------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





27 maart 2022: 4e zondag van de vasten (2022)

Met Gods ogen zien (Lc. 15, 11-32)

Marcel Braekers

 
Openingszang 569: Die mij getrokken uit de schoot

Begroeting

n mijn opleiding filosofie kreeg ik cursus van een zeer intelligente en plastische docent die met één beeld de grote denkers kon typeren. Dat was natuurlijk ongenuanceerd maar wel zo indringend dat ik tot vandaag nog weet wat hij vertelde. Zo typeerde hij de filosofie van Sartre door een mannetje tekenen dat tuurt naar een ander die door een sleutelgat loert. Een fantastisch beeld om te typeren hoe de mens iemand is die ontluisterend naar een ander kijkt die ook op zijn beurt ongepast door een sleutelgat de werkelijkheid beloert. Hij typeerde daarmee de filosofie van Sartre en zijn kijk op de mens. De mens namelijk die voor de ander een wolf is zoals iedereen in de humaniora leerde (homo homini lupus), mensen die voor elkaar genadeloos ontmaskerend zijn.
 
Hoe kijken wij naar mensen? Hoe zien we elkaar, hoe kijk je naar jezelf? Alles wat volgt, ons gedrag, ons engagement, dat alles begint bij de manier waarop we kijken. Je kan koel, diagnostisch kijken, nieuwsgierig en belust op sensatie, je kan heimelijk loeren om iets van intimiteit te achterhalen,  maar je kan ook empathisch, warm betrokken op een meelevende manier zien. Ik vind het ontroerend te zien hoeveel Belgen op dit ogenblik meelevend keken naar de Oekraïense vluchtelingen en onmiddellijk zich engageerden (zoals ook gebeurde bij de overstroming in Verviers). Dat gebeurt hier in het Westen dat door de patriarch van Moskou wordt getypeerd als de losgeslagen, geperverteerde maatschappij waartegen Rusland ten strijde moet trekken.
Veel hangt af van onze ingesteldheid, alhoewel de impact van de media niet te onderschatten is. Ik moet bekennen dat ik de laatste tijd bij het kijken naar het tv-nieuws regelmatig de ogen sluit, omdat ik de beelden niet meer aankan. Beelden moeten liefst live en zo ongezouten mogelijk zijn, hoe meer emoties ze tonen hoe beter. Daarbij krijg je een ongenuanceerde hoeveelheid op je bord zodat je vanuit een soort van zelfverdediging het meevoelen uitschakelt. Het participerend kijken is bedreigd en daarmee ook onze betrokkenheid. We kijken toe hoe een ander met een gevoelige lens kijkt naar het leed dat anderen treft. Sartre is niet zo ver weg, gelukkig zijn mensen in staat om dit ook te overstijgen.
 
Misschien vindt u mijn aanzet voor deze viering wat vreemd, want centraal in de woorddienst staat de parabel van de verloren zoon en Broederlijk Delen zet als thema boven de viering ‘We delen met iedereen, niemand verloren’. Maar wat me in deze parabel vooral heeft getroffen, was de manier waarop de vader uitzag naar zijn zoon. Het rennen, omhelzen en geven van een groot feest zijn het gevolg van zijn kijken.

Mijn vraag is daarom: hoe kijken wij? Welke zuivering moet ik doormaken om echt te zien? Ik bedoel om voorbij het oppervlakkige te zien wat de echte werkelijkheid is? En om zo te zien dat ik in beweging geraak.

 
Lied 114: God onze Vader wij roepen U (Uit naam van de wereld)
 
Gebed

                        Mocht het waar zijn
 
Mocht het waar zijn wat gegrift staat:
Dat er iemand is die hoort.
Moge Gij het zijn die hoort, weet,
Ziet, afdaalt, om te bevrijden.
 
Die ons losmaakt uit de strikken
Van de nacht, de hand der heersers,
Die ons uitdrijft, zee, woestijn in,
Naar een oord van licht en water.
 
Mocht het waar zijn dat uw liefde
Tot op heden nog van kracht is –
Dat Gij ons nog in de dood kent,
Ook nog daar, als dat zou kunnen.
 
