29 augustus 2021: 22e zondag door het jaar
(2021)
Liefde is ... er
zijn (Mc. 17,1-8.14-15.21-23)
Frank
Cuypers
Lezingen:
Deut. 4,1-2.6-8; Ps. 15; Jak.
1,17-18.21b-22.27; Mc. 7,1-8.14-15.21-23
(Gongsignaal
als inleiding)
Kruisteken +
verwelkoming:
Goedemorgen beste mensen. Wij weten ons samen in
de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige
Geest. Genade en vrede voor ieder van jullie.
Welkom op deze laatste zondag van augustus. Wij
beginnen deze viering met het lied 568 “Wij
zoeken U”. En wij staan daarvoor recht.
Openingslied:
568 – Wij zoeken U als wij samenkomen
Inleiding:
“De sharia is geen wetboek met duidelijk
omlijnde wetten”. Het was een titel in de krant
vorige week boven een artikel over de situatie
in Afghanistan. Ik vond dat een onverwachte
invalshoek, zeker gezien de bron van de
uitspraak: de woordvoerder van de Taliban
strijders nadat ze de macht in Afghanistan
hadden overgenomen. Het klonk als: we zien
wel hoe we de wet invullen en ermee omgaan.
Verder in het artikel werd vermeld dat de
Taliban beloofden de rechten van de vrouwen te
respecteren “binnen het kader van de sharia”.
Een kader dat dus niet of nog niet helemaal
vastligt en ruimte biedt om het op verschillende
manieren in te vullen. Wat ze daarmee bedoelen
zal de toekomst moeten uitwijzen. We moeten
hopen op het beste ...
Maar wat een contrast, althans hun uitspraak,
met het standpunt van de Farizeeën waarover we
lezen in het evangelie vandaag. Zij winden
er in hun reactie tegenover Jezus geen doekjes
om. De wet ligt vast tot in de kleinste details
en wie ervan afwijkt begaat rechtstreeks een
inbreuk tegenover God.
Hoe omgaan met wetten en voorschriften plaatst
ons allen dagelijks voor keuzes.
Vanuit de overheid worden we overstelpt met
wetteksten, besluiten, voorschriften. Het
aantal bladzijden van het Belgisch Staatsblad
neemt elk jaar toe. Als verantwoordelijke
burgers worden we verondersteld alles gelezen en
begrepen te hebben. Tussen haakjes: ik
weet niet wat jullie ervan denken maar ik vond
de editie van vorige donderdag echt niet zo heel
interessant ....
Over regels en voorschriften gesproken: hoeveel
Coronamaatregelen hebben we het voorbije
anderhalf jaar over ons heen gekregen hebben.
Verplicht mondmasker dragen, anderhalve meter
afstand houden, maximum 4 personen aan één
tafel, maximum 8 personen aan één tafel,
reisverbod, Passenger Location form, verplichte
testen, quarantaine, home office. Bijna
onmogelijk om telkens volledig op de hoogte te
zijn van de laatste versie en van alle details.
Om nog maar niet te spreken over hoe moeilijk
velen het hadden en hebben om de voorschriften
te volgen en niet de kantjes er af te lopen. Al
of niet bewust.
Met de Coronamaatregelen willen we ons
beschermen tegen het virus. De externe vijand
die overal op de loer lag en ligt. In het
evangelie vandaag wijst Jezus ons op de interne
vijand die in ons hart schuilt. Bij het begin
van deze viering willen bidden om ontferming,
omdat wij soms ontrouw zijn aan Jezus’ woorden
die ons de juiste richting wijzen en wij wel
eens andere wegen gaan. Omdat wij soms slordig
omgaan met wat ons gegeven is of toevertrouwd.
Omdat wij soms te lauwe christenen zijn en
Jezus’ boodschap te weinig gestalte geven.
Wij zingen samen lied 115,
Kyrie: 115
– Bidden wij over dit huis
Openingsgebed
Vader zijt Gij van al wat leeft
En Schepper van al wat adem heeft,
Maar wij leven los van de hemel,
En waar wij uw Geestesadem ontberen,
Lopen wij vast in eigen zaken en zorgen.
Open ons hart voor de adem van uw liefde,
Open ons oog voor de vlam van uw licht,
Open ons oor voor de roep van uw stem,
Opdat onze handen zich openen
En wij zullen delen
Het leven dat wij
ontvingen. (S. de Vries)
Inleiding tot
de lezingen
De Schriftlezingen van deze zondag handelen over
het in praktijk brengen van de Thora. “Luister
naar Gods Woord en handel ernaar”, zegt Mozes in
de eerste lezing. De Farizeeën in het evangelie
brengen dezelfde boodschap: de reinigingswetten
zijn niet voor interpretatie vatbaar. In een
felle discussie gaat Jezus daar tegen in en
maakt hen duidelijk dat voor het voor God
niet telt of je uiterlijk rein bent, maar wel
innerlijk. De gezindheid van het hart is
belangrijker is dan lippendienst.
