Aandacht!

De goede week op Filosofenfontein 

Witte donderdag 6 april: Eucharistieviering om 20 uur
Goede vrijdag 7 april: Stille viering om 20 uur
Zaterdag 8 april: Paaswake om 21 uur
Zondag 9 april: Paasviering om 10u30
 --------------------------------------------------------------

Recente Zondagsvieringen

De vieringen uit het verleden zijn gepubliceerd per kerkelijke jaar in het Archief.

De meest recente vieringen zijn:

- 12.03.23:  Zich (be)keren naar de Bron (Marcel)
- 05.03.23: Trek weg… naar het beloofde land (Ides)
- 26.02.23: Wie bepaalt wat goed is en kwaad? (Marcel)
- 22.02.23: Aswoensdag (2023) – Scheur uw hart en niet uw kleren (Marcel)
- 19.02.23: Je vijand liefhebben (Herman)
- 12.02.23: God kijkt naar het innerlijke.(Lisette)
- 05.02.23: De armen van Jahwe als de nieuwe Thora (Marcel)
- 29.01.23: Gelukkig maar ook wee (Jan)
- 15.01.23: Hij is het lam Gods (Johan)
- 08.01.23: Feest van de Openbaring van de Heer - 2023 (Marcel)
- 01.01.23: Nieuwjaar 2023 – kijken in een wazige spiegel (Marcel, Lut, Jef)
- 24.12.22: Kerstmis (2022) Geboren in de stilte van de nacht (Marcel)
- 18.12.22: En in de schaduwen des doods,  Hij zich zijn witte weg zal banen (Ria)
- 11.12.22: Een zoekende woestijnmens (Marcel)
- 04.12.22: De profeten en de Geest wijzen ons de weg. (Frank)

De Preek van de week (Dominicanen) vind je via deze link: https://www.dominicains.be/nl/preekvandeweek

221204

2e zondag van de advent – De profeten en de Geest wijzen ons de weg. 

 

Frank Cuypers

Kruisteken + verwelkoming:

Goedemorgen beste mensen. Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Genade en vrede voor ieder van jullie. Welkom op deze 2e zondag van de Advent. 

Advent is een tijd van verstilling en inkeer. Een tijd om weer moed te vatten en te hopen dat er ooit een andere tijd zal aanbreken. Een tijd van weemoed en romantiek ook. We beginnen deze viering met het prachtige “Rorate Caeli”, lied 202. En wij staan daarvoor recht. 

Openingslied:202 – Rorate Caeli 

Inleiding

“Zie Heer, de ellende van uw volk, en zendt Hem die Gij van plan bent te zenden: zendt het Lam, de heerser der aarde, uit de rots der woestijn naar de berg van Sions dochter, om het juk van onze slavernij weg te nemen.” Drukt deze strofe van het Rorate Caeli niet op een mooie manier ons gevoel en onze verwachting uit, nu wij stilaan het jaar afronden? Zijn wij in de loop van dit jaar niet volledig de weg kwijt geraakt? Waar zijn we toch terechtgekomen: Corona nauwelijks achter de rug, een oorlog vlakbij, energie-, inflatie-, asiel- en klimaatcrisis. Politieke leiders lokaal en wereldwijd die over niets meer akkoord geraken en het noorden kwijt zijn. Ziet er nog iemand de weg? Ziet er nog iemand ergens het licht? De lezingen van deze zondag zijn prachtige teksten. Er is de droom van een nieuwe tijd en een nieuwe vrede zoals Jesaja dat zag. En we horen de beschrijving door Matteüs van het optreden van Johannes de Doper. Johannes brengt zijn boodschap met dreigende beelden, maar met de bedoeling hoop wakker te maken voor een nieuwe tijd.Twee verhalen van hoop. Ten tijde van Jesaja en van Johannes de Doper. En ook in onze tijden. 
Advent is een tijd van verwachting en hoop. Ondersteund en gevoed door de mooie teksten en liederen, de sfeer ook die bij de Advent horen. Vandaag brandt al de tweede kaars van onze adventskrans. Er komt al wat meer licht. Wij zijn zoekend op weg. 

 

Openingsgebed 

God van belofte

Gij richt onze ogen vandaag op uw visioen,
op uw droom voor mens en wereld.
Gij roept ons op
om aan die ideale wereld mee te werken.
Gij wilt dat wij vruchten dragen
die bijdragen aan vreugde en vriendschap,
aan gerechtigheid en vrede.
Wij bidden U
verbind ons met elkaar,
beziel ons met uw Geest,
maak nieuwe mensen van ons.
Wij vragen het U voor vandaag en voor alle dagen,
door Christus onze Heer.
Amen 

 

Eerste lezing: Jesaja 11, 1 - 10


1 Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op,
een scheut van zijn wortels komt tot bloei.
2 De geest van de HEER zal op hem rusten:
een geest van wijsheid en inzicht,
een geest van kracht en verstandig beleid,
een geest van kennis en ontzag voor de HEER.
3 Hij ademt ontzag voor de HEER;
zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn,
noch grondt hij zijn vonnis op geruchten.
4  Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel,
de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis.
Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond,
met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen.
5  Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen
en trouw als een gordel om zijn heupen.
6  Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,
een panter vlijt zich bij een bokje neer;
kalf en leeuw zullen samen weiden 
en een kleine jongen zal ze hoeden.
7 Een koe en een berin grazen samen,
hun jongen liggen bijeen;
een leeuw eet stro, net als een rund.
8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
9  Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil
op heel mijn heilige berg.
Want kennis van de HEER vervult de aarde,
zoals het water de bodem van de zee bedekt.
10  Op die dag zal de telg van Isaï
als een vaandel voor alle volken staan.
Dan zullen de volken hem zoeken
en zijn woonplaats zal schitterend zijn.

Inleiding tussenzang:
Een nieuwe scheut zal opschieten, een nieuwe koning opstaan. Er zal gerechtigheid komen. Er zal vrede zijn. In een God die zo met zijn volk bezig is willen wij ons geloof uitzingen. 

Tussenzang: 214- Op een God die door de eeuwen

Evangelie: Matteus 3, 1- 12

1In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: 2‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 3  Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ 4   Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. 5 Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe 6 en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden. 7   Toen hij zag dat veel farizeeën en sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je het komende oordeel kunt ontlopen? 8 Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. 9  En denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! 10  De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 11  Ik doop jullie met water als teken van jullie inkeer, maar na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om zijn sandalen voor Hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; 12  Hij houdt de wan in zijn hand, Hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur.’

