bijeen.

 

Openingszang 310 Een mens te zijn op aarde

 

Gebed

Hoor, een stem klinkt op :

Baan een weg voor Hem, dwars door de woestijn.

Trek voor onze God door dit onland heen, een geëffend pad.

Graaf de heuvels af, haal de bergen neer, vul ravijnen op.

Kap het ruige oord, maak de steilste rots tot begane grond.

Openbaar als licht, onweerlegbaar nieuw zal Hij met ons zijn.

Alle vlees dat leeft zal zijn aankomst zien in één oogopslag.

Uit zijn eigen mond hoorden wij dit woord, in ons eigen hart.

                                               (Oosterhuis, naar Jesaja 40)

 

Ontferming nr. 110

 

Begroeting

“Breng het volk bijeen, laat heel Israël zich reinigen.” Zo roept de profeet Joël zijn volksgenoten op. Heel het volk moet zich reinigen, niet alleen onze kleren of onze handen moeten gereinigd worden, maar ons hart en onze gezindheid. Hoe gemakkelijk is het niet om alleen zijn kleren te scheuren zonder dat het je verder raakt. Het is een theatraal gebaar om vooral aan anderen te laten zien hoe diep je bent geraakt. Maar zegt Jezus niet net het tegendeel: ‘Als je vast was dan je gezicht en wrijf je hoofd met olie in, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent.’ Je hart scheuren is een gebaar van deemoedigheid in diep respect voor het leven, voor de aarde en voor allen die worstelen om overeind te blijven. Je hart scheuren is buigen voor de God van gerechtigheid en smeken om zijn kracht die meer kan dan wij zelf kunnen.

Er is een innerlijke omkeer nodig: de bekering van ons hart moet misschien best via ons lichaam gebeuren. Sinds wij in onze kerk het vasten zijn gaan reduceren tot het eventueel geven van wat geld en men smalend is gaan doen over die achterhaalde, toegegeven, soms gekke vastenpraktijken, is onze vasten voor een groot stuk uitgehold en heeft het zeker voor een buitenstaander geen enkel tekenwaarde meer. Vasten en lichamelijkheid horen echter voor mij onlosmakelijk samen. Het gaat mij daarbij om veel meer dan een korte lichamelijke zuiveringskuur. Ook dat is goed meegenomen, want zo brengen we ons lichaam in een waakzame, prettige toestand om ons te openen voor het heilige. Vasten en lichamelijk hebben een veel diepere band. Het gaat erom ons lichamelijk open te stellen voor het heilige door te buigen, te knielen, het stil te maken en ons te verdiepen in een gebed. Indien we dat aandurven volgt als vanzelf de aandacht om ons heen. Broederlijk Delen plaatst de vasten dit jaar onder het teken van 25 % in de overtuiging dat als 25 % van de bevolking kiest om te delen en te herverdelen dat dit voldoende is opdat een samenleving 100 % begint te evolueren. Die omkeer drukken we vandaag symbolisch uit door de palmtakken van vorig jaar te verbranden. Het betekent zoveel als: willen breken met een mentaliteit van nooit genoeg en eeuwige onvrede. Met het kruisje op ons hoofd zetten we een stap naar een ander begin en hopen we dat Gods scheppende kracht ons mag begeleiden op onze tocht naar Pasen.

 

Eerste lezing: Jesaja 58, 1 – 10

 

Gebed over de verbrande palmtakken

 

Gebed:

Heer onze God

Met het verbranden van deze takken willen we uitdrukken

Dat we aan een nieuw begin staan

Dat we willen verwijderen 

wat ons van U en van elkaar gescheiden houdt.

Mochten wij opnieuw doordrongen raken van uw gloed

Op onze tocht naar Pasen, het feest van onze verrijzenis.

 

Zegening van de as

Juichend trokken wij vorig jaar op Palmzondag Jeruzalem binnen,

Zwaaiend met palmtakken.

De oude palmtakken staan voor alles wat we graag hadden willen verwezenlijken:

Verdorde voornemens, verschrompelde dromen.

Vandaag hebben we het oude verbrand en staan we voor een nieuw begin.

Barmhartige God,

Deze as herinnert ons eraan wie wij zijn:

Broze, kwetsbare mensen op weg naar U,

Zegen deze as, zegen ons allen die ons willen afstemmen op U.

