Recente Zondagsvieringen

De vieringen uit het verleden zijn gepubliceerd per kerkelijke jaar in het Archief.

De meest recente vieringen zijn:

- 01.10.23: Jezus navolgen (Marcel)
- 23.09.23: Vergeving tussen mensen, met de mateloosheid van Gods liefde (Frank)
- 17.09.23: Loon naar werken? (Marcel)
- 10.09.23: Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden (Herman)
- 03.09.23: Je roeping door dik en dun volgen (Marcel)
- 27.08.23: … om te mogen zijn wat wij in uw ogen zijn.” (Jef)
- 20.08.23: De Blijde Boodschap in een multiculturele samenleving (Marcel)
- 15.08.23: Feest van Maria opgenomen in de hemel (Marcel)
- 13.08.23: Lopen over water (Rik)
- 06.08.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid en ecospiritualiteit (Sabine)
- 30.07.23: Zoeken en vinden (Jan)
- 23.07.23: Wat met het onkruid en de tarwe? (Marcel)
- 16.07.23: De zaaier die blijft zaaien (Lut)
- 09.07.23: Mijn juk is zacht en mijn last is licht (Marcel)
- 02.07.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid (Ides)

De Preek van de week (Dominicanen) vind je via deze link: https://www.dominicains.be/nl/preekvandeweek

230730

30 juli 17e zondag door het jaar            Zoeken en vinden

 

Jan Degraeuwe

Openingszang 568 Wij zoeken U

Begroeting

Op onze website staat: “Filosofenfontein is een Dominicaans geïnspireerde, open en gastvrije gemeenschap van zoekende mensen.” Lied 568 zou dus ons lijflied kunnen zijn: “Wij zoeken U.” We zoeken vaak iets of iemand. Misschien heb je vanmorgen even je sleutels moeten zoeken. Je weet dan precies wat je zoekt en je kent de plaatsen waar je je sleutels regelmatig achterlaat. Het openingslied ging niet over dit soort zoeken. Er is ook het systematisch zoeken: op een geplande manier een kennisdomein uitbreiden en wanneer de verworven inzichten vaststaan, een nieuw plan voor verder onderzoek opstellen. Dit zoeken leidt tot voortschrijdend inzicht. Maar er is nog een ander zoeken: de dichter, die in de rijkdom van de taal zoekt naar het gepaste woord. En voor elk gedicht moet hij opnieuw naar woorden zoeken. Kierkegaard zei dat in het geloof elke generatie van voren af aan begint, de volgende generatie komt niet verder dan de voorgaande. In alle zoeken zit verlangen: naar de sleutel, naar een wetenschappelijk resultaat, naar woorden die de vonk zullen doen overspringen. Verlangen drijft ons zoeken naar God. Psalm 42 verwoordt dit heel mooi.

Zoals een hert verlangt naar levend water,
zo wil ik , God, met heel mijn wezen naar U toe.
Ik dorst naar God, de levende God;
wanneer sta ik eindelijk oog in oog met mijn God?
Ik heb geen brood dan tranen dag en nacht
en altijd weer hoor ik ze zeggen: “Waar blijft nu je God?”

Ik moet er steeds aan denken, en dan schiet mijn hart weer vol,
hoe ik meeliep in het gedrang, naar het huis van onze God,
en dan hoor ik ze weer zingen, heel die feestelijke stoet.

Maar waarom dan zo moedeloos,
waarom opstandig?
Ik zal wachten op God
en eens zal ik Hem danken:
Gij zijt mijn lijfsbehoud,
Gij zijt mijn God.

(uit Vijftig psalmen door Huub Oosterhuis en Michel van der Plas)

Lied 139 Wees Gij het woord, Gij de stilte

Inleiding op de evangelielezing

Vandaag sluiten we de parabelrede af met drie parabels over het koninkrijk der hemelen die we alleen in het evangelie van Mattheüs vinden. Twee weken geleden sprak Lut over de gulle zaaier. Vorige zondag bij de parabel over het onkruid tussen het graan, vroeg Marcel “Wie is graan, wie onkruid?” Vandaag zullen we daar in de parabel van het sleepnet een variatie op horen. Mattheüs brengt de drie parabels zonder uitleg. Als Jezus na de gelijkenissen vraagt: “Hebben jullie dit alles begrepen?”, antwoorden de leerlingen volmondig “Ja”. Mattheüs geeft ons de opdracht om zelf op zoek te gaan naar mogelijke betekenissen.

Mt. 13,44-52

Lied 547 Het rijk van God, 3-5-7

Homilie

De eerst twee gelijkenissen gaan over zoeken en vinden, verkopen en kopen. De personages zijn erg schematisch, maar hun handelingen spreken tot de verbeelding: alles verkopen om te verwerven wat je vreugdevol en gelukkig zal maken.

De man die de schat vond was misschien een zwerver of een wandelaar of een ploeger in dienst van de landeigenaar. Hij had aandacht voor wat hij op zijn weg tegenkwam en hij herkende wat daar in de grond zat en zich maar gedeeltelijk toonde; hij stond open voor het onverwachte. De vraag naar een rechtmatige eigenaar wordt hier buiten beschouwing gelaten, zodat de vreugde van de vinder die alles verkoopt grote nadruk krijgt. Het rijk der hemelen vraagt een totale inzet, het geeft vreugde en zet aan tot actie. Je moet iets nieuws aandurven zoals Abraham die wegtrok uit zijn geboortestreek.

De koopman is op zoek naar mooie parels. Hij kan de aangeboden parels rustig bekijken en zijn keuze maken. Als hij gans zijn bezit verkoopt om die unieke parel te verwerven, heeft hij een einde gemaakt aan het kopen en verkopen; zijn leven zal helemaal anders worden. Het verhaal van de koopman geeft de indruk dat je op je lauweren kan rusten eens je de schat gevonden hebt. Zou je de parabel niet elke dag opnieuw moeten beleven? Steeds weer op zoek gaan naar de parel en steeds weer alles inzetten. Is dat het rijk der hemelen?