 

Homilie

“Addergebroed”. Met dergelijke taal zou Johannes De Doper niet misstaan op sociale media. Misschien met een selfie erbij met zijn mantel en zijn lunchbox met sprinkhanen.Likes en extra volgers verzekerd. Johannes kan niet kalm blijven. Hij is sterk betrokken, en emotioneel aangegrepen en begint te schelden. Maar de bedoeling van Johannes is niet te schelden, hij brengt vooral een sterke boodschap en een boodschap van hoop. En dat in een tijd die misschien niet zo verschillend was van de onze. Johannes trad op dicht bij de Jordaan, langs een drukke route vlakbij Jeruzalem. Publiek en aandacht verzekerd. Hij was zich scherp bewust van de diepe crisis waarin de godsdienst was geraakt. Die crisis was volgens hem zo ingrijpend dat de traditionele ingrepen van zuivering, gebed en boete niet volstonden. Johannes zet zich in de traditie van profeten die hun volksgenoten confronteren met hun ongehoorzaamheid aan de Joodse wet en die oproepen tot bekering. Men moest als het ware opnieuw zijn land verlaten, terugkeren naar de woestijn en naar de tijd dat het volk uit Egypte was gevlucht. Hij straalde die nieuwe cultuur daarbij ook volledig uit, met zijn kleding, zijn voedsel en zijn prediking. Johannes verkondigde een grondige bekering om daarna terug te keren naar het beloofde land onder leiding van ‘iemand die sterker is dan ik’. Hij plaatste de levende God weer in het centrum. En opdat mensen zich daarnaar zouden keren en anders zouden gaan leven, bood hij een doopsel aan. Dat moest in de Jordaan, want volgens Joodse overtuiging kon men alleen door stromend water van een beek of rivier van zware zonden worden bevrijd. Door zich te laten dopen erkende men zelf niet meer in staat te zijn om zijn leven te veranderen. 
Maar daarnaast vroeg Johannes tegelijk dat mensen hun levensstijl zouden veranderen. Iedereen zou zijn huis en haard moeten verlaten, terugkeren naar de woestijn, door het water van de Jordaan gaan om zo verfrist en gezuiverd weer naar het beloofde land te gaan. Johannes’ boodschap was een boodschap van hoop en een belofte. In zijn tijd heel concreet over de komst van Jezus die zou dopen met de Heilige Geest en met vuur. 

Ook voor onze tijd is dit een boodschap van hoop en een belofte. Maar ook wij moeten die komst voorbereiden en mogelijk maken door onze innerlijke houding te veranderen, ons te bekeren. Hoe moeten wij die oproep tot bekering verstaan?
 
Je kan de evangelietekst op twee manieren bekijken. Je kan je inleven in de rol van de bekeerlingen die staan aan te schuiven om zich te laten dopen. Het is een beleving die voor de meesten onder ons erg vertrouwd is: elke advent en elke vasten opnieuw worden wij opgeroepen om ons te bekeren, om te versoberen, ons te onthechten, recht te herstellen. Het is de tijd van de goede voornemens. We zoeken telkens opnieuw een haalbare manier om een stap in de gewenste richting te zetten. En wat er fout loopt in de wereld aan onrecht, uitbuiting en uitsluiting, klimaat, oorlog, of binnen de kerk, is niet onze schuld en verantwoordelijkheid, maar vooral van het systeem, van de wereldse of kerkelijke overheid of van extreme individuen. Zo slecht zijn wij zelf toch niet bezig. 

Het is juist tegen deze zelfgenoegzaamheid dat vandaag het scherpe verwijt klinkt van de Doper: "Bekeer u! Het is hoog tijd! De bijl ligt aan de wortel!" Zijn dreigementen zijn niet bedoeld om ons te doen ineenkrimpen van schrik, maar integendeel om ons wakker te schudden. De goede vruchten mogen nu echt niet lang meer op zich laten wachten. De tijd dringt! 

Dit is een tijd om nieuwe kansen te geven aan armen, om te delen met de zwakkeren uit onze buurt. Wij zullen Gods paden recht maken als wij opnieuw durven rechtvaardig zijn, ook tegenover de geringen, diegenen die weinig kunnen laten gelden om hun rechten te verdedigen. Dit is de tijd om de mensennood te lenigen van wie aan de rand gesukkeld is. Maar moeten we niet meer doen? Is het niet een van onze rollen als geëngageerde christenen om onze stem te gebruiken? Misschien zijn we fout, en misschien hebben we geen oplossingen, maar het roepen op zich, zelfs in de woestijn, is van belang. Met rechtvaardige wetten, nauwgezette administratie en altijd waakzame politie alleen bouw je nog geen menswaardige samenleving. Wegen naar solidair samenleven worden niet gebaand met bulldozers. De schop van persoonlijke inzet is efficiënter, ten­minste als er dag aan dag en in gemeenschap aan die weg wordt gewerkt. Ware volgelingen van Jezus geloven hardnekkig dat het in deze wereld beter kan en dus beter moet. Misschien moeten we zelfs nog verder gaan. Johannes verwijt de Joden dat ze zich er al te gemakkelijk vanaf van willen maken door zich kinderen van Abraham te wanen. Misschien gaat hetzelfde op voor ons, wanneer wij ons beperken tot extra inzet voor de zwakkeren en een profetische stem naar wantoestanden in de samenleving, hoe waardevol die inzet ook is.  

Misschien moeten we opnieuw voeling proberen te krijgen met de eerste inspiratie, met de Bijbelse boodschap in haar eerste frisheid. Een radicaal nieuw begin. Uit onze vertrouwde kerkelijke, christelijke en spirituele wereld stappen en een veel grondiger zuivering doormaken om ons zo opnieuw te laten leiden door de verwachte Messias. Ons gedrag grondig veranderen en God opnieuw in het centrum plaatsen. Het zou betekenen dat we dat ongemakkelijke gevoel moeten toelaten waarbij men terug een arme zwerver wordt, een niet wetende, zoekende woestijnmens.Een hele boterham om over na te denken tijdens deze Advent.

De boodschap van het evangelie is zeer duidelijk en ongecompliceerd: Bekeer u, stel uw prioriteiten op een rij en maak de balans op van uw leven. Er ligt er geen handleiding klaar hoe hiermee aan de slag te gaan. Maar laat ons vooral blijven geloven in de boodschap van hoop die Jesaja en Johannes ons in deze Advent brengen. Laat ons bereid zijn om, met eenzelfde betrokkenheid als Johannes, de weg te gaan waarop de Geest ons zal leiden. “Ik vrees geen gevaar want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed”. Wij zingen als afsluiting van de homilie de Psalm 23, een rode draad van vertrouwen tijdens onze vieringen in de Advent.Amen. 

