01 augustus 2021: 18e zondag door het jaar
(2021)
Brood des levens
(Jo. 6, 24-35)
Sabine
Van Huffel
BEGROETING
INTREDELIED
546 “Zomaar een dak boven wat hoofden”
INLEIDING
“Tafel van Eén, brood om te weten dat wij
elkaar gegeven zijn”, zongen we daarnet uit
volle borst. We zijn hier weer samengekomen rond
de Tafel van de Heer, onder Gods dak, rond die
Ene figuur, Jezus Christus, die ons allen
fascineert en geraakt heeft zodat wij vanuit die
verwondering konden groeien in geloof, zo
hoorden wij het uit Marcel’s mond op 3
juli ’’Geen
wonder zonder verwondering’’. Het
wonder van de broodvermenigvuldiging werd vorige
week prachtig ingeleid door Jacques Perquy
waarbij de nadruk lag op de verbondenheid ’’Brood voor het
hele volk’’. Vandaag gaan we een stap
verder en staan we stil bij de betekenis van
Jezus als brood, levend brood, als “brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn” zoals we
daarnet zongen.
Wat
is nu dat brood dat we zo nodig hebben? Als we
luisteren naar de advertenties die ons dagelijks
bereiken via radio, TV, mail, etc., dan beweren
zij ons de juiste antwoorden te kunnen geven. Ze
laten ons precies uitschemeren welke behoeften
we hebben en hoe we die kunnen invullen, liefst
nu, aangeboden als een uitzonderlijke
opportuniteit. Hoe dikwijs laten wij ons niet
verleiden door reclame, koopjes, kortingsbonnen
of uitzonderlijke solden? 2 voor de prijs van 1.
Gratis geschenk bij aankoop van een product, Op
het moment zelf denken we een goeie zaak gedaan
te hebben maar even later komt de ontnuchtering
dat we het goedje misschien niet echt nodig
hebben of er toch teveel voor betaald
hebben. Met andere woorden, het vervult ons
niet, is niet vitaal voor ons, is geen brood des
levens.
Een
heel ander geluid horen we in het verhaal van de
hongerstakers in de Begijnhofkerk, en op de VUB
en ULB campus te Brussel. Sinds 23 mei aten ze
niets meer. Ze weigerden zelfs het brood te eten
dat wij zo nodig achten elke dag om te
overleven. De kern van de zaak hier is dat
mensen in hun hopeloosheid zelfs het dierbaarste
wat ze hebben - hun eigen leven - in de
weegschaal leggen in een poging hier een
toekomst te kunnen opbouwen. Welk
brood des levens jagen deze mensen zonder stem
na?
Wel,
net hierover gaat de lezing van vandaag: we
maken kennis met het levende brood zoals Jezus
dit echt bedoelde , zoals hij voor ons is en
zoals wij voor onze medemens dienen te zijn.
Laten we het ontdekken in deze viering.
OPENINGSGEBED ( s.j. Frans Cromphout)
Heer
Jezus Christus,
Gij hebt u gegeven voor ons
in het teken van het brood,
opdat wij ons toewijden aan elkaar
met ons kleine bezit,
met onze tijd en ons werk
en met goede woorden.
Leer ons dat het weldoend is
anderen wel te doen.
Blijf bij ons
en ons hart zal verheugd zijn,
levende Heer in ons midden.
LIED 317
“Die mee gaat met mensen” (K.
Gelaude-A. Malfliet)
EERSTE LEZING
Johannes 6, 24-35
In die tijd, toen de mensen bemerkten dat
noch Jezus noch zijn leerlingen daar waren,
gingen zij in de boten en voeren in de richting
van Kafarnaüm op zoek naar Jezus. Zij vonden Hem
aan de overkant van het meer en zeiden: “Rabbi,
wanneer zijt Gij hier gekomen?” Jezus nam het
woord en zeide: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
Niet omdat gij tekenen gezien hebt zoekt ge Mij,
maar omdat gij van de broden hebt gegeten tot uw
honger was gestild. Werkt niet voor het voedsel
dat vergaat maar voor het voedsel dat blijft ten
eeuwigen leven en dat de Mensenzoon u zal geven.
Op Hem immers heeft de Vader, God zelf, zijn
zegel gedrukt.” Daarop zeiden zij tot Hem:
“Welke werken moeten wij voor God verrichten?”
Jezus gaf hun ten antwoord: “Dit is het werk dat
God u vraagt: te geloven in Degene die Hij
gezonden heeft.” In die dagen zei de menigte tot
Jezus: “Wat voor tekenen doet Gij dan wel
waardoor wij kunnen zien dat wij in U moeten
geloven? Wat doet Gij eigenlijk? Onze vaderen
hebben het manna gegeten in de woestijn, zoals
geschreven staat: Brood uit de hemel gaf Hij hun
te eten.” Jezus hernam: “Voorwaar, voorwaar, Ik
zeg u: wat Mozes u gaf was niet het brood uit de
hemel; het echte brood uit de hemel wordt u door
mijn Vader gegeven; want het brood van God daalt
uit de hemel neer en geeft leven aan de wereld.”
