Recente Zondagsvieringen

De vieringen uit het verleden zijn gepubliceerd per kerkelijke jaar in het Archief.

De meest recente vieringen zijn:

- 23.09.23: Vergeving tussen mensen, met de mateloosheid van Gods liefde (Frank)
- 17.09.23: Loon naar werken? (Marcel)
- 10.09.23: Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden (Herman)
- 03.09.23: Je roeping door dik en dun volgen (Marcel)
- 27.08.23: … om te mogen zijn wat wij in uw ogen zijn.” (Jef)
- 20.08.23: De Blijde Boodschap in een multiculturele samenleving (Marcel)
- 15.08.23: Feest van Maria opgenomen in de hemel (Marcel)
- 13.08.23: Lopen over water (Rik)
- 06.08.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid en ecospiritualiteit (Sabine)
- 30.07.23: Zoeken en vinden (Jan)
- 23.07.23: Wat met het onkruid en de tarwe? (Marcel)
- 16.07.23: De zaaier die blijft zaaien (Lut)
- 09.07.23: Mijn juk is zacht en mijn last is licht (Marcel)
- 02.07.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid (Ides)

De Preek van de week (Dominicanen) vind je via deze link: https://www.dominicains.be/nl/preekvandeweek

230820

20e zondag (2023) De Blijde Boodschap in een multiculturele samenleving 

 

Marcel Braekers

Opening van de dienst 514 stem als een zee van mensen

Begroeting

Mensen die als een specht kloppen aan ons gehoorbeen omdat ze willen worden gehoord en gezien, omdat ze met achting willen worden behandeld. Het is een van de grootste uitdagingen voor deze tijd. Dagelijks worden we geconfronteerd met wanhopige mensen die de grootste risico’s aandurven om een uitweg te vinden. Er is de druk van het arme Zuiden opdat het rijke Westen hen zou steunen. En heel nabij is er de vraag hoe we in een multiculturele samenleving met elkaar kunnen leven. Erachter ligt die moeilijke vraag naar identiteit: is dat een vaste, onwrikbare constructie die we moeten beschermen, eventueel afschermen, of is het een eeuwig schuivend en verschuivend patroon waarbij invloed van buitenaf en innerlijke opbouw in elkaar zijn verstrengeld?

In de Bijbel is dit een steeds terugkerend gegeven. Aan de ene kant zijn er de waarschuwingen om zeker geen vermenging met andere volkeren aan te gaan, ze uit te roeien als men zich ergens vestigt, enz. Anderzijds zijn er die prachtige teksten in de profetieën van Jesaja waarin hij beschrijft hoe eens alle volkeren zullen optrekken naar dat ene utopische punt waar men in respect voor elkaar de Ene zal vereren. Of denk maar aan het boek Ruth waarin wordt verteld hoe Ruth, de Moabitische, na de dood van haar man meegaat met haar Joodse schoonmoeder om in Israël te gaan wonen en voor haar te zorgen. In het evangelie van deze zondag lezen we hoe ook Jezus met de uitdaging van de vreemdeling wordt geconfronteerd. Een Kanaänitische vrouw klampt zich aan hem vast en blijft maar roepen dat Hij haar dochter moet genezen. Zijn reactie is niet zo evident en laat zien hoe openheid nooit een evidentie is, maar iets dat we altijd opnieuw moeten verwerven.

 

Aanroepen van de naam van Jezus - Lied 112

 

Gebed

God die Vader wil zijn van alle mensen

Die boven ras en cultuur

Voorbij alle godsdiensten

Luistert naar elk gebed van ontferming,

Maak ons gereed om uw stem te horen,

Uw oproepend Woord,

En U te erkennen en te ervaren in de 

vragen en noden van deze wereld.

Open onze oren en ons hart

Stem ons lichaam af op uw aanwezigheid

Opdat wij verheugd herkennen

Hoe Gij overal aanwezig zijt, groter dan ons hart.

 

Inleiding op het evangelie

Enkele woorden om de lezing uit het evangelie te situeren. Mattheüs schreef zijn evangelie voor Joodse volksgenoten die zich tot het nieuwe christendom hadden bekeerd. Daardoor was er een gespannen verhouding met hun vroegere Joodse wortels. Niet toevallig is het vooral Mattheüs die Jezus het meest doet fulmineren tegen de Farizeeën en de Schriftgeleerden. Maar daarbij leefde die nieuwe gemeenschap in een streek waar veel niet joodse inwijkelingen uit Syrië afkomstig leefden. Daarmee zat die christelijke gemeente met een dubbele vraag: hoe moesten ze zich verhouden tot hun vroegere afkomst? Wat van de oude Wet was nog geldig en wat niet? En daarbij: hoe moest men zich gedragen tegenover die heidense nieuwkomers? Konden ze zich zomaar aansluiten of waren er voorwaarden? Het is tegen deze achtergrond dat je dit kleine verhaal moet begrijpen.

Mt. 15, 21 – 28

Lied 516 gij die voor alle mensen

 

Homilie 

‘De wereld hebt Gij voor alle mensen geschapen en daarom zijn we allen broeders en zusters’ zo zongen we schijnbaar onbezorgd na dat vreemde en tot nadenken stemmend verhaal uit het evangelie.

Jezus week uit naar de streek van Tyrus en Sidon, staat in de tekst, maar wellicht moest Hij vluchten, want daarvoor heeft Hij de Farizeeën en Schriftgeleerden blinde leiders genoemd. Wat zich daarna heeft afgespeeld blijft een beetje in de mist. Is het verhaal een getrouwe weergave of een constructie van de eerste geloofsgemeente? De vrouw komt uit Arabisch gebied waar ook veel Joden leefden die zich tot het christendom hadden bekeerd. De geloofsgemeente worstelde na de dood van Jezus met de vraag of ook heidenen zich bij hen mochten aansluiten. Wat de Kanaänitische doet is heel merkwaardig: ze spreek Jezus aan met Heer en als Zoon van David. ‘Heer’ is een heidense titel, ‘Zoon van David’ een Joodse. Ze gedraagt zich vanaf het begin heel multicultureel.

