23 Mei 2021: Pinksteren (2021)
Aangeraakt en
krachtig verder gaan
(Hand. 2,1-11)
Lut Saelens
Inleidend
gebed:
Pinksterhymne uit
9de eeuw, vrij vertaald door H. Oosterhuis
Hierheen, Adem, steek mij aan,
stuur mij uit jouw verste verte
golven licht.
Welkom armeluisvader
welkom opperschenker
welkom hartenjager.
Beste tranendroger
lieve zielsbewoner
mijn vriend mijn schaduw.
Even rusten
voor tobbers en zwoegers,
voor krampachtigen
een verademing ben jij.
Onmogelijk mooi licht
overstroom de afgrond van mijn hart,
jou zo vertrouwd.
God ben jij, zonder jou
is alles nacht en ontij,
wreedheid, schuld,
maar jij maakt schoon
verslenst mijn bloem – geef water,
zalf mijn wonden.
Koud sta ik, toegang verboden, ijzig,
ontdooi mij, koester mij,
ga ik vreemd, zoek mij.
Ik zeg ja aan jou, doe nee,
vergeld mijn twijfel met vriendschap
zeven maal duizend maal.
Niets ben ik zonder jou.
Roep mij naar jou toe, dan zal ik lachen.
Lied naar psalm
104: Alles wacht op U vol hoop. Oosterhuis
Lezing:
Ezechiël 37,1-14:
Duiding:
We lezen in Ezechiël: ‘De hand van de
Heer kwam over mij en Zijn geest nam mij mee.’
Deze zin geeft mij een gelukzalig gevoel, alsof
ik vlieg, op Gods vleugels
Dankzij de geest heeft Ezechiël er vertrouwen in
dat hij in dit dal vol beenderen iets moois kan
doen.
Ezechiël
ziet hoe uitgedroogd de beenderen zijn. Zijn wij
ook niet uitgedroogd door de langdurige
beslotenheid tijdens deze pandemie?
Zodra
hij begon met profeteren, ontstond er gedruis’.
Gedruis betekent beweging, er komt iets op gang.
‘De beenderen
voegden zich aaneen, elk op zijn plaats.
’Wat loshangt, wordt één. Elk element krijgt
zijn plek in het geheel. Uit één stuk zijn, is
dat niet onze roeping?
Ezechiël
zag hoe er pezen op kwamen en vlees en hoe ze
met huid overtrokken werden. Tot leven komen
betekent body krijgen, inhoud. De Geest is bron
van inspiratie en verbeelding, visie en visioen.
Onze huid grenst ons af: er is een ‘ik’ en een
‘gij’. Tegelijk is ze een gevoelige plek van
aanraking en aangeraakt worden. Zijn we nu niet
affectief vervreemd geraakt van onze huid?
Verder
lezen we: De
levensgeest kwam in de beenderen en ze gingen
overeind staan: een immens groot leger.
Wat een contrast met de dorre beenderen van
daarnet! Een leger klinkt misschien wel wat
militaristisch, maar we kennen de uitdrukking:
iets in je mars hebben. Wellicht heeft het volk,
begenadigd door de levensgeest iets in haar
mars.
‘Ik
profeteerde zoals mij was opgedragen’,
staat in de tekst.
Op
het einde van de tekst horen we dan wat Ezechiël
juist profeteerde, namelijk: Ik schenk u mijn
geest, zodat u weer leeft, en laat u op uw
eigen grond wonen. ‘Op uw eigen grond
wonen’ kunnen we hier interpreteren als
innerlijk thuiskomen op de plek, waartoe we echt
bestemd zijn. En dit authentieke leven leiden
gebeurt voor ieder van ons in een concrete ,
dagelijkse context die ons dagelijks gegeven
is. De Geest is dus niet zweverig maar
drukt zich voortdurend uit doorheen onze aardse
werkelijkheid.
Deze
tekst opent onze ogen voor de levengevende Geest
in deze pandemie. Het volstaat alert te zijn,
open te staan en goed te kijken. De levensgeest
is overal waar mensen deze crisis aangrijpen om
te doen wat ons allen nu dringend te doen staat,
namelijk een transitie naar een wereld van
verbondenheid met de natuur, met elkaar en
het goddelijke in onszelf.
