Recente Zondagsvieringen

De vieringen uit het verleden zijn gepubliceerd per kerkelijke jaar in het Archief.

De meest recente vieringen zijn:

- 23.09.23: Vergeving tussen mensen, met de mateloosheid van Gods liefde (Frank)
- 17.09.23: Loon naar werken? (Marcel)
- 10.09.23: Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden (Herman)
- 03.09.23: Je roeping door dik en dun volgen (Marcel)
- 27.08.23: … om te mogen zijn wat wij in uw ogen zijn.” (Jef)
- 20.08.23: De Blijde Boodschap in een multiculturele samenleving (Marcel)
- 15.08.23: Feest van Maria opgenomen in de hemel (Marcel)
- 13.08.23: Lopen over water (Rik)
- 06.08.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid en ecospiritualiteit (Sabine)
- 30.07.23: Zoeken en vinden (Jan)
- 23.07.23: Wat met het onkruid en de tarwe? (Marcel)
- 16.07.23: De zaaier die blijft zaaien (Lut)
- 09.07.23: Mijn juk is zacht en mijn last is licht (Marcel)
- 02.07.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid (Ides)

De Preek van de week (Dominicanen) vind je via deze link: https://www.dominicains.be/nl/preekvandeweek

230319

4de zondag van de vasten “Soms breekt uw licht in mensen door, onstuitbaar” (Johannes 9, 1-41) 

 

Geert Craps

Openingslied Wees hier aanwezig (512) 

Inleiding

Een paar weken terug ontstond er ophef over een nieuw boek van Charles Ducal, de man die mijn kinderen en wij kennen als “meneer Frans”, de fantastische leraar Nederlands van de school waar onze drie gasten zijn geweest. Nu ken ik Frans als een, laat ik maar zeggen, overtuigd linkse rakker: in zijn maatschappelijke analyses steunt hij op dialectisch- materialistische principes, om het wat omfloerst weer te geven. Zijn nieuwe boek ging over het sovjet-regime van de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, en ruwweg komt zijn stelling er op neer (afgeleid uit een interview met hem, ik heb het boek niet zelf gelezen), dat de situatie van de bevolking tijdens de Stalin-jaren van vele factoren afhankelijk was, ook van onkunde van de leiders, al dan niet bewust georganiseerd gebrek aan informatie, slaafse aanhang van ideologische recepten en dergelijke. De merites van de marxistische ideologie bleef voor hem overeind. Critici van zijn boek stootte dat tegen de borst: het gebruikelijke narratief is dat het communistisch verhaal in het algemeen, en het Stalin-regime in het bijzonder door en door en bewust slecht was, met leiders die enkel bezig waren zichzelf te verrijken of te bevoordeligen. 

Bij mij kwam die discussie speciaal binnen, omdat mijn werkgever onlangs heeft gediscussieerd over de hongersnood in Oekraïne in de jaren 30, de “Holodomor”. De algemene consensus is dat dit een bewuste genocide vanwege de USSR was op de Oekraïense bevolking. Charles Ducal zet daar tegenover dat het landbouwbeleid van de USSR slecht georganiseerd was, en dat er van een intentionele uithongering van de Oekraïense bevolking minder sprake was dan we denken. Hij vond dat de Vlaamse volksvertegenwoordigers zich beter moesten informeren. Groot oproer, en een collega van mij zette Charles Ducal weg als een “linkse revisionist” en vond zijn eerdere aanstelling als Dichter des Vaderlands verdacht. 

Verwacht nu van mij geen uitsluitsel in deze discussie. Maar ik bedacht me toen wel dat we een dergelijke analyse als die van Ducal toch gewoon historisch-wetenschappelijk kunnen beoordelen op zijn merites. Het is een interpretatie in een historisch debat. Waarom die furieuze reactie, die niet op de bal speelt, maar op de man? Het lijkt wel of het klassieke narratief dat wij hebben over de relatie tussen Oost en West, dat we hebben overgehouden aan de periode van de Koude Oorlog, niet voor welke discussie dan ook vatbaar is. 

Het evangelie van vandaag gaat net daarover: de vastgeroestheid van mensen in een verhaal, waardoor sommigen blind zijn voor nieuwe inzichten, en er zich actief tegen verzetten. Blindheid, maar ook licht. Met als belangrijke vraag: wie is er nu eigenlijk blind, en waarom hebben we zo’n moeite met licht? 

 

Openingsgebed

Soms breekt Uw licht in mensen door, onstuitbaar Zoals een kind geboren wordt. 

Gedenk de mens die wordt genoemd Uw kind, Uw koninkrijk, Uw licht.
Geen duisternis heeft ooit hem overmeesterd, 

Gedenk ons die - als hij - geboren zijn, eens en voorgoed, Die uit zijn mond uw naam hebben gehoord,
Die moeten leven in de schaduw van de dood, 

Hem achterna.

(Huub Oosterhuis) 

Bezinningslied De heer heeft mij gezien en onverwacht (511) 

 

Evangelie

Johannes 9, 1-41 

In het voorbijgaan zag Jezus iemand die al vanaf zijn geboorte blind was. Zijn leerlingen vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’ ‘Hij niet en zijn ouders ook niet,’ was het antwoord van Jezus, ‘maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden. Zolang het dag is, moeten we het werk doen van hem die mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. Zolang ik in de wereld ben, ben ik het licht voor de wereld. ’ Na deze woorden spuwde hij op de grond. Met het speeksel maakte hij wat modder, hij streek die op de ogen van de blinde en zei tegen hem: ‘Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar. ’ (Siloam is in onze taal ‘gezondene’.) De man ging weg, waste zich, en toen hij terugkwam kon hij zien. 

Zijn buren en de mensen die hem kenden als bedelaar zeiden: ‘Is dat niet de man die altijd zat te bedelen?’ De een zei: ‘Ja, die is het,’ en de ander: ‘Nee, maar hij lijkt er wel op. ’ De man zelf zei: ‘Ik ben het echt. ’ Toen vroegen ze: ‘Hoe zijn je ogen opengegaan?’ Hij zei: ‘Iemand die Jezus heet, maakte wat modder, streek die op mijn ogen en zei: “Ga naar Siloam om u te wassen. ” Ik ging erheen, en toen ik me gewassen had kon ik zien. ’Ze vroegen: ‘Waar is die man?’ ‘Dat weet ik niet,’ zei hij. 

Toen namen ze de man die blind geweest was mee naar de farizeeën. De dag dat Jezus modder gemaakt had en zijn ogen geopend had, was namelijk een sabbat. Ook de farizeeën vroegen hoe het kwam dat hij kon zien. En weer vertelde hij: ‘Hij heeft wat modder op mijn ogen gedaan, ik heb me gewassen en nu kan ik zien. ’Sommige farizeeën meenden: ‘Zo iemand komt niet van God, want hij houdt zich niet aan de sabbat,’ maar anderen zeiden: ‘Hoe zou een zondig mens zulke wondertekenen kunnen doen?’ Er ontstond verdeeldheid. Daarop vroegen ze aan de blinde: ‘Wat denk jij van die man? Het zijn immers jouw ogen die hij genezen heeft. ’ ‘Hij is een profeet,’ was zijn antwoord. 

Maar de Joden wilden niet geloven dat hij blind geweest was en nu kon zien. Ze riepen zijn ouders en vroegen hun: ‘Is dat uw zoon die blind geboren zou zijn? Hoe kan hij dan nu zien?’ ‘Dit is onze zoon,’ zeiden zijn ouders, ‘en hij is blind geboren, dat weten we zeker. Maar hoe hij nu kan zien, dat weten we niet, en wie zijn ogen geopend heeft, weten we ook niet. Vraag het hem zelf maar. Hij is oud genoeg om voor zichzelf te spreken. ’ Dat zeiden de ouders omdat ze bang waren voor de Joden, omdat die toen al besloten hadden dat ze iedereen die Jezus als de messias zou erkennen uit de synagoge zouden zetten. Daarom zeiden de ouders dus dat hij oud genoeg was en dat ze het hem zelf moesten vragen. 