Ook merkwaardig is dat Jezus zichzelf blijkbaar zag als alleen maar geroepen voor zijn eigen volk en dat alleen het aandringen van de vrouw Hem de ogen opent voor een verruiming van zijn visie. Wellicht heeft Jezus in de loop van zijn openbaar optreden een hele evolutie doorgemaakt. Mattheüs nu legt in de persoon van Jezus de worsteling van heel zijn gemeente. Heel merkwaardig heeft Jezus met de vrouw een gesprek over brood. Niet erg fraai zegt Hij dat je het brood van de kinderen niet mag afnemen en het aan de honden geven. Bedoeld is: de kinderen van Israël tegenover de anderen die honden worden genoemd. Of bedoelde Mattheüs met kinderen de bekeerde Joden tegenover de heidense christenen, dat is nog anders dan wanneer Hij alleen maar de heidenen bedoelde? Spijtig dat we dat niet kunnen achterhalen. Wat we wel weten is dat die bekeerde Joden in een soort van getto leefden en zich zowel naar hun volksgenoten als naar de heidenen afsloten. Die mentaliteit wilde Mattheüs doorbreken en zo is ook de afloop van het verhaal. Jezus zelf zegt dat de vrouw en dus ook die heidense bekeerlingen ‘een groot geloof’ hebben. Is het niet uitdagend dat deze discussie gevoerd wordt via de symboliek van het brood? Het is tegelijk een verwijzing naar de eucharistie en de manier waarop christenen omgaan met de maaltijd des Heren. Is die maaltijd alleen voor de ingewijden of net het teken van verbondenheid en van Gods universele liefde?

Overbodig om vast te stellen hoe actueel dit verhaal is. Hoe gaan we zelf om met migranten, met mensen van andere godsdiensten, met de meerstemmigheid in eigen rangen? Wat bepaalt mijn identiteit en welke openheid of angstige geslotenheid schuilt erin? We zijn Vlamingen, Belgen, Europeanen maar vanuit een christelijke grond. En vanuit die grond belijden we dat alle mensen schepselen zijn van dezelfde Vader. Het herkenbare en de schijnbaar vaste verworvenheid wordt daarmee voortdurend doorkruist door dat ongrijpbare en onnoembare geloof dat als openheid het of de vreemde bij zich wil opnemen. Dat is meer dan alleen maar erkennen dat die ander ook rechten heeft. Het is een uitnodiging om de verbondenheid te vieren als een feestelijke bruiloft. Was dat ook niet wat Jezus bedoelde met ‘het rijk van God’?

In onze zangbundelstaat in dat verband een prachtig lied.

 

Lied 393 In 't laatste van de dagen

 

Groot dankgebed 164 Gij die de stomgeslagen mond 

 

Na de communie 890 geprezen de Heer de God van Israël

230815

Feest van Maria opgenomen in de hemel (2023)

 

Marcel Braekers

Openingszang 501Salve Regina

Begroeting

De ‘salve regina’ heeft in de dominicaanse traditie een belangrijke plaats. Elke dag wordt er het nachtgebed mee afgesloten. Het wordt gezongen bij alle belangrijke gelegenheden vb. wanneer je het habijt ontvangt, je kloostergeloften uitspreekt, tot priester wordt gewijd. Wanneer een medebroeder wordt begraven sluiten we de dienst altijd af met het moment dat alle medebroeders rond de kist gaan staan en het ‘salve’ zingen. 

De zang heeft daarmee het karakter van transformatie gekregen: zingend gaan we over van de dag naar de nacht, van het leven naar de dood, bij het zetten van een nieuwe stap in verbondenheid met de orde en het leven. Ik vind het daarom mooi om in deze dominicaanse kapel dit feest van Maria te openen met deze zang. We gedenken vandaag dat Maria haar bestemming vond toen ze werd opgenomen in Gods liefde. We vieren haar thuiskomst, maar tegelijk dat dit ook onze bestemming is waarnaar we onderweg zijn.

Laten we het daarom stil maken in ons en God smeken om zijn genadige nabijheid.

 

Lied 139 wees Gij het woord, Gij de stilte

 

Gebed

Wees gegroet, Maria

Door u ontving onze wereld Jezus,

Beeld en gelijkenis van God.

Doorheen uw levenswandel leerden wij

Hoe vreugde en verdriet, nabijheid en verlatenheid

Een onvermijdelijk deel van ons bestaan vormen,

Maar ook, hoe God ons daarin nabij is.

Leer ons zoals Gij

Te luisteren naar Gods Woord,

Leer ons te hopen zoals Gij

En te dragen en verdragen wat het leven ons ongevraagd opdringt,

Opdat Gods Geest ook ons mag vervullen

Zoals hij eens in u deed.

 

Het evangelie van Maria

In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazareth in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. Gabriël ging haar huis binnen en zei: “gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.” Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. (Lucas 1, 26-29)

Terwijl ze in Bethlehem waren, brak voor Maria de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. (Lucas 2,6-7)

Na drie dagen vonden ze Jezus in de tempel, waar hij tussen de leraren zat, terwijl hij naar hen luisterde en hen vragen stelde. Allen die hem hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: “kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.” Maar hij zei tegen hen: “waarom hebt u naar mij gezocht? Wist u dan niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?” (Lucas 2,46-50)

Zijn moeder en zijn broers kwamen naar hem toe, maar ze konden niet bij hem komen vanwege de menigte. Zijn toehoorders zeiden tegen hem: “uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.” Maar hij antwoordde: “mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.” (Lucas 8,18-19)

Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas en Maria uit Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: “dat is uw zoon” en daarna tegen de leerling “dat is je moeder”. Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich op. (Johannes 19, 25-27)

Na de dood van Jezus wijdden de leerlingen zich eensgezind en vurig aan het gebed, samen met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers…. Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vervulde. Er verscheen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten en allen werden vervuld van de heilige Geest. (Handelingen 1, 14. 2,1-4)

Lied 593 Lied van Maria

Homilie

In alle godsdiensten zie je dat er een spanning is tussen de mannelijke en vrouwelijke pool. De oudste religies zijn meestal moederreligies waarbij verbondenheid met de aarde, met de natuur en de cyclus van leven en dood centraal staan. In tegenstelling tot de patriarchale godsdiensten is het heilige meer toegankelijk. Neemt de patriarchale structuur de matriarchale over, dan verdwijnt veel van die nabijheid maar merk je dat na enige tijd de druk toeneemt om terug te keren naar het moederlijke. De Bijbel en ons Joods-christelijk geloof is daar een goede illustratie van. Aan de basis van de Joodse godsdienst ligt een oudere moederreligie die geleidelijk werd teruggedrongen wellicht omdat bij die rondtrekkende herders de mannelijke leider de overhand nam van de moeder.