Psalm 723B 

Kaarsjes – CD “Chants de la prière à Taizé” – “Dans nos obscurités” – Track 21 

Voorbede – (Welzijnszorg) 

Ik wil een kaarsje branden voor Daniel Blake. Daniel is een bekwaam houtbewerker. Hij heeft zijn zieke vrouw verzorgd tot haar overlijden en krijgt op zijn 59ste een zware hartaanval. Zijn dokter verbiedt hem om nog te werken. De dienst die hem zijn uitkering moet toekennen aanvaardt de verklaring van de dokter niet en dwingt hem om werk te zoeken. Daniel legt zich hier niet bij neer en tekent beroep aan. Dat loopt niet van een leien dakje: je moet de formulieren online aanvragen en invullen. Hoe handig Daniel ook is met beiteltjes en hout, werken met de computer is een Sisyfusarbeid. Het is pijnlijk om te zien hoe een empathische man zoals Daniel kopje onder gaat omdat hij digitaal ongeletterd is. Ondanks de uitzichtloosheid van zijn procedure blijft Daniel vriendelijk en behulpzaam. Zo knapt hij heel wat klusjes op voor een alleenstaande moeder met twee kinderen. Daniel geeft niet op, hij volgt computerlessen en hij lukt erin om de documenten in te vullen en te versturen, maar er volgt geen happy end. 
Met deze aangrijpende film “I, Daniel Blake” klaagt Ken Loach de bureaucratie aan.
De voordelen van de toenemende digitalisering vallen vooral te beurt aan groepen die sociaal, cultureel en economisch al bevoordeeld zijn. Als we kwetsbare groepen ondersteunen met opleiding en sociale tarieven voor mobiele internettoegang zal de digitalisering iedereen ten goede komen. Welzijnszorg zet zich hiervoor in en vraagt onze steun.

Bij de gaven:Lied 149 – Oergebaar 

Groot Dankgebed– 160- “Tafelgebed voor de Advent” 

Communie – muziek CD El Noi de la Mare – Zefiro Torna – “Quando nascette Ninnotrack” (track 15) 

Communielied: Na de communie 211: “Het lied van de doper”

Gebed:

Onnoembare en Nabije,
Gij begenadigt profeten en zieners met wijsheid en inzicht
om ons over U te spreken.
Met krachtige woorden verbeelden zij voor ons
het onverwachte van uw droom over onze wereld.
Zo maakt gij in ons de utopie wakker
die gij van den beginne ons ingeschapen hebt:
wolf en lam wonen samen,
de panter vlijt zich neer naast het bokje,
gebogen mensen verwerven recht,
wie hongert, wordt verzadigd.
Maak ons aandachtig en gevoelig voor dat woord
dat wijzelf drager worden van uw droom
en hem tot leven brengen, nu en alle dagen.

Aankondigingen& Zegen

221127

1e zondag van de Advent (2022)  - een weg bereiden ps.23

 

Marcel Braekers

 

intredelied 214 Op een God die door de eeuwen

begroeting

Vandaag begint een nieuw kerkelijk jaar en is het de eerste zondag van de Advent. De dagen worden donker, de natuur verstilt. Vorige zondag en vandaag worden ons kaarsen aangeboden om zo de Advent en Kersttijd sfeervol te beleven, terwijl onze gedachten ook gaan naar ieder die het moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen of nog aansluiting te vinden bij de razend snelle evolutie van de samenleving (vandaar de slogan van Welzijnszorg: iedereen digitaal). Dat alles tekent de sfeer van de Advent.

Twee ervaringen spelen een belangrijke rol in deze viering. Ik las het document dat de Nederlandse bisschoppen opstelden naar aanleiding van hun ‘ad limina bezoek’ bij de paus, en daarnaast las ik in de Zondag een gesprek met Herman Van Rompuy waarin hij zegt dat de kerk aan het verdampen is en dat die evolutie onomkeerbaar is. De beide leeservaringen hebben voor mij te maken met Advent, de tijd van verwachting en hoop, iets dat door de twee leeservaringen werd bevraagd. Op de uitspraak van Van Rompuy zal ik in de homilie dieper ingaan.

De Nederlandse bisschoppen hebben een bezoek gebracht aan de paus en dan is het gebruikelijk dat men een verslag maakt van de situatie van de kerk in zijn land. Nu heeft die tekst in Nederland tot een interessante discussie geleid. Alle commentatoren waren het er over eens dat het een pessimistische tekst is. Hij beschrijft hoe het kerkbezoek in enkele jaren is achteruitgegaan, het morele gezag van de kerk is verdwenen en mensen her en der op eigen maat zoeken naar spirituele invulling (als ze dat al doen). Voor de bisschoppen gaat het met de geloofsbeleving stijl bergaf. Daarop reageerde de lekendominicaan Erik Borgman en enkele kritische gemeenschappen met een gevatte repliek. Is er niet veel meer geloof dan dit document aangeeft? De Mariënburgvereniging van kritische katholieken schrijft dat het document vooral aan het licht brengt hoe diep de kloof is tussen de meeste bisschoppen en de meeste gelovigen. Waarom wijst het document er niet op hoe intens de laatste encyclieken ‘Laudato si’ en ‘Fratelli tutti’ werden gelezen. In plaats daarvan vroeg kardinaal Eijk dat de paus een gender-encycliek zou schrijven als verdediging van zijn boek ‘De band van de liefde’, een boek dat door velen wordt beoordeeld als kil en vreemd. Borgman wees er op hoe er nood is aan een nieuwe evangelisatie. Hoe gaan we om met de aarde? Wat geeft waardigheid aan mensen? Wat vieren we met Kerstmis, Pasen en Pinksteren? Men moet de ogen niet sluiten voor de objectieve cijfers, maar er is meer geloof dan de participatie aan sacramenten weergeeft. Hoe spreken we woorden van bevrijding? Er is verlies wat betreft deelname en overgave aan de Blijde Boodschap, maar er is winst wat betreft zoeken, eerlijke zelfbevraging en engagement voor elkaar.

De discussie vind ik boeiend en brengt mij bij het thema van deze Advent. Met het groepje voorgangers kozen voor de titel: ‘Een weg bereiden, een weg zoeken’ en daarbij dachten we uitdrukkelijk aan psalm 23 die we in de loop van deze Advent altijd opnieuw zullen zingen. “Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar want U bent bij mij.” Hoe kijken we naar de evolutie die razend snel en onvoorspelbaar zich aan het voltrekken is? Is het glas halfvol of halfleeg? Waar vind je houvast om hoopvol de toekomst te begroeten?

lied 206 O Oriens (O dageraad)

 

gebed 

Keer op keer was het uw Naam

Die geschreven werd

In de geschiedenis der mensen:

Als een baken dat uitweg wees,

Als een geleide door donkere schaduwen,

Als een stem die wegriep uit bezetenheid.

Laat ook nu uw Naam van kracht zijn.

