230407 - Goede vrijdag (2023)

Goede Vrijdag (2023)

 

Ria Verschueren

 

Inleiding:

Welkom mensen op deze Goede Vrijdagviering,

Wij zijn hier bijeen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Vandaag herdenken wij samen de laatste levensuren van Jezus, de Gezalfde, zijn sterven en dood. Hij koos in zijn leven uitdrukkelijk  voor de kant van kwetsbare mensen. Zijn verhaal laat zien  wat er kan gebeuren wanneer je je met woord en daad  op een geweldloze manier verzet tegen de gevestigde orde en tegen de belangen van een elitegroep in. Het wrede lot dat Jezus beschoren was, wordt vaak geduid als een offer dat de mensheid zou bevrijden van een onmogelijk te delgen schuld. Maar misschien is het gewoon een beschrijving van hoe het er toen en nu in de wereld aan toe gaat. Een illustratie van de wreedheid en het machtsmisbruik waar mensen helaas toe in staat zijn. Ook vandaag zien we in grove inbreuken tegen de mensenrechten en onnoemelijke wreedheden op de vele plekken waar oorlog woedt, waar mensen op de vlucht zijn voor hongersnood, vernieling en terreur.

De confrontatie met het lijden in de wereld, roept vele vragen op over het waarom van dit lijden. Vragen waarop we het antwoord schuldig blijven. Misschien moeten we al beginnen met onze blik niet af te wenden, maar zien wat wij toch zelf kunnen doen.

Vandaag gaat onze aandacht en medeleven naar wat Jezus in zijn laatste uren heeft doorstaan. We zullen daarbij stilstaan bij wat men de kruiswoorden of de zeven laatste woorden noemt. De kruiswoorden zijn de woorden die Jezus volgens de Bijbel sprak toen hij aan het kruis hing. Bij de vier evangelisten samen zegt Jezus aan het kruis in totaal zeven zinnen Deze laatste woorden tonen ons wat er in een mens omgaat die aan het einde van zijn lichamelijke krachten is en gaat sterven. Ze spreken over eenzaamheid en afzien, maar tonen ons ook dat Jezus  doordrongen was van een onverwoestbare kracht die hem in staat stelde om zelfs in uiterste nood, zijn menselijke beperktheid te overstijgen.

Gebed (Ria)

Heilige, Sterke en Onsterfelijke,
Hier staan wij voor U met niets in onze handen:
Mensen in een wereld waar haat en tweedracht,
Onrecht en verdriet heersen;
Bevrijd ons ervan door de kracht van de liefde
Die sterker is dan alle geweld,
Omwille van Hem die een mens van liefde was
En om ons allen een man van smarten werd:
Jezus uw zoon, onze enige hoop, ons levenslicht.

De 7 woorden

Laten we nu mediteren bij die zeven zinnen die Jezus in doodsnood uitspreekt op het kruis. Het zijn  aangrijpende en geladen uitroepen. Het zijn niet alleen de woorden van een lijdende mens die zich van God en iedereen verlaten voelt, maar ook woorden die getuigen van een innige verbondenheid met de Vader.

Wat zeggen deze woorden ons vandaag? En hoe kunnen ze ons inspireren?

We luisteren naar deze laatste woorden, gevolgd door een korte duiding. Nadien nemen we de tijd om in stilte of bij een  muziekfragment elk van deze 7 uitspraken tot ons te laten doordringen.

1.    ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’ (Luc.23,34)

Stellen we het ons voor: lawaai, geschreeuw en geschimp. Jezus’ lichaam wordt vastgenageld op het kruis, het kruis wordt opgericht. Om zijn kleren wordt er geloot. Jezus weet dat zijn beulen, soldaten van het Romeinse leger, pionnen zijn in een gruwelijk politiek machtsspel. De beulen weten  niet dat ze de Mensenzoon, de Messias ter dood brengen. Naast Jezus worden ook twee misdadigers  aan het kruis genageld.