Een aantal teksten en gebruiken in de Bijbel zijn maar te begrijpen als je ze tegen deze achtergrond bekijkt. Het scheppingsverhaal in 7 dagen is een typische voorbeeld van mannelijke ordening. Maar daarnaast beginnen alle grote feesten niet ’s morgens bij de opkomst van de mannelijke zon, maar ’s avonds als de zon ondergaat in moeder aarde. In Exodus 23, 19 staat: Je mag een geitenbokje niet koken in de melk van zijn moeder. Een wat vreemd gebod in het geheel, tenzij je beseft dat dit een gebruik was van de oorspronkelijke herdersstammen met hun moederreligie. De latere Wijsheidsteksten in de Bijbel zijn een hernemen van de heilsgeschiedenis maar nu herschreven vanuit het standpunt van de vrouwelijke wijsheid die altijd naast God heeft gestaan. In het latere Jodendom keert zo het moederlijke terug.

Ook ons christelijk geloof heeft altijd geworsteld met deze spanning. De figuur van Jezus, zijn getuigenis over de Vader en de idee van verlossing uit de zonde door zijn dood beklemtoonden dat mannelijke patroon. Slechts geleidelijk kwam er plaats voor de moeder van Jezus en voor het getuigenis dat de vrouwen gaven in de eerste huiskerken. In het christendom doken daarom al vlug voorstellingen op van Maria als de theotokos, de moeder met het kind op haar schoot, symbool van stevigheid en van oervertrouwen. De schaarse Bijbelse verhalen beschrijven Maria als iemand die vertrouwt ook als ze zwanger wordt van een kind dat niet van haar verloofde is. Ze is vasthoudend als haar kind gevaar loopt, en aanwezig als Hij wordt vermoord. De korte fragmenten die werden gelezen getuigen van die herkenbare nabijheid. Het kon niet anders dan dat dit beeld in de beleving meer en meer aan betekenis won tegenover de gekruisigde Christus. De vele namen waarmee men Maria ging aanspreken steunen niet op feiten maar zijn uiting van die behoefte aan geborgenheid, het gevoel dat geloven dicht bij ons lichaam en bij het leven moet blijven.

Ik hoop dat ik haar niet tekort doe als ik de verering van Maria zie als de uiting van onze behoefte aan nabijheid. Is het niet merkwaardig dat in een periode dat het beeld van de almachtige, strenge God-rechter domineert, er een verering van Maria groeide die sentimenteel werd en tot vandaag nog zijn sporen nalaat. Maar zoals onze Kerk behoefte heeft aan waardering van de vrouw en het vrouwelijke, zo is een nieuwe, krachtige waardering van Maria als gelovige oorsprong van haar Zoon belangrijk in deze tijd. Daarom eren wij haar vandaag en belijden daarmee de gevoelsmatige en betrouwbare pool van ons geloof.

Groot dankgebed 166 Adem van mensen

Na de communie refrein 138  Sanctum nomen Domini (Mijn ziel prijst de naam van God) + lezen van het Magnificat

230813

19e zondag (2023) Lopen over water

 

Rik Nuytten

 

Kruisteken

 

Lied 001: Wie anders zou de hemel dragen

  

Verwelkoming

Beste mensen, 

Het openingslied van vandaag is een mooie aansluiting op de inspirerende viering over klimaatrechtvaardigheid van verleden zondag.

De natuur in haar geheel is een gift van de Schepper, en als gelovigen zijn we Hem dankbaar, en is het vanzelfsprekend dat we er zorg voor dragen, en alle schepselen, mens en dier op een rechtvaardige manier bejegenen. Wij dragen de hemel.

De voorgeschreven lezingen van vandaag gaan alle twee over natuurfenomenen. De eerste lezing komt uit het eerste boek Koningen en verhaalt hoe de Heer zich vertoont aan de profeet Elia. Het evangelie uit Matheus is het verhaal van jezus die over het water naar de boot wandelt, en Petrus die dit ook doet, maar dan bijna verdrinkt.

In beide lezingen zijn er verwoestende fenomenen van de natuur aanwezig. Als die verwoestende natuur onderdeel is van de schepping, is het dan ook de wil van de Schepper dat mensen omkomen in stormen, verdrinken door overstromingen, have en goed verliezen door natuurrampen? Het is een tegenwerping die ik vaak gehoord heb van mensen die zogenaamd “van hun geloof zijn gevallen”. Hoe kan de God waarin jij gelooft dit toelaten?

Tijdens deze viering wil ik over geloven enkele gedachten uitwerken, aan de hand van beide lezingen.

Maar laat ons eerst voor de Heer en voor elkaar gaan staan in onze schamelheid. Wij zijn stof van de aarde, en vragen de Heer ons aan te nemen zoals we zijn.

 

Lied 412: Wat ik gewild heb

 

Openingsgebed 

Ik open mij

Voor U, mijn God,

Opdat uw Geest kan dalen

En in mij worden

Tot mijn eigen adem.

Ik open mij

Opdat uw kracht

Van wat U blijft bewegen

Mij richting geeft.

Ik open mij

Opdat uw wind

Mij schonen zal

In alle hoeken van mijn hart,

Tot in de diepten

Waar ik zelf niet ga.

Ik open mij

Opdat uw liefde

Mij bezielen zal

En zo uw eigen Geest

In mij de woorden vindt

Waarmee mijn hart en ziel

Over uw schepping waken. (S. de Vries, Het rijk alleen, p.321)

 

Inleiding op de lezingen

 

Elia was voor Israël dé grote profeet waar heel de latere profetische traditie naar opkeek. Hij was een durver, gedreven door Gods Geest en met groot gevoel voor rechtvaardigheid. Hij had zelfs koning Achab de mantel uitgeveegd en, nog erger, koningin Jesabel voor het hoofd gestoten. Zijn leven hing aan een zijden draadje. Elia vluchtte daarom naar de veilige, verlaten woestijn. Maar het was allemaal te veel geworden. Hij wilde dood zijn en legde zich uitgeput onder een struik, wachtend op het einde. Maar op wonderbare wijze kreeg hij eten en drinken en zo gebeurde het dat hij een lange tocht naar de heilige berg Horeb maakte en er in een rotsspleet zat te mediteren. Op dat ogenblik openbaart de Ene zich aan hem. Niet in geluid en gedruis, maar in de ijle, ongrijpbare stilte. Zoals we in de tweede lezing zullen horen maakte ook Jezus eenzelfde openbaring mee.

 

Eerste lezing 1 Koningen 19,9b-13a 

Lied 795: Psalm 95: “Hier in de stilte verzameld”

 

Evangelie Mt.14,22-33 

Acclamatie 120: “God heeft Hem hoog verheven"

 

Commentaar

De twee lezingen geven allebei een verhaal van openbaringen. Eerst Elia, die de Heer ontmoet. Ik vind het treffend, dat er letterlijk staat dat de Heer NIET te vinden is in een verwoestende stormwind, niet in een aardbeving, en niet in een hevig vuur. Hij is in het gefluister van een zachte bries. Misschien ligt hier een deel van ons antwoord aan de mensen die grote rampen aan de Heer toeschrijven?

