------
 
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------




22 februari 2004: Doopviering van Katrijn

Jan en Patte Minten-Hardt

Intredezang 649 – Kom in mij (Oosterhuis)

Van Biebel tot Katrijn  (Jan)

Biebel, was onze werknaam voor het wonderlijke wezen dat ons in de schoot van Patte geschonken was.  We hadden ervoor gekozen, en op één of andere manier hadden we het gevoel dat Biebel ook voor óns gekozen had. Het waren 9 intense maanden, waarbij Patte uiterst zorgzaam omsprong met al wat de ontwikkeling van Biebel in haar steeds boller wordende buik ten goede kon komen: geborgenheid, voeding, voeling, rust, muziek.... Het was echter niet enkel geven, maar ook ontvangen; Biebel verschafte immers Patte een ongekende kracht en energie die naar de geboorte toe steeds meer van haar afstraalde.

En ik? Ik voelde me 200% betrokken bij dat wondere ontluiken, en voelde een steeds hechtere band met de nog ongeboren maar reeds sterk aanwezige identiteit.
Een Hij of een Zij? Patte wou het niet geweten hebben, maar stiekem was zij erin beginnen te geloven dat zij een Hij in zich droeg. Ik kon er bij de 2de echo niet naast kijken dat Biebel niet de nodige attributen droeg om een Hij te zijn; de wetenschap dat het een Zij was hield ik in alle stilte voor mij, dolgelukkig diep vanbinnen; zo droeg ook ik mijn geheim mee tot aan de geboorte.

Attent zoals ze nog steeds is, wachtte Biebel tot ’s ochtends na mijn laatste koorconcert om het vruchtwater te laten vloeien. Háár tijd was aangebroken. Vanaf dan verliep alles uitermate natuurlijk en voorspoedig: gans de Zondag gezellig samen eten, boswandelen en de laatste voorbereidingen treffen; tegen de avond op een haast verlaten autobaan richting kraamkliniek getogen; twaalf uur weeën en arbeid door Patte, solidair door de vroedvrouw en mezelf met volgehouden klank verzacht. En net voor het ochtendkrieken stak Biebel haar hoofdje door het wijde wereldvenster. Ze was onmiddellijk relax, maar sterk present en geïnteresseerd in haar nieuwe omgeving. Ik mocht met het doorknippen van de navelstreng haar van Patte onthechten, haar een eerste waterdoop geven, haar kleden en terug bij Patte brengen voor een eerste krachtige borstvoeding. Bij een prachtige zonsopgang hebben we uiteindelijk ons met drieën te rusten gelegd. Het is vanaf die dag dat de zon is blijven schijnen, een gans jaar lang.

‘Biebel Minten’ was nog even te lezen op haar naambandje. Maar haar sterke persoon­lijkheid maakte ons al vlug duidelijk, dat ze nog slechts één naam kon dragen: Katrijn. Wij zijn ontzettend dankbaar dat God ons zo’n ‘zuiver, schoon, rein’ wezen schonk.

Lied door Hilda begeleid door Arne

Lezingen: Als een moeder en een vader (Joanne Klink)

Zoals een moeder troost

‘Op U heb ik vertrouwd
vanaf het ogenblik dat ik geboren werd.
Ja, ook voor mijn geboorte,
toen ik nog in mijn moeder was, bent U mijn helper.
U deed mij vertrouwend rusten aan mijn moeders borst.
Zoals een kind in de armen van zijn moeder,
zo stil ben ik bij U.’
En God zegt:
‘Ik ben het die je troost, Ik de Heer.
Hoe kun je dan bang zijn?
Ben je mij soms vergeten?
Ik heb je gemaakt.
Ik spande de hemel als een tent.
Ik zette de aarde vast.
En jij zit in angst en beven?
Ik neem je onder Mijn hoede.’
‘Je zult op de arm gedragen worden
en op de schoot gekoesterd worden.
Zoals een moeder troost, zo zal Ik je troosten.’
                Joanne Klink (op basis van Psalm 71:6; 22:10,1; 131:2;  Jesaja 51:12,13; 66:13)