Het kader van de derde gelijkenis is de visserij. Vissers weten uit ervaring waar ze hun net moeten uitgooien, maar succes is nooit gegarandeerd. Vandaag hebben ze geluk, het net is vol en het verzamelt vissen van alle soorten. Horen we hier de zending van de leerlingen? Jullie moeten mensenvissers worden en mensen van alle soorten bijeenbrengen. Zoals het sleepnet brengt het rijk der hemelen een gevarieerd gezelschap samen, je mag niet te snel denken dat deze of gene er niet bij hoort. God zal wel beslissen wie een goede vis is.

In de parabel van het graan waartussen onkruid was gezaaid, moesten de knechten wachten tot de oogst om graan en onkruid te scheiden. Zo moeten ook de vissers het net op het strand trekken om de vangst te keuren. De knechten op het land en de vissers op het meer, moeten verdragen dat het onkruid opschiet met het graan en dat slechte vissen in het net raken. Mattheüs plaatst dit onvermijdelijk samengaan van goed en kwaad in de context van de eindtijd, van het laatste oordeel. Mattheüs houdt ervan om de scheiding tussen kwaadwilligen en rechtvaardigen te dramatiseren: “ze zullen jammeren en knarsetanden”. Deze uitdrukking staat zesmaal in zijn evangelie! We moeten voorzichtig zijn met deze beeldspraak. In zijn boek Si je dis Credo zegt Maurice Bellet dat een bepaalde christelijke prediking het laatste oordeel gretig heeft gebruikt om mensen braaf te houden door hen schrik aan te jagen. Dit past echter niet bij een God die liefde is en zeker niet bij Jezus die zegt: “Ik ben niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden.” Spreken over het oordeel laat ons realistisch kijken naar wat verkeerd gaat, maar mag ons niet verhinderen om met vreugde en met vertrouwen te leven, want we hebben een schat en een parel gevonden.

Tot slot spreekt Jezus over een schatkamer waaruit de huiseigenaar nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt. De schat komt hier weer ter sprake, maar nu is hij gevonden door “een schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden”. Een schriftgeleerde is thuis in de joodse Bijbel, die we ook het Oude Testament noemen. De joodse Bijbel is de bron waaruit hij kan putten om volgeling te worden van de radicale boodschap van Jezus, die we het Nieuwe Testament noemen. We worden hier herinnerd aan Jezus’ woorden uit de Bergrede: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.”

Het koninkrijk der hemelen is de levenswijze van de mensen die de Bergrede ter harte nemen en de radicale aansporingen van Jezus opvolgen. Om leerling te worden in het koninkrijk der hemelen moet je openstaan voor het onverwachte, je leven durven veranderen en bereid zijn om alles te verkopen. De parabel van het sleepnet laat ons hopen dat we met velen zullen zijn.

Lied 149

Groot dankgebed 156 Heerlijk is het de Heer te bezingen

Lied 181 Dan zal er vreugde zijn op aarde

Slotlied 581 Zoals Ik zelf gezonden ben

230723

16e zondag (2023) – Wat met het onkruid en de tarwe? Mt. 13, 24- 30

 

Marcel Braekers

Openingszang 101 Heerlijk is het te loven de Heer - Openingsvers

 

Begroeting

De overleden Chinese leider Deng Xiao Ping zei ooit: ‘of een kat nu wit of zwart is maakt mij niet uit, als ze maar muizen vangt.’ Op zichzelf misschien een onschuldige bedenking over katten, maar voor Deng was een heel economisch beleid eraan verbonden. Hij hield maar matig van ideologieën en was een pragmaticus die het marxisme ondergeschikt maakte aan de economische heropstanding. Die uitspraak over muizen vangen was dus bijzonder krachtig, ze zette iedereen aan het denken en sommigen aan het ageren. Je kan dus met een korte uitspraak of een kort verhaal heel veel zeggen, en daarbij door wat je zegt heel veel teweeg brengen. Dat is ook zo in de Bijbel.

Jezus van Nazareth was vermaard voor zijn gevleugelde uitspraken en voor de korte, schijnbaar eenvoudige verhalen waarmee Hij zijn boodschap verkondigde. Mattheüs heeft een aantal van die verhalen gebundeld in een grote redevoering die men ‘de parabelrede’ is gaan noemen. Vorige zondag hoorden we een eerste (over de zaaier en de akker waarin het zaad valt), vandaag hoort u een tweede parabel over onkruid en tarwe. 

Na de viering van vorige zondag kwamen we tot de idee dat het misschien goed zou zijn om over het eigene van die parabels en wat Jezus ermee wilde bereiken wat meer zeggen. Daarover zo dadelijk wat meer. Laten we nu eerst stil worden en bidden tot God en voor de noden van deze wereld.

 

Gebed voor de wereld en de kerk nr. 114

 

Openingsgebed: Psalm 77 in 150 psalmen vrij van Huub Oosterhuis

 

Inleiding op de lezing

Een parabel is een kort en eenvoudig verhaal bedoeld om mensen te doen nadenken. Vertrekpunt is een alledaagse situatie: een zaaier die over zijn akker gaat, een vrouw die zuurdesem in de bloem mengt, bruidsmeisjes die de bruidegom tegemoet gaan, dagloners die op de markt wachten om aangeworven te worden. In dat alledaagse gebeuren heeft iets ongewoon plaats dat motor wordt van de boodschap: sommige meisjes hadden een kruik met olie mee, anderen niet. Op het einde van de dag betaalt de eigenaar even veel aan diegenen die een ganse dag hebben gewerkt als aan degenen die pas in de late namiddag begonnen, een herder laat zijn kudde in de steek om één schap te zoeken dat verloren liep. Iemand zaait graan en met het graan blijkt er ook onkruid uit te schieten, zoals vandaag wordt gelezen. 