Het verhaal bij Mattheus zit een stuk complexer in mekaar. Misschien eerst wat achtergrond bij deze lezing:

Matheus schrijft dit evangelie voor een christengemeente, vele jaren na de dood van Jezus. Het is dus geen reportage van feitelijke gebeurtenissen maar een gelovig omgaan met de erfenis van Jezus. 

Het verhaal is heel zorgvuldig gecomponeerd. Het komt vlak na het wonder van de broodvermenigvuldiging. Daar laat jezus zich niet verleiden tot een vieren van het succes, maar hij geeft zich over aan nacht van stilte, en verenigt zich met zijn Abba, zijn vader. Ondertussen worden de leerlingen geteisterd door lastig weer, in een gammel bootje. De leerlingen voelen zich verlaten, bedreigd door storm en ontij, nu hun leider en vriend er niet is. Hier weeft Mattheus twee gebeurtenissen door mekaar: een moment waarbij Jezus zich even (of misschien voor iets langere tijd) heeft teruggetrokken, en de periode na zijn dood toen ze alleen verder moesten. De uitwendige beelden van storm en dreiging geven aan wat er met hen innerlijk gebeurt, als hun goede vriend er niet is, en in plaats daarvan zien ze een bedreigend spook. En Petrus, de leider van de jonge kerk, zakt letterlijk door de mand, letterlijk in het water, als hij zich laat beïnvloeden door het bedreigende van de omgeving.

Mattheus schrijft hier voor een groep zwalpende, onzekere mensen, die zich langs alle kanten bedreigd voelen. Hij beschrijft hoe Petrus, ondanks de bedreigingen, toch durft in het water te springen! Maar zelfs dan is er gevaar: van zodra hij begint te twijfelen dreigt hij te verdrinken. Blijkbaar is geloven: over het water wandelen zonder de zekerheden waar mensen gewoonlijk op rekenen. Het is gehoor geven aan de stem die zegt: “Kom”. En het is roepen “Help mij” als het verkeerd dreigt te gaan. Ik denk dat dit goed samenvat hoe ik zelf in mijn geloof sta. Ik zou doodgraag ingaan op de stem die roept: “Kom”, maar heel vaak geraak ik niet verder dan de kreet: “Help mij!”. Als ik het verhaal zo lees, is het een bemoediging voor mijn persoonlijke worsteling.

Mattheus voegt er nog een interessant vervolg aan toe: De leerlingen knielden neer en beleden: “U bent waarlijk Gods zoon”. Waarschijnlijk knielden de toehoorders in de gemeente ook neer bij het horen van deze woorden.

Geloven begint (en eindigt misschien wel) bij die kreet om hulp, bij de ervaring hoeveel bedreiging op ons afkomt, hoe weinig we in handen hebben, zowel menselijk als gelovig. En doorheen die chaos klinkt ergens een stem ‘Kom’.

 

Stilte

 

Offerande – Kaarsjes

Lied 149

Grote dankgebed 158: Gij die mij aankijkt

Onze vader

 

Slotgebed 

Wij die met eigen ogen

De aarde zien verscheurd

Maar blind en onmeedogend

Ontkennen wat gebeurt:

Dat oorlog is geboden

En vrede niet mag zijn,

Dat mensen mensen doden

Dat wij die mensen zijn.

Wij die nog mogen leven

Van hoop en vrees vervuld,

Aan machten prijsgegeven

Aan meer dan eigen schuld,

Wij die God weet hoe verder

Tot hiertoe zijn gespaard,

Dat wij toch nooit erkennen

Het recht van vuur en zwaard.

Dat wij toch niet vergeten

Waartoe wij zijn gemaakt,

Dat diep in ons geweten

Opnieuw het licht ontwaakt,

Dat in ons wordt herschapen

De geest die overleeft,

Dat onze lieve aarde 

Nog kans op redding heeft.   

                                               Huub Oosterhuis: Gezongen liedboek, p. 374

Slotlied 553: Groter dan ons hart

 

Zending en zegen 

230806

Themaviering klimaatrechtvaardigheid en ecospiritualiteit 

 

Sabine Van Huffel (m.m.v. Ides Nicaise, Ria Vandoren, Annette Houbar en Luk Bouckaert)

INLEIDING: van ego naar eco

 

Op 2 juli bracht Ides hier voor ons een eerste themaviering rond klimaatrechtvaardigheid, vandaag zet ik deze lijn voort. Ides legde de klemtoon op de schreeuw van de arme en de ongelijkheid die toeneemt omdat het klimaat voor 80% verstoord wordt door het rijke Noorden (vervuiling, stikstof,…) terwijl de kwalijke gevolgen ervan (overstroming, watertekort,…) voor 80% het arme Zuiden treffen. We putten de aarde teveel uit op velerlei manieren (monocultuur, ontbossing, overbemesting) waardoor dier- en plantensoorten uitsterven. Doordat alle ecosystemen samenhangen en zich niet snel genoeg kunnen aanpassen leidt dit tot een kettingreactie met een voortschrijdend verlies aan biodiversiteit. Op termijn tast dit onze voedselketen aan. Wat kunnen wij doen om het proces te helpen keren? Vanuit de wereldgroep willen we een jaar lang actie voeren rond klimaatrechtvaardigheid (zie e-Bubbels) en het bewustzijn willen aanwakkeren. Ecokerk stelt ons een hele checklist ter beschikking van mogelijke acties die sterk aansluiten bij ons dagelijks leven. Maar hoe houden we dit vol? Velen beginnen er enthousiast aan maar laten de moed snel zakken. Wat ons élan beperkt, is dat we dit allemaal te rationeel bekijken als iets dat ons opgelegd wordt van buitenuit. Willen we onze VEERKRACHT behouden, dan moeten we ons van binnen uit transformeren en onze relatie tot God, de mensen en de natuur herzien.  Dit probeer ik in deze viering te doen. Hoe veranderen we onze innerlijke houding? Hoe groeien we van ego naar eco? naar ecospiritualiteit? Dit verlangen, deze hoop, drukken we nu zingend uit met lied 804.

LIED 804: Alles wacht op U vol hoop (1ste maal het koor, 2de maal samen)

FILM “THE LETTER’’: groeien in ecologisch bewustzijn begint met geraakt worden.

