250216 Zalig

6e zondag (2025) – Zalig

Geert Craps

Openingslied 104 Openingswoord

Kruisteken en Inleiding

Regelmatig verschijnen in de media berichten als deze: “De impact van sociale media op het zelfbeeld is een van de redenen waarom jongeren kampen met psychische problemen.” (VRT-NWS, december 2023) Men wijst er dan op dat jongeren kwetsbaar zijn voor de impact van sociale media, omdat ze zich vergelijken met anderen en daarbij heel veel ideaalbeelden zien passeren. Sociale media tonen het perfecte leven en dan kunnen jongeren zich onzeker beginnen voelen.

We kennen dit soort analyse voor jonge mensen, maar het zou mij niet verbazen als een vergelijkbaar mechanisme in verschillende mate ook voor ons allemaal geldt. Het is toch menselijk om ons te vergelijken met anderen, en heersende ideaalbeelden in een maatschappij spelen daarbij een belangrijke rol. Die ideaalbeelden betreffen allerlei aspecten: financiële situatie, status, je maatschappelijke positie, schoonheid, misschien ook zelfs bepaalde karaktereigenschappen? Maar de kwestie is altijd: gelukkiger worden we niet van vele van die vergelijkingen of van die ideaalbeelden. Je zult maar een doorsnee jan met de pet zijn en soms wel eens kampen met lichamelijke, geestelijke, financiële, materiële  problemen. En dan spreken we nog niet van al wie serieus met grote problemen vecht. 

Nog een stapje op hetzelfde spoor: welke ideaalbeelden heeft ons geloof, en in engere zin de kerk ons voorgehouden? Wie is ons richtsnoer? Het evangelie van vandaag geeft een wat verrassend antwoord. Het spiegelt ons namelijk net het omgekeerde voor van wat nu opgeld maakt: de armen, de ongelukkigen, de treurenden, degenen die honger hebben, dat zijn degenen die “zalig” genoemd worden. Als contrast met wat we vandaag aan maatschappelijke idealen voorgespiegeld krijgen kan het in elk geval tellen. Iets om verder over na te denken.

Bezinning: lied 114, 1, 3, 5, 7, 9, 11, 12

Openingsgebed 

Waar uw wil, God, geschiedt,
daar doet Gij mensen veilig wonen.

Gelukkig is het land
waar troost is voor wie treuren,
waar tranen worden gedroogd,
zachtmoedigheid de dienst uitmaakt,
gerechtigheid het brood is dat allen voedt.
 
Gelukkig is het land
waar mensen vrede stichten,
waar liefde alle vrees verdreven heeft,
barmhartigheid de dagen vult.
 

Gelukkig is dat land
dat Gij ons toegemeten hebt,
het Rijk dat ons als uw genade toekomt.
 
Laat dit het land zijn
waar uw kinderen mogen wonen;
waar Gij ons voor het donker spaart
en het licht over ons uitroept;
waar Gij ieders naam kent en noemt
en ons elkaar ten geschenke geeft.
 
Zo bidden wij U God,
dat hier uw Rijk zal komen. 
(Sytze de Vries)

 

Getuigenissen

Ik wil die lezing uit Lukas over de armen, de hongerigen en de treurenden graag laten voorafgaan door twee hedendaagse korte citaten over mensen aan de rand, in de verdrukking. Eén citaat komt uit een gesprek met père Joseph Wresinski, de Franse priester die de beweging ATD-Vierde Wereld heeft gesticht.  Een tweede citaat komt uit de getuigenis van zuster Jeanne Devos, over haar omgang met de uitgebuite werkende meisjes in India. Daarna luisteren we naar het evangelie. 
Na elke getuigenis en na het evangelie zingen wij als acclamatie 123, Keer u om naar ons toe

  • père Joseph Uit “De armen zijn de kerk. Gesprekken met Père Joseph Wresinski over de Vierde Wereld”, p. 47 

