21 maart 2021: 5e zondag van de vasten (2021)
Verbond (Jo. 12,
20-26)
Geert
Craps
Lied/Muziek:
Johan Christoph Bach "Ich lasse dich nicht"
Ich
lasse dich nicht, du segnest mich denn, mein
Jesu!
Weil du mein Gott und Vater bist,
dein Kind wirst du verlassen nicht.
Du väterliches Herz!
Ich bin ein armer Erdenkloß
auf Erden weiß ich keinen Trost
Inleiding
We hebben het deze vasten al heel vaak
gehad over het "verbond": het verbond dat in de
bijbel wordt geëvoceerd tussen God en mens.
Fascinerend in die verschillende verbonden
doorheen het oude testament is het beeld dat
daaruit spreekt over wie God is, en tegelijk hoe
dat ook de relatie tussen de mensen als kinderen
van God anders definieert.
•
Frank heeft het gehad over Noah, die in
een nieuw verbond met God stond van
welwillendheid: een God die de wereld herschept
door en uit het water, altijd een symbool van
ommekeer in de bijbel. Voor de herscheppende God
van Noah heb je ontzag: God is diegene die de
hele schepping letterlijk in zijn hand houdt.
Zo'n God heeft mensen in bewondering, ontzag en
verering rond zich staan.
•
Marcel sprak over de ervaring van Abraham,
die een nabije God ervoer, en geen dreigende.
Die ook heel bewust ervoor koos om God te zien
als nabijheid. De God van Abraham is degene die
het fundamenteel goed voorheeft met de mensen,
en is niet wreedaardig. Zo'n God geeft
vertrouwen, dat we als mens ons altijd naar hem
kunnen keren.
•
Lut sprak over de God van de wet, van het
verbond van de tien woorden, de eenvoudige,
menselijke principes die de richtingen aangaven
waarin mensen met elkaar kunnen omgaan en als
één volk optrekken naar het land van belofte. De
God van Mozes is de God van de rustige vastheid,
van de richtingaanwijzers die we als volk
gezamenlijk onderhouden, waardoor een
samenleving leefbaar wordt. Zo'n God schept een
band tussen mensen, een gezamenlijk project
waaraan je werkt.
Openingsgebed
(Huub Oosterhuis)
Bij
alles wat gebeurt
schrikwekkend, mensonwaardig,
open ons hart en ons verstand
voor wat óók gebeurt en geschiedenis maakt:
gerechtigheid die volbracht wordt,
mensen die zich inzetten
ten einde toe en zich houden aan.
Dat onze ogen opengaan
voor die flitsen van een nieuwe wereld.
Dat wij volharden in onze verwachting
dat wij ons niet laten intimideren
door wie de macht hebben,
nu nog wel, maar ooit niet meer.
dat wij vindingrijk
de kleinste kansen leren benutten
om vrede te stichten, recht te doen;
dat wij de moed niet verliezen,
dat wij die in ons spreekt van vrede
niet wantrouwen, als een illusie
dat wij staande blijven in het geloof
dat niets onmogelijk is
bij God- Ik zal er zijn.
Lied: Woestijnlied
- "Trek door ons heen…"
JER.
31,31-34
31
Op een dag zal Ik met het koninkrijk Israël en
met het koninkrijk Juda een nieuw verbond
sluiten, zegt de Heer. 32 Het zal een ander
verbond zijn dan het verbond dat Ik met hun
voorouders heb gesloten, toen Ik hen bij de hand
nam en uit Egypte haalde. Zíj hebben zich niet
aan dat verbond gehouden, ook al ben Ik hun
Heer. 33 Maar het nieuwe verbond dat Ik in die
tijd met het volk Israël zal sluiten, zal anders
zijn, zegt de Heer. Ik zal mijn wet niet meer in
steen, maar in hun binnenste schrijven, in hun
hart en in hun verstand. En Ik zal hun God zijn
en zij zullen mijn volk zijn. 34 Dan zullen ze
elkaar niet meer hoeven te leren wie Ik ben.
Want iedereen, van hoog tot laag, zal Mij
kennen, zegt de Heer. Ik zal hun al hun
ongehoorzaamheid vergeven. Ik zal er zelfs niet
meer aan denken.
Commentaar
In
Jeremia wordt die God plots nog veel
fundamenteler anders verbonden met de mens.
Terwijl de vorige godsbeelden allemaal toch nog
iets asymmetrisch en verticaal hadden, is God
bij Jeremia diep in elk mensenhart aanwezig.
Externe richtlijnen, wetten, gebruiken,
rituelen, godsdienstlessen, theologische
traktaten, kerkelijke canons en rechtbanken,
alles wordt naar het tweede plan verwezen, en is
niet essentieel. De wet van God zal in je hart
zijn, zegt Jeremia, dat is waar we naartoe
moeten, dan is elke uiterlijke dwang niet meer
nodig. Het is nog een toekomstbeeld bij Jeremia.