Wees als toen een God-Bevrijder:
Laat een nieuwe laatste oorlog,
Die gifbeker, ons voorbijgaan.
Zend uw engel, uw messias,
 
Die hem uit de handen van de
Heersers slaat, de afgrond in –
Die ons wenkt uit onze kelders
En ons toeroept; Vrede nu.
                                                           (H. Oosterhuis, Stilte zingen p.126)


Inleiding op de lezing

Het heeft Bijbelspecialisten altijd verwonderd dat in het Lucas-evangelie een heel stuk voorkomt dat de andere evangelisten niet kennen. Het zijn de parabels van het verloren schaap, de verloren drachme, de verloren zoon, de barmhartige Samaritaan. Allemaal verhalen over verliezen en vreugde bij het vinden. Verhalen ook waar God als eindeloos mild en liefdevol wordt voorgesteld. Vanwaar Lucas deze stukken kende is tot hier onbekend. Vandaag horen we dat alom gekende verhaal van de verloren zoon.

Lucas 5, 11 – 32

Lied 830B uit angst en nood

Homilie

Wat treft je als je deze parabel hoort voorlezen? Als ik naar mezelf kijk, merk ik hoe doorheen de jaren mijn focus steeds verandert. Toen ik als kind en puber deze parabel hoorde, voelde ik mij het meest verwant met de oudste zoon en begreep ik heel goed zijn klacht. Wellicht omdat ik mij ook als puber achteruit gesteld voelde. Later ging mijn sympathie naar de jongste zoon, naar zijn opstandigheid en zoeken. Geld om te verkwanselen had ik niet, maar dat revolterende lag me wel. Nu ik oud ben heb ik meer oog gekregen voor de vader en de zorgen die hem om het hoofd hangen. (Ik hoop dat de vrouwen zich niet in de steek gelaten voelen, want die komen in dit patriarchaal verhaal niet voor).

Die vader wordt door Jezus op een heel merkwaardige manier getypeerd. Gezien vanuit de context van een patriarchale samenleving is het een zwakke figuur. Hij zou normaal moeten reageren zoals de oude boer in de Vlasschaard van Stijn Streuvels die zijn zoon neerslaat omdat hij ongehoorzaam is. Nee, deze vader is week en kwetsbaar alsof hij vader en moeder tegelijk is. Als zijn jongste zoon rebels is en zijn erfdeel opeist, gaat hij opzij en laat het gebeuren. En als die zoon door de wereld trekt blijft hij uitzien en wachten. Als de oudste zoon protesteert en weigert mee te vieren, gaat hij naar hem toe om hem bij het feest te betrekken. Daarbij is Jezus wel heel plastisch in zijn beschrijving. De vader rent naar de zoon die hij in de verte ziet naderen, zo vertelt Hij. Maar uit alles blijkt dat het een welgestelde man is. Die droegen in Palestina een mooi boven- en onderkleed. Daarmee kan je niet rennen, alleen waardig schreiden, maar deze vader is gek van vreugde. Waarom al die details?
 
Voor Jezus is dit een verhaal om God te typeren. Indien de mens rebels is en zijn autonomie opeist, maakt hij plaats. Gaat die mens zijn eigen weg los van geloof en liefde, dan blijft hij naar hem uitzien. Waar jaloersheid is en conflict probeert hij te verzoenen. Je kan vanuit deze parabel een hele theologie ontwikkelen over wie God is en hoe Hij omgaat met deze wereld.

k wil uw aandacht trekken op één punt waarover ik het ook had in de inleiding: het kijken van de vader. “Van ver zag hij zijn zoon al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.” Zijn kijken was een empathisch, warm kijken doordrongen van betrokkenheid. Het Griekse woord dat er staat is splagnidzomai wat betekent ‘barmhartig en liefdevol zien’. In het evangelie van Lucas komt het woord 3 keer voor. Datzelfde woord gebruikt Lucas als hij vertelt hoe Jezus een begrafenis bijwoont en kijkt hoe de enige zoon van een weduwe wordt weggedragen. Datzelfde woord gebruikt hij in de parabel van de barmhartige Samaritaan die kijkt naar de man die langs de kant ligt. Niet toevallig komt het woord drie keer voor en zijn de drie situaties met elkaar verstrengeld. Zoals God in de parabel naar mensen kijkt, zo kijkt Jezus naar het verdriet en het gemis van die weduwe, en zo worden wij uitgenodigd om, net zoals de Samaritaan naar de gekwetste keek, te kijken naar mensen om ons heen. De drie niveaus hebben met elkaar te maken. Omdat ik aangekeken word door een liefdevolle God, ben ik in staat ook zo naar anderen te kijken. En via de zorg om elkaar ontdekken we de mildheid en menslievendheid van onze God. Dat is de weg die we in deze vasten hebben te gaan.

 
Groot dankgebed 164

Na de communie 319 Woestijnlied


------