Wil ons noemen

Met het tegoed van uw liefde,

Met de roep uit de verstarring

En zeg ons aan

Onvermoede, ongekende genade

In Hem, onze Heer                                         (S. de Vries)

 

inleiding op de lezing uit Jesaja

Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe de profeet Jesaja in een crisistijd waarin het Zuidelijk gedeelte van het land wordt bedreigd door externe en interne krachten een boodschap van vrede brengt. Niet alleen voor zijn eigen volk, maar de wereld zal ooit een tijd kennen dat men van een zwaard een ploeg zal maken. Stel je voor wat dit voor onze tijd zou betekenen

Jesaja 2, 1 – 5

 

Lied 218 Uit uw verborgenheid

Homilie

Naast het document van de Nederlandse bisschoppen en de discussie daarbij was er het interview met Herman Van Rompuy in de Zondag van 23 oktober dat mij de wenkbrauwen deed fronsen. Ik citeer: In de wereld van vandaag is de kerk aan het verdampen en die evolutie is onomkeerbaar. There is no way back. Want dit gaat niet alleen over de Kerk of over standpunten van de Kerk. We beleven een crisis van het geloof De mensen hebben God niet meer nodig.

Enkele vragen: indien de kerk verdampt, betekent dit dat ze opgaat in iets anders zoals stoom in de lucht of wil hij zeggen dat ze helemaal verdwijnt (stel dat wij allemaal verdampen, dat zou een mooi beeld van de verrijzenis kunnen zijn)? En wat bedoelt hij met kerk: gaat het om de wereldwijde kerkstructuur of de lokale kerk hier in België? Gaat het om de organisatie of de concrete gemeenschap(pen)? Vreemd is ook dat korte Engelse zinnetje ‘there is no way back’, mensen doen dat wel meer als ze zich een zelfzekere air willen geven.

Toch enkele bedenkingen. Op dit ogenblik zijn er in de wereld 1,34 miljard katholieken (= 17 % van de wereldbevolking) een aantal dat elk jaar nog toeneemt. Gaan al die mensen verdampen? Dan is er beslist weer meer plaats op de aardbol. Maar als die groeiende groep blijft bestaan heeft men toch nood aan ontmoeting en samen vieren, dat is zo eigen aan het katholicisme. Dan zullen er gemeenschappen blijven bestaan en gaat men nood hebben aan enige structuur, misschien niet zoals het is geweest, maar toch.

Maar de interviewer gaf niet af. “Ik voel net weer meer nood aan zingeving opduiken” repliceert hij. Dat wel, vervolgt V.R., maar dat is iets anders. De vragen over de zin van het leven, over het hiernamaals en het hiernumaals zullen nooit verdwijnen.

Vreemd voor mij dat iemand zo categoriek een scheiding aanbrengt tussen zingeving en geloven. Alsof gelovigen met een afgewerkt boekje onder de arm in het licht wandelen, terwijl die arme zinzoekers maar wat aanmodderen. Net als in het document van de Nederlandse bisschoppen mis ik contact met wat intens aan de basis gebeurt. Ik wil niet verdoezelen dat de deelname aan sacramenten spectaculair is teruggevallen en dat het moeilijk is om mensen als een krachtige groep samen te brengen (een klacht die ook andere organisaties hebben) maar geloven is meer dan delen in de sacramenten. Lees je de mystici en kijk of luister je naar wat kunstenaars aanreiken dan wordt betrokkenheid op God en het zoeken naar zin toch veel ruimer. En zelfs al gaat het geloof of de kerkelijke deelname hier in België fel achteruit, zal er dan niet van elders een tegenbeweging komen. Want, en dit is mijn sterkste maar ook bewijsbaar zwakste argument, ik geloof dat ieder mens in zijn diepste zelf een goddelijke vonk heeft. Dat die daar is vanaf de geboorte, dat men die kan wegduwen en leven alsof er geen God bestaat, maar toch zal die er altijd zijn. Indien dat waar is zullen vroeg of laat mensen weer opstaan, knielen en in overgave hun handen naar de hemel keren. Indien ik juist ben zullen zinzoekers en gelovigen hand in hand verder gaan, want beiden staan ze in hun kwetsbaarheid voor de grote vragen van het leven waarop niemand een pasklaar antwoord heeft. Jesaja zou zeggen: kom, laten wij samen opgaan naar de plaats van de Heer.

There is no way back, vermoedelijk zal Van Rompuy verdampen en wij allen met hem, maar ik geloof rotsvast dat een nieuwe spirituele tijd vorm begint te krijgen, misschien in een andere taal en met andere rituelen, maar waarin mensen uitdrukking geven van wat hen ten diepste tekent. Begint het bij de huisliturgie en het dagelijkse gebed zoals het liturgisch congres dit jaar stelt, of wordt het een terugkeer naar de oertekst die men zorgzaam wil bestuderen, of is het vooral het engagement en gevoel voor gerechtigheid, of is het dat allemaal tegelijk, dat weet ik niet, maar ik vertrouw erop. Vandaag bij het begin van de Advent is dat mijn geloof dat wordt gevoed door de mooie tekst van de profeet Jesaja.

In onze zangbundel staat een heel mooie psalm die dit vertrouwen uitdrukt. Ik lees deze tekst altijd voor als ik bij het graf van een overledene sta, maar de tekst gaat zoveel verder dan over leven en dood.

Psalm 23 lied 723B  

 

Groot dankgebed 160 - Tafelgebed- Voor de advent

 

Na de communie 220 -  Verdrijf de nacht - Adventslied

221120

Laatste zondag van het kerkelijk jaar (2022): Christus Koning

Ides Nicaise – Filosofenfontein 20 november 2022

 

Vóór de viering: G.F. Händel, Ouverture van Suite in D-groot voor trompet & orgelmuziek 

Welkom en kruisteken

Wat vliegt de tijd… Het kerkelijk jaar is alweer voorbij. Vandaag ronden we het af met het feest van Christus Koning, vandaar de feestelijke muziek als start van deze viering. Bovendien vieren we overmorgen het feest van de Heilige Cecilia, patroonheilige van de muzikanten en de koren, en dat willen we vandaag al inzetten met een extra streepje muziek tijdens de viering. 

Toch is het ook een feest in verschillende toonaarden. Want je zal merken dat de lezingen twee contrasterende koningsbeelden schetsen: een jubelende lofzang van Paulus op Jezus als koning van het heelal, en een scène van de gebroken Jezus aan het kruis, tussen twee criminelen in, met boven zijn doornenkroon het spottende opschrift ‘koning van de Joden’. Het contrast kan haast niet groter zijn: Jezus Koning en uitschot, aanbeden en bespot, bejubeld en uitgespuwd. Maar wij vieren hem als onze lieve Meester. Laat ons het even stil maken om ons open te stellen en hem te verwelkomen in ons midden.

 

Openingsgebed

Jezus, Gezalfde, liefste der mensen,

Dienaar en Meester,

Knecht en koning, 

Lam en herder,

Onvoorstelbaar was jouw leven. 