Zoals Ides reeds meldde in zijn themaviering van 2 juli, vormt de encycliek “Laudato Si “ van paus Franciscus in 2015 de rode draad van onze acties voor klimaatrechtvaardigheid. De paus (SL-1)paus_Franciscus.jpeg

schreef deze encycliek nadat hijzelf geraakt was door het verhaal  van een  bisschop over de boom die verdwijnt ( infeite een gans eiland) in de zee (SL-2).

boom_klimaat.jpeg

Dit beeld maakte DE PAUS BEWUST dat hij iets moest doen. Deze encycliek is geadresseerd aan iedere wereldburger maar wie van ons hier heeft dit document echt gelezen? Jan Degraeuwe in 2015 en Rik Nuytten in 2016 gebruikten deze encycliek reeds als inspiratiebron in hun vieringen maar het was vooral de filmdocumentaire  “The Letter”[1]  (pas verschenen op 4 oktober 2022) die ons (een achttal kapelgangers) in beweging zette. In maart 2023 bekeken wij deze film online op initiatief van House of Compassion in Brussel en Ecokerk. We werden geraakt van binnenuit door de krachtige persoonlijke verhalen van vijf mensen. Zij vertegenwoordigen vier groepen die  aan de wereldwijde tafel niet gehoord worden, de meesten niet-christen. Zij kregen elk een persoonlijke uitnodiging van de paus (brief) om naar het Vaticaan te komen voor een unieke dialoog met hem over de planetaire crisis en de tol die het eist van de natuur en de mensen (SL-3,4,5,6). We maken kennis met Arouna, een klimaatvluchteling uit Senegal (SL-7)

Arouna.jpeg

wiens dorp aan zee door overstromingen geteisterd wordt met alle ellende vandien (SL-8). Hij moest zijn dorp als kind verlaten naar de stad en keerde later als activistische leider terug (SL-9). Hij vertegenwoordigt het gezicht van de arme. Vervolgens maken we kennis met de leider van een inheemse gemeenschap in het Amazonewoud (SL-10) wiens stam en territorium bedreigd wordt door de ontbossing (sinds 1978 werd een oppervlakte 2x zo groot als Spanje ontbost. De grond wordt ingenomen voor sojateelt als voeding voor ons vee) (SL-11).

vernieling_regenwoud.jpeg

Deze gemeenschappen zijn rentmeesters van 80% van 's werelds resterende biodiversiteit (SL-12).

inheemse_volkeren.jpeg

Vervolgens zien we een 15-jarige klimaatactiviste uit India die de stem van de jongeren laat horen (SL-13).

Ridhima.jpeg

Reeds actief vanaf 9 jaar. Als 11-jarige kloeg zij samen met Greta Thunberg en 14 andere jongeren op de VN klimaattop van 2019 de laksheid aan van de regeringen tegen de tikkende tijdbom van de klimaatverandering en verhief haar stem op meerdere symposia (SL-14).klimaattop.jpeg

Zij werd online wereldwijd opgebeld zoals door dit Australisch meisje Lucia op het ogenblik dat haar huis in vlammen opging door de grote bosbranden in 2019-2020 (pakkend beeld SL-15).

Luca.jpeg

Tenslotte zien we twee passionele klimaat- en biodiversiteitsonderzoekers uit Hawaï  die het verlies aan biodiversiteit van het koraalrif door oceaanopwarming bestuderen (via de lucht SL-16 en onder water SL-17, 18)

water_lucht.jpeg

onder_water.jpeg

koraalrif.jpeg

en in kaart brengen (SL-19).

kaart_koraalrif.jpeg

25% van alle maritiem leven is afhankelijk van koraalriffen op een bepaald punt tijdens hun levenscyclus. We zien hen aankomen op het Sint-Pietersplein (SL-20) en op audiëntie bij de paus (SL-21).

aankomst_Sint_Pietersplein.jpeg

audiëntie.jpeg

Ze brengen elk hun verhaal, en bieden een geschenk aan. Een  beeldje van een overvolle migrantenboot, aangebracht door Arouna uit Senegal, raakt mij het meest (SL-22).  

geschenk_Arouna.jpeg

Ze komen als vreemden daarheen, elk met hun eigen verhaal, en je ziet hen groeien naar elkaar vooral tijdens hun bezoek aan Assisi (SL-23).

Assisi.jpeg

Ze worden geraakt door elkaars verhalen, worden broeders en zusters van elkaar, één grote familie. Dit gebeurde vooral nadat Arouna uit Senegal het bericht kreeg dat zijn dorp met de school overstroomd was (SL-24,25).

bad_news.jpeg

overstroming.jpeg

Hij biedt spontaan zijn kamer aan voor opvang (SL-26).

aanbod_kamer.jpeg

Tegelijk vergaat die nacht een migrantenboot in de storm en krijgt hij een pakkend getuigenis te horen van een overlevende, Billy (SL-27,28, 29).

lezen_bericht.jpeg

vernieling.jpeg

drenkelingen.jpeg

Hij vertelt het nieuws aan de groep en barst in tranen uit (SL-30).

tranen.jpeg

Spontaan omarmen ze elkaar: het meest aangrijpend moment in de film (SL-31).

omarmen.jpeg

Al deze beelden tonen ons enerzijds het zichtbare lijden onder klimaatopwarming, en anderzijds de groei naar éénheid tussen die vijf mensen uit verschillende continenten. Ze raken ons hart en roepen ons op tot actie en universele samenwerking.

Niet alleen die 5 mensen werden door elkaar geappelleerd maar ook wij, als toeschouwers, werden beroerd van binnenuit door het gelaat van de ander, de Ander die we in deze personages ontdekten.  Ze gaven ons veerkracht om er iets aan te doen: onze weg te zoeken van ego naar eco, ieder op zijn manier. Zo WERDEN ook zij onze broeders en zusters. 

STILTEMOMENT

ECOSPIRITUALITEIT zet aan tot ecologische bekering.

De film “The Letter” dreef mij persoonlijk tot  ecospiritualiteit, één van de 7 ‘’Laudato Si” doelen waarbij de paus ervoor pleit onze religieuze visie op Gods schepping te herstellen. Het boek ‘’Ecopersonalisme’’ (Luk Bouckaert, Halewijn 2021) was hierbij bijzonder inspirerend. Ik ben heel blij dat Luk inging op mijn uitnodiging om zijn visie hier kort uit te leggen.

