231008

27e zondag (2023) – Bidden om een nieuw verbond

 

Ides Nicaise

Verwelkoming

Moge de genade van God onze Vader, de liefde van onze broeder en gids Jezus, en de gemeenschap van de Heilige Geest met ons allen zijn.

Beste vrienden,

Ik zou dit samenzijn geen viering durven noemen, gezien de evangelielezing die vandaag centraal staat, en waarin Jezus de hogepriesters en de oudsten van het volk de mantel uitveegt. Een lezing die extra herkenbaar is tegen de achtergrond van wat zich vandaag in de Kerk afspeelt. We kunnen noch mogen zwijgen nu de Kerk zelf het brandpunt van schandalen geworden is. 

Vorige week pleitte Marcel voor een dienstbare, luisterende en bescheiden houding ten aanzien van de slachtoffers van seksueel misbruik. Ik vind dit een wijs advies, maar tegelijk hoop ik dat we als gemeenschap kleur willen bekennen en de roep van de slachtoffers om gerechtigheid op één of andere manier gaan beantwoorden. Want komt wie zwijgt bij onrecht niet terecht op een hellend vlak van medeplichtigheid ? En hoe komt onze Kerk weer op het juiste spoor terecht als er niet vanuit de basis aan meegewerkt wordt ? 

Laat ons God om ontferming bidden voor alle mensen die moeten verder leven met een trauma van seksueel misbruik, van misbruiken in het algemeen, en om vernieuwing in de Kerk als instituut.

Lied 114 – God onze Vader wij roepen U (strofen 1-3-5-7-9-11-12)

 

Openingsgebed

God, Vader en Moeder,

Wij staan voor u 
in schaamte en verlegenheid
Verdwaalde schapen 
van verdwaasde herders.
Laat ons niet achter in deze schande.
Herstel het onrecht.
Neem de slachtoffers op in uw liefde,
Herstel hun waardigheid.
Zuiver uw Kerk 
van machtsmisbruik en eigenwaan.
Laat haar herboren worden in uw Geest
Van liefde, bescheidenheid 
En respect voor alle leven.

Amen

 

Eerste lezing: Mt 21: 33-43

In die tijd sprak Jezus tot de hogepriesters en de oudsten van het volk: "Luistert naar deze gelijkenis:

Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde; hij zette er een heining omheen, hakte een wijnpers erin uit en bouwde een wachttoren. Daarop verpachtte hij hem aan wijnbouwers en vertrok naar den vreemde. Toen de tijd van de oogst gekomen was, zond hij zijn dienaren naar de wijnbouwers om de opbrengst in ontvangst te nemen.  Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaren vast. Zij mishandelden de een, doodden de ander en stenigden een derde. Daarop zond hij andere dienaren, talrijker dan de eersten; maar zij behandelden hen op dezelfde manier.  Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, in de veronderstelling dat zij zijn zoon wel zouden ontzien. Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: Dat is de erfgenaam; vooruit, laten we hem vermoorden en ons zijn erfenis toeëigenen

Ze grepen hem vast, wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem. Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat zal hij dan wel met die wijnbouwers doen?"

Ze antwoordden Hem: Hij zal die misdadigers een ellendige dood doen sterven en zijn wijngaard zal hij aan andere wijnbouwers verpachten, die hem de opbrengst op de vastgestelde tijd zullen afdragen!

Toen sprak Jezus tot hen: Hebt gij nooit in de Schrift gelezen: De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, is juist de hoeksteen geworden. Op last van de Heer is dat gebeurd en het is wonderbaar in onze ogen. Daarom zeg Ik u: Het Rijk Gods zal u ontnomen worden en gegeven aan een volk dat wel de vruchten daarvan opbrengt.”

Toen de hogepriesters en Farizeeën zijn gelijkenissen gehoord hadden, begrepen ze dat hij over hen sprak en zij zonnen op een middel om zich van hem meester te maken. Maar zij waren bang voor het volk, omdat men hem voor een profeet hield.

 

Commentaar

De ganse bijbel is doorspekt van wijngaard-verhalen. Na de Zondvloed plant Noach een wijngaard aan. De wijngaard is in het Hooglied de plaats waar geliefden elkaar ontmoeten. Jesaja gebruikt de wijngaard als beeld voor het volk Israël. Ook Jezus gebruikt wijngaardverhalen voor zijn onderricht: denk aan het beeld van de wijnstok en de ranken, de parabel van de werkers van het elfde uur, en de parabel van de twee broers die verschillend reageren op de vraag van hun vader om in de wijngaard te gaan werken. 