Weerzinwekkend jouw dood

Bovenmenselijk jouw roeping.

In onze ziel ben je gebrand,

Wij durven jou zelfs niet aan.

Maar God heeft jou opgetild

Tot eerste van allen

Licht en levensadem

Heiland, middelpunt 

en bron van alle liefde

Ons visioen voor eeuwig. Amen.

 

Lied 266: Moge ons voorwaar verschijnen

Inleiding op lezingen

Zoals gezegd krijgen we vandaag twee scherp contrasterende lezingen voorgeschoteld over het koningschap van Jezus. We beginnen met een soort visioen van Paulus. Probeer dit stuk niet rationeel te begrijpen –je leest het best eerder als een hymne dan als een theologisch tractaat. Het raakt historisch kant noch wal, maar toch raak je gefascineerd door de dichterlijke beeldspraak. Paulus wil met deze lofzang uiting geven aan zijn mateloze verering voor Jezus. Het lijkt alsof geen superlatief sterk genoeg is om zijn bewondering onder woorden te brengen. Voor Paulus heeft Jezus de klok van de geschiedenis als het ware terug op nul gezet: de ganse kosmos wordt door Hem volledig herschapen, er begint een nieuwe tijdrekening, en niets is nog zoals vroeger. Er komt een nieuwe wereldorde, met Jezus de Zoon van God in het middelpunt.

 

Eerste Lezing Kol. 1, 12-20 

Broeders en zusters, blijmoedig danken wij God, de Vader, omdat Hij u in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen en te leven in het licht. Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon. In Hem is onze bevrijding verzekerd en zijn onze zonden vergeven. Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping. Want in Hem is alles geschapen in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten. Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem. Hij is ook het hoofd van het lichaam dat de kerk is. Hij is de oorsprong, de eerste, die van de dood is opgestaan om in alles de hoogste te zijn, Hij alleen. 

Lied 571: Alles wat adem heeft

 

Evangelie: Luc 23, 35-43 

Toen Jezus aan het kruis hing, stond het volk toe te kijken, maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden: “Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden als Hij de Messias van God is, de uitverkorene!” De soldaten brachten Hem zure wijn, en ook zij voegden Hem spottend toe: “Als Gij de koning der Joden zijt, red dan uzelf.” Boven Hem stond als opschrift in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: “Dit is de koning der Joden.” Ook een van de misdadigers die daar hingen hoonde Hem: “Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons.” Maar de andere strafte hem af en zei: “Heb zelfs jij geen vrees voor God terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat? En wij ondergaan dat vonnis terecht, want wij krijgen wat wij door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.” Daarop zei hij: “Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.” En Jezus sprak tot hem: “Voorwaar, Ik zeg u: vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.”

 

Commentaar

Zo visionair en jubelend als de lofzang van Paulus, zo verbijsterend is dit verhaal over het levenseinde van Jezus. Wie heeft in ’s hemelsnaam het idee gehad om deze twee teksten na elkaar te lezen op de laatste zondag van het kerkelijk jaar? Het voelt alsof Jezus ondersteboven wordt gedraaid. Na glorie komt de ultieme vernedering, de spot, de vernietiging. 

En toch is er iets gemeenschappelijks in beide lezingen: het uitzicht op bevrijding, op vergeving van het kwade. Jezus die het ultieme kwaad heeft ondergaan, stelt een bovenmenselijke daad van verzoening. In naam van God vergeeft hij de misdadiger die naast hem gekruisigd is. Jezus gaat hier elke menselijke redelijkheid te boven met zijn daad van vergeving. Pure genade – er is geen ander woord voor.

Als we willen zoeken naar menselijke voorbeelden die iets weerspiegelen van dit gebaar, moeten we ver gaan zoeken. Eén van die heroïsche verhalen speelt zich af in de VS na de aanslagen van 9/11. Een Amerikaans burger, Mark Stroman, wil de aanslagen wreken door zoveel mogelijk moslims te doden. Hij schiet onder andere een zekere Rais Bhuyian door het hoofd, die als bij wonder overleeft. Stroman wordt gearresteerd en enkele jaren later ter dood veroordeeld. Maar dan gebeurt het onverwachte: de moslim Rais Bhuyian verklaart in een reactie dat hij begrip kan opbrengen voor de instinctieve woede van zijn belager, dat waarschijnlijk heel veel mensen met soortgelijke wraakgevoelens kampen. Hij vergeeft hem en vraagt genade voor Stroman. Natuurlijk gaat het gerecht daar niet op in. Vóór zijn terechtstelling in 2017 stuurt Stroman Bhuyian een videoboodschap toe met de woorden: ‘Beste Mr. Bhuyian, dank voor uw inspirerende daad van mededogen. U hebt het onvergeeflijke vergeven, ik heb immens respect voor u. Dank daarvoor, doe zo voort!’ In verdere verklaringen zegt Bhuyian hierover: ‘Mijn inspanning om het leven van Mark Stroman te redden was gestoeld op de hoop dat mensen een nieuwe weg kunnen bewandelen, en werken aan een nieuwe samenleving gebaseerd op wederzijds respect, waardigheid en begrip. In onze huidige wereld is er teveel haat, onwetendheid en geweld. De enige manier om dit op te lossen is meer verbondenheid. Ben je christen, bezoek dan eens een moskee; ben je moslim, ga dan eens naar een kerk of een tempel. Dat zal de angst en de onwetendheid die onze wereld verdeelt overwinnen.’

Een ander voorbeeld, dichter bij huis: een koppel met drie kinderen zit in de auto in de file voor een openstaande brug te wachten. Een andere auto rijdt tegen hoge snelheid langs achter op hen in. Gevolg: de drie kinderen komen er met zware kneuzingen van af, maar de moeder die zwanger was krijgt een miskraam en de vader raakt deels verlamd. Toch slagen ze door hun geloof erin de automobilist van de andere wagen min of meer te vergeven. Ze zijn dankbaar dat ze het nog overleefd hebben. In plaats van tegen de dader een proces in te spannen accepteren ze dat hij als alternatieve straf 120 uren bij hen in het huishouden komt helpen. Een vonk van grootmoedigheid, van genade voor de dader, een spiegel van Gods helende liefde voor de mensen.

Uit dit soort ervaringen kunnen wij hoop en veerkracht putten: de overwinning van de Liefde op het Kwade. Dat is het ware koningschap van Jezus. Het is waarschijnlijk dat visioen dat ook Paulus tot zijn hymne heeft geïnspireerd. 

 

Lied 263: Gij verschijnt niet op de wolken

Offerande: orgelmuziek van Wannes

Lied 149: Oergebaar

 

Tafelgebed 167 (K.Gelaude) 

Acclamatie (2 laatste regels uit lied 266):

Moge ons verschijnen deze ogen licht en levensadem, 
knecht en koning, lam en herder, lieve meester, woord van God

Marcel: Gij zijt het

die gesproken hebt,

toen in de nacht van het begin.