Daarbij vertelt Jezus het verhaal zonder verdere uitleg, het is aan de toehoorder om het te begrijpen en er iets mee te doen. De eerste christenen vonden dat zo vervelend dat ze er zelf een tweede deel met uitleg aan toevoegden. Parabels worden dan een soort van allegorie waar de betekenissen vast liggen maar waardoor het werkend karkater van het verhaal wordt afgezwakt. Het evangelie van vorige zondag was daarvan een mooi voorbeeld. Jezus vertelt een parabel over een gulle zaaier die onberekend zaad uitstrooit, want zo is God die altijd en mateloos zijn liefde aanbiedt hoe die mens ook is, wat ook zijn achtergrond mag zijn. Daar stopt Hij, maar de eerste christenen gingen vanuit de nieuwe situatie het verhaal verder interpreteren en dan krijg je een tweede deel over rotsgrond, aarde waar veel distels groeien, graan dat op de weg valt, enz. En zo verschuift de aandacht van de zaaier naar de grond, van de milde God naar de aard van de mensen die Gods Woord horen. Wat Jezus vertelt is meestal kort en krachtig. En omdat er geen uitleg bij is wordt de betekenis aan elke nieuwe generatie overgelaten, die moeten maar weten hoe ze ermee omgaan. Dat maakt die verhalen zo fantastisch. Allemaal samen geven ze een goed idee welk beeld Jezus van zijn God had en hoe Hij dit wilde overbrengen.

Laten we luisteren naar de parabel die vandaag in de kerken wordt voorgelezen.

 

Mattheüs 13, 24 – 30

Lied 547, Het rijk van God 1-4  

 

Homilie

Is het niet fascinerend zoals het verhaal daar staat? Een vredig landelijk verhaal krijgt ineens een dramatisch karakter. Hoe moet ik dit begrijpen: wie is de eigenaar, wie de knechten, wie het graan en wie het onkruid? Daarbij kan ditzelfde verhaal in een veranderende tijdsgeest heel anders worden begrepen. Sinds ‘maai mei niet’ en veel andere acties heeft men een heel andere waardering van onkruid. Een Jood kon zich 2000 jaar geleden niet de luxe veroorloven die wij hebben. Hij moest elke dag vechten tegen allerlei kruiden die heel dominant alles verstikten en hem met de hongerdood zouden bedreigen. Wij hebben de mogelijkheid om alle onkruid kapot te spuiten of te verbranden zodat er alleen nog een kaal en saai grasveld rest. Maar ik vind het waardevol dat men ons vandaag wijst op het belang van onkruid en wilde bloemen waarvan de bijen en hommels dankbaar gebruik maken. Maar door die waardering krijgen we ook een andere waardering  voor de mensen die in de parabel als onkruid worden beschreven. Met onkruid bedoelde Jezus wellicht die mensen die hun hart sloten voor zijn blijde boodschap, degenen die niet wilden dansen als een danslied werd gespeeld en niet treurden als een treurmars klonk. Toch weet je niet wie precies is bedoeld en is het mogelijk dat jij of ik onkruid zijn, terwijl ik me tot het degelijke graan rekende. Wie is graan, wie onkruid? Gaat het over moreel goed en kwaad of is het een manier van zijn? En waarom is het belangrijk om die twee naast elkaar te laten bestaan? 

Ik las onlangs het laatst vertaalde boek van Tomas Halik ‘De namiddag van het christendom, op weg naar een nieuw tijdperk’. In dat boek komt Halik telkens weer terug op de betekenis van het ongeloof. Niet alleen de betekenis van de niet gelovigen voor de gelovenden, maar ook de spanning die in elke mens leeft tussen geloof en ongeloof. Jezus ziet zich voor een groep mensen staan en beseft hoe complex de houding is van waaruit men luistert. Sommigen met heel hun hart, anderen afkerig maar de meesten met iets van ja en nee. De parabel zegt nu dat je niet te vlug mag besluiten om het onkruid uit te trekken, want dan vernietig je iets dat heel belangrijk is, je heft een spanning op die heilzaam kan zijn. 

Je krijgt hier een bijzonder fascinerende raad: je moet het gesprek met de niet gelovige aangaan, niet vanuit de hoogte maar om van elkaar te leren. En sterker nog: je moet ook het gesprek met jezelf aandurven en dan ontdek je dat je eigen geloof doortrokken is van allerlei twijfels, van wrok om wat ze je ooit zoal hebben geleerd, verzet tegen allerlei simplistische voorstellingen van God, van de hemel, van leven na de dood, enz. Halik spreekt in zijn boek over de ‘nones’ dat zijn de mensen die als je hen vraagt waarin ze geloven, zeggen ‘in niets’. Ze zijn niet voor, ze zijn niet tegen, laat ieder zijn eigen mening denken ze, ze zijn zoekende en combineren soms de meest vreemde of exotische gedachten. Een kleine groep is hevig gekant tegen elke vorm van geloof (Dawkins en nog anderen),  maar ze zijn even dogmatisch en achterhaald als de gelovige behoudsgezinden die denken ze alleen maar graan zijn. Het grootste deel van de niet-gelovigen bestaat uit zoekers, of uit mensen die vanuit verontwaardiging en gevoel voor rechtvaardigheid zich ergeren aan een soft christendom. Het gesprek met deze brede waaier van niet gelovigen is voor de toekomst van spiritualiteit van groot belang, aldus Halik.

