------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





20 maart 2022: 3e zondag van de vasten (2022)

De onvruchtbare vijgenboom (Lc 13, 1-9)

Herman Wouters

 
Inleiding

Kennen jullie Toon Tellegen, de Nederlandse schrijver - ondertussen 80 jaar -  die bekend is van zijn dierenverhalen over de mier en de eekhoorn, steeds met een zekere filosofische diepgang.

Zelf hou ik niet zo veel van Toon Tellegen. Er was een periode in mijn loopbaan als orthopedagoog waarin bijna elke studiedag begon met zo’n verhaal van Tellegen. Geen enkele keer begreep ik wat het verband was tussen die vertelling en het thema van de dag.  Mogelijk had dit te maken met mijn eigen tekort aan filosofische diepgang, hoewel ik daar niet zo zeker van ben. Mogelijk was er ook helemaal geen relatie.

Toch schreef ik eens voor de verjaardag van mijn vrouw An een kort verhaaltje naar analogie met Tellegen, een beetje als parodie. Dit is mijn tekstje:

De mier en de eekhoorn hadden een appelboom geplant. Ze keken heel raar op toen er in de herfst geen appels aan die boom kwamen maar wel bananen, ananassen en papaja’s. Toch waren ze er erg blij mee.

Ik verwees daarmee naar onze vier kleinkinderen met Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse roots.

Ik moest aan deze speciale boom denken toen ik de evangelielezing van vandaag zag, het verhaal van de vijgenboom en zijn vruchten.

Laten we bij de start van deze viering vragen aan onze God om hier aanwezig te zijn.

Lied 510: “ Wees hier aanwezig”
 
Inleiding  op evangelie

In de evangelielezing van Lucas komt men aan Jezus vertellen dat Pilatus enkele Gallilëers heeft gedood die vreedzaam naar de tempel waren gegaan om offers te brengen. En men stelt hem de vraag waarom deze onschuldige slachtoffers omkwamen. Heeft het misschien te maken met een soort vergelding van God omdat ze niet goed geleefd hebben? U herinnert zich deze redenering ook in het verhaal van de blindgeborene waarbij de mensen dachten dat zijn ouders gezondigd hadden en dat ze daarom een gehandicapt kind kregen.

Jezus verwerpt deze manier van denken door te verwijzen naar de ramp met de toren in de buurt van de Siloam, een vijver die zorgde voor water binnen de stadsmuren van Jeruzalem. Pilatus had voor de bouw van een waterleiding vanuit de Siloam geld uit de tempelschatten genomen. De Joden waren hierover woedend en kwamen in opstand.  Een deel van de opstandelingen had zich verschanst in een toren bij de Siloam. Door de Romeinse soldaten werd deze toren ondergraven zodat hij instortte. Alle achttien mannen die binnen in de toren waren, hadden bij deze gebeurtenis de dood gevonden. Was dat mogelijk een straf omdat ze een zondiger leven hadden geleid dan andere mensen? Jezus zei: " Geen sprake van. Zo mag je niet redeneren. Dit zijn dingen die gebeuren. God is niet iemand die op die manier vergelding zoekt voor iemands zondig leven”.  Integendeel: met de gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom, geeft Jezus aan dat God eerder iemand is die met veel geduld uitkijkt naar een mogelijke verandering van levensstijl.

Lezing: Lucas 13, 1-9

Ik wil stilstaan bij het tweede deel van de tekst: het verhaal van de vijgenboom.  De vijgenboom krijgt een uitstel van een jaar.  Als we deze metafoor volgen krijgen wij dus ook één jaar respijt. Men gaat nog wat spitten en bemesten maar dan moeten er toch wel vruchten zijn. Zo kunnen we voorkomen dat we omgehakt worden.

Het leek me goed om in de bijbel eens na te speuren over welke soort vruchten het dan wel kan gaan. Het gaat waarschijnlijk niet onmiddellijk over je kinderen of kleinkinderen zoals in mijn inleiding.

Paulus – de bekende hedendaagse geschiedschrijver Harari noemt hem de stichter van het Christendom – heeft het in zijn brief aan de Galaten over de vruchten van de Geest. Hij somt ze op: liefde, vreugde en vrede, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.

Het lijken me begrippen die zowel karakteristieken van een persoon aanduiden als het gedrag dat hij stelt. Liefde is (met dank aan Alfons van Steenwegen) duidelijk een werkwoord maar ook vreugde, vrede en geloof lijken me “werkwoorden”. Vriendelijkheid, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, goedheid vallen naar mijn gevoel meer onder de karaktereigenschappen van een persoon.

Met de gedachte aan die onvruchtbare vijgenboom en de door Paulus’ geciteerde vruchten stel ik me de vraag hoe we op één jaar tijd, onze persoonlijkheid en onze manier van doen nog kunnen veranderen om (meer) vrucht te dragen? Lukt dat nog wel op onze leeftijd waarin we toch wat vast zitten in onze gewoontes?

