------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------







Afscheidsviering

van

 

Vik Doyen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zaterdag 1 december 2018


 


 

Begroeting

Danielle, Maarten en Katrien, Gerlinde en Sugar, lieve kleinkinderen, familie en vrienden,

Met een zwaar hart nemen we afscheid van iemand die zoveel voor velen heeft betekend. Allereerst voor jullie, zijn gezin, maar ook voor zoveel anderen: zijn studenten en collega’s, de gemeenschap van Filosofenfontein, de kruisheren, vele vrienden. Vik was een heel extraverte man die gemakkelijk contact maakte en kon luisteren en empathisch meeleven. Ook deze viering is daarvan een uitdrukking, want zelfs na zijn dood weet hij nog mensen samen te brengen en te inspireren. We nemen afscheid van een bijzondere man, een goede vriend en warme persoonlijkheid. Maar vooraleer we hem definitief toevertrouwen aan de geduldige aarde en de liefde van God willen we hem nog één keer tot leven wekken in woorden en gezangen, in getuigenissen en bloemen. Want zo willen we hem bewaren in ons hart.

 

Welkom

Lied Licht dat ons aanstoot

Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan.

Koud één voor één en ongeboren, licht overdek mij, vuur mij aan.

Dat ik niet uitval, dat wij allen, zo zwaar en droevig als wij zijn,

Niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.

 

Licht van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint.

Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind.

Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen, of ergens al de wereld daagt.

waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.

 

Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt.

Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft.

Veelstemming licht om aan te horen, zolang ons hart nog slagen geeft.

Liefste der mensen, eerst geboren licht, laatste woord van hem die leeft.

 


Gedicht (1540) van Emily Dickinson (1830-1886), vertaling Vik Doyen


As imperceptibly as Grief

The Summer lapsed away-

Too imperceptible at last

To seem like Perfidy-

 

A Quietness distilled

As Twilight long begun,

Or Nature spending with herself

Sequestered Afternoon-

 

The Dusk drew earlier in-

The Morning foreign shone-

A courteous, yet harrowing Grace,

As Guest, that would be gone-

 

And thus, without a Wing,

Or service of a Keel

Our Summer made her light escape

Into the Beautiful.

Zo onopvallend als een Smart

Verdween de Zomertijd

Te onopvallend op het eind

Voor schijn van Trouweloosheid.

 

Een stilte zo gepuurd

Als late schemering,

Of de natuur zich vermeit

In middagsluimering.

 

De schemering viel vroeg

De morgen leek zo vreemd

Een gratie, hoffelijk, maar gekweld-

Een gast van tijd gespeend.

 

En zo dan, zonder schip

Of hulp van vleugelslag,

Ontvluchtte onze zomer stil,

Naar waar de schoonheid wacht.



Vik hield veel van poëzie, zelfs als ze moeilijk te doorgronden was. Zijn geliefde dichteres was Emily Dickinson. Hij roemde de vele Nederlandse vertalers maar waagde zich ook regelmatig aan een eigen tekst.

Dit gedicht dat zeer toepasselijk is op zijn eigen levenseinde, vertaalde hij reeds in 1982, toen hij nog maar 40 jaar was.

Zijn ziekte brak uit in een prachtige zomer, die eindeloos leek te duren, zelfs in november genoot hij nog van enkele prachtige dagen. Toch was het proces van zijn naderende dood onherroepelijk ingezet. Dit proces van sterfelijkheid gebeurt volgens de dichteres in stilte, zoals de rijping van de natuur en de schemering die zich langzaam inzet. De dagen worden korter, de wisseling van seizoenen gebeurt geleidelijk. De zomer is als een gast die vertrekt omdat hij geen tijd meer heeft. De dichter verwijst naar het proces van sterfelijkheid maar tegelijk leidt aanvaarding van de eindigheid tot “Absolute Schoonheid”.

 

Eerste Lezing (1 Kor. 13), dr.J.L.Klink

Al zou ik kunnen spreken als de engelen, maar had de liefde niet,

Dan zou het maar klinken als een koperen gong of een rinkelende cymbaal.

 

Al zou ik een profeet zijn en alle geheimen kennen

en alles weten, wat er te weten is, en een geloof hebben, dat bergen verzette,

Maar had ik de liefde niet, dan was ik niets.

 

Al zou ik al wat ik heb uitdelen aan de armen

En al zou ik willen sterven voor mijn geloof,

Maar had de liefde niet, het zou me niets geven.

