221224

Kerstmis (2022) Geboren in de stilte van de nacht

Marcel Braekers

Orgelspel

Lied 274 Kom tot ons, de wereld wacht - Nun komm der Heiland

Begroeting

In deze nacht wordt een lied van vrede gezongen, vol verlangen kijkt onze wereld uit naar een nieuw bestel. In deze nacht wordt pijn gevoeld omwille van verdeeldheid en geweld, zijn mensen op zoek naar bescherming en geborgenheid. Al die gevoelens dringen zich aan ons op nu we staan bij een voerbak waar straks een kind wordt geboren. Een kind waarvan werd voorzegd dat Hij de gangmaker zou worden van een nieuwe tijd. Op zijn schouders zal de zware taak worden gelegd om een tegenbeweging op gang te brengen door een weg te tonen naar een echt bevrijdende God en naar een nieuwe gemeenschap waar ieder tot zijn recht kan komen. In woorden en gezangen zullen we deze Immanuel begroeten en in diepe stilte willen we plaats maken in onszelf opdat Hij er kan geboren worden.

 

Gebed 

De mens van uw hart
Hebt Gij verwekt
Midden onder ons,
Als een licht ons vooruit,
Als een teken ons gegeven,
Als het verlossende woord.
Zullen wij ook vandaag nog
In Hem
Uw beeld en gelijkenis lezen?
Geef,
Dat wij Hem vinden
En herkennen in elkaars ogen,
Hem weerspiegelen
Als licht voor allen.       (S. de Vries, Bij gelegenheid I p. 131)

 

Uit de profetieën van Jesaja

Jesaja was diep aangegrepen door de neerslachtigheid, de thuisloosheid van zijn volk ver van huis in ballingschap. Enkel bejaarden, zieken, geestesgestoorden had men in het land achtergelaten, terwijl de kinderen, de jonge vrouwen en mannen voor alles werden misbruikt in een vreemd land. Het zien van deze ellende en anderzijds zijn geloof in de God van leven en bevrijding brachten Jesaja onder zo een sterke spanning dat hij niet meer rationeel uitlegt wat staat te gebeuren, maar een droombeeld over een nieuwe tijd zich van hem meester maakt.

 

Het slavenjuk dat ons drukte
De stang op onze schouders
De stok waarmee wij worden geslagen
Breekt Hij in stukken, op Zijn dag.
De stampende trappende laarzen
De kleren in bloed geverfd
Vallen ten prooi aan het vuur.
Want een kind ons geboren
Want een zoon ons gegeven.
Op zijn schouders het rijk van de vrede
En de namen waarmee hij genoemd wordt:
Engel van Gods visioen,
God onbedwingbaar, Vader-voor-eeuwig,
Koning van de vrede.
Nog in de moederschoot werd hij geroepen.
De geest van God zal op hem rusten:
Om aan de armen goed nieuws te brengen
Om aan gevangenen bevrijding te melden
Aan de blinden de weg naar het licht
Om te troosten wier hart is gebroken.
Hij zal niet doven de kwijnende vlam,
En het gekraakte riet niet breken.
Hij zal een beschutting zijn tegen de wind,
Schuilplaats tegen de regen.

 

Lied 267 weer staat een twijg

 

Lucas 2, 1 – 7

Stille nacht

Lucas 2, 8 – 14

Lied 190 ‘ik wens je vrede’ ofwel 132 ‘da pacem domine’ ofwel 134 ‘laudate dominum’

Lucas 2, 15 – 20

Lied 271 adeste fideles

 

Homilie 

“Toen alle dingen zich midden in het zwijgen bevonden en de nacht in haar loop op het midden van haar baan stond, kwam van bovenaf, van de koninklijke troon, een verborgen woord in mij neer (dum medium silentium tenerunt omnia et nox in suo cursu medium iter haberet)”. Met dit citaat uit het boek Wijsheid en Job begint Meister Eckhart zijn mooie Kerstpreek. Belangrijk om weten is dat in de tijd dat hij preekte men vooral de menselijkheid van Jezus beklemtoonde. Figuren als Bernardus van Clairvaux en Franciscus van Assisi speelden daarbij een belangrijke rol. Ze waren vooral gegrepen door het immense lijden en de vernederende kruisdood van Jezus. Deze aandacht was niet toevallig want we spreken over ‘die waanzinnige dertiende en veertiende eeuw’ waarin naast mislukkingen van de oogst, de gesel van de pest Europa teisterde en oorlogsbendes het leven van mensen omverhaalden. De afbeeldingen van het kruis tonen in tegenstelling tot de daarvoor liggende tijd een verwrongen, smartelijke Christus die troost moest zijn voor iedereen in eenzelfde situatie. Ook de geboorte, het bezoek van de wijzen, het leven van de kleine Jezus werden om dezelfde reden kleurrijk voorgesteld, bedoeld om mensen op een concrete en levendige manier tot geloof te brengen. Niet toevallig was Franciscus de eerste die de stigmata in zijn lichaam kreeg en was hij het die voor het eerst met een kerststal op de verbeelding van het volk wilde inspelen. Men wilde aan mensen troost bieden en hen op een levendige wijze in contact brengen met dit lijden maar ook door genade getekend leven. Eckhart huiverde van deze evolutie en vroeg zich af of dit het juiste antwoord was op het probleem van het lijden en of mensen door die visuele vondst tot geloof zouden komen. Hebben de kerststallen die zo mooi en levendig het stadsbeeld kleuren enige invloed op gelovigheid? Of: voelen mensen zich getroost bij het besef dat er nog iemand is die lijdt?

