27ste zondag door het jaar. 2 oktober 2022
Stilte voor Hem.
Verwacht Hem, Hij zal komen. (Huub Oosterhuis: psalm 37)
Goede morgen beste medemensen, welkom in deze viering van 2 oktober, de internationale dag van de geweldloosheid. Twee oktober was de geboortedag van Mahatma Gandhi. Deze dag en de lezingen van vandaag nodigen ons uit om stil te staan bij het vele geweld in de wereld en bij de weg die ons geloof ons kan tonen. Laten we beginnen met ons te zegenen met het teken van het kruis en de verrijzenis:
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
We zingen als openingslied 104, gezegend dit uur en het licht ons gegeven.
De eerste lezing is van de profeet Habakuk. Zijn boek telt drie hoofdstukken. Het heeft me vooral aangesproken omdat je het innerlijk proces van de profeet kan volgen in relatie met God. De drie hoofdstukken tonen a.h.w. een andere fase in die relatie.
Hij leeft in een tijd waarin het machtige Babylonië dreigt om met geweld zijn land binnen te vallen. In hoofdstuk één richt hij zich in zijn hopeloosheid tot God, die hij verwijt van niets te doen.
“Hoelang nog, Heer, moet ik om hulp roepen en luistert U niet?”
Habakuk ziet slechts geweld en toenemende polarisatie in de wereld rondom hem. Hij worstelt met de vraag: hoe kan God zoveel ellende toelaten? Al dat geweld dat mensen elkaar aandoen, waar onschuldige mensen slachtoffer van zijn.” Een vraag die velen ook in onze tijd zich stellen en die vaak de reden is om niet langer in het bestaan van God te geloven.
Lezing uit de profeet Habakuk. Eerste deel: zijn verwijten aan God.
Deel een: Hab.1,2- 3
Hoelang nog, Heer, moet ik om hulp roepen?
U luistert niet.
Er is zoveel geweld en ik schreeuw het uit.
Waarom helpt U niet?
Waarom moet ik al die ellende zien
en waarom ziet U het zelf ook zonder iets te doen?
Ik zie slechts onrecht, ruzie en onderdrukking.
Mensen doen elkaar vreselijke dingen aan.
Mag Babylonië doorgaan
en meedogenloos volken blijven vermoorden?
In hoofdstuk twee maken we een evolutie mee van de profeet wanneer hij zijn klaagzang stopt. Op een wachttoren kijkt hij uit naar wat de Heer hem zal antwoorden en hij stelt zich open voor een dieper inzicht. Een eerste antwoord van God bevestigt het vele geweld. Hij voorspelt dat in de toenmalige internationale context dat geweld nog zal toenemen. Tegelijk voorspelt God ook de ondergang van dat gewelddadige volk. “Boeten zal hij die van zijn kracht zijn god maakt.”
In een visioen wordt de profeet opgeroepen tot geduld en vertrouwen. Eens zal het goede overwinnen. ”Het komt zeker, het zal niet uitblijven. Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven.”
Luisteren we nu naar een tweede gedeelte uit de profeet Habakuk: je moet wachten
Deel twee: Hab.2,2- 4
Nu ga ik op mijn wachtpost staan
en kijk uit naar wat de Heer mij antwoord op mijn verwijt.
Dit was het antwoord van de Heer:
schrijf dit visioen op,
grif het met duidelijke letters op een grote, platte steen,
zodat het goed en snel te lezen is.
Schrijf alles op,
want het duurt nog een tijd voordat het gebeurt.
Zolang het niet gebeurt, moet je wachten.
Ook al duurt het lang, het zal gebeuren. Dat is zeker.
Het loopt slecht af met mensen die anderen kwaad doen.
Ze zullen ten ondergaan.
Mensen die goed doen en trouw zijn aan God,
die zullen leven.
Op het einde van hoofdstuk 2 komt de profeet tot stilte tegenover de Heer die in zijn tempel verblijft. De stilte is vol vertrouwen in God. In het derde hoofdstuk breekt een nieuwe fase aan en zingt Habakuk Gods lof.
God, de Heer is mijn kracht,
Hij maakt mijn voeten snel als hinden,
Hij laat mij over mijn bergen gaan.
