In een ontwerptekst voor de nieuwe synodegesprekken in de bisdommen stellen de Belgische bisschoppen voor dat vrouwelijke diakens en getrouwde priesters plaatselijk mogelijk moeten zijn. Dit wil ik volmondig steunen, al is hun voorstel ‘too late and too little’. Uit ‘mijn bijdrage aan het Synodaal Proces’ zal dit duidelijk blijken.
‘Mijn mening over het celibaat’ (in bijlage) is reeds een eerste duidelijk teken dat het voorstel van de bisschoppen ‘too late and too little’ is.
Het voorstel van de bisschoppen om ‘vrouwelijke diakens’ plaatselijk toe te laten is m.i. een ‘minimum minimorum’ voor het welslagen van het ‘Synodaal proces’. Maar hoelang moeten vrouwen nog wachten vooraleer zij in aanmerking komen voor het priesterschap in de R.K.-Kerk? Hoelang kan de R.K.-Kerk vrouwen hiervan nog uitsluiten op grond van hun geslacht? Er zijn reeds stemmen opgegaan om dit juridisch aan te klagen bij het ‘Internationaal Hof voor de Rechten van de Mens’.
Het voorstel van de bisschoppen om getrouwde priesters plaatselijk mogelijk te maken is - wat de ‘viri probati’ betreft - ook een ‘minimum minimorum’ voor het welslagen van het ‘Synodaal proces’. Dat in de R.K.-Kerk ‘gehuwden priester mogen worden’ betekent nog niet dat ‘priesters mogen huwen’. Ik verwacht wel dat gehuwde mannen (‘viri probati’) plaatselijk priester zullen mogen worden, maar dat het celibaat voor priesters gehandhaafd zal blijven. Hoelang nog?
Op 12 maart 1994 was ik namens ‘Priesters en Religieuzen voor Gerechtigheid en Vrede’ in de Anglicaanse kerk te Bristol (UK) tijdens de wijding van vrouwen tot priester en heb daar tijdens de viering volgend gebed mogen bidden: ‘Let us pray that also the Roman Catholic Church may finally be able to overcome ossified and discriminating legislation and allow women to be ordained and lead the way in preaching Gods word, in celebrating Eucharist, and in showing ways for the community of faith to go’.
De bisschoppen vertrekken vanuit de vaststelling dat ‘een synodaal missionaire Kerk vraagt om een open dialoog met de actuele ontwikkelingen in de ons omringende wereld’. De kerkelijke tradities zijn in hun ogen ‘in voortdurende ontwikkeling’. En zij vragen om ‘aanzetten tot concretisering van de decentralisatie van bepaalde beslissingen in de Kerk, die toelaat om met meer legitieme verscheidenheid in eenheid samen te werken’. Tientallen jaren geleden pleitte ik reeds bij kardinaal Danneels voor verscheidenheid in eenheid. Te vergeefs!
Ik zou nog veel kunnen zeggen, maar ik zal het hierbij laten. Al is dit een bijdrage in mijn persoonlijke naam, toch is dit mogelijk de ‘stem van de zwijgende meerderheid’.
Eerbiedige broedergroeten in Christo. Fratelli Tutti!
Mark Cornelis
priester van het aartsbisdom Mechelen-Brussel
Volledig onderschrijf ik jouw tekst. Geen probklemen dus. Toch een andere vraag naar aanleiding van de overal te horen mening dat ondanks het terugbrengen naar de lekenstaat van de vroegere bisschop Vangheluwe, deze man toch priester en bisschop blijft. Hij mag in nood zelfs de biecht horen van een stervende, als priester. Rik Torfs heeft die vaststelling duidelijk verwoord.Het heeft te maken met de (door de Kerk zelf georganiseerde ?) sacraliteit van het priesterschap. Is daar een basis voor in het Nieuwe Testament?
Zouden we ook hier niet beter met 'aanstellingen' werken? Beperkt in de tijd, niet eeuwig. Dat gaat inderdaad nog een stap verder dan de wijding van vrouwen. Men zou de vraag dan anders kunnen stellen: hebben we geen nood aan aangestelde voorgangers, ,zowel mannen als vrouwen, die parochiale of andere christelijke gemeenschappen begeleiden bij hun tocht naar Christus en hen ook voorgaan in de eucharistie. In bepaalde gemeenschappen gebeurt dat al. Maar die vraag is wellicht nog niet voor deze synode of is ze op zichzelf verantwoord?
Jef d'Haenens
Overwegingen bij de Ontwerptekst van de bisschoppen.
ONTWERPTEKST 240124
Prioriteiten voor bespreking tijdens de tweede zitting van de 16de algemene vergadering van de Synode van de bisschoppen oktober 2024
Punt 1 uit het ontwerp: Het verlangen naar een meer missionaire Kerk die de vreugde van het Evangelie beleeft en deelt, worstelt in onze context sterk met de vraag op welke wijze we een nieuwe missionaire dynamiek kunnen ontwikkelen.