Zoals een strenge vader
‘Luister naar Mij’, zegt God.
‘Ik droeg je vanaf je begin.
Ik nam je op de arm vanaf je geboorte.
En Ik blijf je dragen tot je oud en grijs bent.
Ik heb het gedaan en Ik blijf het doen.
Ik neem je op de schouders.
Ik red je.’
‘Maar als het donker wordt,
waar bent U dan?
Als er iets naars gebeurt,
bent U dan nog bij me?
En als ik me pijn doe,
bent U dan nog mijn God?
Als ik niets van U merk,
hebt U me dan verlaten?’
‘In het donker en de pijn
ben Ik ook bij je.
Later pas zul je dat begrijpen.
Al was je nog zo klein,
Ik heb van je gehouden.
Ik nam je op in mijn armen
Ik was het die maakte dat je kon leren lopen.
Je bent een lievelingskind voor Mij.
Als Ik aan je denk, word Ik ontroerd.
Wat je voelde als banden die je pijn deden,
waren mijn banden van liefde
waarmee Ik je trok en je mee vasthoud.
Waarom wil je van Mij weglopen
en je eigen weg gaan?
Als je van Mij bent weggedwaald,
zal ik je zoeken totdat Ik je weer gevonden heb.’
                    Joanne Klink( op basis van Jesaja 46:3,4; Hosea 11:1,3,4; Jeremia 31:20)

Zachte maar onontkoombare realiteit (Patte)

Intussen zijn we ongeveer een jaar verder, jaar waarin we meer en meer bewust zijn geworden van de zachte maar onontkoombare realiteit die met Katrijn aan ons leven is toegevoegd.

Nu we zelf vader en moeder zijn, krijgen de teksten van daarnet voor ons een andere dimensie. In iedere fase met ons kind – zwangerschap, geboorte en de weken en maanden die erop volgden – zijn we verbaasd over de genialiteit van de natuur: hoe ze op iedere behoefte een antwoord heeft, hoe alles perfect op elkaar is afgestemd. Deze natuur voorziet ons ook van een ongekende liefde: de liefde van een ouder voor zijn kind. Een liefde die ons doet vermoeden welke grenzeloze Liefde aan de oorsprong van deze schepping ligt. Zoals de tekst het zo mooi verwoordt.

Aan deze grenzeloze Liefde willen wij vandaag ons kind toevertrouwen. We willen bidden om wijsheid en kracht om haar op gepaste wijze te begeleiden door het leven en om haar voor te leven wat belangrijk is, zoals we dat van onze ouders geleerd hebben. Wij voelen ons vandaag heel speciaal met onze ouders verbonden en zijn hen meer dan ooit dankbaar voor het leven en de goede opvoeding die zij ons gegeven hebben.

Tijdens de voorbereiding van deze viering hadden we het met Marcel over de betekenis van het water in het doopsel, die zijn oorsprong vindt in het Oude Testament. Daar wordt geschetst hoe het volk van Israël weggeroepen wordt uit de slavernij van Egypte en de lange, moeizame tocht aanvat door de woestijn. Aan het einde van hun reis moeten ze het water van de Jordaan door om het beloofde land binnen te trekken. Het water symboliseert het afwerpen van de gebonden mens om vrij te worden.

Voor ons betekent dat concreet dat we leren zien waar onze gehechtheden liggen en deze kunnen loslaten. Denken we maar even aan al onze verwachtingen, vastgeroeste patronen in denken en handelen, verslavingen – de grote en de kleine, enz. . Wij willen ons kind hierin voorgaan zodat zij op haar beurt leert onderscheid te maken tussen wat bindt en wat vrij maakt.
Wij voelen ons door jullie allen op deze weg gedragen. Daarom hebben wij gekozen om Katrijn omringd door haar familie in deze gemeenschap te laten dopen. 

Lied 504 – Lied aan het licht (Oosterhuis) + aansteken doopkaars
Getuigenissen
Doop en zalving
Lied 507 – “Dat wij volstromen” (Oosterhuis)
Voorbeden (met teksten van de kindernevendienst)
Zang tijdens processie met offergaven (LAÏS)
Slotlied 657  (psalm 139, Oosterhuis)
------