 

Allen:

Ga met ons mee in deze veertigdagentijd

Opdat wij de raakpunten mogen vinden tussen hemel en aarde,

Opdat wij uw levensadem mogen ontvangen en ervaren,

Opdat wij de weg terug mogen vinden naar het volle leven,

Zoals U het gedroomd hebt.

Mogen wij medewerkers zijn van uw scheppende bevrijding.

We vragen het, samen met Jezus, uw Mensenzoon en ons voorbeeld. Amen

 

Asoplegging

Muziek

Tweede lezing: Mattheüs 6, 1 – 6, 16 – 18.

                    

Groot dankgebed 158

 

Na de communie 319 Woestijnlied

 

Psalm 130

Uit de diepte roep ik tot u, Heer,

Heer, hoor mijn stem

Wees aandachtig, luister

Naar mijn roep om genade

Als u de zonden blijft gedenken, Heer,

Heer, wie houdt dan stand?

Maar bij u is vergeving,

Daarom eert men u met ontzag.

Ik zie uit naar de Heer,

Mijn ziel ziet uit naar hem

En verlangt naar zijn woord,

Mijn ziel verlangt naar de Heer,

Meer dan wachters naar de morgen,

Meer dan wachters uitzien naar de morgen.

Israël, hoop op de Heer.

Bij de Heer is genade, bij hem

Is bevrijding, altijd weer.

Hij zal Israël bevrijden

Uit al zijn zonden.

230219

7e Zondag (2023): Je vijand liefhebben  

(Mattheus 5, 38-48)

 

Herman Wouters

Inleiding

Het principe “Oog om oog, tand om tand” was gebruikelijk in het gewoonterecht in het oude Oosten en bepaalde de strafmaat voor de schuldige aan een misdaad, evenredig met de fout. In de codex van Hammurabi, die van 1700 jaar voor Christus koning van Babylonië was, stond deze regel ingeschreven. Dit principe werd later in de Bijbel en ook in de Koran overgenomen. De bedoeling ervan was om de drang naar buitensporige wraak in te dijken en in die zin was het een vooruitgang. Je mocht je vijand niet méér aandoen dan wat hij jou had aangedaan. 

In Palestina ten tijde van Jezus had een Romeinse soldaat de toelating om gelijk welke burger op te vorderen om één mijl met hem mee te gaan om bijvoorbeeld zijn uitrusting te dragen. Je kan je wel voorstellen dat dit voor het Joodse volk een gehate maatregel was. Zo werd Simon van Cyrene door soldaten opgevorderd om het kruis van Jezus te dragen. 

In de tekst uit de Bergrede die we vandaag verder lezen geeft Jezus aan zijn volgelingen de raad om zich niet te verzetten wanneer men zulke dingen aan hen vraagt. Daarenboven stelt hij dat je je vijand moet liefhebben en dat je moet bidden voor wie je vervolgt. Deze oproep (dit gebod?) om “je vijand te beminnen” is in de geschiedenis van het christendom geen eenvoudig thema geweest. Het heeft verschillende schrijvers beroerd en zal ons - begrijpelijk - ook beroeren. Het staat er namelijk zwart op wit. Bovendien denken nieuwtestamentici dat deze tekst hoogstwaarschijnlijk ontleend werd aan de zogenaamde bron Q, die voor een groot deel bestond uit het onderricht dat Jezus zelf heeft gegeven. Dit zijn m.a.w. uitspraken die van Jezus komen en niet door de evangelist zijn toegevoegd.

Lied 102 Opening van de dienst   

Homilie

Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: je moet je naaste liefhebben en je vijand haten maar ik zeg u: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen.

De leidraad van ons leven – de evangelies – behandelen hier en daar thema’s die niet zo gemakkelijk zijn. De bergrede en zeker die ene zin ‘Heb je vijanden’ lief behoren daartoe. 

Over de eerste christenen zijn er teksten bewaard waarin men vertelt hoe ze leefden. Men vermeldt dat ze vreedzame mensen waren, zelfs hun vijanden liefhadden en voor hen baden. In een brief aan Diognetus in het jaar 200 bijvoorbeeld vermeldt een anonieme auteur: “Worden de christenen gesmaad, dan zegenen zij” en “Christenen hebben lief wie hen haten”.

