240922 Over waarachtige grootheid

25e zondag (2024) – Over waarachtige grootheid 

Marcel Braekers

 

Openingszang 568 wij zoeken u als wij samenkomen 

Begroeting

Iedereen onder ons heeft wel ooit iets gehoord over het ontstaan van de psychologie en de rol die Sigmund Freud daarbij speelde. Wat men meestal niet weet is dat het tussen die eerste pioniers helemaal niet boterde. Jung, Rank, Ferenczi, Klein, Adler: ze hielden er allemaal tegengestelde meningen op na die elk een ander aspect van onze persoonlijke worsteling met het leven reveleren. Wees gerust, ik ga geen les over psychologie geven, maar ga vandaag naar één figuur die mij altijd heeft geboeid: Alfred Adler. Tegenover de theorie van Freud waarin seksualiteit centraal staat, stelde Adler dat de behoefte aan macht, de geldingsdrang, het gevoel van minderwaardigheid in het centrum van ons leven staat. We komen als hulpeloze wezens ter wereld en zijn daarmee niet alleen fysiek afhankelijk van de goodwill van volwassenen, maar ze ordenen ook onze wereld, bepalen wat goed en niet goed is, mag en niet mag, enz. Ons leven start vanuit een positie van onmacht en minderwaardigheid en daarom is de rest van ons leven één grote poging om dit te overwinnen wat dikwijls gebeurt door overcempensatie. Dat is zeker zo in een autoritaire samenleving of in een gezin met dominante ouders, maar volgens Adler is het voor iedereen een onvermijdelijke situatie.

Waarom vertel ik dit? Omdat Markus in het evangelie schrijft dat Jezus onderweg is naar Jeruzalem blijkbaar met een hele sliert leerlingen achter zich aan. Hij draait zich om en vraagt: waarover zaten jullie zo te discussiëren? En dan blijkt dat ze aan het twisten waren wie van hen de eerste en belangrijkste is. Sukkels, denkt Jezus,  we zijn nog maar een korte tijd op stap en alle menselijke hebbelijkheden steken weer de kop op.

Wie is de grootste? En wat is echte grootheid? Hoe overstijg je die ingebakken drang naar macht, de goesting om op anderen neer te kijken en je de betere te voelen? We zingen zo dikwijls dat prachtige louterende lied ‘wat ik gewild heb’. Laten we zingen vanuit de diepte van ons hart ‘en dat ik dit ben, en geen ander’.

Lied 412 Wat ik gewild heb

 

Gebed

                        Vrij naar het Aramese Onze Vader

Bron van al wat is,
Die mij beweegt
En stroomt
In wat mij te groot is,

Voor ons mag Jij heten,
Wees dan gekend
In wie ik ben.

Open ons
Het land van je hart
Waar ieder kan wonen:
Dat onze wegen
Daar samen komen.

Voed lichaam en geest
Met wat dag voor dag
Broodnodig is.

Ontvouw ons de morgen
En draag ons
Boven alle verleden uit –
Waar wij ook anderen
De toekomst hergeven.

Voer Jij ons
De waan van de dag voorbij
En maak ons doof
Voor verlokkende stemmen.

Want bij Jou weten wij
De toekomst op handen,
Ere wie ere toekomt.                (S. de Vries, Bij gelegenheid III p. 352)

Inleiding op de lezing

De evangelietekst van deze zondag bestaat volgens mij uit twee afzonderlijke delen die slechts indirect naar elkaar verwijzen. Hoe kort ze ook zijn, leek het mij juister om ze ook afzonderlijk te lezen met een kleine tussenpauze.

In het eerste stukje onderricht Jezus zijn leerlingen en voegt eraan toe dat ‘de mensenzoon wordt overgeleverd in de handen der mensen die Hem zullen doden’. Vreemd is dat er staat ‘wordt overgeleverd’. Marcus gebruikt het werkwoord in de passieve zin om niet het woord God te moeten uitspreken. Men noemt dit ‘het passivum divinum’. Eigenlijk wil hij zeggen dat God zijn geliefde kind loslaat of prijsgeeft zodat mensen zich van Hem kunnen meester maken. Marcus suggereert hier wat Jezus op het kruis zal uitroepen ‘Mijn God, waarom heb je mij verlaten’. Het is een schokkende gedachte, zo overrompelend dat de leerlingen niets meer durven vragen. Waarom trekt God zijn hand terug?

Marcus 9, 30 – 32

Muziek

Marcus 9, 33 – 37

Lied 527 leer van de liefde

 

Homilie

Je kan het je nauwelijks voorstellen dat een groepje enthousiastelingen zo vlug onder elkaar begint te twisten wie de voornaamste is. Ik denk daarom dat Marcus hier iets vertelt wat zich na de dood van Jezus in de eerste kerk heeft afgespeeld. Van die tijd weten we dat er discussie ontstond over wie het gezag had, zowel praktisch als theologisch. Er was de botsing tussen Petrus en Paulus, tussen de strijd tussen de school van Antiochië en die van Alexandrië. En in de eeuwen die erop volgden werd het niet beter, meer en meer werd de gemeenschap van volgelingen een juridisch apparaat met een strak theologisch denkkader. Het valt niet goed te praten maar heel ongewoon is dat niet als je bedenkt dat de drang tot macht, tot overheersen of gewoon tot overtroeven ons is ingebakken. We verwijzen daarbij graag naar de overbekende tirannen die proberen de wereld naar hun hand te zetten. Maar eigenlijk speelt zich dat ook in het dagelijkse leven af. Naast de brutale, domme dominantie waarbij men een ander kwetst of pest zijn er zoveel subtiele uitingen van zich beter te voelen. Adler had gelijk: het geeft een heel eigensoortig genot en compenseert wat ons in de kinderjaren is overkomen.

Wat Jezus vraagt gaat dus in tegen onze spontane houding. Echte grootheid is volgens Hem doordrongen van nederigheid. Humilitas in het latijn, en in het woord zit humus of aarde. Nederigheid is je buigen naar de aarde en leren van haar geduld. Je hebt er hulp van buitenaf bij nodig om zo te zijn. Voor Jezus had het te maken met de onverdiende, overvloedige liefde die God ons geeft. Dat onverwachte, onvoorziene geschenk zou ons tot andere mensen moeten maken die blij zijn als een ander het goed heeft, die wenen als anderen verdrietig zijn. Of sterker nog: het gaat om liefde die zich uitdrukt door een kind op te nemen. In het Aramees heeft men eenzelfde woord voor kind en knecht, iemand op de laagste trede. Wie zo iemand opvangt, zo iemand een thuis geeft, neemt Mij op, zegt Jezus. Voortaan is Hij aanwezig in allen die slachtoffer zijn van machtsspelen. Waarachtige grootheid is met andere woorden van een totaal andere orde dan de grootheid waarover de wereld spreekt.

Groot dankgebed 163 liever als een kind

Na de communie lied 575 geproefd, geleefd, herkend

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.