“De Vierde Wereld is tegelijk onze spiegel en het teken van wat wij in staat zijn te doen. De armsten weten dat ook, en zij zijn onze kans. Ze doorzien ons en beletten ons heel wat dwaasheden te doen of echt helemaal slecht te zijn. Neen, de armsten vergissen zich niet. Ik heb altijd verbaasd gestaan over hun vermogen om ons te beoordelen, niet om wat wij lijken, om wat we zeggen of doen, maar om wat ze in ons aan zwakheid, aan krenterigheid raden, aan wat er scheef zit bij ons. En toch hebben ze als het ware een zesde zintuig om ons vermogen tot liefhebben te begrijpen. “

123 Keer u om naar ons toe

  • Jeanne Devos Uit “Denken en doen. Een leven in spiritualiteit”. 

“Niet wat ik kan, vormt de kracht van onze beweging. Nee, ze draait op de kracht van de domestic workers. Hun solidariteit is de enige kracht die ze hebben. Macht hebben ze immers niet, geld evenmin. Maar ze helpen elkaar voortdurend te overleven, (…). Precies vanwege die kracht van de onderlinge solidariteit kunnen werkgevers niet meer om het even wat doen met hun huispersoneel. De tijd dat men huisarbeidsters ongestraft uitbuit, misbruikt en vermoordt, loopt stilaan ten einde. Maar er zijn nog meer dan genoeg incidenten… “

123 Keer u om naar ons toe

Evangelie: Lk. 6, 20-26

Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen. Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.

Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad. Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult hongeren. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen. Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld.

123 Keer u om naar ons toe

Bedenkingen bij het evangelie

U denkt misschien bij het horen van deze tekst: aha! de zaligsprekingen, die kennen we. Ja en nee. Wat uit onze christelijke opvoeding in ons hoofd zit, is de versie van Mattheus. Daardoor zien we soms over het hoofd hoe Lukas anders is. Ik licht er drie dingen uit. 

1. Lukas zegt “de armen”, de “hongerigen”, “de treurenden”, “de uitgestotenen”: het gaat hier in de eerste plaats over mensen in een slechte maatschappelijke en fysieke conditie, dus niet  “de armen van geest” en “die hongeren en dorste naar gerechtigheid” van Mattheus: maar die mensen die echt fysiek aan de rand staan. Dat zien we vaak bij Lukas: ook in het Magnificat sprak hij al over “machtigen stoot hij van hun troon, rijken stuurt hij heen met lege handen”. Zijn boodschap is vaak gericht naar de maatschappelijk en materieel kwetsbaren: voor hen is er hoop en toekomst. 

2. Laten we ook en vooral niet voorbijgaan aan het vervolg, na de zaligsprekingen. In tegenstelling tot bij Mattheus geeft Lukas de verwaande rijken, de verzadigden, diegenen die zelfgenoegzaam lachen om hun goede maatschappelijk positie er van langs: denk maar niet dat jullie er zijn. Het kan je op dit moment goed gaan, maar uiteindelijk is dat niet het essentiële.

3. Ten slotte: Lukas laat Jezus dit zeggen tegen de “leerlingen”, Jezus spreekt ze rechtstreeks aan: zalig zijn jullie. In de versie van Mattheus zijn de zaligsprekingen beschouwingen van Jezus over soorten mensen, bij Lukas kijkt Jezus de mensen, de armen en de rijken, recht in de ogen, en spreekt ze aan in hun situatie. Hij staat tussen hen in, en herkent hen in hun hele menselijkheid, met name en vooral als zij niet tot de materiële, intellectuele, en politieke elite behoren. Daardoor spreekt deze tekst misschien aan, en voelt hij soms zelfs alsof hij tot ons is gericht. 

Wat moeten we hier nu van denken? Intuïtief zie ik om te beginnen een aantal valkuilen. 