Licht voorbij elke duisternis,

dat alles adem geeft

en dat wat uitgewist

en in de dood vernietigd lijkt,

opnieuw tot bloei zal brengen.

 

Ides: Gij zijt het,

verre stem in de woestijn,

die mensen leert te gaan

waar niemand kwam.

Door diepten ongezien

en zonder weten wat zal zijn,

onder de hoede van uw naam

‘Ik zal er zijn’.

 

Samen: Gij zijt het,

als een vriend dichtbij.

Gezien, herkend in Jezus.

Uw droom vervuld.

Liefde tot hoogste goed.

Dat evenbeeld werd Hij.

Van uw gerechtigheid

het menselijk gelaat.

 

Lied 266 (solo door Lut en Geert / acclamatie 1e maal met koor, 2e maal met allen)

 

Samen: Hij, die de avond

voor Hij sterven zou,

brood brak om het zegenend

te delen met zijn vrienden,

terwijl Hij zei:

Eet van dit brood.

Ik geef het u,

zoals ik alles heb gegeven,

opdat gij zelf moogt leven.

 

Zo nam Hij ook de wijn

en gaf de beker rond.

Zegenend dankte Hij en zei:

Laat dit mijn liefde zijn voor allen.

En drink daarom van deze beker.

Blijf zo met mij in Gods verbond,

door voor elkaar te doen

zoals Ik voor u heb gedaan.

 

Acclamatie: 2 laatste regels uit lied 266

 

Marcel: Gij zijt het,

die, toen alles bleek verstomd,

hem uit het graf geroepen hebt

en goddelijk verheven.

Opdat de vonken van zijn Geest

in onze ziel ontwaken.

En wij het aandurven

zelf deze wereld te vernieuwen.

 

Ides: Gij zijt het,

wonend onder allen

die zijn woorden leven.

Zij die zich telkens oprichten

en met zachte moed herhalen:

‘Vreest niet’,

tot dit als een lied van hoop

in iedereen mag klinken.

 

Acclamatie: 2 laatste regels uit lied 266

Onze Vader / Vredewens 

 

Communie (viool en accordeon: Schotse dans) 

 

Lied 393: In ’t laatste van de dagen

 

Slotgebed tot St-Cecilia

Heilige Cecilia, 

Caeli lilium – hemelse lelie

Martelares en kuise maagd,

Gehoorzaam aan uw ouders

Zijt gij gehuwd met Valerianus

Maar in uw zingend hart

Trouw gebleven aan God als uw ware liefde

En door uw standvastig geloof

Hebt gij uw man bekeerd 

en overtuigd tot blijvende onthouding.

Zo zijt Gij een voorbeeld van kuisheid voor ons allen

Al is dat nu een beetje te laat.

Ook uw muzikaal talent heeft zovelen geïnspireerd.

Academies, festivals, hymnen en composities allerhande

Zijn u toegewijd.

Wat zouden onze organisten, violisten, dirigenten en koren zijn 

Zonder uw heilige bescherming?

Wij bidden u:

Blijf hen bezielen en inspireren

Masseer hun stemmen en hun handen

Zodat Filosofenfontein tot in lengte van dagen

Ook uw muzikale fontein mag blijven.

Amen

 

Zegen en wegzending

221113

Filosofenfontein viering 13 november 2022

 

33ste zondag door het jaar

 

            “Vertrouwen versus zekerheid”

 

Jef Schoenaerts

 

Inleiding op het lied

“Die niet kunnen, niet willen geloven dat van de liefde één korrel vergaat…”

Is deze prachtige gedachte uit het lied van Kris en Arnout niet de grondmelodie van wat ons hier elke zondag opnieuw bijeenbrengt?   

Is het niet Jezus zelf die in woord en handelen gods belofte heeft waar gemaakt: van de liefde en van wat uit haar ontspringt, zal niets vergaan.  

Laten we deze viering openen door ons geloof in dat visioen uit te zingen. (001)

Openingslied: “Wie anders zou de hemel dragen”  (001)

 

Verwelkoming en inleiding

 

Laten we dit samenzijn plaatsen onder de hoede van onze god die wij noemen: Vader, Zoon en Heilige Geest

Wij, westerlingen, zijn mensen die voortdurend streven naar zekerheid op heel veel terreinen.  Voor alle mogelijke gebeurtenissen maken we draaiboeken, voor terugkerende  voorvallen hebben we procedures ontwikkeld.  Voor mogelijke schade aan have en goed dekken we ons in met verzekeringen allerhande, om mogelijke relatiebreuken te ondervangen stellen we een huwelijkscontract op, om eventuele schadeclaims te ondervangen dekken verantwoordelijken zich in via een afkoopsom.

Ook op geloofsvlak is een hang naar zekerheid ons niet vreemd.  Een geloofsbelijdenis kan functioneren als een set van stellingen over wie god is en wat hij – volgens het contract dat wij hem voorleggen - hoort te doen.    Ook sacramenten horen soms thuis in die hoek: als ik god aan mijn kant weet, versterkt mij dat in mijn zinzoeken.  En sommige geloofsgenootschappen lijken wel te beschikken over een rode telefoonlijn die hen rechtstreeks toegang geeft tot de bron, tot Jezus en tot de Vader zelf.

Maar voor een veilig pakket aan zekerheden moet je niet bij Jezus zijn. In het evangelie van vandaag horen we hoe Jezus dat soort denken ondergraaft.

Laten we het nu eerst stil maken in en rondom ons en bidden om mededogen 

Bede om mededogen: “Zegening” (196)

Openingsgebed

 

Onnoembare en Nabije,

 

In ons hart en in ons leven is niets voor Uw ogen verborgen.

Beter dan wij onszelf kennen en meer dan wij toegeven, hebt Gij weet van

     ons schamel geloof,

     onze onstandvastige hoop, 

     onze weifelende liefde.

In onze kleinheid en om ons leven te redden 

    voorzien we ons van zelf ontworpen zekerheden

    nemen we onze wensen voor werkelijkheid

    rekenen we op de tempel die we zelf hebben gebouwd.

Leer ons vertrouwen op Uw woord

   dat het geloof heil zal brengen

   dat de hoop niet zal doven

   dat uiteindelijk de liefde zal blijven.

Dit vragen we U in naam van Jezus, Uw zoon en onze broeder.  Amen.

 

Lezing evangelie: Lucas 21,5-19

 

Acclamatie “Uw woord” (126)

Homilie

Maar voor een veilig pakket aan zekerheden moet je niet bij Jezus zijn. 

In het evangelie van vandaag ondergraaft Jezus dat soort denken. 