Zoveel eeuwen later schrijft Maartin Luther dat hij zijn uiterste best had gedaan om de ‘raadgevingen’ van de Bergrede als geboden te vervullen. Maar hij was er niet gelukkig van geworden. Hij zag de Bergrede als iets onmogelijks. Volgens hem zijn het voorschriften die men niet kàn navolgen maar - en dat is het positieve -  wij mensen moeten dan wel erkennen dat we zondaars zijn. We kunnen dan niet anders dan rekenen op de genade en de hulp van God en hem vragen dat hij zijn Geest stuurt om ons mensenhart te veranderen.

Mij lijkt dat dit thema ook nu nog in ons - de laatste christenen  - aanwezig moet zijn. Er moet ergens in ons hart een plek zijn waarin er - naast alle andere mogelijke emoties - ook een vorm van liefde bestaat voor de vijand. Mattheus stelt ons vandaag voor om voor onze vijanden te bidden. Dit lijkt misschien een eenvoudige act; het betekent evenwel dat we niet alleen maar kwaad zijn op onze vijanden maar dat we ook - op de één of andere manier - om hen bezorgd zijn.

Wat ons kan helpen is dat die liefde tot de vijand  zeer uiteenlopende vormen kan aannemen.  Het woord heeft geen éénduidige betekenis . In de Griekse tekst staat er “agapein”. Dat is iets anders dan ‘hartstochtelijke liefde”. Je moet je tegenstander dus niet om de hals vallen. Liefdevol zijn kan dus zeer verschillend ingekleurd worden. Ik heb voor de voorbereiding van deze viering hierover met enkele mensen gesproken en gevraagd  wat dat voor hen betekent. Het lijken me allemaal uitingen van liefde. Iemand  zegde me dat hij zijn vijanden probeert te vermijden. Iemand anders gaf aan dat deze zin hem aanspoort om een situatie ook vanuit het standpunt van die ander te bekijken, wat mogelijk wat nuance oplevert en geweld voorkomt. Iemand anders vertelde dat hij voor zijn vijanden bidt en dat hij daardoor een zekere mildheid voor hen krijgt. Chiara Lubich, de stichteres van de focolarebeweging, vond dat alleen al het louter verdragen van lastige mensen een uiting van liefde kan zijn.

Wie is die vijand? Onze vijand kan in verschillende gestalten in ons leven aanwezig zijn. Gelukkig moeten we in onze contreien niet onmiddellijk denken aan een militair, die ons of onze familie komt vermoorden. Toch kan een medemens op de één of andere manier - misschien momentaan - een vijand zijn. Het is iemand die me kwetst, iemand die mijn gedachtegang niet volgt, iemand die me het leven zuur maakt, soms is het mijn partner en soms zijn het mijn kinderen, soms nog eerder mijn schoonkinderen, het is mijn baas op mijn werk en zeker ook mijn buurman, die in de lente ‘s morgens vanaf 6 uur de merels uit zijn kersenboom begint te schieten. Overigens - maar dat terzijde -  heb ik daarvoor eens naar de politie gebeld om te vragen “vanaf hoe laat je op vogels mag beginnen te schieten”. Waarop men antwoordde dat “je helemaal niet mag schieten”.

Gelukkig horen we af en toe verhalen van mensen - ook van niet-christenen - die op een positieve manier naar hun vijand kijken.  Ze kunnen ons inspireren en aanmoedigen.

Ik denk aan het boekje ‘een Jihad van Liefde’ van Mohamed Al Bachiri, die zijn vrouw verloor tijdens de aanslag in de Brusselse metro. Hij zet daarin het leed dat hem is aangedaan op een moedige en veerkrachtige wijze om in een boodschap van liefde en medemenselijkheid. 

Ik denk ook aan paus Johannes Paulus II die Mehmet Ali Agca, de man die hem in 1981 probeerde te vermoorden, in de gevangenis bezocht. De Paus vroeg later aan de menigte voor het St-Pietersplein een gebed om vergiffenis voor Agca: “Bid voor mijn broeder, die ik oprecht heb vergeven”. Zijn belager is na zijn vrijlating  bloemen gaan leggen op het graf van de paus en overwoog om christen te worden. onmiddellijk

Maar ook kleinere verhalen doen deugd.