 

Goede vrienden,

Het boek Ecopersonalisme is mijn zoektocht naar een authentieke eco-spiritualiteit. In de Engelse vertaling is als ondertitel toegevoegd Disclosing Nature as Thou. De Natuur ontsluiten als ‘Jij’. Dit is een knipoog naar het boek Ik en Jij van de joods Duitse filosoof Martin Buber (1923). Hij beweert dat je elk wezen, dus niet alleen de mens maar ook een boom of een olifant kan ontmoeten op twee manieren: als een object (Gegenstand) ofwel als een tegen-woordigheid (Gegenward), een Aanwezigheid die je raakt en aanspreekt. Of met de woorden van G. Gezelle Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft

Eco-spiritualiteit mag je niet verwarren met milieuactivisme waarbij mensen zich  inzetten voor ecologische doelen zoals klimaatrechtvaardigheid of een neutrale CO2 uitstoot. Het is evenmin een blauwdruk voor een milieubeleiddat urgente ecologische problemen aanpakt.  Bij dit alles benaderen we de natuur als een ‘probleem’ en als doel voor en resultaat van onze acties. Ongetwijfeld hebben we nood aan veel milieuactivisten en aan een doortastend milieubeleid. Maar dit is nog geen eco-spiritualiteit. Milieuactivisme blijft een lovenswaardige inspanning van het actieve ego dat ingrijpt in de natuur of minstens in onze manier van omgaan met de natuur. De transitie van ego- naar een eco-persoon begint wanneer we de natuur niet langer als een probleem of een doel of een studieobject of een grondstof voor iets anders benaderen. Maar wel als een mysterievolle aanwezigheid. Een aanwezigheid die ons aanspreekt en in haar kwetsbaarheid leert hoe alle leven verbonden is en een zelfexpressie  is van Het Leven (met hoofdletter).

In het boek Ecopersonalisme verwijs ik naar Albert Schweitzer als één van de pioniers van de transitie van ego naar eco. Hij was en is vooral bekend voor zijn humanitaire  acties als arts in Afrika waarvoor hij de Nobelprijs van de vrede kreeg. Maar Schweitzer was ook een scherpe filosofische geest. Hij schreef in het oerwoud van Afrika - op het ogenblik dat in Europa de eerste wereldoorlog uitbrak - een weinig bekend maar baanbrekend boek over het Verval en de Wederopbouw van de Cultuur. In zijn dagboek vertelt hij hoe tijdens een driedaagse boottocht op weg naar een zieke collega bij een prachtige zonsondergang hem het woord Ehrfurcht vor dem Leben te binnen viel. Meestal vertalen we Ehrfurcht door eerbied maar het Duitse woord is sterker.  Ehr-furcht betekent ontzag. Beroemd is de zin waarmee Schweitzer zijn eco-ervaring later omschrijft: Ik ben leven dat leven wil te midden van leven dat leven wil. 

Schweitzers eco-principe ‘eerbied voor het leven’ verwijst in de eerste plaats naar de noodzaak van een persoonlijke en doorleefde grondervaring van de natuur als solidaire Levenswil. Daarnaast is het ook een ethische norm voor het handelen met verregaande consequenties zoals blijkt uit het leven en de geschriften van  Schweitzer zoals bijvoorbeeld de ‘gelijkheid’ tussen alle natuurwezens. (waar ik hier niet kan op ingaan). 

Schweitzer is ongetwijfeld ook een milieu activist maar dan één wiens activisme verankerd zit in een spiritualiteit van aandacht voor de transcendente dimensie in de Natuur. Meer dan veel woorden drukt het beeld van de biddende vogel op het altaar uit hoe in de Natuur een vorm van aanbidding en spiritualiteit aanwezig is. We moeten deze eco-spiritualiteit niet maken maar wel ontdekken. Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft.   

Luk Bouckaert 

STILTEMOMENT (met muziek)

INLEIDING OP HET EVANGELIE: oproep tot ecologische bekering (Laudato Si)

Ecologische bekering is geen puur menselijk proces, maar een ontmoeting met God die ons van binnenuit omvormt  en doet groeien naar een universeel ecologisch bewustzijn. Dit vraagt om een innerlijke herbronning via gebed en een bewust anders omgaan met de natuur.  “God heeft ons zo innig met de wereld die ons omringt verbonden dat wanneer grond verandert in een woestijn het als het ware iedereen ziek maakt en wanneer een soort uitsterft wij het als een verminking betreuren” (LS 89). Dit soort ervaring beveelt ’Laudato Si' aan gelovigen aan om de weg op te gaan naar een betere en meer verenigde wereld. 

Jezus herneemt het Bijbelse geloof in God de Schepper en wijst op een fundamenteel gegeven: “God is Vader”. In dialoog met zijn leerlingen nodigt Jezus hen uit de vaderlijke relatie te erkennen die God heeft met alle schepselen, en met een ontroerende tederheid wees Hij erop dat elk van hen belangrijk zijn in Gods ogen: “Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze” (Mt 6,26). (LS 96). In volgende evangelietekst schetst Jezus ons een DROOMBEELD van een wereld waarin wij allen (zowel mensen, maar ook dieren, planten, kortom alle levende wezens)  als kinderen van eenzelfde Vader verenigd zijn. Tegelijk houdt deze lezing een krachtige oproep in tot ecologische bekering. Tegen de stroom in van kortetermijnprofijt, consumptiecultuur, … in worden we opgeroepen onze VEERKRACHT om te zetten in DAADKRACHT om deze DROOMwereld waar te maken voor ieder schepsel. We lezen nu dit evangelie en reflecteren daarna in stilte hoe we deze droomwereld stapsgewijs kunnen waar maken.

EVANGELIELEZINGMatteüs 6:24-34 De leliën in het veld

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Niemand kan twee heren dienen: hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen én de mammon. Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken, en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Is het leven niet méér dan het voedsel en het lichaam niet méér dan de kleding? Let eens op de vogels in de lucht: ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren, maar uw hemelse Vader voedt ze. Zijt gij dan niet veel méér dan zij? Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg één el toe te voegen? En wat maakt gij u zorgen over kleding? Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien. Ze arbeiden noch spinnen. Toch zeg Ik u: Zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. Als God nu het veldgewas, dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen, zó kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen? Maakt u dus geen zorgen over de vraag: wat zullen we eten of wat zullen wij drinken of wat zullen wij aantrekken? Want dat alles jagen de heidenen na. Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt. Maar zoekt eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden. Maakt u dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.

