5e zondag (2025) Het net was leeg
Marcel Braekers
Openingszang 551 Ik sta voor u in leegte en gemis
Begroeting
In de psychoanalyse wordt dikwijls gezegd: als het slecht gaat, gaat het goed. De idee is dat de lijdensdruk de motor is om te veranderen. Indien dat ook voor groepen geldt, staan we er in onze Kerk goed voor. Misschien zal ik het niet meer meemaken, maar ik vraag me af hoe hier in het Westen die Kerk er binnen 10 à 20 jaar zal uitzien. Zullen er nog gemeenschappen zijn die vierend samenkomen of leeft er enkel maar hier en daar in zoekende mensen een lichtje van het Heilige? De vraag is dan of het voldoende is om alleen maar te vertrouwen dat het ooit weer verandert en te bedenken dat het om een fundamentele houding gaat die zoveel eeuwen haar waarde toonde? Moeten we in actie schieten of kan alleen God zelf ons uit het moeras trekken?
In het evangelie van vandaag is Petrus een hele nacht aan het vissen, maar het net is leeg. Had Lucas een profetisch visioen toen hij dit neerschreef? ‘Ik sta voor U in leegte en gemis’ zo beschreef Oosterhuis zijn voor velen herkenbare gemoedstoestand. Is er ook zegen en toewijding voorbij dit gemis?
Psalm 63
God mijn God, ik zoek naar U
Al wat ik ben is dorst naar U.
Mijn lichaam is een land zonder water,
Uitgeput van verlangen naar U.
Ik heb U gezien, in uw heilige woning,
Met eigen ogen, uw kracht en uw licht.
Ik weet, uw liefde is meer dan het leven,
U wil ik prijzen, mijn leven lang.
Naar U strek ik mijn handen uit,
Ik roep uw Naam, Gij zijt mijn God,
Mijn dagelijks brood, mijn overvloed.
Ik raak over U nooit uitgezongen.
Nachten lang lig ik wakker van U,
Wakend en dromend denk ik aan U:
Altijd hebt Gij mij nog geholpen,
In uw nabijheid ben ik gelukkig.
Gij hebt mij op uw rug gebonden,
Met beide handen houdt Gij mij vast.
Inleiding op de eerste lezing
De Duitse onderzoeker Rudolf Otto kwam na langdurig onderzoek van allerlei vormen van religieuze ervaring tot het besluit dat altijd twee gevoelens terugkeren: een gevoel van geboeid zijn en eentje van huiver. Men voelt zich aangetrokken en nieuwsgierig maar ook terughoudend en ongemakkelijk. Het verhaal van de roeping van Jesaja is daarvan een mooi voorbeeld. De ervaring heeft blijkbaar plaats in de tempel op het ogenblik dat de offers worden verbrand. Het moet daar soms vreselijk hebben gestonken, maar de rook veroorzaakte ook een bedwelmend gevoel. Midden in de walmende ruimte heeft Jesaja een overrompelende, religieuze ervaring die hem tegelijk bang en onzeker maakt, maar ook de aanzet wordt van een leven vol getuigenis.
Jesaja 6,1-2a.3-8
Lied 581 zoals ik zelf gezonden ben
Lucas 5,1-11
Homilie
Het moet je maar overkomen, dat je als een ervaren visser op de vingers wordt getikt door een schrijnwerker die met moeite een boot had gezien. Dat is wat Petrus overkwam toen Jezus zei dat hij op een diepere plaats moest gaan vissen. Hij en zijn makkers hadden de hele nacht gevist zonder iets te vangen. Al vlug wordt duidelijk dat het verhaal beladen is met symboliek: de vissen staan voor mensen. Er zijn vette vissen met overgewicht, magere sprieten die je best teruggooit, stekelige vissen waar je best omzichtig mee omgaat. Al die soorten moet Petrus voortaan vangen.
Toen ik het evangelie las, voelde ik me solidair met hem. Ook wij hebben zoveel jaren gezwoegd, we dachten een hedendaagse, inspirerende boodschap te brengen en hoopten dat veel mensen zouden instemmen en met ons mee zouden optrekken, maar we moeten vaststellen dat het net leegloopt. Dikwijls stel ik me in stilte de vraag wat we fout hebben gedaan of wat er fout is gelopen.
In het verhaal adviseert Jezus om naar het diepe te gaan. Moet ik ook dat symbolisch begrijpen? Toegepast op onze tijd: miste heel die grote poging tot vernieuwing diepgang? Of was ze te intellectualistisch, te elitair? Begrijp me goed: ik wil geen goedkope troost krijgen of een snel antwoord.
Dat we na een lange nacht gevangen te hebben moeten vaststellen dat het net leeg blijft, ligt ook aan allerlei factoren buiten de Kerk en het christendom. Het neoliberalisme met zijn drang naar egocentrisch individualisme speelt zeker een rol. De slogan ‘make Amerika great again’ is daar een goed voorbeeld van. Er is ook de zware erfenis van de Verlichting en de onttovering van de wereld zoals Gauchet het noemde. De Westerse welvaartsstaat die ons doet wegdoezelen in een eindeloos consumentisme, enz. Toch moeten we verder durven gaan in ons zelfonderzoek. Het machtsmisbruik binnen kerkelijke instellingen, het seksueel misbruik door priesters, de ethisch achterhaalde standpunten, dat alles speelt zeker een belangrijke rol. En ook na dat alles te hebben opgesomd vraag ik mij af of daarmee alles is gezegd. De veranderingen na het Tweede Vaticaans Concilie waren broodnodig, want de Kerk sprak een wereldvreemde taal en verloor helemaal het contact met wat zich in de wereld afspeelde. Maar hebben de aanpassingen ook niet een verlies aan diepgang veroorzaakt?
Ik verwijs terug naar wat Otto schreef over de ervaring van het heilige als een ervaring van fascinatie en huiver. Ik hoor en zie daar tegenwoordig weinig van. Het gaat mij daarbij niet om de discussie progressief-conservatief, horizontaal of verticaal, het gaat om de vraag of ons geloof diepgang heeft, of het levensnoodzakelijk voor je is. Hoe kunnen we terug door mensen aangesproken worden zoals de eerste christenen die genoemd werden: ‘die van de Weg’.
De twee lezingen van deze zondag spreken over de grondige verandering die iemand doormaakt, zodat hij voortaan getuige of verkondiger wordt. Veel nieuwe, modieuze vondsten om geloven bij de tijd te brengen lijken mij zoutloze pogingen die snel zullen uitdoven. We moeten terug naar de diepte varen en daar een heel eenvoudige, onverwoestbare boodschap beleven en vertellen. Zoals Jezus deed toen Hij heel zijn geloof synthetiseerde in één zin: ‘God beminnen met heel je hart, je hoofd en je handen en je naaste als jezelf’. Of zoals Paulus zou zeggen: ‘Bekleed je met Christus’.
Groot dankgebed 156
Na de communie 552 Maak ons tot het zout der aarde
Gebed
Gij die ons roept
Om uw nabijheid en bevrijdende kracht
Door te geven en wakker te maken
In wie verdrukt zijn, eenzaam en onvrij,
Wij vragen U
Wek uw kracht en kom ons bevrijden,
Maak ons tot hoorders van dit Woord
En tot kwetsbare getuigen
Van wat wij in stilte en verwondering van U vernamen.