Maar spreekt het niet van een enorm vertrouwen
in de mens, dat hij dit mogelijk acht? Vooral
die prachtige zin: " Dan zullen ze elkaar niet
meer hoeven te leren wie Ik ben. Want iedereen,
van hoog tot laag, zal Mij kennen" geeft aan dat
het mogelijk is: de herboren mens. De mens met
de vonk van God diep in zich, herboren uit water
en geest. Zo'n God is een God in iedereen van
ons: als elke mens de Goddelijkheid in zijn hart
heeft, wordt de relatie tussen mensen geschapen
naar het beeld van de relatie tussen God en
mens.
Lied
"Naar uw beeld"
JOH.
12, 20-26
20
Er waren ook een paar Grieken op weg naar het
feest, om God te aanbidden. 21 Ze gingen naar
Filippus die uit Betsaďda in Galilea kwam. Ze
vroegen hem: "Heer, we zouden Jezus graag willen
spreken." 22 Filippus ging het tegen Andreas
zeggen. Daarna gingen Andreas en Filippus het
samen tegen Jezus zeggen. 23 Maar Jezus zei:
"Binnenkort zal te zien zijn hoe machtig de
Mensenzoon is. 24 Luister goed! Ik zeg jullie:
als een graankorrel niet in de aarde valt en
sterft, blijft hij gewoon één enkele
graankorrel. Maar als de korrel in de aarde
sterft, levert dat een grote oogst op. 25 Iemand
die aan zijn leven vasthoudt, raakt het kwijt.
Maar als hij niet geeft om zijn leven in deze
wereld, zal hij het eeuwige leven krijgen. 26
Als iemand Mij wil dienen, moet hij Mij volgen.
En waar Ik ben, zal ook hij zijn als mijn
dienaar. Als iemand Mij dient, zal de Vader hem
prijzen."
Commentaar
En dan is er ook die ene mens
geweest, waarin de profetie van Jeremia helemaal
waar is geworden. De zoon van de timmerman, de man
van eenvoudige komaf, was de aanwezigheid van God
op onze wereld, alsof hij ons duidelijk wilde
maken: het kan echt.
Johannes laat Jezus zeggen dat het volle leven een
leven is waarin je jezelf volledig weggeeft, zelfs
tot de dood toe. De micro-parabel die daaraan
wordt verbonden is die van de graankorrel, die
sterft om veel vrucht voort te brengen. Wat een
vreemd contrast met de vorige week: toen zei Jezus
nog, volgens Johannes, dat we opnieuw geboren
moesten worden. Geboren worden en sterven: de
tegenstelling kan niet groter zijn.
Het heeft me altijd wat gehinderd dat het
Christendom soms zo veel nadruk legt op het lijden
en de dood: de lange stoet van martelaren, van de
eerste christenen tot de velen die hun leven
hebben opgeofferd in onze tijd voor anderen, is
indrukwekkend. Het smartelijke relaas van de
laatste levensweek van Jezus, zoals verteld in de
evangelies, de passies van Bach, "Jésus accepte la
souffrance" van Messiaen, het lijden lijkt soms
bijna verheerlijkt te worden in de westerse
culturele geschiedenis.
Maar ik denk niet dat Jezus bedoelde dat iedereen
in groot lijden moet sterven om het eeuwige leven
deelachtig te kunnen zijn.. De hergeboorte in de
Geest, die hij aan Nicodemus als leidraad meegaf,
is geen opstapje naar lijden en dood. Ik denk dat
het wel zijn bedoeling was om te zeggen dat de
overgave naar de Geest van de wedergeboorte totaal
compromisloos is. Smijt je volledig in het
eenvoudige gebod van de liefde, de wet
ingeschreven in het hart, zonder dat de grens van
de dood je tegenhoudt. Smijt je volledig, zonder
beperking, zo goed als je kunt, rucksichtloos
goed, zonder compromis. Het gaat immers niet om
jezelf, het gaat om het Rijk van God. Zoals Lut
het twee weken geleden zei over het vastenthema
van Broederlijk Delen: deel niet omdat het moet,
maar omdat je wil vanuit je hart dat het anders
wordt.
Het is heel goed dat we aandacht hebben voor
elkaars moeilijkheden en lijden. Het is goed om
zoals elk jaar, vanaf volgende week, weer terug te
kijken naar het lijden en sterven van de
eenvoudige timmermanszoon. Maar laten we toch ook
voor ogen houden, dat we dat doen vanuit de
vurigheid van het volle compromisloze leven in de
Geest.
Voorbeden
Voorbede
wereldgroep
Lied:
"Gij die de stomgeslagen mond verstaat"
Onze
Vader
Onze
Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Want van u is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen.
Zegen
van Marcel
|