Op een andere plaats - in Johannes hoofdstuk 15- vind ik hierop een antwoord, of een methode. Jezus gebruikt er de metafoor van de wijnstok. Hij zegt: “Als iemand in mij blijft en ik in hem dan zal hij veel vrucht dragen”. En hoe blijf je in hem? “Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben. Dit draag ik jullie op: “heb elkaar lief.”

Mij lijkt dat deze woorden “heb elkaar lief” de weg aangeven om te groeien in onze persoonlijkheid en in onze gewoontes en zo beter te worden qua zachtmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, zelfbeheersing.

Marcel zei ons enkele weken geleden dat liefde zich op verschillende manieren kan uitdrukken en dat bv ‘iemand die je slaat je andere kaak aanbieden’ ook kan betekenen dat je in zijn standpunt probeert in te komen. Ook Augustinus formuleerde in de eerste eeuwen van het Christendom al een gelijkaardige gedachte

Bemin en doe dan wat je wilt:
wil je zwijgen, zwijg uit liefde,
wil je schreeuwen, schreeuw uit liefde,
wil je corrigeren, doe het uit liefde,
wil je vergeven, vergeef uit liefde.
Draag de bron van liefde in je hart,
want uit liefde kan alleen het goede voortkomen.

Door ons in de dagdagelijkse situaties en in de ontmoetingen met de naaste de vraag te stellen “hoe kan ik me hier nu liefdevol opstellen” en dit dan ook te doen, oefenen we ons in die liefdevolle kijk, het christelijke perspectief en groeien onze gewoontes en ook onze persoonlijkheid. En de naaste is iedereen die op je weg komt, in deze tijden zeker ook onze Oekraďense overburen, die op zoek zijn naar logies voor gevluchte landgenoten.

De andere vruchten van de geest: de vrede en vreugde die mogelijk ervaren worden en de groei in het geloof, zijn een gevolg daarvan. Ik heb zelf momenteel veel vragen over wat ik tot voor kort allemaal geloofde: over mijn godsbeeld, over mijn christendom, over mijn persoonlijke relatie met God enz … maar niét over het feit dat het er in deze wereld op aankomt om  “liefdevol om te gaan met elkaar”. Dat is een rotsvast geloof.

Door deze liefdevolle houding te cultiveren – te bemesten en te begieten - zorgen we nog voor een ander belangrijk effect.  We maken een plaats waar het Koninkrijk Gods aanwezig komt: misschien niet echt blijvend, misschien maar even, misschien maar een glimp ervan, een aanzet,…  In vele situaties en in vele ontmoetingen ben je vaak de enige die dit kan bewerkstelligen.  En als jij het niet doet, gebeurt het niet en is er geen “Koninkrijk van God”.  Dit is voor mij “christen-zijn” in zijn essentie.

Natuurlijk gedraag ik me niet altijd zo liefdevol. Mensen die me beter kennen, kunnen zeker een heleboel situaties aanduiden waarin me dat niet lukt:  ik ben soms moe, geprikkeld, meer gestresseerd dan ik zou willen, te weinig begaan met de ander… - al lachend zeg ik soms dat ik een gevoelig mens ben…. voor mezelf – ik vind mezelf bijwijlen niet zo fantastisch.

Daarom wil ik deze gedachten eindigen met dat lied van Oosterhuis over onze schamelheid : “Wat ik gewild heb, wat ik gedaan heb”. Ik beken dat ik dit lied niet meer meezing binnen deze muren want zó erg als bijvoorbeeld in die zin ‘dit overschot van stof van de aarde’ - is het naar mijn gevoel nu ook weer niet. Ik doe elke dag oprecht mijn best… In het kader van de evangelietekst van vandaag en met het beeld van de onvruchtbare vijgenboom waarmee ik me ook wel kan associëren, wil ik het nog wel eens volmondig meezingen.

We hebben gelukkig nog een heel jaar tijd, vooraleer we mogelijk omgehakt worden.

Lied 412: “Wat ik gewild heb”.

Na elke voorbede/gedachte : lied 122 : “Ubi caritas” 

Canon  162

Communiezang lied 319 : “Woestijnlied “
 
Slotgebed

Gij die we Heer en God noemen
Oorsprong van het leven en nabijheid in het leven
Versterk in ons uw Heilige geest
Zodat onze goedheid en vriendelijkheid groter wordt
Maak dat we groeien in zachtmoedigheid en zelfbeheersing
en schenk ons uw vreugde en uw vrede
Help ons om zo lief te hebben
dat op de plaatsen waar we vertoeven
een glimp van uw rijk zichtbaar, voelbaar aanwezig komt
Geef ons het geloof
om te volharden in de liefde
ook als het moeilijk is en we niet onmiddellijk een licht zien
Geef dat we in de jaren die ons nog resten
vruchten zullen dragen
verhoopte en onverhoopte
appelen en peren
maar graag ook papaja’s en bananen

 
Zegen


------