10e zondag door het jaar(2024) “Gij die stilte zijt”
Kris Gelaude
Nu de politieke propaganda, het verbaal geweld en de slogans wat zullen stilvallen, kan er hopelijk langzaam weer wat rust en aandacht komen voor wat ons gegeven is en voor de dingen waar het in het leven echt om gaat. Laten we dit moment dan ook een ogenblik zijn van verstilling, van verinnerlijking en van dankbaarheid voor wat ons gegeven is.
Lied: Gegroet en gezegend, nr. 104
Inleiding
Vorige zondag was het Open Kerkendag. Op de internetpagina van de Open Kerkendag lees je dat je wordt uitgenodigd om kennis te maken met “een ruimte die openstaat voor iedereen die erfgoed, kunst, stilte, ontmoetingen, rust of meditatie waardeert!” Ik ging een kerk bezoeken waar o.a. houtsculpturen werden tentoongesteld die verwezen naar de eenvoud, de grootsheid en de helende stilte van de natuur. Als eerste punt op het programma van die middag stond “Bosbaden”. Een tijd geleden waren het stilteplekken die her en der gecreëerd werden, nu zijn het activiteiten als bosbaden waaraan zoekenden zich laven. Men gaat alleen of met anderen het bos opzoeken om de verbinding met zichzelf en met de natuur te verdiepen, zo wordt het omschreven. Je hoeft daarvoor niet veel meer te doen dan de stilte toe te laten en de hele omgeving in je op te nemen, zodat je er een beetje één mee wordt.
Daar is blijkbaar nood aan. Verstilling, vertraging, verbinding.Terwijl geluid en lawaai de wereld van vandaag lijken te overrompelen en velen daarin meegezogen worden, is er ook een grote leegte ontstaan. Wij zijn immers de stilte kwijt geraakt en daarmee misschien ook de essentie.
In deze viering gaat het om de meest ultieme en onachterhaalbare stilte. De stilte die God zelf is. God is het woord dat ons leidt en ons oproept, maar Hij is minstens evenzeer de ontzaglijke en eeuwige stilte. Ik schreef er vorig jaar een liedtekst over, die door Arnout op muziek gezet werd en die we samen proberen te zingen.
Lied: Gij die stilte zijt
Zoals wij de kracht van rituelen pas kunnen voelen als we ze beleven, zo krijgt een liedtekst pas betekenis wanneer die gezongen wordt. Maar daar gaat verdieping aan vooraf. En ik ben Arnout zeer dankbaar voor de manier waarop hij die teksten probeert te doorgronden om ze dan een stem te geven, zoals hij ook nu weer heeft gedaan met dit lied. Hij vertelt ons over de accenten die hij daarin legt, zodat het lied een ziel krijgt en de woorden gaan leven.
Duiding muziek: Arnout
Herhaling van het lied “Gij die stilte zijt”.
Lezing
In haar boek “De smaak van stilte” schrijft Bieke Vandekerckhove over wat haar overkomt. Zij is een studente van 19 wanneer zij de diagnose krijgt dat ze ALS heeft. Zij zegt daarover:
“In het begin en lange tijd was ik sprakeloos! Ik wist niets meer. Het was alleen nog maar angstwekkend en dodelijk leeg en stil in mijn hoofd. Ik stelde verbouwereerd vast dat de vertrouwde kaders, die mijn leven tot dan toe zin en richting hadden gegeven, aan diggelen lagen. Natuurlijk heb ik geprobeerd om al mijn ideeën weer overeind te krijgen, maar het lukte niet meer. Ze hadden geen benen meer om op te staan. Ze waren uiteengevallen in niet te lijmen brokken. Het leven kent blijkbaar stormen die al onze menselijke overtuigingen onherroepelijk doen breken. Zekerheden raken ontwricht. Niets biedt nog houvast. Het bestaan wordt onbegrijpelijk en onherbergzaam. Er is enkel nog ondoorgrondelijke nacht. En dat niet voor eventjes, maar voorgoed.
Toch is die storm niet alleen verwoestend! Het laat een puinhoop achter, en daarmee verder moeten is verschrikkelijk. Maar in die puinhoop kiemde ook iets nieuws, namelijk een niet-weten. Niet als een doods en leeg besef, maar vol leven, springlevend zelfs. Niet-weten dat zo gaat fascineren dat geen enkel weten ooit nog kan verzadigen. De nacht kan veel verbergen… ons wezen, onze wortels. Maar één ding kan hij niet verbergen: de vonk die woont in ons binnenste. Een vonk die ontvlamt in niet-weten en die – soms – brandt, ondanks de nacht. Het was de stilte die mij bij die vonk bracht.”