De parabel van vandaag is een echo op een lied van Jesaja over de afvallige Joden, zowat 7 eeuwen voordien. Dat lied gaat over een wijngaard die ondanks alle zorg van de wijngaardenier geen vruchten geeft.  Zoals je van een Oud-Testamentische profeet kan verwachten, legt Jesaja Jahwe zware dreigementen in de mond: hij verwijdert de omheining en laat hem verdorren, hij laat ook wilde dieren de wijngaard kaalvreten en vertrappelen tot er niets meer van overblijft.

Ook in onze evangelietekst zit een zwaar conflictueuze ondertoon. De agressie van de pachters escaleert en mondt uit in een reeks gruweldaden, zelfs tegen de zoon van de eigenaar. De hogepriesters en oudsten zijn verbolgen en zien het verhaal uitmonden in een meedogenloze wraak van de eigenaar – oog om oog, tand om tand – totdat zij plots gaan beseffen dat zij eigenlijk zichzelf aan het veroordelen zijn.

Het mooie zit hem in de reactie van Jezus, die wel verwijst naar de verpletterende eigen verantwoordelijkheid van het kerkelijke establishment maar niet naar goddelijke wraak. God zal hen links laten liggen en herbeginnen bij een ander volk dat wel open staat voor de blijde boodschap.

In de katholieke kerk van vandaag krijgt deze evangelietekst een bijzonder sterke bijklank. Het zou natuurlijk onrechtvaardig zou zijn om ‘de katholieke kerk’ zonder meer over één kam te scheren en te vergelijken met de arrogante clerus uit Jezus’ tijd. Er zijn vandaag nog veel priesters, religieuzen en bisschoppen die hun leven wijden aan de bevrijding van kwetsbare en verdrukte mensen.  Maar de aanklacht in de reeks ‘Godvergeten’ is wel degelijk gericht tegen de kerk als instituut, die geweld heeft toegedekt en de slachtoffers genegeerd heeft. “Wir haben es nicht gewuszt” is hier niet op zijn plaats. Het seksueel misbruik is zelfs symbool geworden voor de eeuwenlange patriarchale cultuur waarin de clerus een onaantastbaar gezag had verworven, verstikkende wetten oplegde aan de mensen, soms zelfs kolonisatie en onderdrukking legitimeerde, en waarin de vrouwelijke helft van de bevolking tot op vandaag nog een tweederangsrol toebedeeld wordt.  Misschien moeten we de groeiende afkeer van de jongere generaties tegenover de Kerk als instituut leren zien als een overgangsfase: een fase waarin God zelf afstand neemt van het huidige establishment om het elders of later opnieuw te proberen? Die gedachte kan zelfs heel troostvol zijn: een God die de kerk uit loopt, op zoek naar nieuwe gelovigen om het anders aan te pakken.

 

Lied 554 ‘Voor mensen die naamloos’

Inleiding op tweede lezing

In ‘In naam van de vader’, het boek met 101 getuigenissen van slachtoffers neergepend door Rik Devillé, is Eva de eerste die haar relaas doet. In zijn inleiding schrijft Rik daarover: “Dat Eva de rij opent, is tegelijkertijd symbolisch maar ook historisch correct. De naam Eva herinnert ons aan de eerste vrouw, de echtgenote van Adam zoals de Bijbel verhaalt. Alle zonden die Adam ooit heeft begaan werden haar aangerekend. Zij was de oorzaak van alle ellende. Maar Eva Demoor is gewoon ook het oudste gekende misbruikverhaal in de hedendaagse Belgische kerkgeschiedenis.” 

2e lezing: het verhaal van Eva - door Rik Devillé (in: De Wereld Morgen, 29 september)

“Sinterklaasavond 1949 veranderde mijn leven totaal. Als klein kind had ik nochtans al veel meegemaakt. Mijn moeder stierf aan kanker toen ik vijf jaar was. Toen ik dertien jaar was, ontdekte ik dat ik mijn moeders achternaam, Demoor, droeg en niet die van mijn vader Duysse. Mijn vader had namelijk zijn eerste vrouw vermoord en was daardoor zijn burgerrechten verloren. Om die reden kon hij niet met mijn moeder trouwen. Ik was zo ontdaan en verdrietig dat ik troost zocht bij de parochiepriester, pater Marcellus, die vaak bij ons over de vloer kwam. Maar op die Sinterklaasavond 1949, toen ik hem mijn verdriet vertelde, randde hij mij thuis aan. Totaal van de kaart vluchtte ik het huis uit naar mijn tante die in het dorp verderop woonde. Zij verwittigde meteen de politie.