Pinksteren
klankevocatie
Lezing
Handelingen 2,1-11:
Duiding:
Wat een verhaal! Al even indrukwekkend
als de profetie van Ezechiël!
Jef
heeft ons vorige zondag geschetst hoe de
leerlingen ontredderd waren na de dood van
Jezus. Wat moeten ze zich schuldig gevoeld
hebben! Zij hadden er Jezus niet kunnen van
weerhouden om naar Jerusalem te gaan voor het
Paasfeest. Zij hadden zijn doodsangst niet mee
helpen dragen in hun gebed samen met hem in de
hof van olijven. Zij waren gevlucht toen hij
werd aangehouden. En enkel Johannes stond bij
hem aan de voet van het kruis.
En
nu zitten ze daar samen in een zaaltje
ergens boven een huis. Ze krijgen het maar niet
voor elkaar om de draad van het leven op te
pakken, zonder Jezus. Ze wilden wel opstaan, en
naar buiten gaan, maar wat moesten ze eigenlijk
gaan doen? Ze moesten wachten – zei
Johannes - dan zou de ‘geest’ van Christus wel
over hen komen en hen duidelijk maken wat hen te
doen zou staan. Nu dat doen ze dan maar,
wachten, op de ‘Trooster’ die komen zou. Jezus
had de leerlingen alles gegeven wat ze nodig
hadden om zijn werk voort te zetten, maar angst
en gebrek aan vertrouwen hield hen tegen.
En
dan die ‘coup de théatre’, totaal onverwacht:
groot lawaai, hevige wind, tongen van vuur. Ze
worden begeesterd. Vanuit het goddelijk vuur dat
in hun hart gaat branden vinden ze de
juiste woorden. Woorden die uit hun hart komen.
Hun discours is zo doorleefd en bezield dat
iedereen hen verstaat. Ze kunnen niet meer
zwijgen. Na de grote ontgoocheling is er het
kantelmoment, de breuklijn. Deze bange
ongeletterde vissers trekken naar alle uithoeken
van de gekende wereld: Rome, Sicilië, Spanje,
Griekenland, Ethiopië, zelfs tot in Indië om
Jezus boodschap van liefde te gaan verkondigen.
En
wij, wachten wij ook soms niet te lang? In een
interview naar aanleiding van het verschijnen
van zijn boek: Overeind komen met Petrus,
klaagt bisschop Bonny het vele wachten aan zowel
in de kerk als in de politiek. Belangrijke
problemen slepen jaren aan en geraken maar niet
opgelost. Denken we maar aan het conflict tussen
Israël en Palestina, aan het
vluchtelingenprobleem, aan het leeglopen van
onze kerken…Hebben we niet dringend behoefte aan
een Pinkstergebeuren? Misschien ook in ons eigen
leven?
Sommigen
onder ons zullen dit zeker herkennen: een plots
geraakt zijn dat een kantelmoment in ons leven
betekent en ons een kracht geeft die we voordien
niet vermoedden. Een kracht die ons helpt om de
handen uit de mouwen te steken en mee te werken
aan de uitbouw van Gods Rijk hier op aarde.
In
het lied dat nu volgt vragen we de Geest om hier
aanwezig te zijn in ons midden. Nadien luisteren
we naar getuigenissen van mensen die zo’n
pinksteromentmoment in hun leven hebben beleefd.
Lied: Wek uw
kracht en kom ons bevrijden.
Getuigenissen:
Lied:
Veni Sancte Spiritus. Taizé.
Onze Vader
Slotgebed
(de oude abdij van Kortenberg):
Mijn
Machtige,
Rustig in vuur en vlam gezet
voelt het alsof ik eeuwig ben
en energie voel stromen
uit een bron die dieper dan mezelf
bij Jou ontspringt.
In een mij meenemende stroom,
voorzichtig eerst
maar alsmaar meer en meer
trek ik ten leven
en in volle kracht straal ik
Jouw adem, licht en geest uit.
En zie:
Het werkt.
Want naast en rond mij
loopt Jouw kracht te binden
tot een samen dat overloopt
en verder reikt
dan nu en hier alleen.
Dat dit moge gebeuren
Vandaag
Zegen
Lied: De steppe zal
bloeien. A. Oomen en H. Oosterhuis.
|