We luisteren naar de woorden van de Schrift.
Eerste lezing
–Deuteronomium – 4,1-2.6-8
Luister nu, Israël, naar de voorschriften en
bepalingen die ik u leer, en handel daarnaar.
Dan zult u leven in, en bezit gaan nemen van,
het land dat de Heer, de God van uw vaderen, u
schenkt. Aan wat ik u voorschrijf, mag u niets
toevoegen en niets afdoen; u moet de geboden van
de Heer uw God, die ik u geef, onderhouden.
En breng ze stipt ten uitvoer, want daaruit zal
voor de volken uw wijsheid en uw inzicht
blijken. Als zij al deze voorschriften horen,
zullen ze zeggen: “Dat machtige volk is wijs en
verstandig.”? Is er soms een andere grote natie
bij wie hun goden zo nabij zijn als de Heer onze
God ons nabij is, zo vaak als wij Hem aanroepen?
Of is er een andere grote natie die zulke
volmaakte voorschriften en bepalingen heeft als
de Wet die ik u heden geef?
Tussenzang: 517
– Als regen die de aarde drenkt
Evangelie –
Marcus 7,1-8.14-15.21-23
De Farizeeën en enkele Schriftgeleerden uit
Jeruzalem kwamen bij Hem. Ze zagen dat sommige
van zijn leerlingen hun brood aten met onreine,
dat wil zeggen met ongewassen handen. Want als
de Farizeeën en alle Joden niet met een beetje
water hun handen gewassen hebben, eten ze niet,
omdat ze vasthouden aan de traditie van de
oudsten; en wat van de markt komt, eten ze niet
zonder het te wassen. Zo zijn er vele andere
dingen waar ze uit traditie aan vasthouden: het
spoelen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk.
De farizeeën en de Schriftgeleerden vroegen Hem:
‘Waarom gedragen uw leerlingen zich niet naar de
traditie van de oudsten, maar eten ze hun brood
met onreine handen?’ Hij zei tegen hen:
‘Treffend heeft Jesaja over u geprofeteerd,
huichelaars, zoals geschreven staat: Dit volk
eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van
Mij. Hun verering stelt niets voor; wat ze als
ware leer brengen, zijn voorschriften van
mensen. U laat het gebod van God los en houdt
vast aan de traditie van mensen.’
Weer riep Hij de mensen bij zich en zei tegen
hen: ‘Luister allemaal naar Mij en begrijp Me
toch. Niets wat van buitenaf in de mens komt,
kan hem onrein maken.
Want van binnenuit, uit het hart van de mensen,
komen de kwade gedachten, ontucht, diefstal,
moord, overspel, hebzucht, gemeenheid, bedrog,
bandeloosheid, jaloezie, laster, hoogmoed,
lichtzinnigheid. Al deze slechte dingen komen
van binnenuit en maken de mens onrein.’’
Homilie
De Farizeeën zijn weer goed op dreef vandaag.
Zij proberen al geruime tijd een zaak op te
bouwen om Jezus aan te klagen, en vandaag zien
zij een nieuwe kans om hun dossier aan te
vullen. Als schriftgeleerden was het hun rol om
niet alleen de wet tot in de details te kennen
maar ook toe te zien op de naleving ervan. Doen
wat voorgeschreven is, is volgens hen de enige
manier om God welgevallig te zijn en zich te
verzekeren van Gods zegeningen. Wie leeft
volgens de letter van de Wet, die zit goed.
Daarom verabsoluteren de Farizeeën en
schriftgeleerden het belang van wetten en
regels. De voorschriften en gedragsregels zijn
dwangmiddelen geworden: wie God wil vinden moet
zich zus en zo en niet anders gedragen. Alleen
waren die regels zo talrijk en ingewikkeld
geworden dat het als gewone mens haast
onmogelijk was om ze allemaal te kennen en na te
volgen. En dus leefden zeer velen met een gevoel
van verplichting maar ook met angst en schrik om
onder de maat te blijven.
De wet waarop de Farizeeën zich baseerden is de
Thora: het geheel van voorschriften en
gedragsregels, bedoeld als richtingwijzers om
God en het welzijn van mensen zo goed mogelijk
te dienen. Mozes was er de grondlegger van. En
het joodse volk was erg fier op zijn wet. In de
eerste lezing hoorden we: “Geen andere grote
natie heeft zulke volmaakte voorschriften en
bepalingen als onze wet”.
Nu waren er in de loop van de tijd aan die
Mozeswet toen al heel wat bepalingen toegevoegd.
Details over van alles en nog wat. Nieuwe
verplichten gegroeid uit de tradities en
gewoontes van vorige generaties. Een mooi
voorbeeld hiervan zijn de voorschriften over
handen wassen en het afspoelen van vaatwerk. En
alles werd met terugwerkende kracht aan Mozes
toegeschreven.
De Farizeeën verwijten Jezus en zijn leerlingen
dat ze zich niet houden aan die oude
reinigingstradities. “Waarom handelen uw
leerlingen niet volgens de overlevering van de
ouden?”