Toen riepen ze de man die blind geweest was weer bij zich. ‘Geef Gód de eer,’ zeiden ze, ‘die man is een zondaar, dat weten we toch. ’‘Of hij een zondaar is weet ik niet,’ zei hij, ‘maar één ding weet ik wel: ik was blind en nu kan ik zien. ’Ze drongen aan: ‘Wat heeft hij met je gedaan? Hoe heeft hij je ogen geopend? ’‘Dat heb ik u toch al verteld,’ zei hij, ‘maar u luistert niet! Wat wilt u nog meer horen? Wilt u soms leerling van hem worden?’ Nu vielen ze tegen hem uit: ‘Je bent zelf een leerling van hem! Wij zijn leerlingen van Mozes. Van Mozes weten we dat God met hem gesproken heeft, maar van deze man weten we niet waar hij vandaan komt. ’De man antwoordde: ‘Wat vreemd dat u niet begrijpt waar hij vandaan komt, terwijl hij mijn ogen geopend heeft. We weten dat God niet naar zondaars luistert, maar wel naar iemand die vroom is en zijn wil doet. Dat de ogen van iemand die blind geboren is geopend worden – dat is nog nooit vertoond! Als die man niet van God kwam, zou hij dit toch niet hebben kunnen doen?’ Toen riepen ze: ‘Jij, sinds je geboorte een en al zonde, wil jij ons de les lezen?’ En ze joegen hem weg. 

Jezus hoorde dat en zocht hem op. Hij vroeg: ‘Gelooft u in de Mensenzoon?’ ‘Als ik wist wie het was, heer, zou ik in hem geloven,’ zei hij. ‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem,’ zei Jezus. Toen zei de man: ‘Ik geloof, Heer,’ en hij boog zich voor Jezus neer. Jezus zei: ‘Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden. ’Een paar farizeeën die bij hem stonden en dat hoorden, zeiden: ‘Wij zijn toch zeker niet blind!’ ‘Was u maar blind,’ zei Jezus, ‘dan zou u zonder zonde zijn. Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde. ’ 

 

Bedenkingen bij het evangelie 

Ik vind dit een vermoeiend verhaal. Zo een waarvan je tenen gaan krullen, omdat je denkt: waarom geloven ze die blindgeborene toch niet, wat is de reden van al die scepsis en doorvragerij? 

Wat is de kern van het verhaal? Jezus geneest, volledig ongevraagd, en eigenlijk louter om te laten zien wie hij is, “in het voorbijgaan” (zoals God bij de Joden in Egypte) een blinde. De klassieke joodse opvatting is dat de blinde blind is omdat hij gestraft is voor zonden, de vraag is alleen: wie heeft die zonden gepleegd, aangezien hij blind is van bij de geboorte: zijn ouders of hij zelf? De vraag is: “is het teken dat wij (omstaanders, ouders, Joden) gezien hebben, een teken van God of niet?” 

De blinde ziet weer, en de omstaanders zijn verrast, verbaasd, maar staan wel open voor het teken: zij zien een profeet, een man die namens God handelt. De “Joden”, lees de Joodse religieuze leiders, schieten in een kramp: want dit druist allemaal in tegen hun klassieke opvatting, en bovendien doet Jezus zijn teken alweer op een sabbat. Je zou er sarcastisch van worden, en ze de vraag stellen: “wie is er hier nu eigenlijk blind, of willen jullie je misschien zelf aansluiten bij de Jezus- beweging?” 

Er komen ons vele tekens en signalen uit de wereld tegemoet. Soms menen we er de werking van een liefdevolle houding in de samenleving in te herkennen: armen die het woord nemen en opkomen voor zichzelf, wetenschappers die hun kennis delen met iedereen om te zorgen dat we de rampzalige evolutie van onze planeet kunnen stoppen. Soms vinden die tekens discutabel: als jonge mensen spijbel-staken; of verontwaardigd de wereldleiders toespreken, of als de directeur van het Vlaamse Vredesinstituut, licht tegen zijn zin, pleit voor wapenleveringen aan Oekraïne, zodat de Oekraïners zich kunnen verdedigen tegen de Russische agressie. Soms vinden we het tekens van domheid, of onrechtvaardigheid, of onrecht. En soms willen we ze echt niet anders zien dan op onze manier. En dan vraag ik me af: met wie identificeren we ons in het verhaal van vandaag? 

Met de blindgeborene, wanneer wij zelf plots licht zien in een situatie, in een gebeurtenis, in de wereld, waardoor we mild met liefde om ons heen kunnen kijken naar mensen. Wanneer we inzichten hebben - en daarnaar handelen - die deze wereld beter maken. Wanneer we, bijvoorbeeld, verrast en overtuigd zijn, door de 25 procent-regel en zien dat daar een reële mogelijkheid ligt om concreet iets te doen aan onrecht en ongelijkheid. 

Met de leerlingen en de omstaanders, die eerlijk vanuit hun eigen traditie vragen: hoe komt het toch dat de blindgeborene blind is: heeft hij gezondigd of zijn ouders? En die ook de ogen opengaan als ze horen dat het geen van die twee is. Er is duisternis. Er is onrecht, en soms maakt het niet uit waar dat vandaan komt, maar moeten mensen geholpen worden. Laten we niet zoeken naar schuldigen, maar naar het doen van het licht. 

Met de ouders van de blindgeborene, die naïef en gewoon, eerlijk en oprecht ingaan tegen tegenwerpingen en eenvoudig de feiten voorleggen. Maar die ook bang zijn voor autoriteiten, voor tegenkantingen, voor de mening van de massa, en de druk van de ingesleten cultuur. Die moeite hebben om platgetreden paden te verlaten, die soms zelfs ook verblind zijn door ingesleten vooroordelen en discours die ons elke dag om de oren vliegen. 

Met “de joden” die met grote stelligheid en vuur hun tradities verdedigen, in discussie gaan en zichzelf vastrijden in hun verdediging van hun overtuiging. Die ook in een verdedigende en zelfgenoegzame kramp kunnen schieten. Die kwaad worden, en onverdraagzaam. 

Ik pleit mezelf niet vrij van al deze rollen. En ik hoop van u hetzelfde. Maar “soms breekt Uw licht in mensen door, onstuitbaar” ongevraagd als een antwoord op een teken in het voorbijgaan. En het is alleen door open staan voor het andere, het onverwachte, het nieuwe, het verrassende, het confronterende, het tegendraadse, het rebellerende, het is door onze eerste defensieve reactie even opzij te zetten, dat we het licht kunnen toelaten. Soms. 

Offerande

- Muziek: Soms breekt uw licht (Oosterhuis, CD3, track 1) 

149 

Groot Dankgebed voor de veertigdagentijd 162

 

Onze Vader
Vredeswens
Communie 

Muziek: Voces 8 Lux, track 3 e.v. 

 

Voorbeden 

Remi 

Laten we bidden om meer bedachtzaamheid in de beoordeling van de menselijke aangelegenheden. Dat we geen voorrang verlenen aan de strijd voor het eigen grote gelijk, maar aan de liefde voor de wereld en het algemeen belang. 

Laten we bidden om de nodige openheid van geest, die ons in staat stelt om de eigen blinde vlekken te ontdekken, door ons in het standpunt van anderen te verplaatsen. 

 

Ria 

Laat ons bidden : 

Heer, laten we zorgen voor de talloze oorlogs - en aardbevingskinderen, blindgeslagen door de verschrikkelijke beelden die hun de ogen deden sluiten. Mogen ze mensen 

ontmoeten die vertrouwen in hun veerkracht en die hen helpen om stap voor stap het licht weer toe te laten. 

Heer laat ons de weg van de mildheid vinden, wanneer we ons blind vastbijten in de pijn van het leven. Laten we de ander om zijn goedheid liefhebben. 

 

Communielied/ Slottlied Voor wie in Duisternis 312 , strofe 1,3,5 en 6. 