 

De liefde is geduldig, de liefde is goed voor een ander, zij is niet jaloers.

De liefde bluft niet en beeldt zich niets in,

ze kwets niemand en is niet zelfzuchtig,

ze neemt niets kwalijk en onthoudt het niet,

ze heeft geen heimelijk plezier om wat een ander verkeerd doet,

maar ze is blij met de waarheid.

 

Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.

Nooit zal de liefde vergaan.

Geloof, hoop en liefde zullen blijven, maar de grootste van deze is de liefde.

 

Lied Wat ik gewild heb

Wat ik gewild heb

wat ik gedaan heb

wat mij gedaan werd

wat ik misdaan heb

wat ongezegd bleef

wat onverzoend bleef

wat niet gekend werd

wat ongebruikt bleef

 

Al het beschamende neem het van mij.

En dat ik dit was en geen ander

Dit overschot van stof van de aarde:

dit was mijn liefde.

Hier ben ik.

 

 

Evangelie: Mattheus 25, 34-40

 

Ooit, als de aarde oud is en alle mensen hebben geleefd, komt er een einde aan deze wereld. Dan komt er een oordeel over alle mensen, over hoe ze geleefd hebben. Of ze bij de rechtvaardigen horen of niet. Je kunt je wel voorstellen dat het een plechtig moment wordt: al die volkeren voor de troon van God, met engelen rondom. De Mensenzoon zal hen scheiden in twee groepen, zoals een herder zijn schapen scheidt van de bokken, de ene groep rechts, de andere links. De Mensenzoon zal de rechtvaardigen aan zijn rechterhand uitnodigen in zijn koninkrijk. Hij zal tegen hen zeggen: “Kom, lieve mensen, kom binnen in het koninkrijk van mijn Vader. Want ik had honger en jullie hebben mij te eten gegeven. Ik had dorst en jullie hebben mij te drinken gegeven. Ik was alleen en een vreemdeling en jullie hebben mij opgenomen. Ik had geen behoordelijke kleren en jullie hebben mij kleren gegeven. Ik was ziek en jullie hebben mij verzorgd. Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen mij opzoeken.”

Jezus lachte. ‘En de rechtvaardigen, die snappen er niets van. Die zullen zeggen: “Maar heer, wij hebben u nooit gezien! Wanneer hebben we u ontmoet toen u honger en dorst had, en u te eten en drinken gegeven? Wanneer hebben we u kleren gegeven? Wanneer zagen we u als vreemdeling of als zieke of als gevangene en hebben we u opgezocht? Daar kunnen we ons niets van herinneren!”

Dan zal de Mensenzoon zeggen: ‘Alles wat je ooit in je leven voor een mens hebt gedaan, hoe klein of armzalig die mens ook was, dat heb je voor mij gedaan.”

 

Homilie

 

‘Alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan’ zegt Jezus bij het laatste oordeel. E. Levinas noemde het één van de krachtigste teksten uit het NT. Jezus die zich totaal identificeert met de ander, de vragende, de hulpbehoevende, omdat Gods oneindigheid zo onverwacht en onaangekondigd in ons blikveld komt en ons dwingt tot een deemoedige en respectvolle reactie. De ander die mij de dimensie van het oneindige toont en mij vraagt geen geweld te gebruiken maar in te gaan op de uitnodiging. Dit gebod is belangrijker dan al de andere ge- en verboden en belangrijker dan spreken tot of over God. Vandaar dat Levinas zal zeggen dat we meer van de Thora moeten houden dan van God, want van Hem maak je altijd een beeld volgens eigen goesting.

We kozen deze tekst bij dit afscheid van Vik, omdat hij zo typerend is voor hem. Vik die reeds al kleine jongen zijn klasgenootje bijwerkte in wiskunde, Vik die droomde om missionaris in Congo te worden en die droom pas laat realiseerde na zijn emeritaat toen hij les ging geven in Rwanda en Congo en computers verzamelde voor Congolese studenten, Vik die tot aan zijn ziek worden leesbegeleiding gaf aan migrantenkinderen, enz.  Voor Filosofenfontein zette hij de website op poten en er was niets dat je niet aan hem kon vragen. Altijd stond hij gereed, altijd was hij daar met zijn typisch enthousiasme. ‘Wat je voor een van de onaanzienlijksten hebt gedaan ..’.

