------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




22 juli 2012: Zestiende zondag

Over herders, onderricht en vakantie

Lisette Monard

Openingsgebed: Psalm 23

[1] De heer is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.
[2] Hij laat mij in grazige weiden rusten,
Hij voert mij naar vredig water,
[3] daar geeft Hij mij nieuwe kracht.
Hij leidt mij op het rechte spoor,
omwille van zijn naam*.
[4] Al moet ik door dalen van duisternis en dood,
ik ben voor geen onheil bang,
want U bent bij mij:
uw knots en uw staf
geven mij nieuwe moed.
[5] Voor mijn ogen dekt U de tafel,
zodat ook mijn belagers het zien;
met olie zalft U mijn hoofd,
mijn beker is tot de rand gevuld.
[6] Ja, uw goedheid en liefde blijven mij volgen
alle dagen van mijn leven.
Zo mag ik telkens weer wonen in het huis van de heer,
tot in lengte van dagen.

Inleiding

Al enkele zondagen volgen we Jezus die al predikend en genezend rond trok in Galilea, zoals opgetekend door de evangelist Marcus. Het Marcusevangelie zou volgens velen het oudste evangelie zijn, geschreven rond 70 na Christus. Zijn bronnen waren overwegend mondelinge overleveringen, die hij heeft samengebracht in een globaal verhaal over Jezus. Dit verklaart wellicht de soms abrupte overgangen.

In vorige vieringen hoorden we over de wonderen, de genezing van de onreine vrouw, het kind dat uit de dood opstond. En verder hoe de mensen in zijn geboortestad wantrouwig stonden tegenover Jezus, de timmerman, de zoon van Maria, die in de synagoge onderricht gaf en wonderen deed. Het evangelie van vorige zondag vertelde vervolgens hoe Jezus zijn twaalf apostelen uitzond om de goede boodschap te verspreiden. Logischerwijs zou dan het evangelie van vandaag volgen.
Maar, als een soort entre-acte voert Marcus Herodes op. Herodes die in Jezus de weder-opgestane Johannes meent te herkennen, Johannes die hij onthoofd heeft. En over die onthoofding volgt een uitvoerig relaas. Om dan de draad gewoon terug op te nemen, bij de terugkeer van de apostelen van hun missioneringopdracht. Marcus schreef zijn evangelie voor de christenen die niet van Joodse afkomst zijn. In de eerste lezing van vandaag uit de brief aan de Efeziers herinnert Paulus deze niet-Joodse christenen, eraan dat zij nu, samen met de Joden, Gods volk zijn en dat zij zich overeenkomstig deze nieuwe positie dienen te gedragen.

Lezingen: Efeziers 2:13-18 en Marcus 6:30-34

Homilie

De evangelietekst voor vandaag is zeer kort, slechts 5 verzen. Toen ik aan de voorbereiding van deze viering begon, wist ik dan ook niet goed hoe dit aan te pakken. Over naar familie dan maar, met verrassend resultaat. In die slechts 5 verzen bleken mijn familieleden drie belangrijke thema’s te zien, thema’s die bovendien zeer actueel zijn.
Om te beginnen de nood aan rustperiodes in ons drukke leven, “om alleen te zijn en uit te rusten”, zegt Marcus. Het hele jaar door leven wij in druktestad, zoals in de bekende kinderboeken van Richard Scarry. Hoe vaak heb ik in de laatste weken niet gehoord: ik ben dringend aan vakantie toe. Tegenwoordig kunnen we ongeveer allemaal vakantie nemen, maar of deze periode altijd rust brengt, ik weet het niet. We haasten ons om zo snel mogelijk op de vakantiebestemming te komen, de hele periode wordt meestal goed gepland en helemaal gevuld, we mogen zeker niets missen. Alle musea en bezienswaardigheden in de streek moeten absoluut bezocht worden, Mont Ventoux en andere bergen moeten beklommen worden, al dan niet met de fiets.

En zo blijven we maar voorthollen, ook in de vakantieperiode. Nochtans is het noodzakelijk om eens stil te staan, om eens kritisch achterom te kijken, om een adempauze te nemen, die bijzonder weldoende kan zijn, voor geest en lichaam. De zondagsviering is zo’n reflectiemoment, het tot rust komen, het woord van God tot ons laten komen, gebeden en liederen aanheffen ter ere van de Heer, en na de viering het ontmoeten van de medekapelbezoekers.

Ook de zomervakantie kan en zou moeten een goede gelegenheid zijn om fysiek en mentaal uit te rusten en te ontspannen, om mooie en indringende gesprekken te voeren met je partner, je kinderen, je familie, je vrienden, om met de kinderen of kleinkinderen te spelen, om een goed boek te lezen, om in stilte naar de natuur te kijken, om rond te slenteren in boeiende musea, om samen te kokkerellen, om terug te blikken naar het voorbije jaar , om goede voornemens te maken voor het nieuwe werkjaar, en om ons vooral niet op te jagen.

Mijn tweede thema komt in de vijf verzen van het evangelie van vandaag zelfs tweemaal voor; we lezen in de eerste zin: “De apostelen kwamen terug bij Jezus, en ze vertelden Hem alles wat ze hadden gedaan en hoe ze onderricht gegeven hadden. “en in de laatste zin “Hij begon hen uitvoerig te onderrichten”.