 

Mededelingen Zegen 

230326

 5de zondag van de vasten “Opwekking ten leven als aanbod en opdracht”

 

Jef Schoenaerts

 

Kruisteken en aankondiging van het lied

Openingslied 317 “Die mee gaat met mensen…

 

Inleiding

Vorige zondag was het de “Dag van de zorg”.  Tal van instellingen openden de deuren zodat je kennis kon maken met het reilen en zeilen in die veelgeplaagde zorgsector.   Ik heb een bezoek gebracht aan “De Rotonda” in het vroegere kloostergebouw van de Montfortanen op de Diestsevest…. Het is één van de  van de tehuizen van De Wissel.   Het vormt een residentiële opvang voor meisjes die zware kwetsuren hebben opgelopen in hun leven.  Men probeert met hen te zoeken naar wegen om hen terug te verbinden met zichzelf, met hun context en met de samenleving.

Doorheen het bezoek vielen twee dingen mij sterk op.   

Eén van de uitgangspunten van de werking van het tehuis draagt de prachtige, krachtige naam  “aanklampende aandacht”.   Men probeert voor en met de jongeren  een netwerk op te bouwen met o.a. de buurtwerking, met de school,… om zo te proberen de krachten die jongeren in zich dragen te versterken.

Een tweede uitgangspunt is wat de opvoeder doorheen zijn rondleiding enkele keren beklemtoonde: de onvoorwaardelijkheid in de ondersteuning van de jongere.   Als De Rotonda de zorg voor een meisje opneemt, dan is dat voor een blijvend traject inbegrepen de diepten die er sowieso komen …  “We laten hen niet los!”

Die onvoorwaardelijkheid vraagt een grote creativiteit en veel flexibiliteit in de organisatie.  Maar méér nog vergt het: nabij zijn bij de jongeren, het aangaan van een warme relatie met hen,  het geloof in de eigen kracht die die jongeren in zich dragen, de aangehouden uitnodiging aan de meisjes om op te staan en te proberen het leven te omarmen.  Om dat vol te houden is er gelukkig de ervaring dat een aantal trajecten effectief lukken, dat er meisjes zijn die opstaan uit hun situatie en bevrijd het opvanghuis verlaten en voorzichtig het leven instappen.

Als Jezus in het evangelie vandaag roept tot Lazarus: “Kom naar buiten” dan hoor ik de echo van zijn roepen in de liefdevolle aandacht waarmee opvoeders die meisjes naar buiten begeleiden.   Als in datzelfde verhaal de joodse omstaanders de steen voor het graf wegrollen en nadien de linnen doeken losmaken waarin Lazarus gewikkeld is, dan lees ik daarin hoe de opvoeders  barrières slopen die de meisjes belemmeren in vrijheid te groeien. Laten we in deze viering aftasten hoe ook wijzelf betrokken zijn in dit evangelieverhaal.

Laten we het bij het begin van deze viering stil maken in en rondom ons en zingen tot onze god om ontferming.

Lied 139 “Wees Gij het woord, Gij de stilte”

 

Openingsgebed

Onnoembare en Nabije,

Voor wie zich openstelt voor U  

ben jij een betrouwbare god, 

een god van opstanding en leven. 

     Waar dood diep in mij is, 

     waar mijn stem is versteend,

     roept Gij mij weg uit het graf:

     “Kom naar buiten”.

En leven doorgloeit mij, 

licht neemt mij in bezit.

     Laat ons deelgenoot worden in wat Jezus bezielde.

     Bewerk dat wij , met Uw naam op onze lippen, 

     op onze beurt mensen tot leven roepen,

     Hem achterna, Uw zoon, onze broeder.

Amen

 

Inleiding op de lezing

Het evangelieverhaal van vandaag staat bekend als “de opwekking van Lazarus”.

Doorheen het verhaal loopt echter een hele rééks van “opwekkingen” die vanuit eenzelfde grond ontstaan. Niet toevallig zit dit verhaal gevat tussen een klein zinnetje bij het begin (hfdst 10,42) en hetzelfde zinnetje op het einde (hfdst 11,45) De zin luidt: “Veel joden kwamen tot geloof in hem.” Dat “komen tot geloof in hem” slaat op meerdere personages en groepen in het verhaal.  We laten hen in de evangelielezing de revue passeren…

 

Lied 124 vóór en na de lezing:  “Open de woorden…”

Lezing Johannes 11,1-45

 

Homilie

“Veel Joden kwamen tot geloof in Hem”…   Het verhaal illustreert dat uitvoerig. 

Er zijn vooreerst de leerlingen die Jezus wel volgen maar daarbij ook hun grenzen aangeven. Als Jezus beslist om zijn dode vriend Lazarus op te zoeken, rijst er protest. Betanië waar Lazarus woont, ligt op een boogscheut van Jeruzalem, de plek waar de farizeëen Jezus – en misschien ook zijn volgelingen - willen liquideren: veel te gevaarlijk!  Pas na gesprek met hen, afgerond met “Nu kunnen jullie tot geloof komen” worden de leerlingen opgewekt uit hun angst en besluiten ze bij monde van Thomas heldhaftig Jezus te volgen “om met hem te sterven.”

Er is ook Marta die in haar joods geloofskader “weet” heeft van een opstanding op

het einde der tijden. Jezus breekt dit “weten” open tot een vermoeden van een andere opstanding, een opstanding die nu al een aanvang neemt.

En daarnaast zijn er ook nog een aantal joden waarover Johannes zegt: “Veel joden die gezien hadden wat Jezus deed, kwamen tot geloof in hem.”

Elk van deze “opwekkingen” kent een eigen context en een eigen dynamiek maar er loopt een rode draad doorheen: elk van deze personages en groepen komt tot vertrouwen in Jezus. En ieder van hen beaamt zoals Marta vanuit de eigen ervaring de uitspraak van Jezus.   Op zijn uitspraak  “Ik ben de opstanding en het leven” volgt bij elk van hen: “Ik geloof”. 

Voor ons, nuchtere westerlingen, is die beaming niet evident.  De toeëigening van Jezus dat hij opstanding en leven is, doet ons eerder de wenkbrauwen fronsen.   Niet enkel omdat het hier al de zevende “Ik ben”-uitspraak van Jezus  is maar meer nog omdat de uitspraak “Ik ben”  in de Bijbel op God zelf slaat: Hij is degene die IS.   Jezus beroept zich voor deze positionering echter niet op zichzelf, hij beroept zich op zijn Vader. In dit verhaal weerklinkt dit in de dankzegging van Jezus bij het graf van Lazarus: “Vader, ik dank u dat u mij hebt verhoord.”  Met die woorden geeft Jezus te kennen dat hij voeling heeft met de grond van het bestaan die hij als fundamenteel vertrouwvol interpreteert. Die grond noemt hij “Vader”. Het is die Vader die garant staat voor het leven, het leven dat sterker is dan de dood. Van die fundamentele grondhouding is Jezus een unieke boodschapper. En wie daarin zijn deelgenoot wordt, krijgt te horen: “Wie in mij gelooft, zal leven ook wanneer hij sterft.”.  Méér nog: wie vanuit die vertrouwvolle grondhouding tot nieuw leven komt, kan op zijn beurt anderen ondersteunen in het opstaan tot leven.   Want via twee kleine details komen de omstaanders in dit opwekkingsverhaal uit de schaduw: het zijn de omstaanders die – opnieuw na enige aarzeling – de steen wegrollen en het zijn de omstaanders die Lazarus ontdoen van de linnen doeken waarmee hij was bedekt.   Waar de omstaanders in het verhaal eerst figuranten lijken die door Jezus worden opgewekt, krijgen zij zelf mee een essentieel aandeel in het opwekken van Lazarus.

Het verhaal eindigt dus niet met Jezus die tot Lazarus zegt: “Kom naar buiten”. Het wordt verder gezet tot op vandaag door ieder die in dit fundamentele vertrouwen gaat staan en voor opwekking openstaat en die vandaaruit op zijn beurt tegen anderen die in onvrijheid leven zegt: “Kom naar buiten, kom uit je graf”.  