Over zijn werk als prof Amerikaanse literatuur en over zijn rol als vader en opa zullen straks nog mooie woorden worden gezegd. Ik wilde alleen nog iets van zijn persoon verwoorden zoals ik Vik als vriend en als diep gelovige man heb ervaren. Vik was een sterke gevoelsmens die kon lachen met wie blij was en wenen met wie droevig was. Hij had een groot gevoel voor rechtvaardigheid en daarbij een grote vrijgevigheid. Ik denk dat als men hem de kleren van het lijf had gevraagd hij die zou hebben gegeven. Altijd bereid om te helpen en in te springen: voor de liturgie, in het park, voor een feest. Altijd met dat zelfde enthousiasme. Voor de gemeenschap van Filosofenfontein heeft hij vele uren achter zijn computer gezeten en in de periode dat hij les gaf kon je weten of je echt laat naar huis reed, namelijk als het licht in zijn werkkamer niet meer brandde. Dan was het zeker 2 u.

Aangezien hij nooit ziek was en kon werken als een paard dachten we dat hij zoals zijn moeder 103 jaar zou worden. Tot hem een ziekte trof die hem het dierbaarste afnam dat hij bezat: zijn kritisch denken en fysieke onafhankelijkheid. Maar zijn gevoel van overgave bleef overeind. Ik denk aan dat mooie moment van de ziekenzalving toen hem het spreken al was afgenomen maar hij met zijn ogen en handen uitdrukte wat hem trof. Bij het moment van vergeving las ik voor hem dat mooie lied dat we zongen “Wat ik gewild heb”. Omdat ik wist dat muziek zijn aandacht bleef vasthouden hebben we het met ons drieën gezongen. En ik zag zijn ogen oplichten en met zijn mond vormde hij de woorden die ik zong. Zoveel jaren was hij de enthousiaste bas van het koor, ik hoop dat hij in het hemelse koor terug mee mag zingen, want zo drukte hij zijn liefde uit voor de Oneindige en liefdevolle God.

 

Voorbeden

Vik werd zo vakkundig en liefdevol verzorgd in het ziekenhuis. We bidden voor alle mensen die ziek zijn maar niet de nodige zorgen krijgen, omdat ze in armoede leven, in oorlogsgebied wonen of op de vlucht zijn. Wij bidden opdat ook ook zij de kans krijgen op een menswaardig leven.

Wees Gij het woord, Gij de stilte

Wij bidden voor leiders overal ter wereld, dat zij hun eigen of politieke belangen opzij zetten en durven kiezen voor vrede en verbondenheid en de bescherming van onze aarde.

Wees Gij het woord, Gij de stilte

Vik en zijn gezin werden tijdens zijn ziekte ondersteund door de hulp en de attenties van zoveel lieve mensen. Voor alle mensen die zich inzetten voor anderen, voor mensen die tegen de stroom in durven gaan en opkomen voor anderen en tegen onrecht. Geef hen de kracht om dit te blijven doen en laat hen een inspiratie zijn voor anderen.

Wees Gij het woord, Gij de stilte

  

Offergang

Offerande

Lied Oergebaar

God, woord van de schepping wij leggen hier neer de vruchten van arbeid, wat groeit en weer zaad draagt, de draden van leven met liefde gegeven.

Voltooier van alles, wij keren naar U, de vragen van mensen, de kracht en de onmacht, een hand naar de velen in breken en delen.

Gij, Eerste en Laatste, neem op in uw licht, het bidden en hopen, het leed soms onnoembaar, de zorg allerwegen gewend naar uw zegen.

Spreek over die gave uw heilige naam. Amen.

 

Tafelgebed              (H.Oosterhuis)

Klok stilgezet. Deur van gedachten achter mij dicht.

Over de afgrond daalt een zingende brug.

Ontraadseld keer ik

naar de zachtste plek in mijn geheugen terug:

jouw naam.

 

Ik kende nauwelijks je naam

toen je mij vroeg.

 

Sinds jij mij vroeg

wie ik ben en waarom

besta ik niet meer

buiten jou om.

 

Jij, onuitsprekelijke, god-van-mensen is jouw naam.

Stem die mij roept: waar ben je

is jouw naam.

Stem die mij roept: waar is je broeder

is jouw naam.

 

Ik kende nauwelijks je naam

toen je mij vroeg.