Maar ook het gesprek met onszelf en met bijna gelijkgezinden is belangrijk, want het helpt ons bij de essentie te komen en verplicht ons op weg te gaan. Christenen als ‘de mensen van de Weg’. In het evangelie raadt de eigenaar van de akker aan om onkruid en graan tezamen te laten opgroeien en pas op het einde het onkruid te verzamelen en te verbranden. Maar dat laatste komt alleen God toe, niet ons.

In elke gelovige schuilt een ongelovige, hoe kan ik dat begrijpen? De Leuvense godsdienstpsycholoog Anton Vergote heeft jaren geleden dit voor mij het beste verwoord. Het kan niet anders, zegt hij, dat in jou ook verzet opkomt op het ogenblik dat je in vertrouwen je overgeeft. Want is die God wel echt te vertrouwen? En ons kritisch verstand begint te protesteren als we ons naïef toevertrouwen, zeker als men van hogerhand ons allerlei gewouwel door de strot wil rammen. Onze drang naar autonomie begint te protesteren, onze ergernis over degenen die niet zijn zoals wij, enz. Er is meer dan genoeg opdat in ons niet alleen een gelovige maar een militante atheïst kan leven. Hoe gaan we met het onkruid om? Ik denk dat we de tegenstellingen naast elkaar moeten laten bestaan zowel in onszelf als onderling. Ze hebben ruimte en tijd nodig om van elkaar te leren. En misschien de meest verrassende boodschap van de parabel: er is veel geduld en liefdevolle aandacht nodig om alles zijn tijd van groei en rijping te gunnen. Dat was zo in de tijd van Jezus en dat is zo vandaag.

Groot dankgebed 164 Gij die de stomgeslagen mond verstaat

Na de communie 515 ik zal er zijn

230716

15e zondag (2023) De zaaier die blijft zaaien. 

 

Lut Saelens

Openingszang: lied 103 Gezegend deze dag.

Begroeting

Onlangs nodigde een bevriende buurman mij uit om mee te gaan naar de kroningsprocessie in Tongeren, zijn geboortestad. Hoewel ik geen grote fan ben van Mariavereringen en al zeker niet van een gekroonde Maria, haalde mijn nieuwsgierigheid het op mijn weerstand en besloot ik toch maar in te gaan op zijn uitnodiging. 

Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik de lange stoet zag voorbijtrekken, waaraan meer dan drieduizend mensen enthousiast meewerkten en die ze gedurende twee jaar samen hadden voorbereid. Een voorbeeld van onderlinge samenwerking en verbondenheid. ‘Verbinding’ was trouwens het thema van de processie. Groepen figuranten, zowel uit Tongeren als de

deelgemeenten, mensen van alle leeftijden, van heel jong tot heel oud. Tientallen baby’s rustig slapend in een karretje dat werd voortgetrokken door ouders of grootouders, stokoude mensen met rolator of in een rolstoel. Technische hoogstandjes of dure attributen waren er niet te zien. 

Maar het meest was ik nog verbaasd over de talrijke jongeren die het beste van zichzelf gaven om dit gebeuren te doen slagen. Jongeren die nergens nog te bespeuren zijn in onze kerken.

Voor mij was deze processie een illustratie van hoe God vanuit de meest diverse invalshoeken mensen in beweging zet, en hun kansen biedt, waar ze al dan niet kunnen op ingaan. 

Daar gaat het over in de gelijkenis van de zaaier vandaag. Een zaaier die gul het zaad blijft uitstrooien, wel wetend dat maar een deel ervan zal ontkiemen en wortel schieten. 

 

 

Psalm 65:  - versie Oosterhuis

Stilte nu. Voor U.
Stilte zingen had ik U beloofd.
Hoor dan.
Hoor dan wie?
Mij-wie mij?
Die deze mens ben
die hier neerligt 
Nietig schuld beladen
die wil opstaan
ander mens wil zijn
nieuw ik.
Stilte nu.


Mag ik uw tuin betreden
wonen vlak tegen U aan?
Veiliger op aarde 
is geen plek.
Onwankelbaar
de hoog opstaande bergen rondom.
Zoals in den beginne Gij
de hoogste golven hebt bedwongen.
Zo zullen ook de menigten bedaren
en zal tot rust komen 
deze wereld, en nieuw zijn.
En dan stilte zingen 
zoals de wind 
in struikgewas en bomen ruist 
zacht lachend.
Toen Gij de aarde bezocht 
overstroomdet Gij haar 
met uw rijkdommen:
korenvelden, diepe voren 
zachte kluiten grond 
grote zomers druipende woestijnen.
Waar Gij uw voet zet
bloeit het.
Al dat zingen. Overal. Voor U.

 

Lied 765: Stilte nu-psalm 65

Inleiding tot de lezing:

De parabel van de zaaier wordt verteld in drie evangeliën. Dat van Mattheüs, Marcus en Lucas. Jezus spreekt in de taal en de beelden van die tijd. In een periode waarin mensen dicht bij de natuur leefden spreekt Hij over het leven van landbouwers, schaapherders en vissers. Die mensen leefden in compleet andere omstandigheden dan nu, waar we door allerlei soms bedenkelijke menselijke interventies de natuur veel meer naar onze hand zetten.

Bijbelspecialisten geloven dat de parabel in twee fasen is ontstaan. Er is de parabel die  Jezus vertelde over een zaaier die het zaad mild uitstrooit. Dat zaad komt een beetje overal terecht en slechts een klein deel ervan zal ontkiemen. Vervolgens is er de uitleg van de parabel die later door de eerste christenen werd toegevoegd en die ook in de mond van Jezus werd gelegd. Het was vooral het eerste deel van de lezing dat mij aansprak omdat ik daarin vooral getroffen werd door de mildheid van die zaaier. We luisteren nu naar het eerste deel. 