Dit lijkt ons de primaire opdracht voor onze kerkgemeenschap. Wat is onze zending, welke is onze boodschap? De andere prioriteiten zijn (naar onze bescheiden mening) secundair, maar niet onbelangrijk, zoals de gelijkwaardigheid van alle mensen: gender, afkomst, zieken en gebrekkigen, veroordeelden, mensen die de regels van de kerk hebben overtreden.
De zending van onze kerkgemeenschap is het bekend maken van het Evangelie (eu aggelion), de blijde boodschap. Die boodschap wordt in Marcus 1,15 aangekondigd. Het is de schat in de akker waarvoor de vinder alles verkoopt om de akker te kunnen kopen en de handelaar in parels die alles verkoopt om die unieke parel te kunnen kopen. Zo belangrijk en fascinerend is de aankondiging.
Het fascinerende is niet alleen het Koninkrijk Gods zelf, het Rijk van vrede en verbondenheid, maar ook dat Jezus zegt dat het er nu al is en dat we het kunnen zien. Om dit te staven doen we beroep op Gerhard Lohfink, Duits katholiek priester en theoloog, professor Nieuw Testament aan de universiteit van Tübingen. In zijn boek ‘Jezus van Nazareth’ citeert hij meerdere uitspraken van Jezus waaruit duidelijk blijkt dat het Koninkrijk Gods er al is en zichtbaar is; zie gekopieerde citaten uit zijn boek (1).
Om het te kunnen zien moeten we vandaag kijken naar de evolutie van onze maatschappij. We boeken vooruitgang in alle domeinen: de wetenschap, de zorg (solidariteit), het onderwijs, de economie, gelijkheid en aanvaarding van het ‘anders zijn’, de ethiek. Wij verwijzen hier naar Antoon Vandevelde. Het geweld van geld. Op zoek naar de ziel van de economie. Lannoo Campus. 288 blz. (2).
Sceptici zullen zeggen dat het Koninkrijk Gods er bijlange nog niet is. Kijk naar de oorlogen en de verwoesting van de natuur door de mens. Die catastrofale gebeurtenissen beletten echter de vooruitgang van het Koninkrijk Gods niet. Het groeit als een mostaardzaadje in stilte (3). We hebben geen voldoende reden om er niet in te geloven. In tegendeel. Het Koninkrijk Gods is niet de materiële vooruitgang als zodanig, maar de samenwerking en de verbondenheid zonder dewelke de materiële vooruitgang niet mogelijk is.
De boodschap van het evangelie is een optimistische boodschap, geen utopie, geen louter geestelijke verschijning, ook niet alleen een toekomstbeeld, maar een werkelijkheid, die voor iedereen elke dag zichtbaar is.
Gerhard Lohfink. Jezus van Nazareth Blz. 49 De proclamatie van Marcus 1,15.
Precies dit nu blijkt uit het begin van Jezus’ optreden, zoals het in de Evangelies staat. Dit begin wordt gekenmerkt door de proclamatie waarmee Marcus juist aan het begin de gehele prediking van Jezus samenvat:
“De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: (Daarom) kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws” (Mc 1,15)
De tijd is aangebroken wil zeggen “Vandaag is het zover”.
Zie Paulus: Nu is de tijd daarvoor gekomen, nu is de dag van de redding. (2 Kor 6,2)
Lc 11,20 Maar als ik, dank zij een kracht die van God komt, demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen.
Mt 11,5 (Lohfink, Jezus van Nazareth blz 84) Het rijk waarvan Hij spreekt is niet een louter innerlijk domein in de ziel van de mens dat verborgen en ontoegankelijk zou zijn. Want: “Blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt”.
Lc 1, 4, 18-21
De Geest des Heren is over mij gekomen,
Omdat Hij mij gezalfd heeft,
Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen,
Aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken,
En aan blinden dat zij zullen zien
Om verdrukten te laten gaan in vrijheid,
Om een genadejaar af te kondigen van de Heer.
Toen begon Hij hen toe te spreken: Het Schriftwoord dat gij zojuist hebt gehoord, is thans in vervulling gegaan.
Maar als Ik door de vinger Gods de duivels uitdrijf, dan is inderdaad het Rijk Gods tot u gekomen.
Lucas 11:14-23
(2) In de wereld van geld is de ethiek meestal ver te zoeken. Toch? Verrassend: ethicus Antoon Vandevelde beweert in zijn nieuwste boek het tegendeel. De economie wordt steeds ethischer. Antoon Vandevelde. Het geweld van geld. Op zoek naar de ziel van de economie. Lannoo Campus. 288 blz.
(3)
Lucas 13:19
Het Koninkrijk van God is als een mosterdzaadje dat door iemand in de tuin wordt gezaaid. Het begint te groeien en wordt ten slotte een grote boom waarin de vogels kunnen nestelen.’
Lucas 17:21
U zult niet kunnen zeggen: “Kijk, hier is het,” of “daar is het.” Want het Koninkrijk van God is onder u.’