Lied 269: zend ons een engel in de nacht als alles ons een raadsel is
In het blad van de “wereldgemeenschap voor christelijke meditatie” las ik een mooie, eigentijdse getuigenis. Russische en Oekraïense gelovigen, verbonden met velen over de hele wereld hebben samen in stilte gemediteerd. Het motto van de dag was: “Vrede in het hart, vrede in de wereld.” Twee Oekraïense gelovigen gaven volgende boodschap mee:” Als je in staat bent om donkere emoties of machteloosheid te overwinnen, door tijd te besteden aan meditatie, begint het beeld van wat gebeurt langzaam te veranderen. Het innerlijke licht, verloren in de duisternis van de harten van soldaten, moet in jullie blijven schijnen. Dit zal de oorlog niet doen stoppen, maar het helpt ons om te focussen op het lijden van anderen en alles te doen wat nodig is om dit te verlichten. Het helpt ons ook om de diepe plaats in ons te herinneren die niet kan sterven en die ons verbindt met ieder ander, zelfs met hen die het heilige netwerk van eenheid vernietigen, door het stelen, verkrachten en doden van onschuldigen…We moeten deze realiteit accepteren en nadat we het geaccepteerd hebben, van binnenuit transformeren.”
Lied 527 Leer van de liefde de wijsheid en eenvoud…steeds draagt zij hoop.
In het evangelie van Lucas, hebben we een getuigenis van iemand die leeft in de periode van de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen. Velen zijn gevlucht. De christelijke gemeente in Jeruzalem bestaat niet langer. En toch laat ook Lucas Jezus oproepen tot een geloof zonder grenzen.
Lezing uit het evangelie van Lucas. Lc.17, 5- 10
De leerlingen worden in de verzen die aan de lezing van vandaag voorafgaan opgeroepen om tot 7 maal toe hun broeder of zuster te vergeven. De leerlingen worden zich bewust van hun kleine geloof. Jezus geeft hen dan het beeld van de kracht van het kleine mosterdzaadje, als symbool voor het geloof dat ze moeten hebben. Het zou hen in staat stellen een grote moerbeiboom te verplaatsen.
Jezus voegt er echter nog een waarschuwing aan toe. Zelfs als we alles doen wat van ons verwacht wordt, moeten we niet denken dat wij de wereld in handen hebben. “We zijn maar eenvoudige knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan,” knechten in dienst van een Heer. Het shockeert ons moderne gevoel.
Wat betekent dit nu in onze tijd en voor mij?
Heb ik het Bijbelse geduld? Ben ik mij bewust van mijn kleine geloof, mijn kleine vertrouwen dat op het einde Gods rijk van vrede komt. Richt ik mij tot God in mijn vertwijfeling en gebrek aan vertrouwen vanuit het besef dat ik daar Gods hulp bij nodig heb? Aanvaard ik mijn kleinheid, mijn niet- weten, mijn onmacht tegenover alle onrecht en geweld in de wereld, ook het geweld in mezelf? Ben ik vaak niet snel klaar met mijn oordeel? Meen ik niet vaak te weten hoe complexe problemen moeten worden opgelost? “Boeten zal wie van zijn kracht zijn god maakt,” waarschuwt Habakuk en geldt dit ook niet voor mij? Vertrouw ik in Gods belofte zodat ik niet in onmacht en immobilisme terechtkom en niet verhard in mijn hart.
Aanvaard ik dat ik maar een dienstknecht ben? Dat ik slechts iets kleins kan bijdragen op de plek waar ik leef, in daden van kleine goedheid, aangegrepen door de nood van een medemens. “Je wint er geen oorlogen mee, maar opent er wel ogen mee,” getuigt Roger Burggraeve. Het zijn bescheiden daden, zonder pretentie, niet gedreven door ideologie. Ze zijn geen reden om te roemen op zichzelf. Ze verbinden mensen van hart tot hart, over alle verschillen heen. Zoals de mediterende medemensen uit Oekraïne en Rusland getuigen.
Misschien kunnen we de moerbeiboom als symbool zien voor de hele samenleving en ligt de kracht van het mosterdzaadje in elk gebaar van klein goedheid. Vertrouwen in de goddelijke kracht ervan kan uiteindelijk de hele samenleving veranderen.
Lied 543 en maakt zo in uw daden waar dat leven geven is.
Tafelgebed 164 Gij die de stom geslagen mond verstaat
Onze Vader en vredeswens
Gebed Psalm 37
Stilte voor Hem.
Verwacht Hem, Hij zal komen.
Doe goed, dan heb je een weg.
Wie solidair zijn, barmhartig,
zullen de aarde vernieuwen.
Ik zag uit de verte een ceder-
toen ik voorbijkwam was hij geveld.
Zo gaat het. Vertrouw die £ne.
Stilte voor Hem.
Verwacht Hem, Hij zal komen.
Slotlied 826. Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.
Zegen.
Vragen we ten slotte Gods zegen over ons leven, over al wie in nood is, over de wereld die smacht naar vrede.