Op het moment dat de omstaanders de lof zingen van de tempel, stelt Jezus dat de tempel zal worden afgebroken.   Hoeveel macht en zekerheid de tempel ook uitstraalt, hij is niet voor eeuwig.  En daarbij gaat het niet enkel over het gebouw, over de plaats van samenkomst of van gebed.   Het gaat over wat de tempel representeert: een strak denkkader, vaste rituelen, een geprivilegieerde groep bedienaren die alleenrecht claimen op gods-dienst. 

De omstaanders geven zich echter niet snel gewonnen.   Ook als Jezus spreekt over de verwoesting van de tempel, willen ze toch nog graag enkele zekerheden aan hun kant: wannéér zal het gebeuren? Welke tekenen zullen ons waarschuwen?   Geef ons tenminste die zekerheden zodat we de controle behouden.

Met zijn afwijzing van geloof dat letterlijk of figuurlijk in beton is gegoten, voert Jezus ons terug naar de grondhouding van geloof die teruggaat op Abraham, de zwervende Arameeër, de vader van het geloof: wie Jahweh volgt, zal altijd een zwerver zijn,  iemand die de eigen grond loslaat, die bereid is zonder verzekering de wereld in te stappen, zonder reistas, zonder een steen om je hoofd op te leggen.   Klamp je niet vast aan zekerheden die je wellicht zelf mee hebt gecreëerd, is de boodschap.

Wie zo onthecht in de wereld staat, zal niet met applaus verwelkomd worden.   Meer nog: wie zo leeft in het spoor van Jezus zal ook delen in zijn lot:  als zijn volgeling zul je te maken krijgen met tegenstand: vervolging, opsluiting, haat, … en dat “omwille van mijn naam”. Wie – in het spoor of in de geest van Jezus - spreekt en handelt vanuit een zoektocht naar gerechtigheid, wie zijn kop boven het maaiveld uitsteekt met de aanklacht tegen ontmenselijking in al zijn vormen: hij zal storm oogsten.  Hij zal de machten van het kwaad uitdagen en de vernietigende krachten van de dood tegenkomen.   

In plaats van zekerheid houdt Jezus ons vertrouwen voor: “Vertrouw op mijn woord” dat deze krachten van kwaad en dood niet het laatste woord hebben.  Wat we vandaag en ook volgende zondagen in vaak apocalyptische taal horen over het einde der tijden, slaat wellicht minder op het einde van de wereld, dan op het einde van déze wereld waarin kwaad en dood regeren.   Hoe hevig deze wereld zich presenteert als de échte werkelijkheid en tegenspartelt, hij is ten dode opgeschreven.   Het einde ervan is trouwens al begonnen, zie je het niet?   Zie je het niet in wat Jezus doet, zie je het niet in wat de velen die gerechtigheid en humaniteit nastreven en de nieuwe wereld mee vorm geven, doen: de moedige vrouwen in Iran, Navalny en zoveel andere critici van het regime in Rusland, de Congolese gynaecoloog Denis Mukwege, de dappere vrouwen in Afghanistan?  Put daar vertrouwen uit!

Ook voor elk van ons is het aandeel weggelegd om die nieuwe wereld, dat Koninkrijk gods mee vorm te geven.  De zekerheid dat hij zal doorbreken, staat niet in steen gebeiteld, komt er niet als een deus ex machina, komt niet zonder meer uit de hemel gevallen.   Niet alleen voor de Tessalonicenzen en andere christengemeenschappen van het eerste uur maar ook voor ons zijn de woorden van Paulus  bedoeld: verwaarloos niet wat je taak is op de plaats waar je leeft, maar ga aan het werk.   Vertrouw er in deze tussentijd op dat god zelf de aanzet heeft gegeven en tegelijk dat de groei van het koninkrijk ook op jou appel doet.  

Lied “Die er zal zijn” (524)

Muziek bij offerande

“Oergebaar” (lied 149)

Eucharistisch dankgebed: “Die naar menselijke gewoonte…”  (150)

Onze Vader

Muziek bij de communie

Lied na de communie “Die mee gaat met mensen…” (317)

Slotgebed: idem als openingsgebed

Zegen

221106

Hij is geen God van doden, maar van levenden, want voor hem zijn allen in leven.

32ste zondag door het jaar, 6 november 2022. Lut Saelens

Intredelied 510: Wees hier aanwezig

Inleiding: 

Terwijl ik kan genieten van verkleedpartijtjes, is Halloween een feest waar ik helemaal niet van houd. We worden er geconfronteerd met een beeld van de dood als de makabere ster-acteur in een horrorsprookje. Alsof de dood thuishoort in een wereld van fictie en fantasie. Zo kwam ik onlangs, toen ik op bezoek was bij iemand in het rusthuis, terecht in een Halloweenfeestje. Men had er geld noch moeite gespaard om een Halloweensfeer te creëren. Daar hoorde voor iedereen een heksenhoed bij. Het beeld van een zaal vol zwarte heksenhoeden op hoofden met verweerde gezichten, door een gans leven getekend en op de drempel van de dood, vond ik bijzonder vervreemdend. Eigenlijk ook cynisch omdat in de meeste  rusthuizen de naderende dood van de bewoners een taboeonderwerp is. Dood en leven, in onze maatschappij zijn het vreemden van elkaar geworden. Hoe dichter we echter tot hun essentie komen, hoe meer we ervaren dat ze bijeen horen. Hoe kijken wij ernaar en vooral, hoe gaan we emee om? Vandaag zet Jezus ons een stukje op weg in het verhelderen van wat voor ons met een waas van mysterie bedekt blijft. 

Lied 315: Lied van de aarde.

Openingsgebed:  Klein danklied: 

Gij hebt, o God, dit broze
bestaan gewild,
hebt boven 't naamloze
mij uitgetild, 

laat mij dan dankbaar leven
de volle tijd,
geborgen in de bevende zekerheid,

dat ik niet uit dit smal en onvast bestand
van mijn bestaan zal vallen dan in uw hand.

Ad Den Besten

 

Inleiding tot het evangelie

Jezus en zijn leerlingen zijn aangekomen in Jerusalem. Voortdurend stellen de joodse leiders  hem op de proef. Deze keer zijn het de Sadduceeën die hem willen op de rooster leggen. Ze willen Jezus confronteren met de absurditeit van het geloof in het voortbestaan van de mens na de dood. Dood is dood voor hen, zoals trouwens voor de meeste mensen in onze Westerse wereld. Zeker van hun stuk leggen de Sadduceeën een door hen goed uitgekiende situatie voor: een getrouwde man sterft kinderloos, volgens de wet van Mozes over het zwagerhuwelijk moet zijn broer met de weduwe huwen om toch voor een nageslacht te zorgen langs mannelijke lijn. Maar die broer sterft ook kinderloos en zo volgen er nog vijf huwelijken met de andere broers en met dezelfde ongelukkige afloop. Een situatie die alle verbeelding tart en die in onze tijd zeker het Guiness Book of World Records zou halen. En dan komt de vraag, de bananenschil waar ze Jezus willen zien op uitglijden: Van wie van die mannen is die arme zevenvoudige weduwe de vrouw in het hiernamaals?  Luisteren we naar de tekst uit Lucas.

