Over Galileeërs en Samaritanen en de Joden van Judea
door Johan Fevery (tekst en figuren)
verschenen in de e-Bubbels van 7 april 2023
“Uit Nazareth (in Galilea)”, zei Natanaël, “kan daar iets goeds vandaan komen?” (Joh 1: 47)
Deze uitspraak getuigt van de minachting die de zuiderse Joden uit Judea hadden voor de noorderlingen uit Galilea. Bij de intrede in Kanaän, die wel meer geleidelijk als infiltratie gebeurde dan wat in de Bijbel als heroïsche verovering wordt aangeduid, hebben de stammen zich verspreid over het grondgebied van Kanaän (Fig.1).
Fig.1 Verspreiding van de stammen.
Fig.2 Het noordelijke Koninkrijk Israël, met de landstreken Galilea, Samaria en Gilead (stam van Gad en Reuben), en het zuidelijke ‘Tweestammenrijk’ Judea (stam van Juda, Simeon en Benjamin). De buurlanden zijn Fenicië, Aram, Ammon, Moab, Edom en de Filistijnen.
Rond 922 v.Chr. (BC) waren er 2 koninkrijken: ‘Israël’ in het noorden met Samaria als hoofdstad en het zuidelijke koninkrijk ‘Judea of Judah’ met Jerusalem als hoofdstad. Het zuidelijke rijk werd soms het ‘Tweestammenrijk’ genoemd, hoewel er 3 waren: Juda, Simeon en Benjamin. In het zuiden was er een meer stedelijke populatie. Volgens de Bijbeltekst waren deze koninkrijken ontstaan ten gevolge van disputen onder de zonen van Koning Salomon (maar archeologisch werden er tot nog toe geen bewijzen gevonden van het bestaan van het éne grote Koninkrijk van David of Salomon, wel van 2 koninkrijken). Het noordelijke rijk ‘Israël’ was meer landelijk met o.a. de heuvels en het meer van Galilea. Daar hadden zich ook andere stammen gevestigd.
Galileeërs werden veelal aanzien als tweederangsburgers omwille van hun plattelands- of visserscultuur, ook omwille van hun dialectvorm van het Aramees en omdat er een grotere vermenging was met de oorspronkelijke of naburige volkeren (Kanaänieten, Feniciërs, Arameeërs, Ammonieten). Door de landbouw en de visserij waren ze economisch meer welstellend dan de zuiderlingen. Dat verwekte jaloezie bij de zuiderlingen. Op religieus vlak waren er meer conservatieve stadjes (Nazareth en Kafarnaum) of meer lakse en hellenistische stadjes (Tiberias en Sepphoris). Wel waren ze minder gesofisticeerd dan het religieuze ‘establishment’ van Jerusalem, dat veraf lag. Ze waren ook jarenlang onder een andere politieke en administratieve macht geweest (Noorden) dan Judea. Ze werden dus in de superieure pretentieuze hoofdstad Jerusalem als ‘vreemd en minderwaardig’ aanzien, cfr Joh 7: 41. “De Messias komt toch niet uit Galilea”.
Een nog veel grotere minachting en zelfs vijandigheid bestond er tegenover de Samaritanen. De landstreek Samaria (momenteel de West Bank genoemd) is gelegen ten noorden van Judea (grens ongeveer ter hoogte van Ramallah) maar onder Galilea en ten westen van de Jordaan, en werd bewoond door de stammen van Ephraim, Dan en Manessah. Omri, koning van het Noordrijk (880–870 BC) zou een heuvel gekocht hebben van een zekere Shemer, en op die heuvel zijn hoofdstad Samaria gebouwd hebben.
De Samaritanen en de Joden konden in de tijd van Jezus niet goed overweg met elkaar. Gezien de conflict-geschiedenis, verkozen veel Galileeërs de route ten oosten van de Jordaan (door Perea, het westelijk deel van Gilead) om naar Jerusalem te reizen om als dusdanig niet door Samaria te moeten trekken. Jezus echter ging dwars door Samaria, en spreekt niet negatief over de Samaritanen.
De geschiedenis van de Samaritanen gaat terug op de herbevolking van het Israëlische Noordrijk. Zij stammen af van de oorspronkelijke joodse inwoners van het noordelijke Koninkrijk Israël. In het jaar 722 BC werd Israël overwonnen en verwoest, en een deel van de bevolking van Samaria werd door de Assyriërs (Koning Sargon II en opvolgers) weggevoerd. Zij werden vervangen door kolonisten (uit Babel, Kuta, Erech, Susa, Noord-Arabië …) die door de Assyriërs naar het gebied rond Samaria gestuurd werden om het te herbevolken. De achtergebleven Israëlieten van het noordelijke Israël vermengden zich met die nieuwkomers. Daaruit zijn de Samaritanen ontstaan.
De nieuwkomers bleven aanvankelijk ook hun eigen godenbeelden vereren, maar tijdens een leeuwenplaag zond de Assyrische koning een Israëlitische priester, om hen de God van hun land weer te leren dienen. Langzamerhand verdween het veelgodendom en werden de Samaritanen dan ook weer (hoewel niet zuiver) monotheïstisch. Zij vereerden bijna uitsluitend JHWH, maar voor hen is de berg Gerizim de plaats om God te eren en om te offeren (voor de zuiderse Joden is dat de Tempelberg, ‘de berg Sion’ in Jeruzalem). Volgens de traditionele Samaritaanse theologie vond de scheiding tussen de Samaritaanse en Joodse religie plaats in de tijd van de hogepriester Eli (1 Samuël 1: 4 en volgende) bij de omzwervingen van de Ark des Verbonds. De Samaritanen gaan er vanuit dat zij wel JHWH dienen op de ware plaats, en dat zij het ware levitische priesterschap aanhouden. Zij erkennen alleen de eerste vijf Bijbelboeken (Pentateuch) welke toegeschreven zijn aan Mozes, terwijl in Judea ook de Profeten en de Geschriften gezaghebbend waren. Volgens de zuiderlingen verloren de Samaritanen hun zuiverheid; ze werden geminacht, als onrein aanzien en hun eredienst als onwettig beschouwd.
Na de terugkeer van de zuiderse Joden (Judea) uit de Babylonische Ballingschap (597 - 538 BC), boden de Samaritanen hun medewerking aan om de tempel van JHWH in Jeruzalem te herbouwen. De Joden sloegen het aanbod af, uit vrees dat de zuiverheid van de Joodse godsdienst in gevaar zou komen. De Samaritanen pleegden nadien een reeks vijandelijkheden tegen de Joden.
In de tijd van Jezus woonde er een erg gemengde populatie in de landstreek Samaria met afstammelingen van de originele Joden en ook van Joden afkomstig uit Judea, met afstammelingen van de geïmporteerde Assyriërs en Babyloniërs en ook van de Griekse veroveraars uit de hellenistische overheersing (Alexander de Grote; 356 - 323 BC).
Bronnen
De Wereld van de Bijbel. Van den Born et al. Uitgeverij Het spectrum MCMLVII
The Times Atlas of the Bible
The Routledge Atlas of Jewish History. Martin Gilbert
Aux Origines de la Torah. Israel Finkelstein & Thomas Römer
Encyclopedia Britannica - World History Encyclopedia - Wikipedia English edition