 

Evangelie Matteüs 13,1-9

 

Lied 517: Als regen die de aarde drenkt…

 

Homilie:

Als ik dit verhaal van Jezus lees zie ik die zaaier met een tas vol zaad over het land lopen en al het zaad met een sierlijke boog uitstrooien. Veel van het zaad zal niet ontkiemen, maar dat belet hem niet om verder te zaaien. Vol vertrouwen. Hij is er niet mee bezig hoeveel procent van wat hij uitgestrooid heeft iets zal opbrengen. Hij speelt niet op veilig en bestudeert niet vooraf hoe hij de rentabiliteit kan verhogen. Iets waar we vandaag in uitblinken. Als het niet rendabel blijkt beginnen we er niet aan.

De gelijkenis schetst een prachtig beeld van God, die aan iedereen en in elke tijd opnieuw onbaatzuchtig zijn liefde geeft en mensen kansen biedt.

God werkt niet vanuit de logica van de wederkerigheid: ik bewijs je een dienst en verwacht nu iets van jou terug. God geeft en verwacht niets. Hij geeft en laat de mens vrij. 

Het verhaal moedigt mij aan om God’s voorbeeld te volgen en geeft mij ook hoop. Het helpt mij om me door Gods onbaatzuchtige liefde te laten inspireren om de juiste keuzes te maken en erop vertrouwen dat wat ik doe ooit ergens vruchten draagt. Misschien zal slechts één zaadje ontkiemen en vruchten dragen. Misschien op een moment dat ik het helemaal niet meer had verwacht. Natuurlijk is het belangrijk dat ik daarbij beroep doe op de kennis en ervaring van mezelf en anderen maar dit is niet het voornaamste. Is mijn handelen door liefde geïnspireerd of vanuit mijn kleine ik en mijn grote gelijk? Paulus zegt het zo mooi: ‘Al spreek ik de taal van mensen en engelen: als ik de liefde niet heb, ben ik niets meer dan een galmende gong of een rinkelende bel…’ (Paulus 1 Kor 13) Zo was de parabel wellicht bedoeld om de eerste christenen moed in te spreken: ook al valt maar een klein deel van het zaad in goede grond, het brengt overvloedig vruchten voort. 

Daaraan dacht ik toen ik die voorbijtrekkende kroningsprocessie zag. Hoeveel zaadjes zijn tijdens de twee jaar dat de mensen eraan samenwerkten om van die stoet iets moois te maken ontkiemd bij een heel diverse groep van mensen? Mensen die soms heel veraf staan van elke religieuze beïnvloeding? Hoeveel jongeren hebben er één of andere vorm van verbondenheid gevoeld die verder reikte en dieper ging dan hun vele contacten op Instagram, Tiktok of tijdens de grote zomerfestivals?  Verbondenheid met wat hen overstijgt, verbondenheid met elkaar en ook verbondenheid met wie ze in wezen zijn.

Als ik mij wat meer laat inspireren door Gods liefde en zijn diep vertrouwen, slaag ik er misschien beter in om de juiste weg te vinden en mee bij te dragen aan een wereld waar het voor iedereen goed is om te wonen. 

Groot dankgebed 167. Gij zijt het.

 

Na de communie: 585 Lied aangewaaid. 

 

Slotgebezinning:

Diep in onszelf dragen we hoop.
Als dat niet het geval is,
is er geen hoop.Hoop is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af
van wat er in de wereld gebeurt.Hoop is niet voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.Hoop in deze diepe en krachtige betekenis
is niet het zelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet alleen omdat het kans van slagen heeft.Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
afgezien van de afloop,
het resultaat.

Vaclav Havel.

230709

14e zondag (2023) Mijn juk is zacht en mijn last is licht 

 

Marcel Braekers

Openingszang 102 Onze hulp is in de naam van de Heer

Begroeting

Gebed

God onze vader,
In uw Zoon hebt ons laten zien wie U bent:
Geen God van grote woorden en breed vertoon,
Maar Iemand die in stilte spreekt tot ons hart.
Leer ons nederig en zachtmoedig te zijn
Zodat uw oproep tot liefde als een zacht juk op ons rust.
Voeg ons naar uw Thora
Die ons een weg naar leven wijst.

Lofzang 763 Psalm 63- God, U bent mijn God, U zoek ik

 

Inleiding op de lezingen

Ik herinner mij dat Emilio Platti mij dikwijls erop wees dat de bibliotheek van een moslim-geleerde voor drie vierde bestaat uit wetboeken. Hetzelfde geldt voor de rabbijnen. Dat is toch een groot verschil met het christendom, ook al was in vroeger tijden de faculteit Kerkelijk Recht de eerste in rij aan een katholieke universiteit. Hoe gaan we om met dat geheel aan voorschriften? De Joden noemden de Thora een juk dat op de mens drukt. In de twee lezingen van vandaag komt die gedachte terug: de lezing uit de wijsheid van Jezus Sirach en een uitspraak van Jezus. De vraag erachter is natuurlijk hoe wij met dat juk omgaan.

Eerste lezing uit Jezus Sirach 51, 23-30

Lied 527 Leer van de liefde

Evangelie Mattheüs 11, 25 – 30

 

Homilie

Ik vermoed dat velen onder u met veel plezier naar de documentaire ‘sjaloom allemaal’ hebben gekeken. In 10 afleveringen werd ons een mooi en bij momenten humoristisch beeld geschetst van de orthodoxe Joodse gemeenschap in Antwerpen. Nog meer dan ikzelf ooit had vermoed, bleek hoe niet alleen 613 wetten hun leven beheerst, maar ook allerlei rituelen en gewoonten die door de rabbijnen tot wet werden verheven. Het wordt meer een cultureel patroon dan godsdienst. Tussen de regels door kon je ook wel horen dat ze het zelf soms als een absurde last vinden, maar waar ze niet van los kunnen of durven komen. Iemand durfde toch zeggen: ik probeer een goed mens te zijn voor anderen, dat is voor mij heel de Wet. Daarentegen begon elke uitzending met het gesprek tussen de jurist en zijn kleinzoon die vraagt waarom al die geboden bestaan en de opa die erop wijst dat er geen waarom is voor al die geboden, want ze zijn door God gewild. Dat is het juk van de Thora. 