Maar Jezus reageert. Hij vraagt zich af welke
overlevering hij niet respecteert. Hij brengt
meteen de discussie op de spirituele
overlevering van de profeten. En hij brengt de
profetie van Jesaja in herinnering: “Dit volk
wil Mij gunstig stemmen met hun lippen of hun
handen of hun voeten. Maar het heeft geen zin
Mij op die manier te eren als niet tegelijk uw
hart bij Mij is”.
Tegenover de farizeďsche boodschap van dwang en
angst brengt Jezus zijn boodschap van
bevrijding. Slaafse trouw aan de Wet is voor God
niet beslissend. Wetten en voorschriften hebben
slechts oog voor de buitenkant, en regelen het
uiterlijke gedrag.
Jezus wil ons werkelijk een nieuwe God leren
kennen. Hij leert en toont ons door Zijn leven
dat God Liefde is. En vermits liefde niet
dwingt, gaat het dus over een God die ons niet
verplicht, maar telkens opnieuw uitnodigt tot
een bezielde wederliefde en tot concrete
medemenselijkheid.
Vandaar dat Jezus op een andere plaats zegt dat
je heel de Wet en de profeten kunt samenvatten
in die éne zin: God beminnen boven alles en je
medemens als jezelf. Door alle voorschriften
samen te vatten in deze regel kan je de kern van
de Thora vanuit een grote vrijheid zou
realiseren.
Deze boodschap van Jezus mag ons geruststellen
maar ontslaat ons niet van onze verplichting tot
initiatief. Jezus doet een appčl op ons om die
vrijheid te gebruiken ten dienste van God en
onze naaste. En Hij doet dat in sterke
bewoordingen. Ik laat mij graag inspireren door
de woorden die Jezus in de Bergrede gebruikt:
“Maar ik zeg U”.... In de Bergrede maakt Jezus
op die manier tot 6 keer toe zijn punt
duidelijk. ”Er staat geschreven in de Thora ...,
maar ik zeg U”. En dan voegt Hij er een serieuze
opdracht aan toe. Wij kennen allemaal: “Er staat
geschreven: gij zult uw naaste beminnen en uw
vijand haten. Maar ik zeg u: Bemint uw vijanden
en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen
moogt worden van uw Vader in de hemel, die
immers de zon laat opgaan over slechten en
goeden en het laat regenen over rechtvaardigen
en onrechtvaardigen”.
Alles kan samengevat worden in de gulden regel
die we vinden bij Mattheüs: “Alles nu wat gij
wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook
voor hen. Dat is Wet en Profeten” (Mt. 7,12)
Ik heb dat voor mijzelf vertaald naar een zeer
eenvoudige wet: “Liefde is ... er zijn”. “Er
zijn” voor mijn gezin en familie; “er zijn” voor
mijn team en collega’s op het werk, “er zijn”
voor de kapelgemeenschap van Filosofenfontein.
Mijn talenten ontwikkelen en ten dienste stellen
van wie op mij een beroep doet.
Daaruit volgen natuurlijk heelwat engagementen.
Daaruit volgt ook een volle agenda. Maar nooit
zo vol dat er geen tijd en aandacht zou kunnen
zijn voor de mens van de eerstvolgende
ontmoeting.
Onlangs sprak iemand mij aan op straat. Ik was
gehaast onderweg op mijn boodschappenronde. Hij
was gehaast onderweg naar het stadhuis en nogal
opgewonden want hij was zijn mondmasker vergeten
en vroeg of ik kon helpen. De Voorzienigheid had
mij ooit opdracht gegeven enkele reserve
exemplaren in de auto te leggen en ik kon hem
dus dadelijk helpen. Ik was dankbaar dat
ik mijn wet “Liefde is ... er zijn” in de
praktijk kon brengen. En de ander was dankbaar
dat hij de Corona-voorschriften kon volgen.
Iedereen gelukkig. Amen.
Offerande
Haendel – CD1 –
Concerto no 6 in B flat major for harp HWV294
–Allegro moderato – nr 23
Bij de gaven: Lied 149 –
Oergebaar
Groot Dankgebed
– 159 – Gij, de grond van ons
vertrouwen
Communie
– muziek
CD Chants de la
pričre ŕ Taizé – Adoramus te, o Christe –
Track 2
Communielied:
558 – Liefde, eenmaal uitgesproken
Gebed
God, onze Vader,
ontelbaar veel mensen hebben uw Zoon Jezus
ontdekt
als lichtbaken voor hun leven.
Ze werden zijn volgelingen,
Hij werd hun levenskracht en brood ten leven.
We hopen en bidden
dat we Hem niet eren met onze lippen,
maar dat we proberen door te dringen tot de kern
van zijn leven,
zodat we ons leven met hart en ziel kunnen
afstemmen
op wat Hij ons heeft voorgeleefd.
Dat vragen wij U door Jezus, uw Zoon en ons
Voorbeeld. Amen.
Zegen
|