------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





07 november 2021: 32e zondag door het jaar (2021)

Vrijgevigheid (Mc.12, 38-44)

Jan Degraeuwe


Welkom

Lied 104 “Gegroet en gezegend”

Gebed: psalm 146

Inleiding

Waarschijnlijk kennen jullie de film Het Feestmaal van Babette. Babette is uit Frankrijk naar Denemarken gevlucht en wordt er kokkin bij twee oudere ongehuwde zussen. Elk jaar koopt Babette een biljet van de Franse lotto en op een dag ontvangt ze een brief om haar te melden dat ze een mooie geldprijs heeft gewonnen. Babette besluit hiermee een feestmaal te bereiden om de honderdste verjaardag van de overleden vader te herdenken. Babette heeft al het geld gebruikt om de ingrediënten voor het feestmaal te kopen en moet in dienst blijven bij de zussen. In Parijs was Babette een vermaarde kokkin. Ze heeft haar geld en kookkunst integraal weggegeven aan een kleine Deense gemeenschap. Babette kent haar kwaliteiten, maar als vluchteling weet ze hoe snel je alles kan verliezen. Door het winnen van de lotto kan ze als fiere vrouw opnieuw haar capaciteiten tonen. Wie mogelijkheden heeft en beseft dat hij ze gekregen heeft, kan vrijgevig zijn. In de lezingen van vandaag speelt extreme vrijgevigheid een belangrijke rol.

In het midden van de negende eeuw voor Christus is Achab koning van het Noordrijk. Hij trouwt met Izebel, een dochter van de koning van Tyrus, gelegen in het zuiden van het huidige Libanon. Izebel brengt de verering van Baäl met zijn vruchtbaarheidscultus mee naar Israël en Achab laat in Samaria een tempel voor Baäl bouwen. Dit is een doorn in het oog van de profeet Elia. Elia heeft voluit gekozen voor de éne God en wil geen andere goden dienen. Hij stapt naar Achab en kondigt een periode zonder dauw of regen aan; een straf van God voor de afgodendienst. De droogte zal drie jaar aanhouden, maar treft niet iedereen even zwaar; de rijken hebben grote voorraden. Pas na drie jaar vreest koning Achab dat hij zijn paarden en vee niet in leven zal kunnen houden. Elia lijdt al vlugger onder de droogte. De beek waarbij hij zich verborgen had, droogt op en de HEER zendt hem naar Sarefat in de streek van Tyrus. De streek van waaruit koningin Izebel afkomstig is! De God van Elia is geen God van één stam, maar van alle mensen. Daarom durft Elia het aan om naar de streek te gaan waar Baäl algemeen vereerd wordt. We luisteren nu naar de ontmoeting tussen Elia en de weduwe. Na de lezing zingen we het lied 517 “Als regen die de aarde drenkt”.

1 Kon;17, 10-16

Lied 517 “Als regen die de aarde drenkt”.

Commentaar

Elia spreekt de vrouw op een bazige toon aan, maar hij meent het goed met haar, hij wil de schade die de droogte veroorzaakte bij de arme mensen, verzachten, maar hij wil vooral de macht van de éne God aantonen. Uit het verdere optreden van Elia zal blijken hoe sterk en betrouwbaar de HEER is, veel sterker en betrouwbaarder dan Baäl. De aan dwaasheid grenzende generositeit van de weduwe blijft ons verwonderen. Ze weet goed dat ze haar laatste maaltijd gaat klaarmaken en toch durft ze nog delen. Door te delen raakt de oliekruik niet leeg en blijft er meel in de pot. Door te delen gaat ‘de pot van leven’ open, er is een nieuw begin. Haar kleine daad heeft het leven opnieuw mogelijk gemaakt.
In de lezing uit het evangelie van Marcus bevinden we ons in de tempel, het centrum van het religieus en maatschappelijk leven. Jezus heeft er twistgesprekken en confrontaties met de schriftgeleerden. Hij waarschuwt de mensen voor het gedrag van de religieuze leiders, die ijdel en hooghartig zijn en indruk willen maken, maar ze zijn hardvochtig voor de zwakken. In het midden staat de offerkist. We horen het geld rinkelen. Jezus en zijn leerlingen kijken toe.

Mc.12, 38-44

Preek

“De rijken geven van hun overvloed, de arme weduwe geeft alles wat ze heeft”. Dit kunnen we vandaag nog steeds vaststellen; armen dragen in verhouding vaak zwaardere lasten dan rijken. Jezus besluit dan: “ze gaf haar hele levensonderhoud”.