In bepaalde kerkelijke tradities is deze tekst wel “misbruikt” om mensen in een moeilijke, kwetsbare positie te sussen en om geen actie te ondernemen tegen hun slechte situatie. De redenering was dan: het is eigenlijk geweldig dat jullie er zo slecht aan toe zijn, want door nu te lijden, verdien je je hemel. Ik denk dat we daar in onze tijd toch al voorbij zijn, en de hypocrisie van deze interpretatie inzien. Ik ga dat in elk geval niet proberen met de bedelaars in Brussel centraal, die ik morgen weer ga tegenkomen. 

Anderzijds kunnen we ook in de verleiding komen om in een soort proto/pseudo-marxistische interpretatie de mensen aan de rand, de proletariërs (?) te idealiseren als halve heiligen. De ervaring leert ons dat ze dat helemaal niet zijn: wie in een slechte maatschappelijke positie zit - zo blijkt ook uit het boek van père Joseph waaruit we daarstraks een citaat hoorden – is in de eerste plaats bezig met zijn eigen overleven, waarbij net zoals bij iedereen ook alle slechte menselijke kantjes boven komen. De “armen” zijn geen ideale voorbeelden van menselijkheid, soms integendeel. 

Waarom noemt Jezus dan uitgerekend die mensen “zalig” bij Lukas? Ik denk dat Jezus verder kijkt: in de armen, de treurenden, de hongerigen, ziet hij ook ‘soms even’ een bepaalde houding in de maatschappij opduiken. Een houding die Jo Tigcheler omschreven heeft als “een geestelijke houding van zij die niet verwaand en zelfgenoegzaam met hun hoofd in de wolken lopen, maar in hun gewoonheid en ondanks hun ellendige positie hun heil van elders verwachten en zich daarom open stellen voor het geheim van Jahweh”. Jezus noemt hen zalig, niet in hun fysieke conditie, maar in aspecten van hun hele menszijn die hij soms ziet opduiken. De houding van gewone, bescheiden mensen die vragen stellen, buigen, luisteren, zoals iemand in een maatschappelijk lagere positie, daar zit de juiste weg in. Niet de houding van de winnaars of de rijken. 

Net dat was wat mij opviel in de getuigenissen van père Joseph en van Jeanne Devos. Zij weten wat het is om arm te zijn, en om met mensen aan de rand om te gaan. Zij kijken realistisch, niet naïef naar die mensen, maar zien hun potenties en mogelijke krachten. 

Er zitten twee hoopgevende boodschappen in deze tekst voor mij: de mentaliteit van bescheiden (mede)menselijkheid zit in iedereen, en het is misschien voor mensen in een gegoede maatschappelijke positie soms moeilijker om die boven te halen, maar het kan en moet wel. Ten tweede: misschien is het aanspreken van mensen in hun positieve menselijkheid, zoals Jezus doet in het evangelie, ook belangrijk. Het respectvol erkennen van de mogelijkheden van mensen aan de rand in alle eerlijkheid en met realiteitszin, is wat Jeanne Devos en Joseph Wresinski typeren. Mensen op die manier in hun menselijkheid bemoedigen, werkt. Dat lijkt me een goed ideaalbeeld om in de huidige wereld te staan. 

Offerande 149

            Muziek: 

Tafelgebed: 151, Christus de gestalte van God 

Onze Vader, Vredewens en communie

            Muziek: 

Communielied: 514 Stem als een zee van mensen

Slotbezinning: Psalm 43 (Oosterhuis, 150 psalmen vrij)

Ben jij God, doe mij recht dan,
Ja, de leugen regeert wèl,
zwendelaars hebben de macht. 

Jij was mijn god, mijn baken en burcht,
Mag ik jou niet meer binnen? 

Daarom loop ik er haveloos bij
gekweld en vernederd. 

Stuur naar mij toe
lichtgevende voeten
dat die mij voorgaan
tot waar gij zijt.

Dat mijn ziel niet wegkruipt. 

Dat Gij
mijn gezicht bevrijdt. 

Mij wikt en zegt: ja. 

Zegening

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.