Pasen 2023 – Onze bestemming
Marcel Braekers
Openingszang: 374 solozang Gij zijt boven de zee
Begroeting
Mijn vertrekpunt van deze Paasnacht is wellicht voor velen herkenbaar: hoe gaan we om met het vele verdriet van deze wereld. Wie zijn we en wat hebben we als antwoord? We denken natuurlijk op de eerste plaats aan het goed zichtbare leed als gevolg van oorlogsgeweld. Maar er daarnaast zoveel klein verdriet, zoveel onvermogen, mislukkingen van mensen die dicht bij elkaar staan. Al dit leed raakt mij en draag ik mee tijdens deze Paasnacht. Waar vinden we een tegenkracht, wat leert mij dit Paasgebeuren?
Via de grote verhalen van schepping, uittocht, opstanding roepen we een tegenbeweging op, maar welke band kan ze hebben met wat zich overal om ons heen afspeelt? Marguerite Yourcenar noemde religie ooit: “Een geheimzinnige verbondenheid met de oudste dromen van de mens en de aarde, zonder daarbij een nuchtere verklaring uit te sluiten.” Hoe kunnen die dromen een troost of tegenkracht bieden voor wat vandaag gebeurt? Mag ik het scheppingsverhaal lezen als een vraag wie ik ben? Of het doortochtverhaal als een vraag door welke zee van onzekerheid ik moet gaan ook als er geen beschermende staf is om een richting te wijzen? Wie toont mij een nieuw begin en geeft mij kracht om op te staan, het verhaal van de verrijzenis.
De verhalen die we zullen horen, beschrijven niet rationeel wat met mensen gebeurde, maar roepen een onachterhaalbare geschiedenis op over onze zoektocht naar een identiteit al of niet in verbondenheid met God. Bij elk verhaal hebben we ook een symbool als steun of intensifiëring van wat wordt bedoeld. Aarde, water en vuur trekken met ons mee. Laten we het daarom stil maken en luisteren naar dit lied:
Hoge wakende, Gij zijt stilte, kom daarom in deze nacht over ons. 374
Gebed
In de schaduw van uw vleugels
Waken wij met uw licht voor ogen,
Bidden wij het donker door,
Zingen wij van zorgen vrij.
Kom in deze stilte ons tegemoet
Licht in ons hart zodat wij mogen zien,
Doe ons branden van liefde
Opdat Gij in ons geboren wordt,
God van alle eeuwen.
refrein: lieve boetseerder, trek mij uit de klei
Oorsprong
Wie ben ik? Kind van mijn ouders, kind van deze tijd, volwassen geworden (of bijna) door levenservaring. Ja, zegt het scheppingsverhaal, maar voorbij dat alles was je vanaf het begin geliefd, werd je niet geboren maar in het leven geroepen. Want die scheppende God was en is en zal zijn, altijd, onvoorwaardelijk, 7 dagen lang.
Genesis, 1 – 2,4
Refrein: Lieve Boetseerder, trek me uit de klei
Onderweg
Welke weg heb ik gegaan en hoe gaat die verder? Aan de oppervlakte zie je wel een lijn, identiteit groeit geleidelijk tot een persoon. Ga ik een weg of kiest die weg mij? Wie echt vertrouwt gaat een weg die geen weg is, schreef Eckhart. Gaan we zoals het Joodse volk door een zee die slechts al stappend een weg bleek met overdag een beschuttende wolk en ’s nachts een lichtende vuurzuil? Welke weg hebben wij te gaan?
Exodus 14,15 – 15,1
Zegening van het doopwater
Allen: Water uit de hemel en van de diepste oceanen,
vruchtwater dat het vroegste leven draagt,
dat groeikracht geeft
en onze diepste dorst lest,
wek eerbied en heilig ontzag in ons.
Was ons, maak ons schoon
bevrijd van alles wat lichaam en geest bezoedelt.
Vrg.: Gij met uw goddelijke hand,
zegen (+) dit water van uw schepping.
Trek als een bronader door ons,
zoals Gij heb gedaan in Jezus.
En ga met ons, als met uw volk destijds,
dat nergens grond onder de voeten had,
doorheen het water
naar een land om eeuwig te verblijven.
Mogen allen die zich tekenen met dit water
volstromen van U en van elkaar.
En zo bezielers worden van een nieuwe schepping.
Lied 363 gij zijt voorbijgegaan
Bestemming
Onderweg maar waar naartoe? Gij zijt voorbijgegaan maar ook ons voorgegaan, wat is onze bestemming? Heb ik haar uitgekozen of lokt ze mij naar een ongekende verte? Het verhaal van de verrijzenis is geen historisch verhaal, maar een verhaal van vertrouwen en overgave. Thuiskomen terwijl de weg verder gaat. Staan in Licht, lachen en zingen: eindelijk geboren. Het is het licht van de Paasnacht vierend begroeten.
