250803 Feest van Dominicus: de Kerk als veldhospitaal

18e zondag (2025) Feest van Dominicus: de Kerk als veldhospitaal

Marcel Braekers

Openingszang 521 overal zijt gij

Begroeting

Volgende vrijdag 8 augustus vieren we het feest van de heilige Dominicus, stichter van onze orde en patroonheilige van deze kapel. Ik vond het dus niet meer dan normaal om deze zondag aan hem en aan zijn stichting aandacht te geven. 

Wat Dominicus tot zo’n belangrijke sleutelfiguur heeft gemaakt is mij altijd een raadsel geweest. In tegenstelling tot andere stichters zoals Benedictus, Franciscus of Bernardus liet Dominicus geen enkele tekst achter. Hij wordt hoofd van een nieuwe orde, de dominicanen, maar maakt al vlug plaats voor zijn opvolger. Hij vormt een groep, maar stuurt ze onmiddellijk weg naar alle uithoeken van Europa. Hij moet over een uitzonderlijke intuïtie hebben beschikt toen hij, tegen de tendens van de abdijen in, een bedelorde stichtte die door haar levensstijl een ander beeld van de kerk moest tonen. Het gezag van de abt maakte plaats voor het innerlijke inzicht. De broeders moesten niet in dienst staan van het kerkelijke instituut, maar het gesprek aangaan met rand- of ongelovigen. Al vlug heeft hij volgelingen die op een heel nieuwe manier over God, het leven en de mens gingen denken, misschien zelfs verder en anders dan hij zich voorstelde, maar hij liet alle ruimte voor die evolutie. 

Dat alles heeft deze stille, bescheiden en brandend gelovige man bedacht. Wat de orde met die inspiratie zoal heeft gedaan is een ander verhaal, het neemt niet weg dat in de persoon van Dominicus een ongewone, boeiende persoonlijkheid opstond die aan de komst van het Rijk van God een unieke bijdrage heeft geleverd. 

In deze viering wil ik een vergelijking maken tussen wat Dominicus als project voor ogen stond en wat paus Franciscus wilde realiseren toen hij de Kerk ‘een veldhospitaal’ noemde.

 

Gebed

Voor u, God openen wij ons
Opdat uw Geest kan dalen
En in ons worden tot onze eigen adem.

Zuiver ons
Met de frisse wind van uw Geest
Tot in de verborgen hoeken van ons hart
Waarheen wij zelf niet gaan.

Laat de liefde die U beweegt
Ons bezielen.
Dan zal het uw eigen Geest zijn
Die in ons over uw schepping waakt.

Roep dan uw licht over ons uit
Als in het begin.
Want zo hebt Gij ook geroepen de heilige Dominicus
En hem de gave van het Woord geschonken
Als verstilling en oproep, als troost en weg.
Geef dat wij allen zoals hij gedreven worden door uw Geest
En verkondigers van uw waarheid worden.

Lied 757 Ik zoek bij jou

 

Eerste lezing: 1 Korinthiërs 12, 4 – 11

Lied 533 mijn vrienden zijt gij

Evangelie Mt. 5, 13 – 16

 

Homilie 

Onze overleden paus Franciscus was in veel opzichten een bijzondere figuur. Sociaal bewogen, levend als een arme, die droomde van een hervorming van de kerkstructuur, in sommige morele kwesties behoudsgezind, in andere heel open. Zijn idee van de Kerk en de rol die zij in deze wereld heeft te spelen vind ik ronduit revolutionair. Paus Franciscus gebruikt het beeld van ‘het veldhospitaal’ om die rol te beschrijven. Hij wilde daarmee zeggen dat de Kerk niet om zichzelf bekommerd moet zijn, niet bezorgd om eigen identiteit, maar van zichzelf weg moet wijzen en gaan naar plaatsen waar mensen gekwetst zijn, waar wordt geleden en waar onrecht heerst. Dat was een radicale omkeer van denken.

U hebt misschien ook nog als kind uit volle borst gezongen: “O Kerk van twintig eeuwen die vast staat als een rots”. Het was het beeld van een Kerk die zelfzeker (mag ik zeggen zelfgenoegzaam) een dominante rol in de samenleving speelde. Daarbij maakte ze dikwijls keuzes die vooral bedoeld waren om de eigen positie te consolideren eerder dan dat ze ingegeven waren door sociale bewogenheid of respect voor andersdenkenden. Vanaf de jaren ’60 is het snel bergaf gegaan met die positie, en op vandaag vormt ze nog een bescheiden minderheid.

Nu zou je kunnen denken dat paus Franciscus die aftakeling zag gebeuren en daarom met een noodidee kwam: Kijk niet meer naar jezelf, kerk, want het is allemaal kommer en kwel, maar kijk naar de ander die daar neerligt. Maar ik ben ervan overtuigd dat hij had begrepen dat een nieuwe tijd was aangebroken en de Kerk grondig anders zich moest gaan opstellen. Wat met Vaticanum II was begonnen, was niet afgemaakt. De Kerk moest zich herbezinnen. Veldhospitaal zijn is iets van een gans andere orde dan wat we gewoon zijn. Religiositeit moet je dan niet meer meten volgens het aantal deelnemers aan de zondagsviering. Ze wordt niet bepaald door het aantal priester- en kloosterroepingen. Religiositeit wordt bepaald door de kwaliteit van aanwezigheid bij de lijdende, door de creativiteit waarmee men zoekt om los te komen van een zelfgenoegzame maatschappij en een nieuwe spirituele ruimte voor elkaar maakt. De Kerk moet ophouden bekommerd te zijn om zichzelf, maar zout of zuurdesem zijn dat opgaat in een groter geheel. Jezus riep zijn leerlingen op zout te zijn, en van zout weten we dat je het niet meer terugvindt in je eten, omdat het zichzelf gegeven heeft in het geheel.

Al deze gedachten kwamen bij mij op nu wij vandaag het feest van de heilige Dominicus vieren. Als jonge kanunnik was hij zo getroffen door de armoede van zijn stadsgenoten dat hij al zijn boeken verkocht en het geld weggaf, boeken waarvan hij had gedacht dat hij ze voor zijn loopbaan als docent nodig had. En toen hij samen met zijn bisschop een reis door Europa maakte was hij zozeer getroffen door de spirituele leegte dat hij niet terugkeerde naar huis, maar onderweg bleef hangen en begon te spreken en te troosten. En toen hij enkele mannen rond zich had verzameld die net als hij diezelfde bekommernis deelden, stuurde hij ze naar alle belangrijke centra van Europa om daar te getuigen door het woord en door hun voorbeeld van de Blijde Boodschap. Dominicus is nooit bekommerd geweest om zijn orde, om een of andere positie: wat hem raakte was het zoeken van mensen, hun vragen en lijden. Dat was voor hem ‘veldhospitaal avant la lettre’ zijn. Daarom is het waardevol bij zijn leven stil te staan en ons meer en meer te laten doordringen van de idee dat we er niet voor onszelf zijn maar dat we geroepen worden om te bouwen aan Gods rijk, en wel door voorbij onszelf in dienst van elkaar te staan.

Groot dankgebed 165 Gij die weet

Na de communie 544 De Heer is mij tot hulp 

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.