Zij zeiden tot Hem: “Heer, geef ons ten allen
tijde dat brood.” Jezus sprak tot hen: “Ik ben
het brood des levens: wie tot Mij komt zal geen
honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal
nooit meer dorst krijgen.”
BEZINNING
Jezus neemt geen blad voor de mond bij de
mensen die hij de vorige dag te eten had gegeven
(het evangelieverhaal vorige week). Jezus weet
dat ze Hem zochten voor zijn tekenen, omdat zij
hun buiken hadden kunnen vullen met de broden.
Jezus voelt aan dat de menigte de essentie van
zijn boodschap niet begrijpt of er althans aan
voorbijgaat. Hij wijst hen dan ook terecht in
het eerste deel van deze lezing ’’Niet omdat gij
tekenen gezien hebt zoekt ge Mij, maar omdat
gij van de broden hebt gegeten tot uw honger
was gestild’’.
Wat is nu die essentie van zijn boodschap? Jezus
beveelt hen niet te werken voor het materieel
voedsel dat we nuttigen om in leven te blijven
maar wel te werken ’’voor het voedsel dat blijft ten
eeuwigen leven en dat de Mensenzoon -Jezus
dus- hen zal geven’’. Jezus wijst hier
weer op zijn uitzonderlijke liefdesband met God.
God heeft Hem gezonden. Geloof in Hem. Pas dan
kunnen we tot Hem komen en Hem ervaren als brood
des levens en nooit meer honger of dorst lijden,
zo hoorden we: “Ik ben het brood des levens: wie tot
Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie
in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen.”
Met andere woorden: die wondertekenen hebben
vooral tot doel om zijn toehoorders Jezus te
laten ontdekken als levensbrood.
Dit brengt me bij de vraag: en ik? Waarom zoek
ik naar Jezus? Is dat uit liefde, of om wat ik
kan krijgen? Hoe is Jezus voor mij levend brood?
Voor mij persoonlijk is liefde het
sleutelwoord. Jezus komt tot mij door de
Vader als liefde, gevende liefde, liefde tot het
uiterste. Liefde hebben we allen nodig, dit is
voor mij het levend brood. Vanuit die liefde,
Gods liefde die bindt en verbindt, kan ik alles
begrijpen en Jezus aanvoelen. Precies in een
eucharistie als deze, waar we Jezus’ liefde
herkennen en Hem mogen ontmoeten in het brood
dat we straks delen, beleven we dit op
sacramentele wijze.
Dit brengt me bij de volgende vraag: Hoe kunnen
wij dan zelf levend brood zijn, zoals Jezus voor
ons? Dit gebeurt telkens mensen geraakt worden.
Het wonder, zoals hier de
broodvermenigvuldiging, heeft net als doel om
mensen te raken, tot verwondering te brengen.
Pas dan kunnen we tot de essentie komen, tot
geloof, tot ontdekking van Jezus als levend
brood. En vandaaruit kunnen wij dan zelf brood
worden voor anderen. Ik geef enkele concrete
voorbeelden.
Ik
geef enkele concrete voorbeelden.
-
Mensen worden geraakt door Jezus’
woorden zoals ook Marcel en elke andere
voorganger ons kan raken door zijn woorden.
Het is meer dan passief de woorden te laten
binnendringen in onze binnenkant. Het is
tevens een oproep, een vonk die overspringt
, een vlam die ons hart ontbrandt om niet
onverschillig te blijven staan aan de kant
maar de handen uit de mouwen te steken.
-
Dit overkwam Jef een paar weken
geleden toen hij het initiatief nam om een
lezersbrief naar De Standaard te sturen en
ook een schrijfactie op te zetten binnen
onze kapelgemeenschap om de uitzichtloze
situatie aan te klagen van de bijna 500
hongerstakers in de begijnhofkerk, VUB en
ULB campus, zoals ik vermeldde in mijn
inleiding. Is onze samenleving bereid
tegemoet te komen aan hun fundamenteel
recht op een menswaardig bestaan en - heel
acuut - het recht op leven? Zo werd
Jef een STEM voor deze mensen zonder stem
en levend brood, gezien vanuit zijn
mogelijkheden als gewone burger en
christen in deze concrete situatie.
-
Een soortgelijke ervaring
overkwam ook Herman die vanuit het niets
een burgeractie startte ``a vaccine for
everyone’’ om levend brood te zijn voor
zoveel armen overal ter wereld die een
coronavaccin niet kunnen betalen, een
actie die intussen ruwweg 100.000 euro
opbracht. Dit schept nieuw leven,
nieuwe hoop, levend brood.