 

Naam die geen naam is

Jij leve hoog-

dit huis zij vol van jouw stem

onze ziel zij vol van jouw stem

ons lichaam licht van jouw licht

jouw naam de weg die wij gaan.

 

Jouw zoon, jouw knecht

zij de weg die wij gaan

Jezus van Nazaret

zij de weg die wij gaan.

 

Zijn woord, zijn geest, zijn weg ten leven:

de weg die wij gaan.

 

(we staan recht)

Hij die dit brood nam

en het uitdeelde,

hij die zijn leven

deelde ten dode toe,

hij is de weg

die wij moeten gaan.

 

Hij die de beker nam,

hij die zijn ziel en zijn bloed en zijn levenskracht

deelde en prijsgaf,

hij is de weg

die wij moeten gaan.

 

Hij is jouw weg

jouw naam die geen naam is

hij onze toekomst

hij is jouw naam.

Ik kende nauwelijks je naam

toen je mij vroeg.

 

Sinds jij mij vroeg wie ik ben en waarom

besta ik niet meer

buiten jou om.

 

Als ik nog niet geboren was

zou ik geboren willen worden,

als ik nog niet was gemaakt

zou ik gemaakt willen worden

door jou.

 

Als ik nog nooit

jouw naam had gehoord,

zou je mij roepen

zou je mij zoeken

zou je mij geven

drinken en eten?

 

Zou jij je leven

delen met mij

als dit brood?

 

Klok stilgezet. Deur van gedachten

achter mij dicht. Over de afgrond daalt een zingende brug.

Ontraadseld keer ik

naar de zachtste plek in mijn geheugen terug:

jouw naam.

 

Onze Vader

Vredeswens

Communie

Getuigenissen

Gerlinde, Luk, Sugar

 

Absoute met doopwater en wierook

Nu de dagen van Vik

in het land van de levenden zijn voltooid,

en zijn adem naar U, God, is teruggegaan,

laten we hem los om zijn lichaam in de aarde te zaaien

en zijn leven in te leggen in uw handen.

 

Nu in ons midden

zijn stem tot zwijgen is gekomen,

zingen en bidden wij

uit dankbaarheid om wat ons altijd van hem zal blijven,

uit verdriet om wat wij voorgoed verloren.

 

Bevestig het werk van zijn handen

en tel hem bij uw heiligen

die rusten van hun arbeid.

 

Meer dan zijn lichaam blijft zijn naam bij ons: Vik Doyen

Die naam spreken wij met eerbied en genegenheid uit

En wij bidden:

Heer God, herinner U zijn naam

die hij van mensen heeft ontvangen

en waarin hij gekend wordt

ook al is hij gestorven,

die naam die Gij geschreven hebt in de palm van uw hand.

 

Ten teken van onze hoop

en om te getuigen van ons geloof in de verrijzenis

zegen ik dit dode lichaam met doopwater.

 

En uit eerbied om wie hij was en wat hij heeft gedaan

bewierook ik dit lichaam.

 

 

Lied In ’t laatste van de dagen

 

In ’t laatste van de dagen zal het zijn: een hoge berg onwankelbaar gegrondvest, hoog boven de heuvels, en een huis van goud in hemelsblauw daar boven op. De wereldzeeën zijn tot rust gekomen, de golven zijn verstomd, de branding zwijgt.

 

In ’t laatste van de dagen, wie dan leeft zal ze zien komen op scharlaken paarden op zivervloten, volkeren van verre: wij gaan naar Sion waar de wijsheid woont; daar weten ze de route van de vrede, daar is een nieuwe aarde neergedaald.

 

In ’t laatste van de dagen zal het zijn dat zwaarden worden omgesmeed tot ploegen, je leert de oorlog af, je snoeit je wijnstok en strekt je in de schaduw van je bomen. En niemand schrikt meer wakker in de nacht en niemand vreest nog voor een nieuwe morgen.

 

 

Bij het naar buiten gaan: in paradisum

 

Naar het paradijs mogen engelen je begeleiden.

Bij je aankomst zullen allen die gemarteld zijn

Je in hun armen sluiten.

En dan dragen ze je mee naar de stad, het hemelse Jeruzalem.

Daar schaart een koor van lichtgestalten zich om je heen.

En met Lazarus, de arme zwerver, zal je zijn in rust en vrede,

Voor altijd.


 

Dank u wel

Marcel Braekers, Jacques Haers, Geert, Arnout, David en het koor van filosofenfontein

------