------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





06 juni 2021: 10e zondag door het jaar (2021)

Sacramentsdag (Mc. 14,12-16.22-26)

Geert Craps

Lied/Muziek:
G.F. Händel "Eternal Source of Light Divine" uit Birthday Ode for Queen Anne.

Inleiding

Ik zag onlangs een korte reportage over een groep jonge mannen die zich bekommerden om de zeehondenpups op een strand. De jongens zaten de pups achterna die nylon vissersnetten of lijnen om zich heen gewikkeld hadden. Met een paar snelle bewegingen vingen ze een pup, knipten de netten of nylonlijnen los en lieten de pup weer vrij. Ik weet nog goed dat ik me toen de bedenking maakte: 'dit is een druppel op een gloeiende plaat. Als je de intensieve visserij zou aanpakken en het afvalprobleem in de oceanen, zou dit niet nodig zijn'. Maar toch: het eenvoudige gebaar van die jonge mensen voor één enkele kleine zeehondenpup raakte me.

Een jaar geleden hield de Belgische danseres en choreografe Anne-Theresa de Keersmaeker een lezing voor het College de France over een van haar dansproducties. Aan het einde van haar lezing citeerde ze de woorden van de beeldhouwer Brancusi over zijn eigen werk, en verbond die ook met haar dans. Het citaat van Brancusi was het volgende:

"La simplicité n'est pas un but dans l'art, mais on arrive a la simplicité malgré soi en s'approchant du sens réel des choses. La simplicité, c'est la complexité elle-même, et il faut se nourrir de son essence pour connaïtre sa valeur. La simplicité est la complexité resolue."

Vervolgens toonde ze het einde van de voorstelling die ze besprak, waarbij de dansers in een lange sliert van het podium afliepen, en ze liet die beelden volgen door de opname van een immense troep spreeuwen, die een avondlijke vlucht maakten en prachtige figuren in de lucht vormden. De parallel was duidelijk en krachtig, de complexe combinatie van eenvoudige bewegingen geven een overweldigend eenduidig effect.

Eenvoud. Simpelheid. Ik denk soms dat dat iets is waar we op bepaalde momenten wel behoefte aan hebben. Het leven is complex genoeg, moeilijke situaties kunnen ons doen zuchten: kan het niet wat eenvoudiger? En zoals uit mijn twee verhalen blijkt, kan eenvoud veel betekenissen hebben: kleine gebaren zijn eenvoudig, maar ze kunnen een groot verschil maken. De eenvoud van een kunstwerk of een beweging is echter vaak ook de synthese van een heel complexe realiteit, die uit vele elementen bestaat, en in de ogen van de toeschouwer plots synthetiseren tot een idee, waardoor de complexiteit eenvoudig vatbaar wordt.

Een aantal van u zullen nu denken dat ze per ongeluk in een college metafysica beland zijn, maar hou nog even vol!. Ik wil op deze Sacramentsdag het idee verkennen dat het sacrament van de eucharistie ook zoiets is: simpel, maar wel de absolute kern van een complexe realiteit die ons geloof is.

Lied: Gezegend deze dag (I, 2)

Openingsgebed

Gij die niemand naar de ogen ziet,
die door geen geld, geen offers om te kopen zijt
en die U door geen lied misleiden laat,
maar die ons ziet zoals wij zijn.

Die ons gebiedt en smeekt
van U te zijn, Uw beeltenis, Uw mens,
Uw rechterhand die doet wat moet gedaan,
die ons gebied en smeekt
de vreemdeling te geven brood en kleding.

Die hoopt dat wij met onverhuld gelaat
uw licht weerkaatsen,
die ons tot een spiegel slijpt
waarin uw toekomst zichtbaar wordt.

Gij die ons hebt gezocht
toen wij niet naar U zochten
die nog dagelijks uw afkeer overwint,
uw woede temt, uw trots aflegt
uw hart tot mededogen buigt.

U omkeert naar ons toe.
Gij die ons met uw ogen vangt,
gij die ons vraagt:
wie ben je ? wil je ? kom dan.....