De Joden gebruikten dikwijls dit beeld van het juk om het geheel van wetten en voorschriften te benoemen. In die traditie voortgaand zegt Jezus in het evangelie van vandaag tot de brede groep van toehoorders: ‘leer van mij want mijn juk is zacht en mijn last is licht’. Zo wil Hij de Thora onderwijzen: als een lichte last met zachtheid tegenover het leven. En elders kan je lezen dat Hij zegt: “bemin God boven alles en de naaste als jezelf, dat is Wet en profeten”. Heel die cultuur en godsdienst samengedrukt in dat ene dubbelgebod. Was het een bevrijding of wordt het leven net moeilijker als het niet meer bepaald wordt tot een in detail beschreven levenspatroon? Het is namelijk een paradox dat hoe vrijer men mensen laat, hoe moeilijker het wordt om authentiek te leven.

Om mijn thesis wat dichter bij te brengen. Honderd jaar geleden was ons katholieke geloof even gedetailleerd als dat van de orthodoxe Joden. Denk maar aan de zondagsrust en de kleine uitzonderingen daarop, de wet omtrent het vasten, de wet omtrent nuchter zijn om te mogen communiceren, wat kon, mocht en moest in een huwelijksrelatie, wat een biechtvader kon vergeven en welke boete hij moest opleggen, enz. Wat we moesten geloven werd ons ingepompt tijdens de lessen catechismus. Dat alles is achterhaald en werd vervangen door de vrijheid van geweten, het loskomen van allerlei gevit en terugkeer naar de essentie. Het merkwaardige is dat dit loskomen er tegelijk voor zorgde dat mensen en masse de kerk verlieten. Het juk was afgeworpen en ‘der tolle Mensch’ schreeuwde om zijn vrijheid. Was het gewoon een reactie tegen een te lange dominantie van de kerk of werd ons geloof eigenlijk moeilijker toen veel meer beroep werd gedaan op individuele vrijheid en persoonlijk engagement? Had de grootinquisiteur dan toch gelijk toen hij Jezus ter verantwoording riep omdat hij vond dat die Jezus te veel speelruimte liet en dat de kerk nodig was om het leven in goede banen te leiden?

‘Leer van Mij, want mijn juk is zacht en mijn last is licht’. Het juk van de Wet is vederlicht en zacht als je alles herleidt tot het gebod van de liefde. Een liefde die in alle situaties en tegenover gelijk wie overeind moet blijven. Voor buitenstaanders lijkt het erop alsof na het rijke roomse leven, alleen nog oppervlakkigheid in onze kerk heerst, maar naar mijn gevoel maakten we een sprong naar meer authenticiteit. Ik geef slechts één onschuldig voorbeeld: je had je zondagsplicht volbracht als je de mis had bijgewoond en geen zware fysieke arbeid leverde (er waren specificaties wat zwaar was en wat niet). Wat je voor de rest met die dag deed, bleef buiten beschouwing. Het gebod is weggevallen, maar wordt de vraag niet veel ernstiger als ik word uitgenodigd na te denken hoe ik één dag in de week probeer te heiligen, dus zo te leven dat er ruimte komt voor God, voor elkaar, voor mijn eigenste ziel? Dat is veel moeilijker, meer persoonlijk, iets dat je in het verborgene doet. 

Eigenlijk zouden we nu aansluitend bij dit evangelie heel de Bergrede moeten herlezen die één lange oproep is om anders dan de farizeeën en Schriftgeleerden leren tot een verdiepende gerechtigheid te komen. Hoe moet je bidden, hoe moet je vasten, hoe geef je een aalmoes, tot waar gaat je liefde: ook tot je vijand? De Bergrede eindigt met die prachtige oproep; “Wees onverdeeld goed zoals uw Vader in de hemel onverdeeld goed is”. Wat Jezus leert is een leven van zachtheid, licht en onbezorgd want we leven in en vanuit Gods hand.

Groot dankgebed ‘Wie zullen wij aanbidden’ in Stilte zingen p. 420 + refrein 125 Gedenk ons hier bijeen

 

Na de communie 516 Gij die voor alle mensen

230702

Themaviering klimaatrechtvaardigheid

 

Ides Nicaise (m.m.v. Sabine Van Huffel, Ria Vandoren en Annette Houbar)

Inleiding 1 : Wereldgroep en klimaatrechtvaardigheid

Lieve mensen,
Deze viering wordt een ‘themaviering’: d.w.z. dat we voor een keertje afwijken van de voorgeschreven lezingen van deze zondag omwille van iets bijzonders dat ons bezighoudt. ‘We’ zijn de Wereldgroep van Filosofenfontein, die een tijd geleden koos voor klimaatrechtvaardigheid als rode draad voor een hele reeks activiteiten, niet alleen dit jaar maar ook in 2024. En de aanstoker van onze actie is immers niemand minder dan Paus Franciscus, met zijn encycliek ‘Laudato Si’ uit 2015. Deze encycliek nemen we als spirituele rode draad in deze viering en een vervolg-viering op 6 augustus waarin Sabine zal voorgaan. Overigens bouwen we voort op vroegere vieringen waarin Jan Degraeuwe en Rik Nuytten voorgingen. Ook Annette Houbar en Ria Vandoren werkten mee aan de voorbereiding van vandaag.