Lied 550: Een lied op dood en leven

Evangelie: Lc. 20, 27-38

Homilie:

Bij het lezen van dit evangelie kwam bij mij vooral het laatste vers binnen: Hij is geen God van doden, maar van levenden, want voor hem zijn allen in leven. Dergelijke boodschap versterkt mijn vertrouwen: zo lang ik God een plaats geef in mijn leven zal alles uiteindelijk goed komen, zal ik niet in het niets verdwijnen, ook al bevind ik mij vaak in het oog van de storm. Een vertrouwen dat mijn leven draagt en ook draaglijk maakt in tijden van tegenspoed. 

We kunnen op verschillende manieren naar dood en verlies kijken: als een defintief einde, of als voorwaarde tot ont-wikkeling, tot de geboorte van iets nieuws, tot verrijzenis. Zoals dit ook momenteel in de natuur gebeurt: de vallende bladeren zorgen ervoor dat de boom in de winter krachten kan verzamelen om verder te groeien. Zo is het vaak ook in ons leven nodig dat we afscheid nemen van datgene wat ons verhindert in onze groei. Sterven en loslaten zijn onlosmakelijk verbonden met nieuw leven. Soms dwingt het leven ons om er met andere ogen naar te kijken en vroegere patronen of overtuigingen los te laten: levensbedreigende ziekte, de kwalen van het ouder worden, de dood van geliefden, een scheiding…We hebben soms niet veel in de pap te brokken met wat ons overkomt. Maar hoe we in het leven staan bepaalt grotendeels hoe we ermee omgaan. Blijven we ons wentelen in ons ongeluk en ons slachtofferschap? Houden we krampachtig vast aan wat we verloren zijn? Of putten we uit deze ervaringen inspiratie om onze prioriteiten te verleggen, ons minder zorgen te maken over onbelangrijke zaken en tot een uitgezuiverd zelfbeeld te komen, dichter bij onszelf en onze medemensen. Dichter bij het échte leven. Treffender dan Marcel kan ik het niet zeggen: ‘Het echte leven, dat wat meestal verborgen blijft voor de buitenwereld, is er een van diepe armoede waardoor je, aangekomen op de bodem van het Niets, ontdekt dat er een ander leven is van diepe verbondenheid: verbondenheid naar binnen met je eigen Grond en verbondenheid naar buiten met alles en iedereen die leeft. In deze verzonkenheid kom je terecht bij het Leven zoals het altijd reeds was, waaruit ikzelf werd geboren en waaruit zoveel anderen ontstonden en weer terugkeerden. Tot daar de woorden van Marcel. Bij deze woorden moet ik denken aan het getuigenis van Kristien Emmerechts over de spirituele en religieuze evolutie die ze in haar leven meemaakte en hoe bepalend die geweest is in de manier waarop ze omging met verlies. Als jonge moeder die kort na-een twee kinderen verloor sloot ze zich volledig af van de wereld, bouwde ze een muur rondom zich waarachter ze zich verschanste, verbitterd om wat haar, Kristien Emmerechts, werd aangedaan. Veel later, toen ze haar man verloor en intussen reeds een ganse spirituële evolutie had doorgemaakt kwam ze op de boden van haar verdriet in diepere verbinding met zichzelf, haar nabestaanden en met iedereen die op deze wereld  geliefden moest afgeven. Ze getuigt hoe die verbinding haar heelde en haar dichter bij het échte leven bracht. 

Mijn diepe wens is dat ook onze maatschappij dergelijke spirituële evolutie meemaakt. Indien we blijven vastzitten in het geloof dat enkel wat tastbaar en meetbaar is bestaat, dat we de complexiteit van ons bestaan kunnen in kaart brengen en beheersen via de juiste algoritmen, dreigen we nog verder vast te lopen en te vervreemden van wat en wie we in essentie zijn. Hoeveel zouden we winnen indien we de illusie en de overtuiging  zouden kunnen loslaten dat alles beheersbaar en controleerbaar is en moet zijn? Indien we ons wat meer zouden bewust zijn van onze grenzen en onze kwetsbaarheid en van het feit dat ook falen behoort tot de essentie van ons menszijn? Indien we opnieuw zouden kunnen in vertrouwen ruimte geven aan-, en ons verbinden met wie groter is dan onszelf?  Indien we ons zouden durven openstellen voor de inbreng van de Geest, wiens blik zoveel verder reikt dan  onze menselijke horizon? Indien we als maatschappij dergelijke evolutie zouden meemaken,  dan zouden we, om het met Leonard Cohen te zeggen, licht zien doorheen de barsten van ons menselijk bestaan. Dan zouden we misschien, bewust van onze kwetsbaarheid, ons als broeders en zusters van eenzelfde vader/moeder verenigen. Geïnspireerd door de Geest, zouden we dan misschien samen totaal nieuwe benaderingen vinden en zo ook als maatschappij verder stappen zetten naar de realisatie van Gods Rijk hier op aarde. 

Willen we als maatschappij ons laten leiden door onze angst? Of groeien we verder in vertrouwen en mobiliseren we vandaaruit de energie en de inspiratie om samen te bouwen aan een nieuwe wereld? 

Vanuit die houding zullen we met meer wijsheid en vertrouwen omgaan met crisis en dood, in de overtuiging dat voor wie met God verbonden is, het leven altijd de overwinnaar is. Dat is het antwoord dat Jezus geeft op de absurde vraag van de Sadduceeën. Een antwoord dat de weg opent naar eeuwig leven. Amen.

Oergebaar: 149

Tafelgebed: 167 Gij zijt het..(Blijf ons dan roepen dat wij opstaan…)

Onze Vader

Vredeswens

Na de communie: lied 556: Waarom wanneer uit welke luchtlaag

Slotbezinning: Met U zijn er geen verten meer- Felix Timmermans

Met U zijn er geen verten meer
en alles is nabij.
Des levens aanvang glinstert weer,
geen gisteren en geen morgen meer,
geen tijd meer en geen uren,
geen grenzen en geen muren;
en alle angst voorbij,
verlost van schaduw en van schijn,
wordt pijn en smart tot vreugd verheven!

Hoe kan het zo eenvoudig zijn!
Hoe kan het leven Hemel zijn,
met U, o kern van alle leven!

Lied 196: Zegening  (met vrede gegroet…)

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.