En soms gebeurt het, soms wordt midden in het leed de grafsteen weggerold en worden de lijkdoeken weggehaald.   Ik denk hierbij concreet aan het indrukwekkende getuigenis van een Oekraïense vrouw die in de burgeroorlog in de Donbas in 2014 werd verkracht. Ze zegt:

“De vrouw die ik voor 2014 was, ben ik niet meer. Ik wil me sinds 2014 nooit meer aantrekkelijk voelen. Als iemand me zegt dat ik er mooi uitzie, voel ik me erg onaangenaam. Ze hebben in 2014 al het vrouwelijke in mij vernietigd. Maar er is misschien een ander mens geboren, iemand die ertegen wil vechten. Deze nieuwe vrouw, die er is gekomen nadat het gebeurd is in 2014, is er niet meer om te zwijgen en niets te doen. Maar die vrouw is er om ervoor te zorgen dat mijn meisjes, mijn familie nooit datgene overkomt wat mij is overkomen.” (einde citaat)

Een “nieuwe vrouw” noemt deze getuige zichzelf, opgewekt door de roeping die in haar leven is gegroeid nl. ervoor zorgen dat niemand dit ooit nog overkomt. Maar het gebéurt: dat een mens die is doodgemaakt, de kracht ontvangt om voor anderen de steen weg te rollen en hen tot leven te komen.

Onze god is een god van levenden, niet van doden.  In de diepte van onze innerlijkheid roept Hij tot ons “Kom naar buiten”.   En wie dat beaamt, mag op zijn beurt bij anderen dat naar buiten komen ondersteunen door grafstenen weg te rollen en lijkwindsels los te maken.   Niet op eigen kracht maar vanuit het geloof dat de grond van ons bestaan fundamenteel vertrouwvol is, zo vertrouwvol dat we met Jezus mogen zeggen: “Vader, ik dank u dat u mij hebt verhoord.”

In onze liedbundel staat over dat basisvertrouwen een prachtig lied, het lied “Kom in mij…”.   De dynamiek die erin voelbaar is, is een viering op zich waard. Ik beperk mij hier tot de tweede strofe.   Bij het zingen van deze strofe kan je – Lazarus achterna – vragen om nieuw leven.   Je kan het ook anders lezen.   Soms bid ik het lied niet in zijn vraagvorm maar in de bevestigende vorm en dan klinkt het:” Jij komt in mij, jij maakt geluid in mij.  Waar dood diep in mij is, ontsta jij in mij, doorgloei jij mij, leef jij mij, licht jij in mij.”   Wie het lied zo zingt, kan nieuw leven in overvloed door zich heen voelen stromen.

Lied 563: Kom in mij

 

Offerande met lied 149

Groot dankgebed 153:  “…dat wij elkaar opnieuw het leven kunnen geven”

Onze Vader

Communie

Voorbeden door Lies en/of Frank

Communielied 312:  “Voor wie in duisternis, de schaduw van de dood”

Strofe 1,3,5,6  (“… een hoopvol nieuw bestaan…” strofe 3)

 

Gebed (idem als openingsgebed)

 

Voorbeden

Laten we bidden voor de vele mensen die belemmerd worden om voluit te kunnen leven:

    vluchtelingen, mensen zonder papieren, gevangenen, ex-gevangenen, chronische zieken, mensen 

    die vervolgd worden omwille van hun overtuiging, mensen die gebrek aan voedsel hebben of geen 

    toegang tot drinkbaar water, mensen met een onverwerkt trauma,…

laten we onze zelfgenoegzaamheid overstijgen en bidden dat we inspiratie mogen krijgen, moed en energie om deze medemensen te ondersteunen, hoe bescheiden ook.

 

Als kind vond ik sommige Bijbelse uitspraken vreemd en bijna niet te vatten. Uit Lucas,6: Tot u die naar mij luistert zeg ik “Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten”,  “Slaat iemand u op uw wang, keer hem ook de andere toe”.

Tot de dag van vandaag blijft deze oproep één van de zwaarste oefeningen, en de Filosofenfontein biedt mij, en misschien ook ons allen, de plaats bij uitstek om hierover te mediteren en inspiratie te vinden om voor deze houding te kiezen. 

Een nieuwe heldere, begripvolle blik waarbij je de andere, “je oorspronkelijke vijand”, in je hoofd in een nieuw daglicht kunt laten geboren worden.

Hoe rijk en uitdagend is dus deze Bijbelse boodschap. Er zouden op individuele schaal nieuwe hoopvolle verbindingen en op mondiaal vlak positieve wendingen ontstaan die resulteren in een betere wereld.

Maar zijn we niet klein en nietig? Ja, maar ook neen. Dus, sta op als individu en blijf moedig en overtuigd trachten naar “het Goede”. Idealiter zorgt het voor een kettingreactie, een weg naar kleine en grotere positieve evoluties.

Niets doen is geen optie. Het goede voorbeeld geven en zijn is een verantwoordelijkheid die elke christenmens in zich kan dragen.

Laat ons bidden dat we elkaar stimuleren om deze verantwoordelijkheid op te nemen.

 

Zegen

230312

3e vastenzondag (2023) – zich (be)keren naar de Bron Johannes 4, 1 – 30

 

Marcel Braekers

 

Openingszang 101 Heerlijk is het te loven de Heer

Begroeting

Filosofenfontein heeft haar mooi karakter te danken aan de oude bomen en het water. Op verschillende plaatsen zowel in als buiten de vijver borrelt fris water uit de grond. Dat geeft aan deze plek een eigen fascinerend karakter. De nooit opdrogende bron en het weelderige park zijn daardoor een metafoor voor wie zich hier komt herbronnen, voor zinzoekers die dorstig zijn naar levend water. Of, om het Bijbels te zeggen, naar water dat de echte dorst kan lessen. Filosofenfontein is zo een metafoor voor de echte Bron die de Ene of Onnoembare is en die ons nabijkwam in de persoon van Jezus van Nazareth. Over die bron als symbool gaat de viering van deze derde zondag van de vasten. De bron staat symbool voor het diepe zelf in ieder mens, maar verwijst ook naar de Paasnacht als wij door het doopwater worden herboren als nieuwe mensen.

Johannes vertelt hoe Jezus vanuit Galilea op weg is naar Jeruzalem en daarbij door de streek van Samaria trekt. Op zichzelf reeds ongewoon, want de Joodse pelgrims op weg naar Jeruzalem vermeden deze streek, omdat het tussen Joden en Samaritanen niet boterde. Jezus trekt zich van die vete niet veel aan en durft het zelfs aan bij een waterput te gaan rusten. Niet zomaar een put, het was de put van Jakob. Het was de diepste bron van heel het land en lag op een stuk grond gekocht door vader Jakob waarop later zijn zoon Jozef was begraven. Het was een plek die voor Joden een sterk emotionele betekenis had. Midden op de dag, zo schrijft Johannes, als de zon het hoogste staat en mensen vermoeid en dorstig zijn, op dat symbolische moment, ontmoet Jezus een vrouw met wie Hij een gesprek begint.
Johannes plaatst de ontmoeting tegenover het gesprek met Nikodemus, de theoloog die Jezus in de nacht ontmoette en uiteindelijk niet begrijpend weer weg ging. Deze vrouw reageert tegenovergesteld. Eerst afwijzend en zelfverzekerd noemt ze Jezus, Jood. Geleidelijk spreekt ze Jezus aan als 'Heer', vervolgens als profeet en tenslotte als Messias en de redder van heel de wereld. De aanspreektitels verwijzen subtiel naar haar groeiend respect en beginnend geloof. Ze drukken de niveaus uit waarop ook elk van ons naar Jezus kan kijken.

Belijdenis 112 Heer Jezus, koning en gezalfde Gods

In het evangelie spreekt de Samaritaanse Jezus aan met verschillende titels: Jood, Heer, profeet, Messias. Daarom zingen wij nu ons belijdenis uit met lied 112

 

Openingsgebed

Onnoembare, ongeziene God,

bron van levend water,

wij dorsten naar U, zoals wereldwijd

zoveel mensen hongeren en dorsten naar gezond voedsel

naar nieuw leven, naar waarheid

die bevrijdt.