Lied: Wees Gij het woord, Gij de stilte, nr. 139
Duiding
In onze behoefte aan houvast zoeken wij als mensen altijd weer naar beelden: levensbeelden, toekomstbeelden, een Godsbeeld. Maar geen God die in ons denkvermogen past of die tot enig menselijk beeld gereduceerd kan worden. Hij is, Hij komt voorbij, Hij spreekt, Hij verschijnt in het onvatbare en werkt onhoorbaar, onzichtbaar, onbenoembaar. En toch is er geen naam voor hem te bedenken. God is de zwijgende, de grote stilte. Dit is een gedachte die mij al heel lang bezighoudt en waar ik af en toe iets moet mee doen.
En wellicht omdat wij over dat waarover we moeilijk kunnen spreken wel kunnen zingen – of misschien juist moeten zingen - schreef ik de tekst van het lied “Gij die stilte zijt”.
Na de aanslagen op de Twin Towers zagen mensen alleen nog een verwoeste, afschuwelijk lege plek, Ground Zero, zoals er ondertussen al meerdere plaatsen zijn. Wanneer men met gruwel wordt geconfronteerd wordt makkelijk de vraag gesteld naar God en hoe Hij hierin een plaats kan hebben. Bij die vraag las ik een opmerkelijke bedenking, nl. dat juist in die immense leegte waarin het menselijke begrijpen verstomt vooral God aanwezig is.
Mensen krijgen geen antwoord op hun meest existentiële vragen en toch kunnen dat juist momenten zijn waarop men onvermoed zowel Gods grote, machteloze zwijgen als zijn intense nabijheid kan ervaren. Zoals Bieke Vandekerckhove aangeeft in haar verhaal.
Ik denk dat wij met velen zijn die ons vandaag machteloos voelen bij het zien van zoveel geweld overal in deze wereld. Steeds weer worden wij er getuige van hoe menselijk leven waardeloos geworden is in de ogen van sommigen. Hoe mensen vernederd, verworpen, vertrapt, miskend, misbruikt, gekruisigd en gedood worden. Maar als dit mensen overvloedig wordt aangedaan, wordt het evenzeer God aangedaan. Hij, dé machteloze bij uitstek omwille van zijn eeuwige liefde.
In mijn ogen is God niet alleen aanwezig tussen de vluchtelingen in hun wanhoop, tussen de vrouwen die monddood gemaakt worden, bij de onschuldige kinderen die zoveel kwaad en leed moeten ondervinden, tussen de doden onder het puin van de verwoestingen. Hij is het zelf die onder hen vertoeft en telkens opnieuw slachtoffer wordt.
Maar anderzijds is Hij ook de enige die er zal zijn voorbij al die ellende, de laatste op wie mensen kunnen roepen in hun diepste nood. “Gij die stilte zijt” en die niet roept of schreeuwt tegen al het geweld in. Maar die daarom juist ons, mensen die getuige zijn van zoveel kwaad en onrecht, nodig heeft om onze stem te verheffen en elke vorm van onrecht aan te klagen, om ons met alle middelen te verzetten tegen de gang van zaken, om het omgekeerde te doen en zelf te helen en te verbinden waar we ook maar kunnen.
Misschien kunnen wij met het lied van vandaag die heilige stilte recht doen om daarnaast ook recht te doen aan mensen.
Offerandelied: Oergebaar, nr. 149
Tafelgebed: “Ik zal er zijn” nr. 157
Onze Vader
Slotlied “Uw aangezicht”, nr. 522
Slotgedicht “Het heilige”
Aan de randen
van een overgroeide wereld,
voorbij alle veroveringen
van het weten
is er
de stilte.
Zij was er
voor de eerste dageraad.
Zij wacht, zij blijft
met een geduld van eeuwen.
Als ademplek
of als genadig onderkomen.
De ruimte die zij vindt
wordt uit zichzelf geladen
met aanwezigheid,
ondanks de leegte.
Als je haar nadert
hoor dan hoe ze luistert.
Zij is de laatste bron
op aarde
die ons laven zal.
Want zij bewaart
wat onbenoembaar is:
de vingerafdruk
van het heilige.
(Kris Gelaude)
Zegen