Het kruis kan via symboliek tot ons spreken. De horizontale balk van het kruis symboliseert de mensengemeenschap waarmee Jezus zich innig verbonden voelt: een gemeenschap waar mensen elkaar soms  kwetsen, onrecht aandoen en vernederen. De verticale balk symboliseert de verbinding met de Vader. Wanneer beide richtingen, de mensen onder elkaar en de mensen die zich naar de Vader richten, elkaar kruisen wordt vergeving mogelijk. Jezus bidt hier voor mensen die zich onverschillig afkeren van alle onrecht en niet willen zien van wat er  aan de hand is. Vergeven is, vanuit een verbondenheid met de Vader via Jezus, leren loslaten wat ons kwetste zodat er  nieuw leven mogelijk wordt

2.    ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ (Luc 23,43)

.Links en rechts van Jezus worden twee misdadigers gekruisigd. Gods eigen zoon, sterft tussen twee zondaren. De ene is bikkelhard en drijft de spot met Jezus. De andere heeft berouw. De ene weigert en verzet zich tegen bekering. De andere komt tot besef en inkeer.  Twee manieren om met de eigen schuld om te gaan. De ene manier werkt verstarrend, de andere opent perspectief op diepe heling en nieuw leven. Jezus kijkt naar de mens in de misdadigers eerder dan naar hun daden. Wie schuld over zijn wandaden erkent wordt niet van Jezus gescheiden, zelfs niet in de dood.

En wijzelf, hoe gaan wij om met onze fouten en met onze kwetsuren, met wie ons kwetst en ergert?

3.    Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon.’  En daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’(Joh 19, 26-27)

We lezen deze woorden van Jezus bij Johannes, voor wie verbondenheid een belangrijk thema is. Hoe moet Maria zich daar aan de voet van het kruis gevoeld hebben? Daar zijn geen woorden voor. Daar kan je alleen maar stil bij worden. In dat zwaarste uur van haar leven wordt Maria één met de moeders van vermoorde kinderen, met alle zonen en dochters die slachtoffer zijn van wreedheid en geweld.  Jezus heeft zijn leerlingen keer op keer opgeroepen om via hem verbonden te blijven met elkaar en met de Vader. Zelfs in zijn laatste momenten op aarde, heeft Jezus aandacht voor de ander en voor de levensreddende verbinding tussen mensen. Hij verbindt  mensen met elkaar. Los van bloedverwantschap wijst hij met zijn laatste krachten zijn moeder en zijn leerling Johannes aan elkaar toe.

Muziek: Douché moïra (Chevetogne)

4.     ‘Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten?’ (Matth.27,46; Marc15,34)

Op het zesde uur, om twaalf uur ’s middags, wanneer de zon in Jeruzalem op haar hoogste punt staat valt de duisternis over het land. Drie uur lang blijft het donker. Op het negende uur, om drie uur ’s middags, schreeuwt Jezus het uit. Waarom hebt Gij mij verlaten? De schreeuw van allen die geïsoleerd en eenzaam sterven. Een schreeuw van verlatenheid, wanneer de duisternis het laatste woord heeft. In de donkerste nacht van de ziel.  We kennen zoals de joden deze woorden als de  aanhef van psalm 22. In deze psalm beschrijft  de dichter de ervaringen van de ziel in diepe wanhoop alvorens ze kan worden opgenomen bij  God.  Eerst is er  absolute eenzaamheid,  bittere nood en angst , maar in die uiterste nood horen we toch  nog ergens een sprankel van  hoop op nabijheid, een weten van  diepe verbondenheid.

We mediteren bij  psalm 22 (in de versie van S. De Vries)

Waar ben Jij nu, mijn God? 
Vergeten heb Je mij,
Al vloekt dat met je naam.
Laat je toch zien
Word een gezicht.

Maar er is niets dan leegte,
De lange schaduw
Van een vale nacht
Sluipt om mij heen.
Waar ben Jij dan?

De woorden waarmee ik je noemde,
Riep, bezong, besterven mij op mijn lippen.
Het lijkt nu zinloos nog je naam te noemen,
Jou te kennen.

Toch brandt die naam,
Die vlamde door mijn dagen,
Nog als verborgen vuur
Onder de as van mijn verdriet.
En ik herhaal dat jij mij ziet, 
Mij weet te vinden in het donker.
Ga dan, heel even maar,
Als koele wind aan mij voorbij …

5.    ‘Ik heb dorst’. (Joh. 19,28)

Jezus sprak tot de Samaritaanse : ‘Wie van het water drinkt dat ik  zal geven, zal voorwaar eeuwig niet dorsten’. (Joh.6,35)
Dorst heeft hier meerdere betekenissen : dorst van lichaam of van ziel en geest. Jezus dorst in die laatste ogenblikken naar de Vader. Zijn lijden is het dragen van de dorst die de hele mensheid lijdt.  Het wanhopige dorsten naar wat de mens verlangt, fysiek of mentaal. Omwille van ons mensen, gaat hij die de bron is van levend water, door deze vreselijke dorst om de dorstige nood van allen in zich te kunnen opnemen.