Zegening van het vuur
Heer onze God,
Gij hebt uw licht ontstoken in de nacht,
En zijt uw zoekend volk voorgegaan in een zuil van vuur.
Zegen dit nieuwe licht (+) dat ook ons wil voorgaan
Op weg naar verrijzenis en leven.
Processie + 3 x Licht van Christus, Heer wij danken U
Evangelielezing: Mt. 28,1-10
Lied aan het licht: nr. 365
Hernieuwen van de doopbelofte
Vrg. Dankzij de liefde die ons heeft gedragen
en door de doop met water en geest,
staat sinds het begin Gods naam in ons bestaan geschreven.
In deze nacht worden wij uitgenodigd
om uit vrije wil opnieuw ons woord te geven,
aan Hem die eerste is en laatste,
God van de hele schepping, God van Jezus.
Allen: Ik zal de schepping liefhebben en haar behoeden.
Ik zal niet rusten zolang onrecht deze wereld verscheurt.
Ik zal met liefde en met vertrouwen
mijn eigen wereld eindeloos proberen te herscheppen.
Ik geloof in een goddelijke kracht
die al het verstoorde en gekwetste kan helen en voltooien.
Ik wil daarvan een levend teken zijn,
met zorg en eerbied voor iedereen en alles op mijn weg.
Ik zal wat mij gegeven is niet toe-eigenen,
geen voorrecht opeisen, maar voorrang bieden
aan de meest kwetsbaren, zodat zij waardig kunnen opstaan.
Ik wil het uitspreken en het ten einde toe herhalen
dat Jezus onze weg en onze hoop is.
Dat ik Hem wil herkennen in de mens naast mij.
Dat de woorden die Hij heeft gesproken
mij tot waarheid roepen en tot leven.
En dat zijn geest, die ons gezonden wordt,
mij kracht zal geven waar en zoals nodig is.
Kaarsjes rond de Paaskaars en zegening met doopwater
Zingend 363 dat wij volstromen
Homilie
Ons geloof in en voorstelling van de verrijzenis is eeuwenlang getekend geweest door een dualistisch denken, zegt de Duitse benedictijn en zen-leraar Willigis Jäger. De vraag is dan hoe dit ik dat altijd de werkelijkheid naar zijn hand kon zetten, ook na de dood kan verder leven. Maar zo vervolgt Jäger: “Voor de mystiek echter betekent opstanding juist niet het duurzaam voortbestaan van het ik, maar het loslaten van het ik in zijn eenwording met de Eerste Werkelijkheid, met God.” Men heeft de Paasboodschap altijd gelezen als een bewijs van onsterfelijkheid, van de mens die alles kan overmeesteren, ook de dood. De grote verhalen in deze Paasnacht tonen een andere weg. Zij wijzen erop hoe alles wat we echt zijn, niet het resultaat is van zorgzame zelf opgebouwde identiteit, maar dat alles een geschenk is. Wie zijn we, vanwaar komen we en wat is onze bestemming?
De Bijbelse verhalen doorprikken alle zelfverheerlijking, elk machtsdenken en houden ons een spiegel voor. Er is een andere weg die men kan gaan, een weg van zelfontlediging. Daarover heeft Jan Degraeuwe vorige zondag gesproken toen hij verwees naar de tekst van Paulus in de brief aan de Kolossenzen. Tegenover Adam, zeg maar dé mens, plaatst Paulus Jezus die alle zelfgenoegzaamheid aflegde en zichzelf leeg maakte om vervuld te worden van de liefde van zijn Vader. Terwijl Adam zichzelf als god ging gedragen, ging Jezus, de nieuwe Adam, een totaal andere weg. Hij ging een weg van dienstbaarheid en vertrouwen. Zo werd via het leven van Jezus duidelijk wat de Bijbel bedoelt met ‘verrijzenis’ of ‘opstanding’. Het is hier en nu in liefde zich overgeven en zijn leven in Gods handen leggen.
In deze Paasnacht worden we uitgenodigd om eenzelfde weg te gaan, om ons over te geven en toe te vertrouwen en opstanding te vieren, hier en nu.
Christus is verrezen, alleluia.
Groot dankgebed: S. de Vries, Bij gelegenheid I p.280 + refrein 142
Na de communie lied 369 Als een levende
Maria Magdalena in de graftuin
In wanhoop doolt zij rond
Het graf is leeg
Het lichaam van de meester
Niet te vinden
Alleen een vreemde –
De tuinman soms
Zou hij misschien?
Waar hebt u hem gelegd
Die men het leven nam
Wil hem mij dan tenminste
Nog als dode laten
Verblind door tranen
Alles is verloren
Dood is nog altijd dood
Wendt zij zich af –
Wat opent haar
Wat heelt haar oren
Wie noemt haar bij de naam
Zoals zij is gekend?
Nog dieper ommekeer
Dan in hun vroegst ontmoeten
Ervaart zij want zij ziet:
Hij is het, is
De Levende
Die mij tot leven riep
Inge Lievaert