3e Paaszondag (2023): Geloven is een weg gaan Lc. 24,13-35
Marcel Braekers
Openingszang 361 Surrexit Dominus vere
Begroeting
Voor onze ouders en ook nog volgens de catechismus uit mijn kinderjaren was geloven: aannemen wat de Kerk ons voorhoudt te geloven. Vanuit mijn beleving en vanuit hedendaags theologisch standpunt zou ik zeggen: geloven is een weg gaan. Voor de ene misschien een kaarsrechte snelweg, maar voor de meesten een hobbelig pad. Een weg met kronkels en bulten, soms ein Holzweg, een bospaadje dat eindigt in een open ruimte. Maar voor de meesten een weg met een onduidelijke bestemming, een altijd maar voortgaande tocht.
Die bedenking kwam bij mij op toen ik het evangelie van deze zondag las. Het is het verhaal van de Emmaüsgangers, de voorlopers van de wandelkerk. Lucas maakt er een fijnzinnig geconstrueerd verhaal van waarbij hij beschrijft hoe deze twee leerlingen geleidelijk een weg van vragen stellen gaan om uiteindelijk te komen in het licht van het Paasgeloof. Laten we daarom elkaar ook begroeten als tochtgenoten die van Jeruzalem naar Emmaüs gaan met lied 104.
104 gegroet en gezegend
Gebed
Het Paaslicht
Hebt Gij ons gegeven,
En tot nieuwe mensen
Hebt Gij ons gemaakt.
Met nieuwe ogen
Mogen wij zien,
Mensen
Met goede moed,
Getroost door Uw Geest;
Blijf onze ogen openen,
En ons de adem geven
Voor het lied
Waarin de bevrijding weerklinkt,
Opdat wij instaan
Voor opstandingsleven,
Vrijheid en bloei
Van uw mensenkinderen. (S. de Vries)
Inleiding op de lezingen
Als eerste lezing horen we vandaag een fragment van de toespraak die Petrus hield voor de samengestroomde Joodse pelgrims op de dag van Pinksteren. Het is een mooie, uitgebalanceerde toespraak waarvan je je nauwelijks kunt voorstellen dat een ongeletterde, visser uit Galilea zo zou kunnen speechen. Het is natuurlijke de hand van de gecultiveerde Lucas die erachter zit.
Handelingen2, 14 – 24
Lied 372,1 – 3 Alleluia! Looft de Heer - Een paashymne
Lucas 24, 13 – 35
Homilie
Twee volgelingen van Jezus stapten van Jeruzalem naar Emmaüs, schrijft Lucas. Het was niet zomaar een wandelroute maar een spirituele tocht. Moeizaam, op lemen voeten want de ontgoocheling was groot. Hun idool was niet zomaar weg, maar onderging de grootste vernedering alsof hij een misdadiger was. Ze stellen zich de vragen die bij zoveel mensen leven, gelovigen en ongelovigen: waarom gebeuren deze dingen? Hoe te begrijpen dat mensen zo wreed voor elkaar kunnen zijn? Welke zin heeft het leven als men reeds met het groene hout zo omgaat? Welke weg moeten we gaan? Het zijn universele vragen die iedereen zich stelt, of toch zou moeten stellen, ook al hebben we niet zomaar een antwoord. Als we spreken over ‘geloven als een weg gaan’ dan is dit de eerste etappe van onze tocht. Een heel belangrijke, want we delen die met niet-gelovigen en het is dus onze basis voor een mogelijk gesprek.
In het verhaal van Lucas gebeurt iets onverwacht. Het gesprek dat die twee voeren is zo intens en open dat een onzichtbare Derde nadert, zo schrijft Lucas. De natuurlijke levensvragen kunnen zo beklijvend zijn dat er een openheid naar het Oneindige ontstaat. Openheid die geen naam heeft, nog niet. Jezus komt dichterbij als de vragensteller, maar ze herkennen Hem niet. Het is een volgende etappe in religieuze beleving: de grote levensvragen worden zo gesteld dat er openheid voor het (de) Oneindige is en een ervaring van iets dat overstijgt. Ik vind dit een belangrijke etappe die te veel en te snel wordt overgeslagen. Heel voorzichtig merk je de laatste tijd dat in allerlei interviews of essays verandering komt. Het was lange tijd mode om van de daken te roepen dat je gelukkig die vernederende opvoeding van thuis en school achter je had gelaten. Stilaan merk je in kranten en op tv dat mensen iets meer open vragen gaan stellen over zichzelf en over de zin van het leven, zodanige vragen dat een onzichtbare Derde nabij kan komen. Indien we met jongeren nog een gesprek over geloven kunnen voeren, lijkt me deze etappe van bijzonder belang.
Lucas gaat echter onverstoord zijn gang via de twee leerlingen. Een nieuwe etappe op de weg van het geloof, en een heel beslissende, komt er als ze hun huis naderen en de vreemdeling wil verder gaan. Hoe ga je om met dit Onbekende? ‘Blijf bij ons, vragen ze, want het wordt avond’. De kleine momenten van spirituele openheid laten ook een leegte achter. Het verlangen om thuis te komen, om gestalte te geven aan wat vluchtig bij momenten wordt gevoeld, drijft hen verder. De avond valt over het zekere weten, het vertrouwde levenspatroon, wat altijd voorgekauwd werd gezegd, enz. De leerlingen willen een stap verder gaan en vragen de vreemdeling om te blijven.
Zo volgt een nieuwe fase in de geloofsgroei. Ze zitten aan tafel, breken het brood en delen met elkaar. En in het breken gaan ook hun ogen open voor wat vermoed maar niet gezien noch gekend is. Ze vieren eucharistie en geven zo bestendigheid aan wat voorbijgaat. Maar ook die bestendigheid is verwarrend, want op het ogenblik van de herkenning is de Verrezen Heer weer verdwenen. Hij is in de eucharistie aanwezig op de wijze van afwezigheid. Herkenbaar in het rituele gebaar, maar ongrijpbaar in aanwezigheid. Hoe kwetsbaar en onachterhaalbaar was dit samenzijn. Niet toevallig hebben kunstenaars dit moment willen vastleggen, want zij zijn altijd gefascineerd door wat in of voorbij de werkelijkheid zich toont en weer verdwijnt. Maar ook de kunst kan dit maar oproepen en ernaar wijzen zonder het te vatten. Wie het met heel zijn hart meemaakt blijft met een brandend hart achter.
Maar de geloofsweg van deze volgelingen is nog niet teneinde. Ze stappen weer op en gaan naar Jeruzalem om te getuigen. De laatste fase van een voldragen geloof waarbij je anderen laat delen in wat met je gebeurt. Misschien op dezelfde manier zoals ook Jezus naderde toen ze zich de grote levensvragen stelden. Vragen bij de vele vragen, want zo opent zich een weg van Oneindigheid. En alleen daarbinnen kan men zinvol spreken over verrijzenis of over leven dat sterker is dan dood.
Paul Tillich omschreef geloven als: vertrouwen in een laatste Grond dat mensen toelaat om met een open blik de diepste vragen van het leven te stellen zonder te vervallen in wanhoop en vertwijfeling.
Groot dankgebed 167 Tafelgebed- Gij zijt het
Na de communie 553 Gij die geroepen hebt -licht- Groter dan ons hart