STILTEMOMENT

Lied 524: Die er zijn zal 

VOORBEDEN (bij het aanbrengen van speciale gaven en/of kaarsjes)

VOORBEDE 1: kleinkinderen bekeren ons ecologisch (Sabine) 

Door de ogen van onze kleinzonen herontdek ik het mooie en kwetsbare van de schepping. Het vanzelfsprekende wordt opnieuw een fascinerend wonder: een vlieg op het raam, een fladderende vlinder, een paardenbloem in het gras, … Ze wijzen ernaar, en leren mij opnieuw eerbied te hebben voor alle leven om ons heen als een geschenk. Maar tegelijk ben ik bezorgd om hun toekomst. Zal er nog een leefbare plek zijn voor hen? Zij dagen me uit om mij actief te engageren voor het klimaat. Samen met de lokale buurtcomités van de bosrand van Heverlee  zetten we ons in voor een meer biodiverse tuin en toveren de spoorwegbermen om tot ecobermen. Op die manier hopen we  een lokale droom waar te maken: de eenmaking van een groen-blauwe verbinding tussen Heverlee-bos en Egenhoven-bos. Om onze acties meer kracht bij te zetten, wil ik mij engageren als lid van de pas opgerichte Leuvense natuur- en biodiversiteitsraad. Ik vraag jullie steun en Gods Geest om verder te groeien in VEERKRACHT en DAADKRACHT. (symbolisch een foto van de kleinkinderen op het altaar aanbrengen).

VOORBEDE 2:  (vanwege Ria Vandoren die niet aanwezig kan zijn in de viering).

God, met U delen wij de zorg voor een goede toekomst voor alle levende wezens.

Wij bidden U:

dat uw bewogenheid voor de aarde en al haar bewoners zal landen 

in de harten, hoofden en handen van mensen,

dat we de schreeuw HOREN van al het uitstervende en bedreigde leven,

dat we zullen HANDELEN om te koesteren en te redden wat dreigt verloren te gaan,

dat we ons eigen leven verbinden met de toekomst voor allen, en dat vanaf NU.

 

VOORBEDE 3: (voorbereid en uitgesproken door Annette) 

Ik wil bidden 

dat wij ons laten raken door de Geest van God

zodat wij met kracht onze stem verheffen TEGEN ONRECHT

                                                                           VOOR MENSEN

Vooral voor de meest kwetsbaren, voor hen die lijden onder de gevolgen van de klimaatverandering.

Ik wil bidden

dat we mogen geloven in de kracht van het klein begin:

IEMAND TE ZIJN VOOR IEMAND, MENS VOOR MENS en zo VERBONDEN TE LEVEN.

Een Koerdisch gezin uit Syrie is meegekomen. Zij brengen nu een lichtje aan als teken van HOOP.

ZO getuigen ze dat wij -- ondanks verschil  van godsdienst, van cultuur, kleur of stand --ELKAAR kunnen VINDEN en VRIENDEN worden. En voor vrienden wil je veel geven.

 

Roushin zal nu bidden in haar taal.

 

VRIJE VOORBEDEN: Er is nadien ook gelegenheid tot het formuleren van vrije voorbeden door kapelgangers.

Na elke voorbede zingen we samen: Herschep ons hart 

Herschep ons hart, heradem ons verstand.

Dat wij elkaar behoeden en doen leven.

Maak ons tot uw gemeente.

Wees de stem die ons geweten wekt.

Verberg U niet. Verberg U niet!

 

KAARSJESPROCESSIE met ACHTERGRONDMUZIEK: hierna krijgen alle andere kapelgangers de gelegenheid naar voren te komen en een kaarsje op het altaar te zetten (zonder expliciet een voorbede te formuleren).

GEEN Tafelgebed (geen consecratie)

ONZE VADER

VREDEWENS

COMMUNIE

KORTE BEZINNING: omarm een kwetsbare BOOM

Het herstel van onze relatie met de natuur en eerbied voor de schepping willen we symbolisch kracht bijzetten door een boom (moerascipres) in de tuin van Filosofenfontein uit te kiezen als symbool van onze solidariteit met de paus en onze daadkracht voor een integrale ecologie. We zullen deze boom symbolisch omarmen op het Fonteinfeest van 2 september en drukken nu ons engagement uit met LIED 519.

Lied 519 “De steppe zal bloeien”

SLOTGEBED (samen) : Gebed voor onze aarde (Laudato Si)

We sluiten de dienst nu af door samen het gebed voor onze aarde uit de encycliek “Laudato Si” te bidden, dat de leidraad vormt van onze acties.

God,
die schuilt in het onmetelijke heelal
én in het kleinste van uw schepselen,
Gij die met uw tederheid al het bestaande omgeeft,
beadem ons met de kracht van uw liefde,
dat wij de zorg opnemen voor het leven en zijn schoonheid behoeden.
Besproei ons met vrede,
dat wij als broeders en zusters kunnen leven,
zonder iemand te benadelen.
God van de armen,
help ons de verlaten en vergeten mensen van deze wereld
die zo waardevol zijn in uw ogen,
een reddende hand te reiken.
Maak onze geesten weer gezond,
opdat wij de wereld beschermen
en haar niet plunderen,
opdat wij schoonheid zaaien
in plaats van vervuiling en verwoesting.
Raak de harten
van allen die alleen maar voordeel zoeken
ten koste van de armen en van de aarde.
Leer ons de waarde van alle dingen te ontdekken,
met verbazing te kijken
en te erkennen dat wij ten diepste verbonden zijn
met alle schepselen
op onze weg naar uw oneindig licht.
Dank dat Gij alle dagen met ons zijt.
Bemoedig ons, alstublieft, in onze inzet
voor gerechtigheid, liefde en vrede.

ZEGEN EN WEGZENDING 

 

[1] Wie de film in zijn geheel wil zien, is welkom op de inspiratienamiddag met SPES  rond ecospiritualiteit en klimaatrechtvaardigheid op 23 september of kan die online bekijken op Ecokerk.be

230730

30 juli 17e zondag door het jaar            Zoeken en vinden

 

Jan Degraeuwe

Openingszang 568 Wij zoeken U

Begroeting

Op onze website staat: “Filosofenfontein is een Dominicaans geïnspireerde, open en gastvrije gemeenschap van zoekende mensen.” Lied 568 zou dus ons lijflied kunnen zijn: “Wij zoeken U.” We zoeken vaak iets of iemand. Misschien heb je vanmorgen even je sleutels moeten zoeken. Je weet dan precies wat je zoekt en je kent de plaatsen waar je je sleutels regelmatig achterlaat. Het openingslied ging niet over dit soort zoeken. Er is ook het systematisch zoeken: op een geplande manier een kennisdomein uitbreiden en wanneer de verworven inzichten vaststaan, een nieuw plan voor verder onderzoek opstellen. Dit zoeken leidt tot voortschrijdend inzicht. Maar er is nog een ander zoeken: de dichter, die in de rijkdom van de taal zoekt naar het gepaste woord. En voor elk gedicht moet hij opnieuw naar woorden zoeken. Kierkegaard zei dat in het geloof elke generatie van voren af aan begint, de volgende generatie komt niet verder dan de voorgaande. In alle zoeken zit verlangen: naar de sleutel, naar een wetenschappelijk resultaat, naar woorden die de vonk zullen doen overspringen. Verlangen drijft ons zoeken naar God. Psalm 42 verwoordt dit heel mooi.

