Vierde zondag van de vasten, Samen maken we het verschil.
Hendrik Van Moorter
Welkom
Beste mensen, welkom op deze vierde zondag van de vasten, die gekend is als Laetare, het eerste woord van de intredezang. Laetare is latijn voor zich verheugen. De intredezang begint dan ook met: verheugt u!
In de voorbereiding van deze viering botste ik echter op de somberheid die me overviel bij al het negatieve wereldnieuws. Overkomt het jullie ook wel eens bij al dat oorlogsgeweld. Kan het jullie ook te veel worden om te worden gebombardeerd onder al die slachtoffers en de vele manipulaties van politieke leiders?
Op een bepaald moment voelde ik me erdoor overweldigd. De oproep “verheugt u” vloekte met mijn gevoelens. Ik liet de voorbereiding los. Ik kon niet anders en ging mediteren. Mediteren vraagt om alles los te laten, alle gedachten, alle gevoelens, alle willen. Plots gebeurde er iets tijdens dat mediteren. Ik zag onze gemeenschap, jullie allen hier voor mij in onze kapel. Gedachten en gevoelens van bevrijding. Alleen kan ik niets, samen zijn we op weg naar iets nieuws. Een gevoel van vreugde vervulde mij. Ik was de weg kwijt geraakt, was verdwaald en was weer thuis gekomen.
Ik begreep beter dan ooit Jezus’ woorden “waar twee of meer in mijn naam verenigd zijn, ben ik in hun midden.” Laat ons deze viering dan ook beginnen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
De intredezang komt uit het boek Jesaja. Ik geef een eigen versie:
Verheugt u, alle mensen van deze wereld
en komt bijeen allen die van de aarde houden.
Verheugt u en weest blij wie in droefheid gedompeld waren
dat u mag juichen en verzadigd mag worden.
Want dit zegt de Heer:
Ik laat de vrede als een rivier
naar haar toestromen.
Wie anders zou de wereld dragen, dan zij die van de aarde houden. We zingen lied 001
Lied 001Wie anders zou de hemel dragen
Vreugde is er als het volk na 40 jaar zwerven door de woestijn, thuiskomt in het Beloofde Land. Toen het boek Jozua zijn definitieve vorm kreeg, leefde het volk in ballingschap in het bittere besef dat hun land in puin lag. Men moest alles van nul af aan weer opbouwen. Het boek Jozua diende als teken van hoop en als steun voor de wederopbouw van een eigen thuis.
We luisteren naar de eerste lezing uit het boek Jozua
De eerste lezing: Jozua 5,9a.10-12.
Gebed. (Uit het tafelgebed 151)
Wij bidden u:
zend ons uw geest, die over deze aarde gaat
en maak ons tot één volk
dat recht doet en gerechtigheid.
Maak leven en welzijn groter en sterker
dan oorlog en dood.
Breek het geweld in ons
en breng ons thuis.
Geef ons handen, God,
die woningen bouwen van vrede,
en brood voor oud en jong,
uit kracht van Hem, de Mensenzoon,
hier in ons midden.
De vierde zondag van de vasten is ook een dag van Broederlijk Delen.
Broederlijk Delen trekt er in zijn actie dit jaar de aandacht op hoe de rijke landen de aarde vernietigen. Ze putten de aarde uit. Kunstmatige meststoffen en insecticiden betekenen een gevaar voor de gezondheid van mens en dier, voor de aarde zelf. Soms met hongersnood als gevolg.
Broederlijk Delen roept op om samen de krachten te bundelen van allen die naar een meer rechtvaardige wereld streven. Samen maken we het verschil.
Dat wij als wachters op de muren zijn, geroepen om het zwijgen te verbreken, een klein begin van opstanding… we zingen lied 221
Lied 221 Dat wij als wachters op de muren zijn
Van de religieuze gezagsdragers van zijn tijd krijgt Jezus veel kritiek wegens zijn omgang met tollenaars en zondaars, met mensen die volgens de Wet onrein waren.
In een antwoord beschrijft Jezus de vreugde in de nieuwe schepping, waar mensen niet worden verstoten, maar in liefde worden opgewacht.
We luisteren naar het evangelie volgens Lucas.