De politie nam mij mee en nooit heb ik mijn thuis, mijn vader en mijn twee broers nog gezien. De priester kreeg drie maanden voorhechtenis en werd op aandringen van de toenmalige bisschop van Gent zonder verdere vervolging vrijgelaten. Vijf jaar lang werd ik opgesloten in verbeteringshuizen. Eerst in Gent, waar ik voor de rest van mijn gevangenschap nooit meer mijn eigen naam Eva hoorde uitspreken. Ik werd nummer 9910. Vijf jaar lang. Na Gent kwam Brussel, waar ik samen met een vriendin wegvluchtte. Toen ik ’s anderendaags werd opgepakt werd ik naar Antwerpen gebracht. Daarna werd ik nog overgeplaatst naar Marseille en nog later kwam ik in Venlo terecht.

Zelfmoordpogingen, naalden inslikken of mijn armen kerven, ik deed het mij allemaal aan. Maar buiten geraken lukte niet. Zestig jaar later kan ik de littekens nog tonen. Ik bleef opgesloten tot mijn meerderjarigheid. Gewoon omdat ik een misdadiger was ontvlucht, werd ik als veertienjarig kind veroordeeld voor openbare zedenschennis en landloperij. Nochtans was niet ik de misdadiger. Ik was nog minderjarig. En de politie pakte mij op bij mijn tante, niet op straat. Toch kreeg ik een veroordeling en straf van vijf jaar opsluiting.

Zestig jaar later kan ik de littekens nog tonen. Verbeteringshuizen en gestichten in België, Frankrijk en Nederland onthaalden mij telkens als meisje 9910. Poetsen, schrobben en herstelwerk was alles wat ik leerde. Mijn naam heb ik vijf jaar lang niet gehoord. Ook van de andere meisjes, mijn lotgenoten, heb ik nooit vernomen hoe hun naam was. Maar ik overleefde dankzij één kinderboek dat ik angstvallig verstopte en las en herlas.

Pas in 2004 zal mevrouw Godelieve Halsberghe van de gelijknamige commissie mij voor het eerst horen en waarde hechten aan mijn verklaringen. Ze doet er alles aan om mij te laten erkennen als slachtoffer van die priester. Wat haar na veel aandringen ook lukt. Maar mijn strafblad, dat ook zij onrechtvaardig vindt, kan zij niet vernietigen.”

Commentaar

Het gruwelverhaal van Eva, de aarts-moeder van de slachtoffers van seksueel misbruik in de Kerk, zal door sommigen weggezet worden als ‘iets uit het verleden’. Het toont echter aan hoe een machtige en hooggewaardeerde instelling ertoe komt om mensenrechten te schenden, tegen haar roeping in die er uitgerekend in bestaat om mensen te bevrijden. Het gaat trouwens niet alleen om seksueel misbruik. Herinner je ook de verhalen over de anonieme massagraven van inheemse kinderen op de terreinen van Canadese internaten. Ook in eigen land hebben katholieke instellingen in de jeugdbescherming duizenden kansarme kinderen en ongehuwde moeders opgevangen die tegen hun zin uit hun milieu werden weggerukt, omwille van het burgerlijke fatsoen, maar vaak met levenslange trauma’s tot gevolg. De macht die de Kerk in de loop van de geschiedenis heeft verworven heeft haar blind gemaakt voor al het onrecht in de samenleving én in eigen rangen. Om die waan om te keren zullen drastische hervormingen nodig zijn. Paus Franciscus heeft enkele stappen daartoe ondernomen, maar hoelang zal het proces nog duren? Wanneer zullen vrouwen niet alleen tot priester, maar ook tot kardinaal of paus benoemd worden? Wanneer zal de bevrijdingstheologie haar volwaardige plaats krijgen in de verkondiging? Enzovoort. Ik denk dat deze brandende vragen mee verklaren waarom onze kinderen en veel vrouwen de Kerk de rug hebben toegekeerd. Zij hebben ‘met hun voeten gestemd’.

Maar nu terug naar de slachtoffers. Rik Devillé gaf nog volgende commentaar op het verhaal van Eva: 

“Eerherstel? Wie loopt nu nog warm voor deze veteranen? De feiten zijn gebeurd in een te ver verleden. Alsof de Tweede Wereldoorlog, die in diezelfde periode vele jonge soldaten de dood in joeg, zijn slachtoffers zou kunnen laten verdwijnen in een anoniem graf, voor eeuwig en altijd zonder uitzicht op eerherstel. De oorlog die mij (d.i. Rik Devillé zelf) en alle andere slachtoffers van seksueel misbruik als kind of jongere is overkomen, is nog niet toe aan een wapenstilstand. Erkenning en eerherstel ontvangen van de vertegenwoordigers van de katholieke kerk maar ook van al dan niet koninklijke staatshoofden blijft ons streefdoel. Ook wij zijn Europese staatsburgers maar dan burgers wier rechten als kind fundamenteel geschonden zijn, en die nooit helemaal in ere werden hersteld. De rechtsstaat heeft ons al te lang aan ons lot overgelaten. Wij hopen dit eerherstel liefst niet postuum in ontvangst te moeten nemen.”