Zoals een hert verlangt naar levend water,
zo wil ik , God, met heel mijn wezen naar U toe.
Ik dorst naar God, de levende God;
wanneer sta ik eindelijk oog in oog met mijn God?
Ik heb geen brood dan tranen dag en nacht
en altijd weer hoor ik ze zeggen: “Waar blijft nu je God?”

Ik moet er steeds aan denken, en dan schiet mijn hart weer vol,
hoe ik meeliep in het gedrang, naar het huis van onze God,
en dan hoor ik ze weer zingen, heel die feestelijke stoet.

Maar waarom dan zo moedeloos,
waarom opstandig?
Ik zal wachten op God
en eens zal ik Hem danken:
Gij zijt mijn lijfsbehoud,
Gij zijt mijn God.

(uit Vijftig psalmen door Huub Oosterhuis en Michel van der Plas)

Lied 139 Wees Gij het woord, Gij de stilte

Inleiding op de evangelielezing

Vandaag sluiten we de parabelrede af met drie parabels over het koninkrijk der hemelen die we alleen in het evangelie van Mattheüs vinden. Twee weken geleden sprak Lut over de gulle zaaier. Vorige zondag bij de parabel over het onkruid tussen het graan, vroeg Marcel “Wie is graan, wie onkruid?” Vandaag zullen we daar in de parabel van het sleepnet een variatie op horen. Mattheüs brengt de drie parabels zonder uitleg. Als Jezus na de gelijkenissen vraagt: “Hebben jullie dit alles begrepen?”, antwoorden de leerlingen volmondig “Ja”. Mattheüs geeft ons de opdracht om zelf op zoek te gaan naar mogelijke betekenissen.

Mt. 13,44-52

Lied 547 Het rijk van God, 3-5-7

Homilie

De eerst twee gelijkenissen gaan over zoeken en vinden, verkopen en kopen. De personages zijn erg schematisch, maar hun handelingen spreken tot de verbeelding: alles verkopen om te verwerven wat je vreugdevol en gelukkig zal maken.

De man die de schat vond was misschien een zwerver of een wandelaar of een ploeger in dienst van de landeigenaar. Hij had aandacht voor wat hij op zijn weg tegenkwam en hij herkende wat daar in de grond zat en zich maar gedeeltelijk toonde; hij stond open voor het onverwachte. De vraag naar een rechtmatige eigenaar wordt hier buiten beschouwing gelaten, zodat de vreugde van de vinder die alles verkoopt grote nadruk krijgt. Het rijk der hemelen vraagt een totale inzet, het geeft vreugde en zet aan tot actie. Je moet iets nieuws aandurven zoals Abraham die wegtrok uit zijn geboortestreek.

De koopman is op zoek naar mooie parels. Hij kan de aangeboden parels rustig bekijken en zijn keuze maken. Als hij gans zijn bezit verkoopt om die unieke parel te verwerven, heeft hij een einde gemaakt aan het kopen en verkopen; zijn leven zal helemaal anders worden. Het verhaal van de koopman geeft de indruk dat je op je lauweren kan rusten eens je de schat gevonden hebt. Zou je de parabel niet elke dag opnieuw moeten beleven? Steeds weer op zoek gaan naar de parel en steeds weer alles inzetten. Is dat het rijk der hemelen?

Het kader van de derde gelijkenis is de visserij. Vissers weten uit ervaring waar ze hun net moeten uitgooien, maar succes is nooit gegarandeerd. Vandaag hebben ze geluk, het net is vol en het verzamelt vissen van alle soorten. Horen we hier de zending van de leerlingen? Jullie moeten mensenvissers worden en mensen van alle soorten bijeenbrengen. Zoals het sleepnet brengt het rijk der hemelen een gevarieerd gezelschap samen, je mag niet te snel denken dat deze of gene er niet bij hoort. God zal wel beslissen wie een goede vis is.

In de parabel van het graan waartussen onkruid was gezaaid, moesten de knechten wachten tot de oogst om graan en onkruid te scheiden. Zo moeten ook de vissers het net op het strand trekken om de vangst te keuren. De knechten op het land en de vissers op het meer, moeten verdragen dat het onkruid opschiet met het graan en dat slechte vissen in het net raken. Mattheüs plaatst dit onvermijdelijk samengaan van goed en kwaad in de context van de eindtijd, van het laatste oordeel. Mattheüs houdt ervan om de scheiding tussen kwaadwilligen en rechtvaardigen te dramatiseren: “ze zullen jammeren en knarsetanden”. Deze uitdrukking staat zesmaal in zijn evangelie! We moeten voorzichtig zijn met deze beeldspraak. In zijn boek Si je dis Credo zegt Maurice Bellet dat een bepaalde christelijke prediking het laatste oordeel gretig heeft gebruikt om mensen braaf te houden door hen schrik aan te jagen. Dit past echter niet bij een God die liefde is en zeker niet bij Jezus die zegt: “Ik ben niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden.” Spreken over het oordeel laat ons realistisch kijken naar wat verkeerd gaat, maar mag ons niet verhinderen om met vreugde en met vertrouwen te leven, want we hebben een schat en een parel gevonden.

Tot slot spreekt Jezus over een schatkamer waaruit de huiseigenaar nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt. De schat komt hier weer ter sprake, maar nu is hij gevonden door “een schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden”. Een schriftgeleerde is thuis in de joodse Bijbel, die we ook het Oude Testament noemen. De joodse Bijbel is de bron waaruit hij kan putten om volgeling te worden van de radicale boodschap van Jezus, die we het Nieuwe Testament noemen. We worden hier herinnerd aan Jezus’ woorden uit de Bergrede: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.”

Het koninkrijk der hemelen is de levenswijze van de mensen die de Bergrede ter harte nemen en de radicale aansporingen van Jezus opvolgen. Om leerling te worden in het koninkrijk der hemelen moet je openstaan voor het onverwachte, je leven durven veranderen en bereid zijn om alles te verkopen. De parabel van het sleepnet laat ons hopen dat we met velen zullen zijn.

Lied 149

Groot dankgebed 156 Heerlijk is het de Heer te bezingen

Lied 181 Dan zal er vreugde zijn op aarde

Slotlied 581 Zoals Ik zelf gezonden ben

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.