Vaak ziet men de grote offerbereidheid van de weduwe als een na te volgen voorbeeld. De slotzin is dan een lofzang op wie uit overtuiging tot het uiterste gaat, alles weggeeft. Het gedrag van de weduwe wordt een moraliserende aansporing voor het individu. We mogen niet te snel vergeten hoe Jezus de schriftgeleerden de mantel uitveegde. In de tempel ziet hij veel schijnheiligheid. Al die schriftgeleerden weten toch dat weduwen het moeilijk hebben. Waarom helpen ze hen niet? Waarom blijven ze die strenge wetten verkondigen? Jezus gaat met zijn leerlingen bij de offerkist zitten om te tonen dat zijn harde woorden tegen de schriftgeleerden op een pijnlijke werkelijkheid slaan: hier zie je dat een arme weduwe zich verplicht voelt om haar laatste centje te offeren. Nee, Jezus looft de arme weduwe niet. Hij heeft medelijden met haar. Hij ziet hoe ze slachtoffer is van een systeem waaraan ze zich niet kan onttrekken. Jezus heft geen lofzang aan, maar een klaagzang over de uitbuiting van de zwaksten. Jezus spreekt hier een moreel oordeel uit over de maatschappij.

Moeten wij dan niet vrijgevig zijn? Wij hebben veel capaciteiten en we hebben veel opgebouwd, maar we willen niet zien dat we op de schouders van onze voorgangers staan. Als we dit beter zouden beseffen, zouden we vrijer staan tegenover al onze luxe en er gemakkelijker afstand van kunnen doen. De Franse kokkin Babette gebruikte haar lottowinst niet om een gemakkelijk leventje te gaan leiden in Parijs, maar om een groot feest te geven. Het Feestmaal van Babette is een realistisch voorbeeld van vrijgevigheid. Het is een inspirerend voorbeeld dat we kunnen navolgen.

Jezus wou een religie waarin mensen ruimte krijgen en waardig kunnen leven. In onze westerse maatschappij is er geen religieuze dwang, maar kunnen alle mensen er waardig leven? Onze wereld werd getroffen door een pandemie en zoals bij de droogte tijdens de regering van koning Achab kregen de zwaksten het hard te verduren. Het rijke Westen zorgde goed voor zichzelf. Réginald Moreels schreef verontwaardigd: “Tot vandaag zijn er nog steeds maar zo’n 150 miljoen vaccins via het internationale vaccinprogramma Covax in Afrika aangekomen. In de helft van de Afrikaanse landen is amper 2 procent of minder ingeënt tegen het coronavirus. In Congo is nog geen 0,05 procent van de bevolking gevaccineerd.” Waar staan onze tempels en wie zijn onze schriftgeleerden? Wie het schoentje past, trekke het aan.

We luisteren nu naar een stukje uit het Magnificat zoals Bach het op muziek zette. “Esurientes implevit bonis; et divites dimisit inanes”. “Hongerigen overlaadde hij met het beste; rijken heeft hij met lege handen weggestuurd”.

Muziek: Bach, Magificat , Esurientes implevit bonis (Bach Collegium Japan)

Credo

Nog even terug naar de slotzin van de evangelielezing “ze gaf haar hele levensonderhoud”. In het Grieks staat er voor ‘levensonderhoud’ gewoon ’leven’. Als je leest “ze gaf haar hele leven” klinkt dat heel anders. We zijn in Jeruzalem, de spanning tussen Jezus en het religieuze establishment stijgt en zal eindigen op Golgotha. “Ze gaf haar hele leven” roept de kruisdood van Jezus op. Marcus toont ons met de weduwe die alles gaf, een beeld van Jezus die zijn leven geeft.
“Hij wiens kracht in onze zwakheid woont beschaamt de ogen van de sterken.”
“Zijn woord wil deze wereld omgekeerd.”

Laten we lied 316 “Deze wereld omgekeerd” zingen als geloofsbelijdenis.

Lied 316 “Deze wereld omgekeerd”

Muziek: Louis Couperin, Gavotte & Canaries (piano: Pavel Kolesnikov)

Lied 149 “Oergebaar”

Groot dankgebed 164 “Gij die de stom geslagen mond verstaat”

Onze Vader

Communie

Muziek: Louis Couperin, Chaconne (piano: Pavel Kolesnikov)

Lied 127 “Wie zijn leven”. Wie wil geven wat hij heeft, die zal leven.

Slotgebed: psalm 146


------