Drievuldigheidszondag (2025)
Marcel Braekers
Openingszang 101 Heerlijk is het te loven de Heer - Openingsvers
Begroeting
Ooit vertelde hier mijn medebroeder Emilio Platti dat een moslim begraven wil worden met de hand op zijn borst en de wijsvinger gestrekt: één. Zo wil hij een laatste eer brengen aan Allah als de Ene. Niet alleen de islam ook het jodendom en de christenen zijn doordrongen van de idee dat er slechts één God is. God als de Ene, Degene die voorbij alles staat, op wie alle kennis stuk springt, de geheel Andere die tegelijk de grond of basis is waarop heel de schepping rust. Ga de geschiedenis na dan merk je hoe in alle eeuwen met deze basisgedachten werd geworsteld (bvb. of men die God wel of niet mag afbeelden). Of je leest hoe men mensen heeft veroordeeld voor een afwijkende idee (denk maar aan de discussie over het filioque - is de Geest een geschenk van de Vader of van de Vader en de Zoon - tussen orthodoxe en katholieke christenen). Op zichzelf is het een interessante psychologische vraag waarom die verschillen eerder aanleiding zijn tot strijd dan tot gesprek. Je voelt dat we aan een bijzonder gevoelig punt in de drie monotheïstische godsdiensten raken.
God als de Ene, akkoord, alleen hebben we het in ons christendom erg ingewikkeld gemaakt door aan de persoon van Jezus goddelijke allure toe te kennen. Het gevolg daarvan is dat moslims ons verwijten een veelgodendom aan te hangen. Vandaag is het Drievuldigheidszondag, een feest dat predikanten de nodige kopzorgen geeft en dat bedoeld is als een soort van synthese nu de grote feesten van Kerstmis, Pasen en Pinksteren voorbij zijn. Maar het is met de Drievuldigheid zoals met de Belgische staatsstructuur: als je denkt ze te begrijpen is dat een teken dat men het je niet goed heeft uitgelegd.
Lied 537 Zingt van de Vader
Gebed
U die wij ‘God’ noemen
U hebt in ons een verlangen gelegd naar oneindigheid,
Zodat we een leven lang, rusteloos en gedreven zoeken,
Rusteloos tot wij rusten in U.
U noemen wij met namen gegroeid vanuit ons
Worstelen met dit bestaan.
Stilte die ons omhult,
Hoogte die doet huiveren,
Verte waarin wij turen,
Vader, Zoon en Heilige Geest.
Wees hier aanwezig
Wees overal en altijd met deze wereld begaan
En troost daarbij de bedrukten, de armen, de gevangenen.
Inleiding op de lezingen
Dat God de Ene is, zorgt voor nogal wat discussie, omdat de Ene wordt beschreven met mannelijke kenmerken. In de Bijbel heeft zich in dat opzicht een merkwaardige evolutie voorgedaan: na een periode van overbeklemtoning van Gods mannelijkheid kwam een tegenbeweging op gang in de wijsheidsliteratuur. Daar wordt de wijsheid beschreven als de vrouwelijke kracht die vanaf het begin naast de mannelijke God heeft plaats genomen. Zo wordt in de latere boeken van het OT heel de heilsgeschiedenis herschreven vanuit het perspectief van de wijsheid.
Spreuken 8, 22 – 31
Lied 574 Wij bidden U om vrede
Evangelie uit Johannes 16, 12 – 15
Homilie
We leven in een gefragmenteerde tijd. De samenleving mist eenheid ook al schreeuwt men om identiteit. Specialisten hebben kennis van een klein stukje werkelijkheid, maar we hebben nood aan een humanist die boven alle kennis in wijsheid een richting toont. Ook in ons persoonlijk leven is de samenhang dikwijls ver te zoeken. Wie ben ik, hoe ben ik verworteld in mijn geschiedenis, wat denk en voel ik, ben ik dat werkelijk of is het maar schijn? Je est un autre dichtte Arthur Rimbaud. Het verlangen en de zoektocht naar cohesie is daarom groot en verklaart waarom mensen bereid zijn de gekste theorieën te geloven of gewelddadig zoeken naar cohesie.
Je zou denken dat daarom de godsdienst aantrekkelijk is, want wij belijden dat Hij de Ene is, de Grond van alle leven, die aanwezig is in alles wat we ondernemen en die ons uittilt boven dat alledaagse om ons thuis te brengen. Het zou een antwoord kunnen zijn op dat diepe verlangen, maar waarom spreekt het mensen niet aan?
Hebben we zelf niet voor een soort verduistering gezorgd, Gottesfinternis schreef Martin Buber? We gaven Hem beklemmende namen, we gebruikten Hem voor ons grote gelijk of als machtsmiddel, we hebben ons niet gedragen als verloste mensen. Ik bid God dat Hij mij van God zou bevrijden preekte Eckhart. Hij voelde niet over voldoende kracht te beschikken om zich echt vrij te maken en smeekt God dat die zelf zou ingrijpen en hem zou bevrijden. Ik vind het een prachtige gedachte voor deze tijd. Want God loslaten, bevrijd worden van al ons grijpen en begrijpen, opent de weg naar niet-weten, naar verstilling, naar geduldig wachten tot we omhuld worden door een Mysterie dat onnoembaar is. Eerst moeten we een weg van zuivering doormaken om terug beter te horen en te zien. Inkeren in onze diepste kern om de plek te vinden waar Hij geboren wordt, waar de Godheid zich in al haar rijkdom wil wegschenken. Het is die onnoembare nabijheid die ons verbindt met het mooiste in de andere godsdiensten, die een nieuwe, andere gemeenschap in leven roept van vredestichters.
U merkt wel de vreemde wending van mijn homilie: net op het feest van de heilige Drievuldigheid, de dag van de grote synthese, spreek ik niet over de drie personen of over God als gemeenschap zoals de meeste commentaren, maar over de ene God. Het gaat mij om de concrete beleving die belangrijker is dan wat abstract gepraat. Daarom zou ik willen opkomen voor versobering en het opgeven van nutteloze speculaties om terug te keren naar de Ene, de Onnoembare, in de hoop dat we ons opnieuw kunnen overgeven, dat we ons laten optillen en durven genieten van een nabijheid die alle intimiteit overstijgt.
Geloofsbelijdenis 145
Groot dankgebed 156 Heerlijk is het de Heer te bezingen
Na de communie 791 psalm 91