Laat u vinden dit uur,

dat wij ons laven aan uw woord,

op krachten komen bij elkaar

en zelf een bron van leven worden

voor mensen die met ons gaan. Amen.

 

Inleiding op het evangelie 1

Misschien hadden Jezus en de Samaritaanse meerdere gesprekken en praatten ze over uiteenlopende thema’s, zo veronderstellen de exegeten. Er is namelijk een soort van breuk tussen het eerste en tweede deel. Ik vond het daarom gepast om het verhaal ook in twee delen te splitsen en de lezing af te wisselen met een psalm.
Het verhaal zit vol raadsels. Wat deed die vrouw midden op de dag bij die bron? In Palestina gingen de vrouwen vroeg in de morgen als het nog fris was, water halen. Is de vrouw een prostituée zoals de kerkvaders dachten? Of vertegenwoordigt ze gewoon een bepaalde tak van Joods geloof en horen vrouw en bron tezamen? Was het Jezus zelf die het lef had de vrouw aan te spreken of is het een verteltruk van de evangelist? Wat er zich afspeelt is alleszins heel ongewoon. Duidelijk is dat alle conventies worden opzij geschoven en het een gesprek wordt over de kern van het nieuwe geloof, zeg maar over het centrum van alle leven.

Johannes 4, 1 – 15

Lied 742 psalm 42: zoals een hert smacht naar stromend water

 

Inleiding op het evangelie 2

Onverwacht gaat het gesprek verder over een heel ander thema. ‘Ga uw man halen’ zegt Jezus. Maar dan blijkt dat ze al 5 mannen had, wat de kerkvaders in hun overtuiging sterkte dat de vrouw prostituée was. Maar hedendaagse exegeten zien in de 5 een symbool voor de Thora of de 5 boeken van Mozes. Je zou dus denken dat Jezus de vrouw op de vingers wil tikken omdat de Samaritanen zich niet houden aan de Joodse gebruiken. Maar dan komt de verrassing: noch de Samaritanen noch de Joden hebben het juist, want beide menen dat God op een bepaalde plaats woont en dat een soort van exclusief recht op Hem zou geven.

Johannes 4, 16 – 30

Lied 312, 4-6

 

Homilie

Wat een uitzonderlijke ontmoeting met verrassende wendingen. Niet de bron van vader Jakob is het centrum, maar het diepere zelf van ieder mens. Daar is een bron die eeuwig wil stromen en al stromend ons leven wil vervullen. Noch de tempel in Jeruzalem noch de berg Gorazim waar de Samaritanen God vereren is de plaats van ontmoeting maar opnieuw is de echte plaats de diepte van elk van ons. Godsdienst is daarmee geen exclusief bezit en gebonden aan een of andere heilige plaats, maar is gelegen in de diepte van elke mens. We realiseren ons vandaag nog nauwelijks welk een grote sprong hier werd gemaakt in het groeiende zelfbewustzijn. Want het christendom ging meer en meer het belang van de enkeling en van het persoonlijke geweten beklemtonen. Geloven maakte zich los van plaatsen en van de druk van familie en groep.

De vrouw spreekt Jezus eerst op een afstandelijke manier aan als Jood, dan als Heer en profeet, en tenslotte zegt Jezus zelf dat Hij de Messias is. Zo brengt ons het verhaal van het uiterlijke en oppervlakkige naar het centrum, de kern die de persoon van Jezus vormt. Jezus schuift alle vooroordelen opzij: Hij trekt wel door het vijandige Samaria, Hij spreekt wel met die vrouw en Hij bevrijdt geloven in God van zijn particulariteit. Daarom is Hij Messias.
Geloven gaat over ons diepere zelf dat een bron is die nooit ophoudt te stromen. Uiterlijk geloof verstolt en versteent. Uiterlijk geloof leidt tot etnische conflicten en godsdiensttwisten, innerlijk geloof maakt een mens vrij en brengt een eeuwige stroom van leven op gang. En de gids om dit te ontdekken is Jezus de Christus, die los van alle wetten en gewoonten een gesprek begint. Die God Vader noemt en erop wijst dat we die voortaan in Geest en waarheid zullen ontdekken.

We zijn vandaag op weg naar Pasen en de vasten is een heerlijke tijd om te herbronnen, letterlijk de bron weer in onszelf ontdekken en zich over te geven aan die stroom van Leven waaraan we deel mogen hebben. Zo zullen we op het einde van de weg in de Paasnacht het water van de doop over ons heen laten stromen om als herboren te worden in Christus.

 

Groot dankgebed: S. De Vries, de dag die komt p. 115 e.v. + refrein 133 Door U, Heer

 

Na de communie 364 Om te zien een nieuwe aarde

 

Voorbeden

230305

2e zondag van de vasten – Trek weg… naar het beloofde land

 

Ides Nicaise

Verwelkoming en kruisteken. Inleiding 1

De vasten zou eigenlijk beter ‘de lossen’ heten. Het is immers een tijd van ‘los-laten’, los wrikken uit vastgeroeste patronen, soms letterlijk vertrekken uit de vertrouwde omgeving. Vorige week kregen we lessen in onthechting. De zonde die we allemaal van Adam en Eva hebben geërfd, en die terug te brengen is tot hebzucht, heerszucht en eerzucht, werd door Jezus afgewezen na een lange woestijn-ervaring. Vandaag beginnen we met het verhaal van Abraham die Mesopotamië verlaat uit onvrede met de veelgoderij in dat land. Hij weet niet waarheen, maar hij volgt de stem van zijn éne God. Die belooft hem een grote toekomst en overvloedige zegen in die nieuwe, nog onbekende bestemming. 

In deze ‘lossentijd’ roept ook Broederlijk Delen ons op tot zo’n radicale keuzes. De komende jaren zullen namelijk cruciaal zijn voor de toekomst van de schepping. De redding van onze planeet staat op het spel: niet alleen voor onszelf en onze (achter)(klein)kinderen, maar nog des te meer voor de armsten in het Zuidelijk halfrond. We moeten oude leefgewoonten afleggen en knopen doorhakken. Als we die radicale keuzen durven maken wordt deze wereld beter en mooier dan ooit voorheen. Het ‘beloofde land’ waar wij naar op zoek gaan is een duurzame en rechtvaardige wereld. Als Christenen geloven wij dat we deze aarde, op welke manier dan ook, in bruikleen hebben gekregen met de opdracht om er zorg voor te dragen en ze meer bewoonbaar te maken. Yes we can! Rond dit thema draait het allemaal in deze viering.

Hoe kunnen we deze viering dan beter inzetten dan met ons lijflied ‘Wie anders zou de hemel dragen dan zij die van de aarde houden’?

Lied 1. Wie anders zou de hemel dragen

Gebed om vergeving en kracht (naar psalm 51, Huub Oosterhuis)

Lezer 1: Lieve God, om het tij te keren
en werk te maken van waardig leven
voor mens en natuur
hebben wij uw en elkaars ontferming nodig.

Lezer 2: Wees ons genadig, Gij die genade zijt.
Wij zien de wereldbrand die wij mee gesticht hebben.
Uw schepping die wij hebben geschonden.

Lezer 3: Was de ongebreidelde groeizucht weg
Dat wij een nieuw leven beginnen.
Geef ons een nieuw hart – een hart voor uw schepping.
En Zend uw Geest
dat ook wijzelf herschapen worden.

Koor / Samen: Herschep ons hart, heradem ons verstand.
Dat wij elkaar behoeden en doen leven.
Maak ons tot uw gemeente.
Wees de stem die ons geweten wekt.
Verberg U niet. Verberg U niet!