6.    ‘Het is volbracht’. (Joh.19,30)

Alles heeft Jezus  doorstaan. Jezus  heeft zich de menselijke natuur tot het einde volledig tot de zijne gemaakt. Hij is moegestreden. Nu komt alles in overgave tot voltooiing. Zijn lichaam, en dat van alle mensen is niet langer onderworpen aan de macht van de dood, maar zijn overgave draagt in zich de kiem van de opstanding.

 Johannespassion: Es ist volbracht.

7.    ‘Vader, in uw handen beveel ik mijn geest’(.Lc23,46)

Op het ogenblik dat deze woorden gesproken worden ontketent zich in de duisternis een ongeziene storm. Rotsen splijten. Het voorhangsel in de tempel scheurt doormidden. Zo wordt wat tot dan toe  verborgen bleef als het allerheiligste, zichtbaar. Nu alles volbracht is legt Jezus zijn leven niet in de handen van mensen die hem verraden en mishandeld hebben, maar in de handen van God. Het zijn woorden van overgave. Niet de dood heeft het laatste woord , maar de Allerhoogste, de bron van eeuwig leven.

Lux aeterna  Elgar (Voices8)

 

Kruishulde met bloemen

Laten wij nu eer brengen aan hem die in zijn diepste lijden, door zijn trouw en vertrouwen, ons een wondere weg getoond heeft naar het leven.

Wij brengen onze bloemen naar het kruis.
En laten wij met datzelfde gebaar allen  gedenken die gekruisigd worden in deze wereld.

Laten wij ons hart en onze gedachten laten volstromen van heilige stilte,

 

Grote voorbeden

Laten wij bidden voor de wereld en voor alle mensen naar wie Jezus zijn armen op het kruis heeft uitgestrekt  (S. De Vries)

Om de slagen Hem aangedaan 
Roepen wij om ontferming
Over wie worden gekleineerd,
Uitgekleed en vertrapt,
Wie tot zwijgen worden gedwongen,
Gemarteld en vermoord.

Acclamatie: In manus tuas Pater (Taizé)

Om het brood
Door Hem gebroken en gedeeld,
Roepen wij om ontferming
Over wie worden beheerst door honger,
De stille armen ook onder ons,
Over wie dorsten naar vrede:
Acclamatie

Om zijn eenzaamheid en verlatenheid
Roepen wij om ontferming
Over wie lijden aan zichzelf,
Wie van angst verkrampt zijn,
Wie eenzaam vervallen aan het donker:
Acclamatie

Om zijn zachtmoedigheid
Roepen wij om ontferming
Over de weerlozen onder ons,
Over wie alle geweld verdragen en weerstaan,
Van alle wapens afzien: 
Acclamatie

Omdat hij een dienstknecht was
Tot het bittere einde,
Roepen wij om ontferming
Over wie leven onder harde heerszucht,
Over wie met macht en geweld
Mensenlevens overmeesteren
Acclamatie

 

Gebed bij de gaven (Marcel)

Heer God,
In het gebroken lichaam van Jezus onze broeder,
Aanschouwen wij wie Gij zijt voor deze wereld.
In het gebroken brood ontvangen wij de belofte
Dat Gij er altijd zult zijn : naast ons, in ons.
Wij bidden u - omdat Hij alles heeft volbracht –
Neem ons op in uw vrede, wie we ook zijn.
En dat wij die vrede mogen uitdragen over de hele aarde.

Onze Vader

Communielied L 314 Nu valt de nacht

Slotgebed (Kris Gelaude) 

Zoek niet mijn graf

Vraag me niet wie ik ben en of je me gekend hebt.
De idealen die ik had, blijven ook zonder mij bestaan.
Ik ben dood, maar leef voort in de idealen die ik had.
En anderen die blijven strijden zullen nieuwe rozen doen bloeien.
Wanneer je daarover spreekt, spreek je over mij.

Zoek niet naar mijn graf, want dat zul je niet vinden.
Mijn handen zijn nu de handen van anderen die strijden.
Mijn stem roept in andere stemmen. Mijn droom leeft voort bij anderen.
En weet dat ik pas sterf als jullie de moed opgeven.
Want ieder die in de strijd valt, leeft voort in zijn volgelingen.(Gutièrres)

 

Gebed om zegen en zegen (Marcel)

Mogen wij de stilte van deze avond in onze ziel meedragen.
Moge liefde ons optillen boven de machteloosheid die we kennen.
Moge God in lijden en in dood zijn menselijk gelaat tonen.
Moge Hij ons zegenen en thuisbrengen nu en in het uur van onze dood.
Amen

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.