De belangrijkste verdienste van de reeks ‘Godvergeten’ is wellicht dat de slachtoffers zelf van seksueel misbruik centraal heeft gesteld. Misschien kennen wij ook persoonlijk slachtoffers – binnen of buiten kerkelijk verband? Bij het kaarsjesritueel kunnen we bijzonder aan hen denken, en onze inzet voor hen vernieuwen. En straks na de communie kan wie dat wil vooraan een voorbede komen formuleren.

Lied 772B Voor kleine mensen

Kaarsjesritueel – Juan Gutierrez, La escuela

Onze Vader

Vredewens

Communie  - Alou Soroma (B. Sissoko)

Voorbeden

Na elke voorbede: acclamatie 125 ‘Gedenk ons hier bijeen’

Antwoord van de Kerk

We lezen een paar uittreksels uit de brief van de Vlaamse bisschoppen, die vorige week in de meeste kerken al voorgelezen werd als begin van antwoord op de reeks ‘Godvergeten’.

“Wanneer slachtoffers alsnog de moed vinden om over hun diepe pijn en leed te spreken, dienen we eerst én vooral te luisteren en respectvol te zwijgen. Zij en hun naasten verdienen al onze aandacht. 

Wij begrijpen hun woede tegenover de daders en tegenover ons, de Kerk en haar verantwoordelijken. Ja, we hebben gefaald. En voor deze harde realiteit bieden we vandaag opnieuw onze excuses aan. Het is en blijft een gitzwart hoofdstuk in de geschiedenis van de Kerk. Dat mogen we nooit vergeten.

Ook binnen onze plaatselijke kerkgemeenschappen leven er vele vragen. We moedigen aan hierover met elkaar te spreken. De pagina op Kerknet, die systematisch actuele vragen samenbrengt en probeert te beantwoorden, kan daartoe wellicht een goede hulp zijn. Kerkelijke medewerkers en gelovigen worden ook bevraagd in hun engagement voor de kerk. Alleen de waarheid kan bevrijdend werken. We dienen elkaar daarin te steunen en in vertrouwen samen te werken aan een kerk waarin misbruik geen plaats heeft.

Ook de kerkelijke structuren worden in vraag gesteld. We sluiten ons aan bij de uitdrukkelijke wens van paus Franciscus om een einde te maken aan de klerikale cultuur waarvan het misbruik een gruwelijke uitwas is. Aan ons allen om daar op elk gebied werk van te maken.”

 

Slotlied 553 Gij die geroepen hebt ‘licht’

 

Slotgebed

Meer dan ooit, God
Bidden wij om uw Geest
Voor een nieuwe wind in onze Kerk:
Laat haar afstand doen van de oude klerikale cultuur.
Laat het menens zijn met haar respect voor kwetsbare mensen
voor gelijkwaardigheid en mensenrechten in het algemeen.
Laat het menens zijn met luisterbereidheid, transparantie en dienstbaarheid
Geef ons de inspiratie en energie 
Om als kleine zoekende gemeenschap 
Daaraan bij te dragen
Voor de generaties die na ons komen

Amen

 

Aankondigingen

  • dinsdag 10 oktober om 20u spreekt Hans Ausloos hier in Filosofenfontein over ‘Geweld, God en Bijbel’ in het kader van ons avondprogramma. 
    Het wordt een reflectie op de veelkleurige relatie tussen geweld, God en Bijbel.
    Hans Ausloos is professor Bijbelwetenschappen aan de UCLouvain. 

  • Volgende zondag 15 oktober is er vlak na de viering opnieuw Kerkberaad: ditmaal niet over de toekomst van Filosofenfontein maar over de afsluiting van het voorbije werkjaar en de perspectieven voor het volgende jaar.

  • En de zondag nadien, 22 oktober, om 15u, krijgen we hier in de kapel het tweede deel van de cellosuites van Bach aangeboden, verteld en op viool vertolkt door Johan Van Hulle. Wie er vorig jaar bij was kan getuigen dat het tegelijk een aangenaam concert was en een levendige biografische situering van de cellosuites – een sterke aanrader!

Voor alle verdere info verwijs ik graag naar de kalender op onze website, of de e-bubbels die deze week in je digitale postbus beland zijn.

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.