18 januari 2014
Afscheidsviering
Janine Daele
3.06.31 - 7.01.2014
echtgenote van Jan Boone
|
|
Homilie
Marcel Braekers
Er zijn weinig plaatsen in het evangelie waar Jezus zo radicaal
kiest voor de armen en gekwetsten als in dit passage. Wie hen ziet,
ziet God. Tezamen met het overbekende begin van de Bergrede waar
Jezus die armen gelukkig noemt, vormt deze passage een
inclusio. Tussen die twee passages speelt zich heel optreden het
optreden van Jezus af. Niet toevallig herkende de Joodse filosoof
E. Levinas zich zo goed in deze christelijke tekst. Het was een
andere verwoording voor zijn filosofie van het gelaat. Bij de voorbereiding
van deze afscheidsviering kozen jullie voor deze tekst en het hooglied
van Paulus over de liefde, omdat zij op een krachtige manier iets
zeggen over het leven van uw mama. Hoe zij was en wat zij voor velen
heeft betekend.
Ik vermoed dat
iedereen zich Janine zal herinneren als iemand met een bijzonder
zonnig karakter. Ik heb haar nooit boos gezien, nooit iets negatief
over iemand horen zeggen.
Ze was een heel intelligente vrouw met een open geest en sterk engagement.
Toen een medebroeder van mij in Lima een tehuis voor achtergelaten
kinderen oprichtte, mobiliseerde ze heel de geloofsgemeenschap van
Filosofenfontein om te helpen. Ze verzamelde fondsen en ging ter
plaatse kijken hoe alles werd georganiseerd. Janine was jaren lid
van de wereldgroep waarin ze meedacht en mee organiseerde. Ze had
een bijzondere intuïtie om menselijk tekort of lijden aan te
voelen, en dan ging ze zich altijd zorgend inzetten. Altijd heel
eenvoudig, zonder veel omhaal, de handen uit de mouwen stekend.
Ze gaf lange tijd Nederlands aan Spaans sprekende migranten.
Ze was een lieve echtgenote, zorgzame moeder van 3 kinderen, lieve,
oppassende oma voor haar kleinkinderen. Die kregen van haar bij
elk weekendbezoek extra catechese.
Ze was heel belezen, open en nieuwsgierig naar andere culturen,
naar het leven en samenleven van mensen. Tijdens de vele reizen
die ze samen met haar echtgenoot maakte heeft ze daarvan kunnen
genieten.
En bij dat alles, of door dat alles heen, was ze een diep gelovige
vrouw, die vele jaren dagelijks naar de mis ging. Zo is ze ook gestorven:
eenvoudig en in overgave, erop vertrouwend dat de liefde die ze
zelf altijd had uitgestraald, haar ook zou omhullen over de dood
heen. Zo was haar geloof.
Indien ik mij in haar innerlijk inleef dan denk ik dat ze zichzelf
niet anders heeft ervaren dan als enkel maar een instrument waardoor
liefde in de wereld kan stromen. Vergeten om zichzelf, enkel in
die beschikbaarheid. Zo kunnen alleen grote en sterke persoonlijkheden
leven. En dat was zij.
|