 

Lezing: Abraham trekt weg uit Mesopotamië

Uit de kinderbijbel van Eyckman & Bouman

Bij wijze van geloofsbelijdenis zingen we lied 538 ‘Ik geloof in de God van Abraham’

 

Lied 538 Ik geloof in de God van Abraham 

 

Inleiding 2

Twee jaar geleden lanceerde de KU Leuven een nieuw, universiteitsbreed vak onder de titel ‘Mondiale uitdagingen voor een duurzame samenleving’ met 12 lezingen door proffen uit allerlei verschillende disciplines. Alle bachelorstudenten die dat wensen kunnen dit kiezen als één van hun keuzevakken en er examens over afleggen, of ze nu geografie, ingenieurswetenschappen of kunstgeschiedenis studeren. Ook niet-studenten kunnen deze reeks online volgen, zonder examen weliswaar. Meer dan 1000 mensen schrijven zich hiervoor elk jaar in.

Ik geef in deze reeks de themales over mondiale ongelijkheid en armoede. Om dwarsverbindingen te kunnen leggen met de andere thema’s zoals energie, grondstoffen, voedselzekerheid, watervoorziening… volgde ik zelf ook alle lessen van mijn collega’s. Natuurlijk zijn er heel veel linken tussen al die duurzaamheidskwesties te leggen. Ik ben echter zelf erg geschrokken van de link tussen klimaatverandering en ongelijkheid. De rijkste 10% van de wereldbevolking (de meesten onder ons behoren tot deze groep) stoot 50% van alle broeikasgassen uit, terwijl de armste 50% van de wereld 10% van deze gassen uitstoot. En wat erger is: de armste helft van de wereldbevolking ondergaat 75 à 80% van de schade van de klimaatverandering in de vorm van cyclonen, overstromingen, droogte, honger en conflicten. Met andere woorden: ook al buiten we zelf niemand uit, als we niet hard opletten veroorzaakt ons leefpatroon diepe ellende in het Zuiden. Hoezo? We investeren in zonnepanelen en isoleren ons huis wel, maar we wonen ruimer, we zijn mobieler, gaan vaker op reis en consumeren meer. Alleen al het vlees dat wij eten draagt enorm veel bij aan de klimaatopwarming: ongeveer 15% van de broeikasgassen wereldwijd is afkomstig van vee: het gaat om extra gevaarlijke gassen zoals methaan en stikstof. (Geen wonder dat onze Vlaamse regering daar zoveel energie aan besteedt !) Bovendien slorpt de veehouderij wereldwijd 25% van het waterverbruik op, en zorgt ze rechtstreeks en onrechtstreeks nog voor ontbossing op grote schaal. Sinds ik dat alles van collega’s heb geleerd, ben ik overtuigd vegetariër geworden, en beveel ik die keuze ook bij de studenten aan als een moderne vorm van Noord-Zuid solidariteit. Jongeren staan vaak open voor dergelijke levenskeuzen, en zij zijn de toekomst van onze samenleving.

We kunnen dus, als we dat echt willen, op allerlei manieren bijdragen aan een bloeiende toekomst voor onze aarde  – bijvoorbeeld door onze spaarcenten ethisch te beleggen zodat ze niet terecht komen bij bedrijven die kwetsbare volkeren uitbuiten of de aarde en de natuur schenden. Of door onze ecologische voetafdruk te beperken. Dat is even belangrijk als de giften die we doen aan ontwikkelingsorganisaties. 

Vele kleintjes maken een groot. Broederlijk Delen roept op tot de ‘25% revolutie’. Daarmee bedoelt het dat een kwart van de bevolking volstaat om een radicale verandering – zoals de transitie naar een duurzame en rechtvaardige samenleving - door te duwen. 

Ik heb aan enkele vrienden gevraagd om te vertellen hoe zij in hun leven concreet keuzes hebben gemaakt om bij te dragen aan een duurzame en rechtvaardige samenleving. Dat kan op allerlei manieren. Een lid uit onze kapelgemeenschap verkiest naamloos te getuigen en schrijft: “omdat ik serieuze gezondheidsproblemen heb, heb ik vorig jaar een zorgvolmacht laten opstellen bij de notaris, en een successieplanning ten voordele van kinderen en kleinkinderen. Met een extra deel voor het goede doel. Ik heb 3 ngo’s uitgekozen die ik reeds lang steun. Ik doe tot hiertoe de overschrijvingen zelf. Hopelijk wordt me de tijd gegund om het plan volledig zelf uit te voeren, maar het plan gaat alleszins door.

Op kerstdag ben ik thuis alleen. Ik ga dan na de viering een zieke bezoeken en verder doe ik in stilte en heel alleen overschrijvingen voor tal van goede doelen. Heel bewust.  Een andere manier om er “een heilige dag” van te maken.

Refrein: ‘Herschep ons hart’

 

Fons: ‘Live simply so that others may simply live’

Bij de scouts in Sint-Niklaas hadden we toen een aalmoezenier, Daniel Evrard, die zeer veel jonge mensen heeft geïnspireerd. Hij wijdde ons in in de derdewereldproblematiek. Van daaruit riep hij ons ook op om te kiezen voor een sobere levensstijl.

Later werd ik actief in een kleine vzw, Ita I Unidad, opgericht in de jaren 60 in de schoot van de universitaire parochie. Deze steunde projecten in het Zuiden. Centraal stond de keuze voor 'creatieve soberheid'. De uitgangspunten lagen helemaal in de lijn van de oproep van Daniel Evrard. Nu was er ook de aandacht voor het milieu aan toegevoegd.

Vele jaren reed ik rond met een sticker op mijn auto. 'Live simply that others may simply live' - Leef eenvoudig zodat anderen eenvoudigweg kunnen leven. De spreuk werd toegeschreven aan Ghandi. 

Het werd allemaal samen de rode draad in mijn leven. Ik durf zeggen dat ik vrij consequent hiernaar geleefd heb.

Dit heeft zich ook vertaald naar allerlei maatschappelijke en politieke engagementen. Ik ben een actief geweest bij 11.11.11, Broederlijk Delen, in de Noord-Zuidwerking van Groen, de wereldgroep hier op Filosofenfontein, ... Daarnaast heb ik bij mij thuis gedurende verschillende jaren discussie- en informatienamiddagen georganiseerd rond het thema van een duurzame en rechtvaardige wereld, een meer zinvolle levenshouding. Ik verleen ook financiële steun aan vele organisaties.

Kiezen voor een duurzame en rechtvaardige wereld is actueler dan ooit. En het is voor mij nog steeds evident dat dit alleen maar kan als je je eigen levensstijl daaraan aanpast.

Refrein: ‘Herschep ons hart’

 

Rita: leren van de Afrikaanse cultuur

De vraag van Ides deed me stil staan bij hoe dat zit bij mij, die concrete stappen naar een duurzame wereld. Ik dacht dus meteen aan initiatieven die naar alle waarschijnlijkheid niet zoveel zullen verschillen van wat de meesten onder jullie ook wel doen. Ik eet duidelijk minder vlees, engageer mij af en toe voor acties  en inzamelingen, ga veel bewuster om met energie en met mijn winkelkar, (hoewel dat laatste zeker ook te maken heeft met de huidige gebeurtenissen in de wereld). Bij nader toezien vind ik dat eerlijk gezegd allemaal maar beperkt. 

Maar toen kwam de overweging dat ik mijn bijdrage misschien ook wel moet zoeken in wie ik ben en hoe ik mij gedraag. Een andere betekenis dus van ‘wat ik doe’. En dan kom ik onvermijdelijk terecht bij mijn vervlochtenheid met Afrika, een continent dat door de jaren heen een grote invloed op mij uitoefent. 
Nog los van de aanstekelijke ‘joie de vivre’, ben ik daar telkens gerààkt door een conviviale manier van samen leven, die ik gerust duurzaam durf te noemen. Er is die grote eenvoud van leven (die door ons vaak verward wordt met ‘arm zijn’), die vanzelfsprekendheid om het weinige dat men heeft te delen, dat tikkeltje meer ‘wij’ dan ‘ik’, die ongebreidelde creativiteit en inventiviteit in het gebruiken en hergebruiken van schaarse bezittingen, die ‘tijd’ die organisch mag vloeien ipv afgemeten te moeten zijn, dat grote respect en verbondenheid met de aarde en met de voorouders...