Kruisteken en kort stiltemoment

Openingsgebed (samen)
 (uit: Huub Oosterhuis – Gebeden en psalmen)

Heer onze God,
Gij hebt uw woning onder ons gevestigd,
En overal waar mensen leven
Zijt Gij aanwezig –
Aan die genade houden wij ons vast.
Doe ons dan
Uw aanwezigheid eerbiedigen
En wek in ons
De wijsheid en de kracht
Om elkaar op te bouwen
Tot uw stad op aarde,
Een wereld die bewoonbaar is,
Het lichaam van uw Messias.
Dit vragen wij U door Jezus onze Heer,
Die met u leeft in alle eeuwigheid.
Amen.

Lied: Herschep ons hart (1e x koor, 2e x samen)

Herschep ons hart, heradem ons verstand.
Dat wij elkaar behoeden en doen leven.
Maak ons tot uw gemeente.
Wees de stem die ons geweten wekt.
Verberg U niet. Verberg U niet!

Inleiding 2: het klimaat redden om het Rijk Gods te (helpen) redden 

Wat bedoelen we met klimaatrechtvaardigheid? We weten inmiddels allemaal dat we voor een gigantische uitdaging staan om de klimaatopwarming te beperken tot 1,5° tegen 2050. We weten dat de hoofdverantwoordelijkheid daarvoor bij de rijke landen ligt, enerzijds omdat zij (zeg maar: wij) het probleem voor driekwart veroorzaakt hebben, maar ook omdat alleen het rijke Noorden in staat is om de technologische oplossingen te leveren en de noodzakelijke ommezwaai te financieren. We weten ook dat er van die ommezwaai tot hiertoe nog bitter weinig te zien is.

Wat we minder goed beseffen, is dat de klimaatverandering geen schrikbeeld van de toekomst is. Ze is volop aan de gang en heeft al miljoenen mensen- en dierenlevens gekost. (S1) Herinner je bijvoorbeeld de alles vernietigende overstroming die Pakistan vorig jaar teisterde – een onmiskenbaar gevolg van de klimaatverandering. En anderzijds (S2) ligt in de hele Sub-Sahara regio de landbouwproductie nu al 30 à 40% lager dan een paar decennia geleden door extreme droogte. Zowel in Pakistan als in de Sub-Sahara regio heerst hongersnood. Mensen worden er massaal ziek en de landbouw als hun bron van levensonderhoud is op vele plaatsen onmogelijk geworden. Na enkele decennia van verminderende ongelijkheid op wereldniveau wordt klimaatverandering de splijtzwam die extreme armoede en ongelijkheid opnieuw doet toenemen. 

(S3) Voor Paus Franciscus is het duidelijk, zo schrijft hij in Laudato Si: “Een echte ecologische aanpak is altijd een sociale aanpak. Het ecologische debat moet gaan over rechtvaardigheid, en zowel de schreeuw van de aarde als die van de arme horen.” Maar hij gaat nog verder en legt er ook een religieuze dimensie in: (S4)“het menselijk bestaan is gebaseerd op drie fundamentele en nauw met elkaar verbonden relaties: de relatie met God, met de naaste en met de aarde.” Kortom, de aarde redden is in zekere zin ook het Rijk Gods redden. De opwarming van de aarde beperken is geen loutere zaak van eigen lijfsbehoud, maar een goddelijke oproep en een verantwoordelijkheid voor de meest kwetsbare mensen van vandaag, en voor alle generaties die na ons komen. (S5 - zwart)

Lied: Herschep ons hart

Inleiding 3: De Zondvloed in Pakistan 

(S6) De ongeziene waterramp in Pakistan vorig jaar doet denken aan het bijbelverhaal van de Zondvloed. Die 40 dagen durende waterbom, gevolgd door een zware overstroming wordt in het Oude Testament gezien als een straf van God voor het materialisme en de losbandigheid van de mensen. God wil de mensheid vernietigen, op Noach’s getrouwe familie na. Hetzelfde verhaal komt voor in het Epos van Gilgamesj en in de Koran. Dat verklaart wellicht waarom veel vrome Pakistani de ramp van vorig jaar ook toeschreven aan Allah. Die gelatenheid verbaast ons, want zij zouden evengoed als wij op de hoogte moeten zijn van de effecten van de klimaatverandering. Een hedendaags Zondvloedverhaal zou op dat punt dus zeker verschillen van het Oud-Testamentische, dat de ramp niet door God maar door mensen is veroorzaakt. De aanleiding zou wel ongeveer dezelfde blijven: namelijk, het losgeslagen groeimodel - het respectloze materialisme dat de aarde plundert en de natuur vernietigt.

Maar wat op het Zondvloedverhaal volgt is belangrijker, en veel bemoedigender: (S7) God zet zijn boog in de wolken als teken van een nieuw verbond. Hij roept Noach en zijn familie op om de aarde mee te ‘her-scheppen’. Zij worden als het ware aangesteld tot behoeders van de biodiversiteit. Zij redden niet alleen hun kinderen, maar ook een hele rist diersoorten om na de Zondvloed de aarde opnieuw te bevolken. En God zegent hen met de belofte dat – als het van Hem afhangt – Hij de ramp geen tweede keer zal laten gebeuren. (Helaas hangt het nu niet alleen meer van God af…) We luisteren naar een samenvatting voor kinderen van dit lange bijbelverhaal. (S8 - zwart)

Lezing: Zondvloedverhaal (uit kinderbijbel van J.Klink)

Lied 570: Gezegend die de wereld schept (lied van verbondenheid tussen schepping, mensen en God)