-
Tenslotte wil ik nog een
voorbeeld geven vanuit een concrete
schoolsituatie. Ik citeer hier een passage
uit een preek van pater s.j. Fons Swinnen
gericht tot de méér dan duizend leerlingen
van het St. Romboutscollege van Mechelen
op het einde van een schooljaar: “Leerkrachten
kunnen echt gelukkig zijn maar ook
bedroefd. Als jullie de les goed hebben
begrepen en goede uitslagen behalen, dan
is dat een goede dag voor jouw leraar.
Maar een leerkracht is nog gelukkiger
als hij zijn leerlingen ziet groeien in
volwassenheid
en dienstbaarheid. En als hij diepgang en
inwendig leven ontdekt bij
jullie, jonge mensen. De school is dus
veel meer dan een plaats om een veelheid
aan kennis op te stapelen. Niet de
kwantiteit maar de kwaliteit is van
belang. En in die kwaliteit ligt vervat:
de vriendschap die we mogen ervaren, de
waarden die het leven kleuren en
levenskrachtig maken. Ook gelovig in
het leven staan heeft daar
alles mee te maken.” Leerkrachten
en bij uitbreiding professoren maar ook
opvoeders en ouders die deze vitale
ontplooiingskansen in jongeren tot bloei
weten te brengen, zijn voor hen bewust of
onbewust als levend brood.
Zo kunnen we heel concreet
Jezus’ woorden tot leven laten komen,
Hem levend brood laten zijn, en verder
durven gaan dan de tekenen, de
cadeau’s die Hij uitdeelt, door zelf
gevende liefde te zijn voor onze
medemens vandaag, vanuit onze concrete
leefsituatie.
Mogen ook wij voorbij de tekenen en
wonderen doordringen tot deze essentie
dat slechts één brood noodzakelijk is:
Jezus, het Brood ten leven. Als wij
ons in geloof hiervoor openstellen,
kunnen wij Hem als brood ervaren en op
ons beurt zelf levend brood zijn voor
anderen. Amen.
LIED
575 “Geproefd, geleefd,
herkend” (K. Gelaude – A. Malfliet)
“Geen
ander brood dan wat door onze handen
gaat…”
OFFERANDELIED
149 Oergebaar
GROOT
DANKGEBED 157 : “Ik zal er
zijn” (K. Gelaude – A. Malfliet)
ONZE
VADER en VREDESWENS
BEZINNING en SLOTGEBED
Precies vandaag vieren we het
feest van Sint-Ignatius, de stichter
van de Jezuïetenorde. Vermits we deze
maand te gast mogen zijn in deze kerk
van de Jezuïeten wil ik mijn
slotbezinning aan deze figuur wijden,
in het bijzonder ook omdat het precies
500 jaar geleden is dat Ignatius zich
bekeerde van militair tot volgeling
van Christus. Op 20 mei 1521 werd hij
door een kanonskogel getroffen tijdens
een veldslag in de Spaanse stad
Pamplona. Tijdens zijn langdurig
herstel had hij enkel toegang tot
heiligen- en bijbelverhalen en werd
hij al lezende geraakt door Jezus
Christus. ”Van wonde naar verwondering”,
dit ervaarde Ignatius letterlijk en
figuurlijk tijdens zijn lange
revalidatie. Vanuit zijn persoonlijke
ervaringen ontwikkelde hij gaandeweg
een eigen gebedsmethode om een
richting te gaan in het spoor van
Jezus: om juiste keuzes te maken. Een
soort gewetensonderzoek om God op het
spoor te komen in je leven, in
meditatief en contemplatief gebed,
steeds vanuit een bijbel- of
evangelietekst en door terugblikken op
je persoonlijke gevoelsbewegingen.
Deze gebedsmethode, de Geestelijke
Oefeningen genaamd, ligt aan de basis
van het gebed van de Jezuïeten en werd
wereldwijd doorgegeven aan ontelbare
volgelingen door de eeuwen heen. Ik
ben er eentje van, zoals ik getuigde
als voorganger op 30 mei 2021. Zo werd
Ignatius levend brood voor vele
volgelingen: niet
alleen voor alle Jezuïeten maar
ook voor zoveel retraitanten, van
welke strekking ook, die doorheen deze
Geestelijke Oefeningen hun
levensrichting vonden in het spoor van
Jezus. Meer dan een jaar staat
deze bijzondere figuur in de kijker.
Zijn herdenkingsjaar begon op 20 mei
2021 en zal eindigen op zijn feestdag
volgend jaar.
SLOTGEBED
(gebed Suscipe van Ignatius
Van Loyola, Geestelijke Oefeningen
234)
Neem, Heer, en aanvaard
heel mijn vrijheid,
mijn geheugen,
mijn verstand
en heel mijn wil,
alles wat ik heb en bezit.
U hebt het mij gegeven,
aan U, Heer, geef ik het terug.
Alles is van U,
beschik erover geheel volgens uw wil.
Geef dat ik U mag liefhebben,
die genade is mij genoeg.
SLOTLIED 319: Trek
door ons heen, een stroom van genade
|