Het zijn ervaringen die me ontegensprekelijk besmet hebben. Ik kan alleen maar hopen dat die besmetting doorvloeit in hoe ik mij hier in België gedraag en wat ik uitstraal. Het helpt in ieder geval om zaken te relativeren, en om vastgeroeste patronen anders te bekijken. En ongetwijfeld  sijpelen die ervaringen (met andere culturen) ook door in mijn hypergevoeligheid voor evenwaardigheid, en mijn gedreven inzet in vormingen rond conflict, machtsongelijkheid en geweldloosheid. 
Concrete stappen dus, op weg naar het beloofde land, een duurzame – een meer interculturele wereld? Muizenstapjes... 

Refrein: ‘Herschep ons hart’

 

Gerlinde: migranten helpen inburgeren

Via mijn werk voor het inburgerings-en integratiebeleid van de Vlaamse overheid, probeer ik mijn steentje bij te dragen aan een betere tewerkstelling van personen van buitenlandse herkomst. Vanuit inburgering proberen we onder meer de drempels bij VDAB te verlagen.  

Ik spendeer ook een deel van mijn vrije tijd door mensen met een migratie-achtergrond concreet te helpen bij hun administratie. In mijn geval gaat het om een Marokkaans en twee Ghanese gezinnen. Bij de twee Ghanese gezinnen gaat het om alleenstaande en zeer laaggeschoolde moeders die ooit geprobeerd hebben om Nederlands te leren, maar bij wie het niveau gewoon niet omhoog gaat. Ze werken in de poetssector maar één van hen is moeten stoppen door zware medische problemen. De andere dame heeft een gehandicapte zoon, wat zeer veel administratie met zich meebrengt. Hoe armer mensen zijn en hoe meer recht ze hebben op financiële ondersteuning, hoe meer formulieren zij moeten verzamelen, invullen, uploaden. Tegelijk zijn dit de mensen die geen computer en al zeker geen printer hebben, geen Nederlands spreken of lezen en dus niet in staat zijn dit zelf te doen. Itsme, ebox, burgertokens, e-loket. Zeer gemakkelijk voor wie gestudeerd heeft en geen tijd heeft om naar het gemeentehuis te gaan, maar horror voor wie zeer laag geletterd is.  

Bij dit vrijwilligerswerk is het belangrijk tijd te maken, maar ook je aan te passen aan de ander, het niet vlug in de plaats doen, luisteren, hun beslissingen respecteren. Die beslissingen zijn niet altijd logisch of efficiënt, maar wel hun laatste beetje zelfrespect dat je niet mag afnemen. Terwijl de mensen je in het begin zien als een (niet betaalde) hulpverlener, groeit na enige tijd het vertrouwen en wordt dit vriendschap. En dat is een heel mooi geschenk. 

 

Stiltemoment

 

Lied 312 Voor wie in duisternis (strofen 1-2-3)

 

Offerande (orgelmuziek Wannes?)

 

Lied 149

 

Tafelgebed 166 ‘Adem van mensen’

 

Onze Vader

 

Vredewens

 

Communie

 

Bezinning na de communie (met powerpoint-projectie)

 

Zowat 4000 jaar geleden hebben Abraham en Sara Gods oproep beantwoord. Ze zijn er met hun hebben en houden, hun knechten en kuddes op uit getrokken, met de belofte van Gods zegen. Vandaag worden wij door Broederlijk Delen opgeroepen tot een nieuw avontuur: de 25% revolutie. Met een kwart van de bevolking kunnen we onze samenleving doen kantelen naar meer rechtvaardigheid en duurzaamheid in Noord en Zuid. Tijdens de woorddienst kregen we enkele voorbeelden van mensen uit ons midden die, op verschillende manieren, in beweging komen. Broederlijk Delen zet ook activisten van de ‘25% revolutie’ uit andere werelddelen in de kijker.

Irma Alvarado woont in La Blanca in Guatemala. Grootgrondbezitters hebben er in de voorbije decennia het leven van de kleine boeren geruïneerd door een rivier in te dammen, enorme hoeveelheden water af te tappen en het resterende water te vervuilen met pesticiden. De klimaatverandering sloeg er al toe in 2005 met verwoestende regens, waarbij de verminkte rivier overstroomde. Irma richtte samen met andere bewoners van La Blanca een comité op om een schadevergoeding te eisen van de bedrijven voor het verlies van hun oogst en hun inkomen. Onder begeleiding van PTSM (Pastoral de la Tierra San Marcos) startten ze een rechtszaak tegen de bedrijven en de overheid. 

Het comité is intussen uitgegroeid tot een heuse beweging, die inheemse boerengemeenschappen verenigt rond hun recht op grond en water. PTSM geeft vorming rond duurzaam waterbeheer en ijvert samen met de boeren voor een nationale waterwet die een zorgzaam waterbeheer moet afdwingen.

Ook Burkina Faso, één van de Sahel-landen, lijdt steeds meer onder de klimaatverandering. De regen wordt er nog schaarser dan ze al was, en als ze komt is het nu vaker met hevige stortregens die de oogsten wegspoelen. INADES-Formation maakt de boeren weerbaar met ecologische landbouwtechnieken. Bijvoorbeeld leren ze het regenwater beter te capteren en op te slaan, om er vervolgens hun akkers mee te besproeien. Ze leren ook werken met organische in plaats van kunstmest, en hun grond met dijkjes te beschermen tegen erosie. Laurent is één van hen. Zijn bedrijfje, dat dreigde overkop te gaan, doet het intussen beter, en hij helpt bij de vorming van boeren in andere dorpen.

De 25% revolutie is dus al volop bezig. Niet gewelddadig maar wijs en bijbels. Het percentage-teken als logo van de campagne heeft een dubbele symboliek. Enerzijds verwijst het naar de 25% waar jullie nu allemaal deel van uitmaken. Anderzijds is het een aanklacht tegen het wilde winstbejag dat de aarde en de rechten van armen schendt. Dat percentage-teken moet kantelen tot een deelteken, symbool van broederlijkheid. 

 

We sluiten deze viering af met een bemoedigend woord van Zr Jeanne Devos, die in India een vreedzame revolutie van huis-slavinnen ontketende:

We waren verloren, in het duister van de uitbuiting.

Onze stem werd niet gehoord, we werden monddood gemaakt.

In onze strijd om te overleven

Met onze familie en kinderen

Wierp de maatschappij steeds weer obstakels op.

Een droom ontwaakte, een ideaal groeide.

Huisbedienden ontmoetten elkaar en begonnen actie te voeren

Om hun lot te verbeteren

Om te vechten tegen onrechtvaardigheid

En de slavernij te doorbreken.

Kleine rimpeltjes van hoop

Die elkaar vanuit verschillende hoeken kruisen,

Kernen van energie en durf.

Die rimpels veroorzaakten een stroming – een stroom

En veegden discriminatie en eenzaamheid weg.

De stroom zwol aan, van streek tot streek,

Van stam tot stam, van vrouwen tot kinderen,

Sloopte de sterkste muren

Van onderdrukking, weerstand en slavernij

In een rivier van groeiende waardigheid en rechtvaardigheid.

Een stroom die ons bindt met een verscheidenheid

Van talen, culturen, ervaringen,

Die een synergie vormt van kracht, solidariteit en zorgzaamheid,

Erin gelovend dat al de energie van het universum

Samensmelt om de stroom waar te maken.

 

Slotlied: 391 Dan komt de dag

 

Zegen en wegzending

230226

1e zondag van de vasten – wie bepaalt wat goed is en kwaad?

 

Marcel Braekers

 

Openingszang 317 Die mee gaat met mensen

Begroeting

Vorige woensdag hebben we hier de vastenperiode ingezet door de palmtakken van vorig jaar te verbranden en er een kruisje van op ons hoofd te tekenen. Het is een gebaar van nederigheid en buigen naar de aarde: ‘gedenk, o mens, dat je uit aarde bent genomen en naar de aarde zult terugkeren’. Het verbranden van de palmen heeft ook een symbolische betekenis: we willen breken met oude gewoonten, we gaan op zoek naar een nieuw begin. 