Inleiding 4: De doodzonde van onverschilligheid

(S9) Even terug van de Zondvloed naar de ramp in Pakistan. In augustus vorig jaar stond één derde van het land blank, en 33 miljoen mensen waren getroffen door overstromingen, na een uitzonderlijk hevige moesson-regens en gecombineerd met massaal smeltwater van de duizenden gletsjers die het land telt. (S10) Bijna een jaar later staan er nog gebieden onder water, waardoor landbouw onmogelijk is, terwijl de volgende moessons eraan komen. Duizenden dorpen zijn verwoest; het water is vervuild, ziektes blijven slachtoffers maken.  (S11) Tijdens de Klimaatfinancieringstop van vorige week smeekte de Pakistaanse premier nog eens om de 1,1 miljard dollar die de wereldgemeenschap voor hulp aan zijn land bijeen schraapte vrij te maken. Het Internationaal Muntfonds hield het been stijf omdat de Pakistaanse regering nog te weinig gesaneerd heeft in het overheidsbudget. En zonder fiat van het IMF blijven ook andere donoren de geldkraan dicht houden.

(S12-zwart) Toen ik in een christelijke think tank vorig jaar stelde dat steun aan Pakistan voor ons christenen een topprioriteit hoorde te zijn, wierp een succesvolle ondernemer me smalend toe: “Jij bent naïef. Het Pakistaanse regime is één van de meest corrupte ter wereld”. Daarbij vergat de man even dat Pakistan in de voorbije twee eeuwen letterlijk is leeggezogen door het Britse koloniale regime, en dat er ook manieren bestaan om via NGO’s de lokale boeren te helpen om hun leven herop te bouwen. Blijkbaar liggen nog lang niet alle christenen wakker van klimaatrechtvaardigheid. 

Daarom koos ik als evangelielezing een tekst waarin Jezus zelf zijn verontwaardiging over die onverschilligheid de vrije loop laat. Het verhaal van Lazarus en de rijke is voor mij één van de krachtigste uit de ganse bijbel. De rijke man heeft de hongerige Lazarus niet uitgebuit, niet verjaagd, niet geschoffeerd, en hij heeft geen fysiek geweld tegen hem gebruikt. Hij is hem gewoon voorbij gewandeld zonder ook maar één woord te wisselen. Precies dat veroordeelt Jezus in extreme bewoordingen. Het gaat hem om de doodzonde van de onverschilligheid. Je hoeft m.a.w. geen zware misdaden te begaan om in de hel te belanden: het volstaat dat je niets doet!

Laat ons dus waakzaam blijven, en elkaar tot actie aansporen. Want ons gedrag, onze levensstijl, ons doen en laten maken via het klimaat het verschil voor de meest kwetsbaren, of het nu gaat om Ethiopië, Pakistan of Wallonië, of onze kleinkinderen.

Evangelielezing: Lucas 16: 19-31

Lied 412: Wie zijn leven niet wil geven (canon)

Offerande

Lied 149

Tafelgebed: 166 Adem van mensen

Onze Vader

Vredewens

Communie

Inleiding 5: in harmonie met de aarde leven 

“Wat kunnen wij in Godsnaam aan het klimaat veranderen?” dachten jullie vermoedelijk tijdens de woorddienst. Is het niet vooral een zaak voor wetenschappers en politici, en voor multinationals? De Paus pleit in Laudato Si wel voor staatsmanschap en sterkere internationale instellingen. Maar tegelijk benadrukt hij dat het ten gronde gaat om maatschappijkeuzes, over waarden: “Elke technologische oplossing die de wetenschap voorstelt, zal onmachtig blijken om de ernstige problemen van onze wereld aan te pakken, als de mensheid haar kompas verliest, als we de hoge motivatie uit het oog verliezen die ons in harmonie doet leven, die ons offers doet brengen en anderen goed doet behandelen.” Daarom nodigen we jullie na de viering uit op een ‘aperitief mondial’, waar we met z’n allen in gesprek willen gaan over concrete sporen voor ons dagelijks handelen: energieverbruik, voeding, financies, consumptie, onze dagelijkse activiteiten en onze gesprekken met anderen. We zullen het heel concreet maken, zonder dogma’s of dwang, met oog voor geleidelijkheid. Belangrijk is het kompas dat we hanteren: onze dankbaarheid en zorg voor de schepping, en het visioen van Gods regenboog na de Zondvloed, als teken van verbondenheid met alle mensen van goede wil. Afspraak dus in het zaaltje na de viering. 

Lied: Herschep ons hart

Slotgebed (samen): Gebed voor onze aarde (uit Laudato Si)

God,
die schuilt in het onmetelijke heelal
én in het kleinste van uw schepselen,
Gij die met uw tederheid al het bestaande omgeeft,
beadem ons met de kracht van uw liefde,
dat wij de zorg opnemen voor het leven en zijn schoonheid behoeden.
Besproei ons met vrede,
dat wij als broeders en zusters kunnen leven,
zonder iemand te benadelen.
God van de armen,
help ons de verlaten en vergeten mensen van deze wereld
die zo waardevol zijn in uw ogen,
een reddende hand te reiken.
Maak onze geesten weer gezond,
opdat wij de wereld beschermen
en haar niet plunderen,
opdat wij schoonheid zaaien
in plaats van vervuiling en verwoesting.
Raak de harten
van allen die alleen maar voordeel zoeken
ten koste van de armen en van de aarde.
Leer ons de waarde van alle dingen te ontdekken,
met verbazing te kijken
en te erkennen dat wij ten diepste verbonden zijn
met alle schepselen
op onze weg naar uw oneindig licht.
Dank dat Gij alle dagen met ons zijt.
Bemoedig ons, alstublieft, in onze inzet
voor gerechtigheid, liefde en vrede.

Zegen en wegzending (Marcel)

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.