3e zondag door het jaar (2024) Dag van het Woord
Ria Verschueren
Begroeting
Laten we mekaar hoop toezingen: Op een dag is het waar. Mensen als deze, overal opgestaan.
Openingszang : 001 Wie anders zou de hemel dragen.
De teksten die voorzien zijn voor deze zondag, handelen alledrie over een grote ommekeer, over kantelmomenten in het leven van mensen, breekpunten, points of no return. Kantelmomenten waarbij mensen aangesproken worden op hun gedrag en uitgenodigd worden om een andere weg op te gaan , opgeroepen om hun leven te veranderen, zich te bekeren. In de tekst uit het Oude Testament gaat het over Ninive, een zondige stad die na een ultieme dreiging van Jona, zich bekeert en niet meer zondigt en gespaard wordt door God. Paulus waarschuwt in zijn eerste brief aan de de Korintiërs dat er geen tijd meer te verliezen valt om het woord van God ernstig te nemen Hij wil hen ervan overtuigen dat ze hun leven moeten inrichten met het oog op het - volgens hem - nabije einde der tijden. Anders gaan leven. En dan is er de tekst van Marcus die we vandaag zullen lezen. Deze tekst vertelt over de roeping van de apostelen, vissers die op Jezus’ eenvoudig gebaar van ‘Kom mee’, hun hele leven omgooien en blijkbaar simpelweg mee op pad gaan.
Hoe zit dat met ons? Van kantelmoment gesproken: onze wereld staat op zijn kop. Er gebeuren onvoorstelbare dingen. Overal zijn mensen in hun bestaan bedreigd door niets ontziende oorlogen en natuurrampen. De digitale wereld doet ons onveilig achter de feiten aanhollen. We verliezen het Noorden.
Deze zondag, die vroeger roepingszondag heette, wordt op vraag van paus Franciscus, nu ‘dag van het Woord’ genoemd.
Daarover zullen we vandaag proberen te spreken: hoe het Woord in ons spreekt in deze kantelende tijden. Hoe wij, eenvoudige mensen die roeping kunnen verstaan.
Openingsgebed Oosterhuis
Woord dat ruimte schept
toekomst wijd licht land
waar gerechtigheid
als rivieren stroomt
waar een wijnstok bloeit
tegen de klippen op
(even is het waar
dan is het weg)
Toon mij niet vergeefs
wat mijn ziel verlangt
geef dat ik volhard
in uw vergezicht.
Lied 579 Gij met uw onverwacht woord
Lezing Marcus 1, 14-2
Homilie
In het midden van deze afschuwelijke oorlog in het Midden-Oosten, waarin we avond na avond bestofte, bebloede en wanhopige kinderen zien ronddolen, zoeken ook wij naar houvast. Wat staat ons te doen? Hoe kan de wereld weer leefbaar worden? Waar kunnen wij ons op richten, wie zegt tegen ons :‘Kom mee?’. Wat betekent roeping vandaag ? Is er een Woord dat tot ons spreekt?
Toen ik die vraag aan mezelf stelde, schoot er me opeens een fragment te binnen uit mijn beroepsleven als kinderpsychotherapeute.
Ik zie me met een kind van zes samen in de spelkamer- een jongetje dat ter observatie was opgenomen vanuit van een chaotische leefsituatie. Omwille van zijn onhandelbaarheid en gebrek aan opvang was hij al vaak verhuisd. Hij had geen echte thuis en wist zelfs niet wie of waar zijn moeder was.
De eerste ontmoetingen verliepen chaotisch en ik kon alleen maar pogen om die chaos enigszins te begrenzen. Op een dag kwam er onverwacht meer rust in zijn gedrag. Hij kwam binnen met een plan. ‘We waren in de woestijn’, zei hij. Het leek wel of zijn totale verlorenheid een naam had gekregen: ‘woestijn’. ‘Het was nacht en we lagen naast elkaar in het zand’. Dat deden we dus, naast elkaar op de grond gaan liggen. Er ontstond een nabijheid die er mocht zijn. Ik voelde dat hij iets bijzonders ervaarde en vroeg wat we nu deden. ‘Er waren veel sterren boven ons’, zei hij, en na een poos : ‘ ik zie naar één sterretje’. Op mijn vraag antwoordde hij: ‘dat sterretje schijnt hier op het graf van mijn mama.’
In the middle of nowhere ontdekte hij zijn diepste verlangen naar koestering en bij iemand horen, een moeder hebben.