Enige tijd geleden hoorden we het volgende verhaal van vrienden. Met hun buren hadden ze een goed contact maar er was wel een probleem: de buurvrouw kloeg regelmatig over een berkenboom in hun tuin, die haar terras plakkerig maakte. Het probleem werd erger naarmate die boom groeide. Toen onze vrienden na een 14-daagse vakantie terug thuis kwamen zagen ze tot hun verrassing (eigenlijk hun ontzetting) dat de buren de boom tijdens hun afwezigheid hadden laten verwijderen. Toen ze de buurman hierop aanspraken, zei die dat hij het had gedaan omdat zijn vrouw zo hard aan het klagen was. Hij excuseerde zich ook want hij begreep dat hij niet juist gehandeld had. In plaats van deze gebeurtenis te laten uitgroeien tot een jarenlange vete, reageerde mijn vriend met de woorden: “Laten we morgenavond samen in een restaurant gaan eten en de zaak vergeten”. 

Zelf denk ik ook aan een situatie waarin de gedachte om ‘je vijand lief te hebben’ me geholpen heeft. Onze overburen zijn Oekraïners die al enkele jaren geleden (na de inname van de Krim) naar België gekomen zijn. We hebben een Whatsapp groepje met de straat en net na de inval van de Russen in Oekraïne verscheen er een vraag naar hen of we met de straat iets konden doen om te helpen. Vlodymyr, de vader van dat Oekraïens gezin, reageerde onmiddellijk met te zeggen dat ze plaatsen zochten om kennissen te logeren. Onze vier kinderen zijn het huis uit en eigenlijk hadden we twee kamers vrij. Maar o.a. omdat we maar één badkamer hebben, aarzelden we. De vraag kwam echter van onze buren en dat zijn toch wel overduidelijk “onze naasten”. We beslisten om het te doen. Onmiddellijk hoorden we over de twee mensen die bij ons zouden komen wonen: Myroslava en haar dochter Alina van 21 jaar uit Kiev. Ze waren op dat moment nog in Roemenië en zouden een week nadien arriveren. De dag nadat we dit toegezegd hadden, was er een koffietafel bij een vriend in de straat met enkele straatgenoten. Daar hoorden we van een buurvrouw die ook een beetje Oekraïens sprak - omdat ze veel contact had met Poolse mensen - dat ze Vlodymyr eens in het Oekraïens had aangesproken maar dat deze met een zekere verontwaardiging had geantwoord dat hij alleen maar Russisch praatte. Ze besloot haar verhaal met: “Je weet niet wie je in huis haalt!” Plots bekroop me een angstgevoel: misschien zijn het Russisch-gezinden die we gaan opvangen. Die nacht sliep ik bijna niet, maar ’s morgens kwam de gedachte in me op dat het evangelie ons ook aanspoort om je vijanden lief te hebben. Ik dacht ook aan dat liedje van Sting: “The Russians love their childeren too”. Ook als je Russisch-gezind bent moet het geen pretje zijn dat je stad gebombardeerd wordt. Door deze gedachte kwam er terug vrede in mijn gemoed. Myroslava en Alina  kwamen even later toe. Snel werd echter duidelijk dat de meeste mensen uit Kiev Russisch spreken en helemaal niet Russisch gezind zijn. 

Ik denk dat we als christen deze zin “je vijanden liefhebben” echt ter harte moeten nemen en er iets mee moeten doen. In onze onvolkomenheid kunnen we - zoals Maartin Luther voorstelt -  Gods Geest ter hulp roepen om onze creativiteit aan te scherpen zodat we doenbare ideeën krijgen over hoe we dat kunnen aanpakken.

Lied 804   Psalm 104  Alles wacht op u vol hoop 

Tafelgebed Lied 150

Lied na de communie 221  Dat wij wachters op de muren zijn

 

Slotgebed

Heer Jezus, door uw woorden, door uw  leven bent u onze waarheid geworden, een stem in ons geweten, misschien zelfs de stem van ons geweten. Zelf hebt u - getergd tot op het kruis - voor uw vijand gebeden.

In navolging van u, willen we  bidden voor diegenen rondom ons die op de één of ander manier onze  vijanden zijn. Help ons met uw Geest om de negatieve gevoelens in ons hart te bedaren en spoor ons aan in onze pogingen om onze vijanden lief te hebben, hoe onvolkomen die ook mogen zijn.

We willen ook bidden voor de vijanden in de grote wereld: de Russische militairen, de Taliban, de milities in Oost-Congo en zovelen anderen. “Steeds iemands vader, steeds iemands zoon” Bedaar ook in hen de negatieve gevoelens en de wraakgedachten waarmee ze de anderen naar het leven staan.

Alles wacht op u vol hoop. Zendt uw Geest zodat we worden herschapen. Help ons om uw rijk meer zichtbaar te maken. 

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.