(Huub Oosterhuis, Kom Bevrijden, p. 51)

Lezing: Ex. 24,3-8

Mozes maakte het volk bekend met alle geboden en regels die de HEER had gegeven, en het volk verklaarde eenstemmig dat het zich zou houden aan alles wat de HEER geboden had. Hierna schreef Mozes alles op wat de HEER had gezegd. De volgende morgen bouwde hij aan de voet van de berg een altaar en richtte hij twaalf gedenkstenen op, voor elk van de twaalf stammen van Israël één. Hij droeg een aantal jonge Israëlieten op om de HEER brandoffers te brengen en stieren te slachten voor een vredeoffer. Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in schalen, de andere helft goot hij tegen het altaar. Vervolgens nam hij het boek van het verbond en las dit aan het volk voor, en zij zeiden: 'Alles wat de HEER gezegd heeft zullen we ter harte nemen. 'Toen nam Mozes het bloed en besprenkelde daarmee het volk. 'Met dit bloed, 'zei hij, 'wordt het verbond bekrachtigd dat de HEER met u heeft gesloten door u al deze geboden te geven.'

Evangelie: Mc. 14,12-16.22-26

Op de eerste dag van het ongedesemde brood, de dag waarop men het paaslam slacht, zeiden zijn leerlingen tot Jezus: “Waar wilt Gij dat wij voorbereidselen gaan treffen zodat Gij het paasmaal kunt houden?” Hij zond daarop twee van zijn leerlingen uit met de opdracht: “Gaat naar de stad en daar zult ge een man tegenkomen die een kruik draagt; volgt hem en zegt aan de eigenaar van het huis waar hij binnengaat: De Meester laat vragen: Waar is de zaal voor Mij, waar Ik met mijn leerlingen het paasmaal kan houden? Hij zal u dan een grote bovenzaal laten zien met rustbedden en van al het nodige voorzien; maakt daar alles voor ons klaar.” De leerlingen vertrokken, gingen de stad binnen, vonden alles zoals Hij het hun gezegd had en maakten het paasmaal gereed.
Onder de maaltijd nam Jezus brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het hun, met de woorden: “Neemt, dit is mijn Lichaam.” Daarna nam Hij de beker en na het spreken van het dankgebed reikte Hij hun die toe en zij dronken allen daaruit. En Hij sprak tot hen: “Dit is mijn Bloed van het Verbond, dat vergoten wordt voor velen. Voorwaar, Ik zeg u: Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van God.” Nadat zij de lofzang gezongen hadden gingen zij naar de Olijfberg."


Muziek: O Sacrum Convivium (Thomas van Aquino / Thomas Tallis)

O sacrum convivium
In quo Christus summitur
recolitur memoria passionis eius
mens impletur gratia
et futurae gloria nobis pignus datur

Samen aan de heilzame tafel
de Gezalfde zelf geofferd
zo terugkijken op zijn lijden
zo ons hele zelf, vol van genade
zo volmaakte voltooiing in het verschiet


Commentaar

Misschien een beetje een verrassend evangelie vandaag, je verwacht dit meer in de Goede Week, als deel van het lijdensverhaal. Maar we vieren vandaag de dag waarop we stilstaan bij het ritueel van de eucharistie: Sacramentsdag. En dan is dat wel erg speciaal deze keer, want ondertussen zijn we al meer dan een jaar, op een paar weken na, aan het vieren zonder dat bijzondere deel: de tafeldienst.

Wat is er zo speciaal aan die tafeldienst? Ik ben geen deskundige in de sacramentologie, en de wetenschap over de eucharistie is ongetwijfeld veel complexer en veelvuldiger dan ik hier voorstel, maar ik wil er één bedenking bij maken. Wat Jezus doet bij de instelling van de eucharistie, is natuurlijk gesitueerd binnen de joodse religieuze context van zijn tijd. En als je dat zo bekijkt, dan komt zijn gebaar neer op een soort "Umwertung aller Werten". De joodse religie in de tijd van Jezus had de tempel in Jerusalem als centrale plaats, waar elke dag massaal veel dierenoffers werden gebracht als eerbetoon aan de God van Israël. De oorsprong daarvan ligt in Exodus, zoals we net in de eerste lezing gehoord hebben. Daarnaast waren er verschillende synagogen. Elke zich respecterende stad of dorp had er een, waar de leraren uitleg gaven bij de joodse Bijbel, de Thora, de geschriften en de profeten. En er waren de huiselijke rituelen van het joodse jaar, zoals het rituele paasmaal op Pesach, of de bouw van hutten met plantenmateriaal op het Loofhuttenfeest, en al de dagelijkse simpele rituelen en voorschriften, van het niet eten van varkensvlees tot het aanbrengen van papieren kokertjes met een zin uit de Thora aan je deurpost. De joodse religie is een complex geheel van voorschriften, leefregels, en rituelen, in de Tempel, in leerhuizen en in persoonlijke woningen.