Waarom schoot me nu precies dit fragment te binnen? Ik denk omdat ik op zulke momenten heel sterk voel dat dit werk mijn weg was. Op zulke momenten stroomde er een kracht door mij heen waarvan ik dankbaar het instrument mocht zijn. Ik vermoed dat velen onder jullie dit soort ervaring in hun eigen leven zullen herkennen. Op het werk, als moeder, vader of vriend. Een soort van roeping. Momenten waarop we de kracht ervaren om iets in de wereld ten goede te veranderen, momenten waarop de eigen inzet ertoe doet, waarop een kracht door ons heen stroomt waarvan we dankbaar het instrument mogen zijn. En waarop we ons daartoe geroepen voelen. Wanneer we die roep van boven en binnen in onszelf toelaten, kunnen we zélf een roepende worden, kunnen we, zoals in het fragment, woestijnen tot leven wekken.
Mogen we op deze dag van het Woord de term roeping zo ruim opvatten? Kan nadenken over het evangelie van vandaag ons hierbij helpen?
In december kwam Geert Van Oyen, theoloog en Marcuskenner, ons spreken over het Marcusevangelie. Hij beschreef God bij Marcus als een onnoembaar Andere, een transcendente figuur die het Rijk van God op aarde doorhéén de mens Jezus gestalte geeft. Jezus lééft zijn relatie met God. God stroomt door hem heen. En bovendien toont Van Oyen: de gewone mensen, randfiguren in het evangelie, de blinden, de lammen lijken dat beter te begrijpen dan de apostelen. Jezus zegt tegen de randfiguren vaak : ‘uw geloof heeft u gered’. We kunnen met Geert Van Oyen misschien zeggen dat het Rijk van God bij Marcus in de handen van gewone mensen wordt gelegd en dat wij hier allemaal dus uitgenodigd worden om ook onze roeping te volgen en zo het rijk van God op aarde waar te maken. Luisteren naar het Woord betekent dus: kijken naar wat Jezus deed en dat in ons eigen doen navolgen.
Hoe kunnen we dat verstaan? Hoe kunnen we die roeping, die kracht in onszelf begrijpen?
In zijn laatste boek, ‘De namiddag van het christendom’, stelt Tomàs Halik dat mensen in staat zijn om zich open te stellen voor het mysterie, voor het goddelijke. Hij formuleert het zo: in de mens is het verlangen naar het Absolute geplant. Met de woorden van de scholastieke traditie: homo est capax Dei. De mens bezit de capaciteit om het goddelijke in zichzelf als wezenlijk te herkennen.
Misschien moeten we dát als gewone mensen ernstig nemen: dat wij het zijn die de verantwoordelijkheid dragen om Gods Rijk op aarde te vestigen.
Maar hoe dan?
Eigenlijk is het niet zo moeilijk: luisteren naar het Woord in onszelf en daarnaar handelen. Dat is volgens Geert Van Oyen, ook wat Marcus ons vertelt. Bij Marcus ‘spréékt’ Jezus niet in de eerste plaats, maar hij ‘doet’, hij helpt mensen van hun beperkingen af, geneest ze en erkent ze in de kracht van hun geloof.
Iets gelijkaardigs zegt een mooi Spaans gezegde: Caminante, no hay camino, el camino se hace al andar. Wandelaar, er ligt geen weg gereed, de weg ontstaat al gaande. Terwijl we doen wat het Woord ons ingeeft, ontstaat het Rijk Gods beetje bij beetje.
Marcus laat ons zien hoe Jezus het deed: graag zien en ten dienste staan van het kwetsbare in de mens. Vandaag de dag betekent het: ons niet afwenden van de vreselijke ellende die de mensen in het Midden-Oosten treft. Niet zwijgen en onze overheden aanmanen om te ijveren voor een staakt-het-vuren en een duurzame vrede daarna. En dichter bij huis: vluchtelingen bijstaan.
Laten we zelf een roepende worden.
Lied : En todo amar y servir. (Taizé)
Groot Dankgebed 158 Gij die mij aankijkt
Communielied 502 Om te zien een nieuwe aarde
Slotgebed Oosterhuis
Overal zijt gij onzichtbaar gegeven
sprekend nabij, de stilte verwacht u
Mensen bestaan u, zien en beleven u
Mensen van vlees, licht en gesteente
Mensen, uw volk, uw stad hier op aarde.
Aarde is al wat wij zijn, wat wij maken
Adem ons open, maak uw aarde
uw nieuwe hemel, vrede op aarde.