250223 Wees baarmoederlijk

7e zondag (2025) – Wees baarmoederlijk 

Marcel Braekers 

Het moreel charter van een christen

4 basisgeboden:

Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik:

  • Heb je vijand lief
  • Wees goed voor wie jullie haten, 
  • Zegen wie jullie vervloeken
  • Bid voor wie jullie slecht behandelen.

 

3 voorbeelden van geweldloosheid:

  • als iemand u op de linkerwang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan
  • en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt niet ook je onderkleed.
  • Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt.

 

Gulden regel:

            Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen.

Drie tegenwerpingen:

  • Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben.
  • En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo.
  • En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen.

 

 

Terug de basisgeboden:

  • Nee, heb je vijand lief
  • Doe goed 
  • en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten

Perspectief:

Dan zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is.

 

 

Drie houding van geweldloosheid

  • Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.
  • Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden.
  • Vergeef, dan zal je vergeven worden.

Besluit:

Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevige aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.


Intredezang 563 Kom in mij

Begroeting

De Duitse filosoof Immanuel Kant schrijft ergens: Twee dingen vervullen mij altijd weer met verwondering en ontzag, hoe vaker en hoe dieper ik erover denk: de sterrrenhemel boven mij en de zedenwet in mij. 

Inderdaad, een van de meest fascinerende aspecten van de mens is zijn geweten. Niet te verwonderen dus dat allerlei specialisten hebben geprobeerd het te begrijpen en te verklaren. Is het gewoon een mechanisme dat ervoor zorgt dat we elkaar niet uitmoorden maar als groep kunnen overleven? Is ons geweten alleen maar een samenraapsel van wat de maatschappij, onze opvoeders of onze godsdienst ons opdringen? Of gaat het om een oorspronkelijke, fijngevoelige instantie in elk van ons die ons begeleidt in wat goed en niet goed is, een stem die soms tegen onze zin in opspeelt en ons terechtwijst? Of is ons geweten dat allemaal tezamen en vraag ik uw aandacht voor het meest complexe in ons leven, iets dat ons grondig doet verschillen van alle andere levende wezens. Bijna 60 jaar geleden ging mijn scriptie in de filosofie over dit thema. Ik vond toen geen duidelijk antwoord, en heb het vandaag nog niet. Misschien kan u dat geruststellen. 

Waarom begin ik deze viering met zo’n complex thema op uw bord te leggen? De reden is het evangelie van deze zondag. Het is het vervolg van de vlakterede bij Lucas en waarvan we vorige week het begin hoorden. In niet mis te verstane woorden geeft Lucas zijn versie van wat Jezus als de basis van ons gedrag voorstelt. En dat is niet van de poes: je vijand beminnen, ook de andere wang aanbieden als je een mep krijgt, geven zonder iets terug te verwachten. Ik moet naar adem happen als ik het zo na elkaar hoor. Laten we daarom bidden om vertrouwen en aandacht.

Lied 110 Bidden wij tot de levende God

Gebed

In de schaduw
Van uw vleugels
Waak ik.
Met uw licht
Voor ogen,
Bid ik mij
Het donker door,
Zing ik mij
Van zorgen vrij.

God,
Bescherm mij
En omarm mij.
Houd mij vast
Wanneer ik wankel,
Als mijn wortels 
Moeizaam hechten
En mijn schaduw
Al te lang wordt.

Gij,
Die de vlam
In mijn hart bewaart
Wakker haar aan
Tot de nacht is gedaan
En het duister geleden.          (S. de Vries, Bij gelegenheid  I p. 52)

Inleiding op het evangelie

Misschien herinnert u zich nog hoe Geert onze aandacht vroeg voor het begin van de vlakterede van Lucas, de tegenhanger van de Bergrede bij Mattheüs. Terecht wees hij daarbij op de verschillen. Lucas spreekt over de armen, niet de armen van Geest, en terecht voegde Geert bij de lezing een tekst van de stichter van de vierdewereldbeweging en van Jeanne De Vos. Maar dan heeft een merkwaardige verschuiving plaats. De tekst die volgt richt zich tot mensen die bezit hebben, die macht uitoefenen, enz. Het is zo’n gebalde tekst dat ik hem voor jullie heb afgedrukt en uit elkaar gelegd zodat je niet te snel eroverheen gaat. Daarom stel ik een moment van stilte voor na de lezing.

Lucas 6, 27 – 38

Stilte

Homilie

Hoe ga je om met geweld: met een persoonlijke of collectieve vijand of met iemand die je vernedert (op de wang slaat)? Hoe ga om met je bezit en de macht die via bezit hebt? Leen je zonder rente? Geef je zonder iets terug te verlangen?

En hoe heb je lief? Alleen je binnencirkel, je thuis, je vrienden? Sta je altijd klaar om te oordelen of laat je dat aan God over? 

Nee, wees baarmoederlijk voor elkaar zoals God baarmoederlijk voor jou is (oiktirmoon = mild en liefdevol)). 

Wat Jezus hier verkondigt was voor die tijd van een ongehoorde originaliteit. Voor zijn volksgenoten betekende elkaar liefhebben je familie en je mede-volksgenoten, verder ging het niet. Jezus vraagt een houding die al deze banden overstijgt en universeel geldt. En in de Grieks-Romeinse gedragscode was wederkerigheid heel belangrijk. Jezus vraagt een eenzijdige houding waarbij je niet rekent iets terug te krijgen. 

Het brengt mij bij wat mij het meest heeft getroffen toen ik dit evangelie herlas. Jezus pleit voor een ethiek die verder gaat dan wederkerigheid. Jezus vraagt een houding waarbij je handelt zoals je denkt dat het beste is zonder daarbij te rekenen op erkenning of waardering. Waar haal je de kracht om zo te zijn? Ik denk dan aan twee dingen: het heeft te maken met ons geweten en met God. 

Allereerst omdat we mensen zijn met een stem die ons oproept buiten en boven onszelf te geraken. Ons geweten wordt getekend door een aantal ge- en verboden die ons zijn aangeleerd of die we vinden dat zo horen. Maar daar bovenuit of daaronder is er iets onnoembaar, wat we de stem van het geweten gingen noemen: een roepen, een vraag, een stille aandacht. Die stem kan je natuurlijk het zwijgen opleggen of overstemmen door andere verlangens, maar ze zal er altijd zijn. Ieder mens is drager van die roep dat als een kompas ons richt, dwingt, oproept. Ook als religie afbrokkelt, mensen zich verliezen in allerlei vreemde theorieën, toch blijft deze stem altijd werkzaam en verbindt ze ons over cultuur en godsdienst heen.

En een tweede motief om zo belangeloos te handelen is dat God zo met ons omgaat en dit bij ons een mildheid kan losmaken waardoor we boven onszelf uitstijgen. Ook hier is het onderricht van Jezus van grote originaliteit. Zijn God is een God die naar de mens op zoek is, die uitziet of die mens zich naar Hem wil keren, een God die altijd mild en genadig is.

Je kan er nog lang over filosoferen, maar in onze zangbundel staat een mooi lied dat het allemaal zingend ter sprake brengt. Ik nodig jullie uit om het voor elkaar te zingen.

Lied 527 leer van de liefde

 

Groot dankgebed 165 gij die weet

 

Na de communie 515 Ik zal er zijn 

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.