Evangelie volgens Lucas (Luc 15,1-3,11-32)
In de parabel stelt de vader God voor en de twee zonen, dat zijn wij. De zonen verliezen elk op hun manier het contact met hun vader en met elkaar. Het begin van een crisis en van een zoektocht van de jongste zoon, nadien ook van de oudste.
Lied 123. Keer u om naar ons toe, keer ons toe naar elkaar.
Het verhaal begint met de jongste zoon. Hij vraagt zijn erfdeel en wil weg. Wat mist hij dan? Het bedrijf van zijn vader lijkt welvarend, met een behoorlijk vermogen. Er zijn dagloners en knechten. Voor het feest is er muziek, mooie kleren en juwelen. En toch wil hij weg.
Hij trekt naar een ver land en leidt er een losbandig leven. Wellicht had hij dankzij zijn geld vele vrienden en vriendinnen. Tot dit soort leven wordt ontmaskerd als een illusie. Hij leidt honger. Letterlijk en figuurlijk, want die honger staat ook symbool voor geestelijke honger. Naar wat hongert hij? In eenzaamheid, als hij zijn honger probeert te stillen op onreine wijze, tussen varkens, ontdekt hij langzaam wat hij mist: zijn liefdevolle vader. Was het misschien dat wat hij miste voor hij vertrok, omdat hij was blind geworden voor die liefde? Hij was zich niet bewust van het goede ervan, laat staan dat hij er dankbaar voor was. En dus wou hij eruit weg.
Pas als het leven in het verre land, louter gericht op plezier maken, een leugen blijkt te zijn, ontdekt hij de waarde van het samen leven en samen werken in de liefde van zijn vader. Die vader ontvangt hem met alle vreugde. Hij komt weer thuis.
En de oudste zoon? Hij vindt zichzelf in vergelijking met zijn broer een perfecte zoon. Hij voelt zich hierin echter miskend door zijn vader. Hij verwacht dankbaarheid van hem. Ook hij is blind geworden voor de vanzelfsprekende liefde van zijn vader. Hoe hij alles van hem krijgt. In plaats van daar dankbaar om te zijn, neemt hij aanstoot aan de liefde van zijn vader voor zijn broer. Zijn ego speelt op. Is hij niet meer waard dan zijn broer? Hij is toch altijd gehoorzaam geweest. Dus verdient hij meer. Dankbaarheid voor al het goede dat hij krijgt en gekregen heeft, verdwijnt onder het zich tekortgedaan voelen.
De vader probeert met al zijn liefde het bevroren hart van zijn oudste te ontdooien. Of het lukte komen we niet te weten.
Dan alleen zal de steppe bloeien. We zingen lied 519.
Lied 519 De steppe zal bloeien
Tafelgebed 164 Gij die de stomgeslagen mond verstaat
Als wij mensen zijn voor het licht geboren,
laten wij dan door de nacht gaan,
wakend uitzien naar een glimp van de dageraad.
We zingen lied nummer 219.
Communielied. 219. Wakend uitzien
Gebed Aarde, Deze. (Huub Oosterhuis)
Aarde. Deze. Enig denkbare.
Rond en blauw in de ruimte.
Met zon, maan en sterren, seizoenen, rivieren,
rivieren die stromen naar zee.
En niets valt omhoog en alles omlaag.
En niets is nog af en alles nog nergens.
En overal mensen die weten van niets
en maken van alles-
en alles bederven, seizoenen, rivieren.
En achteloos doden.
En sterven en doden en sterven.
Aarde. Deze. Enig denkbare.
Rond en blauw in de ruimte.
Met zon, maan en sterren, seizoenen, rivieren,
rivieren die stromen naar zee.
en niets valt omhoog en alles omlaag.
En niets is nog af en alles nog nergens.
Maar hier en daar mensen en steeds meer en overal
mensen die doen wat vandaag nog gedaan moet.
Die langzaam maar zeker, bezeten van liefde,
de aarde opdelven
uit de onderste afgrond.
Aarde. Deze. Enig denkbare.
Rond en blauw in de ruimte.
Met zon, maan en sterren, seizoenen, rivieren,
rivieren die stromen naar zee.
De zegen