Als religieuze jood stelt Jezus vervolgens een gebaar op de avond van het joodse Pesach (volgens sommige evangeliën ten minste) waarin hij die hele joodse traditie op twee manieren midden in het menselijke leven van zijn volgelingen plaatst:

Hij zegt van het traditionele ongedesemde brood en de wijn van het Pesachmaal: dit ben ik zelf, waardoor de hele joodse religie met al zijn regels en rituelen plots een zeer menselijke dimensie krijgt. De krachtige boodschap van de joodse tradities en rituelen, wordt een menselijke houding. Wetten en rituelen worden houdingen van mensen. Zoals we weten uit de parabel van de Barmhartige Samaritaan. De vraag is niet meer wie ik allemaal tot mijn naaste mag rekenen en wie niet (zijn de Palestijnen ook mijn naasten?), maar de vraag die de gewonde reiziger aan de Barmhartige Samaritaan stelt is een vraag naar een houding: ben jij mijn naaste?

Jezus zegt van het maal dat de leerlingen delen met Pesach: wat er hier gebeurt, is dat we de essentie van onszelf delen met elkaar, dat we onszelf uitdelen, onze levenskracht in het brood en onze levensvreugde in de wijn, en ikzelf stel daarbij het ultieme gebaar: ik offer mezelf helemaal op. Het gebaar van breken en delen is de kern van de houding van mensen, waar Jezus voor staat.

Het simpele eenvoudige gebaar om een stuk brood vast te pakken, en een beker met wijn en die uit te delen, dat is de kern van de broederlijke liefde die de bouwsteen van het Rijk van God vormt en die Jezus tot het einde consequent heeft geleefd. En zoals Thomas van Aquino het in zijn ongelooflijk rijke hymne "O Sacrum Convivium" zegt: het herinnert ons aan zijn offer, het vervult ons van de ons overstijgende essentie van ons geloof in het heden, en het is een onderpand voor een toekomst waarin het Rijk van de Liefde voor iedereen werkelijkheid is.

Zoals het een goede, wetenschappelijk geïnteresseerde en gemotiveerde Vlaming betaamt, vul ik al maanden gewetensvol de tweewekelijkse enquête in van de universiteit van Antwerpen over je ervaring van de pandemiecrisis. En elke keer komt de vraag terug: "heb je de afgelopen veertien dagen nog iemand een hand, een kus of een knuffel gegeven buiten je eigen bubbel". En telkens antwoord ik daar geheel waarheidsgetrouw op met "nee". De laatste paar keren toen ik dat invulde, dacht ik daar telkens bij: "… en ik mis dat". De levenservaring die we opdoen in deze crisissituatie is toch dat we die eenvoudige gebaren van medemenselijkheid en relatie missen. Natuurlijk ook de complexe dingen zoals festivals en concertbezoek enzoverder enzovoort, maar toch ook die eenvoudige gebaren?

En dus mis ik nu ook plots dat eenvoudige gebaar dat wij in Filosofenfontein elke week aan elkaar stelden: dat we het brood uitdeelden aan elkaar, als eenvoudig maar absoluut essentieel symbool van de complexe realiteit van ons geloof: dat "leven" "leven delen" is. Versta mij niet verkeerd, ik vond alle zoom-vieringen heel zinvol. Ze gingen grondig in op kernonderwerpen van ons geloof, op onze eigen ervaringen en bekommernissen, we konden zorgen met elkaar delen en elkaar steunen. Dat was echt een verademing elke week, om dat met elkaar te kunnen doen. Maar hèt kerngebaar van ons geloof, dat we ons leven ten diepste delen met elkaar, dat zou ik toch snel terug willen stellen. En ik hoop voor jullie hetzelfde…

Kort muziek: Leven gedeeld (II, 4)

Voorbeden

Onze Vader

Lied: Geproefd, geleefd, herkend (I, 7)

Zegen van Marcel


------