Onderricht, onderwijs, educatie, zo belangrijk voor onze maatschappij en waar iedereen zich bij betrokken voelt, als ervaringsdeskundigen. Getuige hiervan de opwinding in diverse gremia toen de nieuwe plannen van de minister over alweer een hervorming van het secundair onderwijs in de pers verschenen. Het onderwijs, het onderricht dat we krijgen en kregen bepalen voor een groot stuk welke mens we worden of zullen zijn.
Ik behoor tot de generatie die is opgegroeid met de catechismuslessen, in de klas, maar ook in de parochie. Daar werden wij onderricht over de blijde boodschap van Jezus Christus. De basis werd in de lagere school gelegd, zoals deze toen nog heette, een basis waarop mijn geloof verder is kunnen uitbouwen en gevoed worden hier elke zondag in Filosofenfontein, al vele jaren. Het leggen van een goede basis door goed onderricht, in welke vorm dan ook, bij jonge kinderen is voor mij dan ook essentieel. De vrijwilligers die hier in Filosofenfontein zo veel inspanningen doen om de kinderen te onderrichten in de kindernevendienst verdienen dan ook al onze lof.

Hoe belangrijk voor Jezus onderricht was, blijkt als Hij bij het aanschouwen van de groep mensen die hem waren gevolgd en er wat doelloos bijstonden, vergat dat hij eigenlijk wilde rusten. Hij wilde deze verloren groep zijn boodschap brengen, dat Gods koninkrijk nabij is en met Jezus een nieuwe tijd is aangebroken. Hij wilde dit voor hen duiden en verklaren, hen de juiste richting tonen, kortom Hoop geven, voor een waardig bestaan en verlangend uit te zien naar een goede samenleving. Hij onderrichte hen.

Ik kom nu tot mijn derde thema, dat wordt aangebracht in de zin: “Hij had zeer met hen te doen, omdat ze als schapen zonder herder waren”. Schapen zonder herder, wat moeten we ons daar bij voorstellen. Veel herders komen we niet meer tegen hier in Vlaanderen, we kennen allemaal nog wel het Bijbels verhaal van de Goede Herder, de herder die zorgt voor zijn schapen, “Hij laat mij in grazige weiden rusten, Hij voert mij naar vredig water”, zoals het klinkt in psalm 23 die we bij het begin van de viering hoorde. Jezus heeft medelijden met de mens, ook de hedendaagse mens, die op zoek is naar een herder, een leider die richting geeft, een gids die de juiste weg toont, iemand waaraan men een voorbeeld kan nemen.

Ik moet u niet vertellen hoe belangrijk de media tegenwoordig zijn in onze beeldvorming van leiders. En spijtig genoeg gaan de media voor het snelle gewin en worden schertsfiguren opgevoerd. Het is treurig dat vrij veel mensen opkijken naar de BV’s, die worden voorgesteld als zogezegd reële mensen, maar waarbij vaak wordt vergeten dat alles in scène wordt gezet. Ook onze politieke leiders lijken meer bekommerd te zijn om hun imago in de media dan de kwaliteit van hun beleid. Nochtans zijn het deze mensen die we in onze parlementaire democratie als onze vertegenwoordigers kiezen en hen de macht geven om onze maatschappij te sturen en te regelen. Toch een gedachte, die belangrijk genoeg is om bij stil te staan bij de volgende verkiezing.

Ook in de kerk vinden we minder en minder goede herders om het godsvolk te leiden. Vorig jaar stond nog in de krant dat op 5 jaar tijd het aantal priesters in België met 10% was gedaald. Voor vele parochiegemeenschappen is het een realiteit: hun pastoor moeten zij delen met andere parochies van hun federatie. Ook al doen vele leken goed werk in hun parochie en nemen zij vele taken over, voor veel mensen blijft het belangrijk dat de voorganger in de liturgie een gewijde priester is. Om spiritueel leiding te kunnen geven, is het belangrijk dat de gemeenschap gelooft in zijn herder, of beter gezegd, in zijn pastor, hem of zij vertrouwt en bovendien duidelijk merken dat zijn pastor gedreven wordt door het Evangelie, het verhaal van de levende God in ons midden. Tot nu toe kon voor de meeste mensen dit alleen maar een gewijde priester zijn. Naar de toekomst toe zullen er niet voldoende priesters meer zijn en moet gezocht naar nieuwe vormen.

In zijn nota “Zoektocht naar spiritualiteit” voor Filosofenfontein van een aantal jaren geleden stelt Marcel: “De liturgie is niet alleen zaak van de priesters maar gedragen door een brede groep van leken en een nog ruimere groep van voorgangers in de woorddienst.”
Al vele jaren blijkt het model van Filosofenfontein wel degelijk te werken. Enerzijds een centrale pastor, die vanuit zijn eigen gewijde vorming en spiritualiteit het woord van God tot ons brengt zodat het ons raakt tot in het diepste van ons hart. En anderzijds ons, de leken, de kans geeft en ons weet te overtuigen om zelf voor te gaan en de blijde boodschap, zoals wij die ervaren, mee uit te dragen.

Om af te sluiten citeer ik graag weer Marcel uit zijn viering van 16 juli 2006:

“Alleen die plekken blijven overeind waar men interessante voorgangers heeft, waar men een hechte gemeenschap ervaart die anderzijds geen beslag legt op heel het leven, maar korte momenten van verbondenheid aanbiedt. Ik vermoed dat die plaatsen toekomst hebben waar men het samenzijn ervaart als gedragen door de Heilige Geest. Tempels van de Heilige Geest waar men God mag prijzen vanuit zijn geleefde lichaam, in zelfgekozen incidentele deelname. In de nieuwe structuur die stilaan groeit wordt aan mensen een alternatief aangeboden tegen de oprukkende vervlakking, de toenemende globalisering en de atomisering van de mens. De nieuwe voorgangers moeten daarin in een nieuwe taal mensen helpen de weg naar binnen te vinden om zo vernieuwd weer naar buiten te treden.”

------