Vertrekkend vanuit een heel andere visie op wat mensen nodig hebben begint Eckhart zijn homilie met die majestueuze zin: ‘Toen alle dingen zich in het zwijgen bevonden, kwam een verborgen woord in mij neer’. Eckhart kende wel de kerkelijke liturgie die de geboorte van Christus op drie manieren vierde: als geboorte in alle eeuwigheid, als komst in een stal en als geboorte in het hart van ieder mens, maar zijn aandacht ging helemaal naar die derde geboorte: Jezus die als Gods Woord neerdaalt in het centrum en onze leegte of diepte helemaal vervult. Alleen het ontvangen van Gods Woord in de diepte van het hart zal mensen bekeren en troosten, aldus Eckhart. Een luisterende en meevoelende ander helpt mij om lijden of verdriet te verwerken, maar echte troost moet vanuit mij eigen diepte opwellen. Een Kerststal, mooie gezang of een oproepende homilie kunnen mij wel in de sfeer brengen, maar de echte doorbraak om te geloven moet van binnenuit oplichten. Hoe kan deze geboorte dan plaats vinden? Het medium waardoor men dat Woord ontvangt en God geboren wordt, is zwijgend de stilte toelaten. Een stilte waarin veel gepraat en het zogenaamde weten verstommen. Door zich leeg te maken, zich beschikbaar te stellen en in diepe en stille aandacht zich te openen horen we een ander dan het dagelijkse spreken en kan het Woord in ons mens worden. Zoals we de zon nodig hebben om te zien, zo is de stilte de band tussen God en ons diepste zelf. Want God is Stilte waaruit het Woord of de Logos ontstond. Zo worden wij uitgenodigd om in deze heilige nacht die transformatie door te maken.

Hoe ver én tegelijk hoe dichtbij is deze visie vandaag? Er is de kerstdrukte, de hang naar geschenken, de gezellige familiesfeer, enz. En tegelijk leeft er een diep verlangen naar stilte, naar thuis komen in zijn eigenste centrum. De twee hebben een eigen waarde en geven vreugde. Maar het echte Kerstfeest, de waarachtige geboorte heeft maar plaats als mensen het immense zwijgen en de stilte van de nacht toelaten en de geboorte van Gods Woord feestelijk begroeten.

Zal het ons lukken al was het maar één moment om in deze nacht die geboorte in alle zuiverheid te kunnen voelen? Al maak je het maar één keer in je leven mee, dan nog is het voldoende om voortaan als een wachter uit te zien naar de morgen, zo ongeveer preekte Eckhart. Indien je ooit dat Woord in alle zuiverheid kunt horen, geeft het zo’n diepe vreugde dat je voor de rest van je leven ermee verder kunt. 

Voorbeden

    • Laten wij bidden opdat we opnieuw geboren worden
      Uit nacht en ontij, in diepe stilte van ons hart
      In de kwetsbaarheid van allen die op ons rekenen.
    • Kind ons geboren, Zoon ons gegeven,
      Laat uw licht schijnen om te vertroosten
      Wie verstoten en verlaten zijn, wie lijden aan de hardheid van het leven.
    • Laat uw licht schijnen om te verhelderen
      Wie in zichzelf verdwalen en stikken in de vele vragen.
    • Breek door met uw licht opdat een nieuwe vrede op aarde mag komen,
      Opdat volkeren opnieuw hun zwaarden omsmeden tot ploegen
      Opdat kinderen kunnen spelen bij het hol van de adder.

 

Tijdens offerande zingt koor

 

Groot dankgebed 163 Liever een kind (Niet als een teken aan de hemel)

Na de communie 270 Vanwaar zijt Gij gekomen

 

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.