In tegenstelling met de islam is het vasten in onze Kerk verwaterd tot enkele uiterlijkheden. Met het achterlaten van een achterhaald misprijzen voor ons lichaam en de erbij horende boete verdween ook de spirituele betekenis van deze sterke tijd. Maar hoe pak je een nieuw begin aan?

Voor mij begint het met tijd nemen voor jezelf, tijd om te luisteren naar je lichaam, of je het niet hebt overvraagd, of je geen signalen van binnenuit krijgt dat je eenzijdig leeft. Luisteren dus tot je een stem hoort die je oproept om anders te kijken, te ademen, te geloven. Neem weer de tijd om elke dag te mediteren, in stilte of samen met het gezin een kort gebed uit te spreken en God te danken voor het geschenk van ons leven.

Ik ben ervan overtuigd dat die inkeer ons spontaan brengt bij de zovelen die dat leven helemaal niet als een geschenk ervaren. Inkeer vloeit spontaan over in verzet en in zorg om anderen. Broederlijk Delen stelt dit jaar de vasten onder het motto van 25 %. Ik citeer hierbij uit haar brochure: Als 25 % van de mensen ervoor kiest om te delen en te herverdelen is dat genoeg om het 100 % anders te doen… ook wij die hier samenkomen in gemeenschap om te luisteren naar Gods woord, het brood te breken en het leven te delen, zijn reeds deel van die 25 %.

Beginnen wij deze viering daarom met het oproepen van de vragen en noden van deze wereld en vragen wij God om te luisteren naar ons gebed.

 

Uit naam van de wereld nr. 114

 

Gebed

God, Schepper van alle leven,

Doe ons groeien in het besef

Dat wij deel zijn van een groter geheel.

Dat wij verantwoordelijk zijn voor de aarde,

Die ons niet toebehoort maar in beheer gegeven is.

Wakker onze honger naar gerechtigheid,

Herstel in ons de kracht om te verbinden

En deze vastentijd tot een tijd van waarachtige bekering te maken.

 

Inleiding op de lezing

In het begin van onze Bijbel staan twee scheppingsverhalen, elk gegroeid vanuit een andere verteltraditie. In de Paasnacht horen we de eerste versie, de schepping in 7 dagen, ontstaan in de kring van priesters in Jeruzalem. Vandaag horen we een stukje van de tweede versie die niet dat strakke, geordende heeft van die 7 dagen. Al vertellend worden de grote levensvragen opgeroepen die mensen sinds alle tijden bezig houden. Hoe is de relatie man-vrouw? Vanwaar komt het kwaad? Waarom is leven altijd moeizaam en dromen we van een onschuldige tijd? Men heeft ervoor gekozen om niet het hele verhaal te lezen maar de episode waarbij de mens zich laat verleiden door de slang, want dat plaatst men tegenover de bekoring van Jezus in de woestijn. Waar die eerste mens of dé mens faalde, gaat Jezus een andere weg. Luister met een poëtisch oor naar het scheppingsverhaal en bedenk erbij dat het pas laat in de Joodse geschiedenis ontstond, in de tijd van de Babylonische gevangenschap, toen mensen zich afvroegen waarom het leven zo zwaar en moeizaam was en vanwaar het kwaad zou komen dat altijd en in iedereen opduikt.

 

Scheppingsverhaal naverteld door J. Klink, Bijbel voor de kinderen I, 26 – 30

Lied 830B uit angst en nood

 

Homilie

Wanneer wetenschappers op vandaag spreken over het ontstaan van het heelal als de ‘big bang’ dan zal dat zo wel zijn, maar geef toe ontroerd word je er niet door. Daarom lees ik zo graag de twee scheppingsverhalen in onze Bijbel. Ik lees ze als dichterlijke, mythische verhalen die met gebruik van symbolen ons binnenvoeren in de grote vragen van het leven. Hoe te begrijpen dat mensen een leven lang lief en leed met elkaar willen delen? Waarom is leven altijd belemmerd door zwaarte, lijden en dood? En vanwaar komt het kwaad? Is het omdat de mens ongehoorzaam is aan God? Maar wie bepaalt wat goed is of kwaad?

Bij deze laatste vragen wil ik langer stilstaan en dus ook bij dat raadselachtige symbool van de boom van kennis van goed en kwaad. Waarom schiep God een paradijs waarin de mens van alles mag genieten en leven in een zorgeloze leegte, maar staat daar één boom waarvan hij niet mag eten? Het is de boom van kennis van goed en kwaad, als je ervan eet, ben je als God, zegt het verhaal. Waarom heeft God er dan geen hekje omheen gezet, vraagt Klink in haar kinderbijbel. Je moet op internet eens de commentaren lezen bij deze passage. Steevast is het antwoord in protestantse kringen: God wilde de mens op de proef stellen en nagaan of hij echt gehoorzaam is. Geef toe, een wat vreemde projectie naar God.

Bedoelt dan het verhaal te zeggen dat het aan ons niet toekomt uit te maken wat goed is en kwaad? Maar wie dan wel, is het God die dat bepaalt? Je zou kunnen verwijzen naar de 10 geboden die door God aan Mozes werden gegeven. Maar zijn dat geen geboden die een lange menselijke voorgeschiedenis kenden en later werden opgenomen in een religieus discours? Anderzijds zal iedereen het wellicht met me eens zijn dat het te gemakkelijk is als iedereen zijn eigen waarheid heeft, zelf bepaalt wat goed en niet goed is. Lees maar het vervolg in de Bijbel. Nadat de eerste mensen van de boom hadden gegeten kwam de broedermoord en de vernietiging van de aarde.  

Maar hoe moet het dan? De slang was in de oudheid dikwijls symbool van wijsheid die dicht bij de aarde staat. De Joodse verteller bestempelt haar als de duivel, omdat men God en het Jodendom in tegenstelling met de wijsheid van andere culturen zag. Was de slang zo verkeerd toen ze zei van de appel te eten? We hebben menselijke wijsheid nodig omdat kennis en kunde evolueren. Neem het voorbeeld van terminaal zieken. De geneeskunde is zo geëvolueerd dat  men kan beslissen om niet tot het einde toe te behandelen en dus maakt men menselijke afwegingen over het vervolg. Daarvoor heb je de wijsheid van de slang nodig. In fundamentalistische kringen grijpt men graag terug op dit paradijsverhaal om te zeggen dat morele geboden door God zijn gedicteerd en mensen er niet aan mogen raken. Bijbelse wetten of gewoonten worden ontdaan van hun tijd- en cultuurgebondenheid en als eeuwig beschouwd. Maar dat is onrecht aandoen aan de evolutie en aan heel de teneur van de Bijbel. Men is daarbij trouwens erg selectief om uit te maken wat tijdloos is en wat niet. Persoonlijk zou ik dus zeggen dat zowel de slang als God gelijk hadden. De mens moet zijn verantwoordelijkheid opnemen, durven nadenken over de grote levensvragen en tot een redelijk standpunt komen. Daarbij heeft men kennis en aardse wijsheid nodig. Maar diezelfde mens moet daarbij openheid bewaren voor wat God van ons verwacht. In ons oordeel en beleid van deze aarde moeten eenzelfde liefde ons drijven die God voor ons toont. 

De mens mag geen heer zijn van het leven maar hoeder. Ligt daar niet de fundamentele bekoring die ons bedreigt? Als Jezus in de woestijn wordt bekoord, reageert Hij elke keer met een citaat uit boek Deuteronomium. Alsof Hij wil aangeven dat het niet om een of andere pietluttigheid zou gaan, maar om dat fundamentele gebod: dat we de aarde en elkaar moeten hoeden en helpen om tot het volle leven te komen. Wat Jezus doet is meer dan alleen maar als een super-Adam aan de bekoring weerstaan. Hij schikt zich in een lange traditie waarin sprake is van diep respect voor de ander en voor de aarde. Laten ook wij in die geest deze vastentijd aanvatten.

 

Mattheüs 4,1 – 11

 

Groot dankgebed 162

 

Voorbeden  afgewisseld met lied  312, Voor wie in duisternis - strofe 1 tot 3

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.