------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





28 februari 2021: 2e zondag van de vasten (2021)

Onze weg van een dreigende God naar zijn nabijheid (Genesis 22,1-19)


Marcel Braekers

Begroeting

De vastentijd is een tijd om zich bewust te worden van alles wat ons kan verknechten, om overtollige ballast af te gooien en te keren naar de essentie. Maar lukt me dat wel? ‘Wat ik gewild heb doe ik niet, en wat ik niet wilde deed ik’ zou Paulus zeggen.

Lied 412

Gebed: ondenkbaar God

Die in een ommezien van eeuwen
Lichtjaren van bestemde tijd
Met dit heelal U hebt verweven
Die, onvervulde majesteit,

Uw hartsverlangen wilde delen,
Uw licht uitzaaide wereldwijd
Indaalde tot ons broze leven
En God voor ons geworden zijt.

Dit ziende ons verwilderd lijden
En sterven, geen ontkomen aan,
Uw woord spreekt: dat het ons bevrijde
Van voor het zwarte gat vandaan.

Die stuurt uw geest, dat niet vervalle
Ons hart aan wanhoops woestenij
Ooit zult Gij alles zijn in allen,
Ondenkbaar God, gezegend Gij.  (H. Oosterhuis, Stilte zingen, p. 35)


Inleiding op de lezing

Ik vind de Bijbel een vreemd boek. Nergens kom je zoveel ontrouw, achterdocht, geniepigheid en wreedheid tegen als in dit boek. Ook God komt er niet zo fraai uit. De ene keer briest Hij van woede en moet Hij gekalmeerd worden met de rook van verbrand offervlees, weer een andere keer is Hij jaloers op andere goden, tegelijk is Hij eindeloos geduldig en teder voor alles wat mensen kunnen voelen en roept hij op tot gerechtigheid. Het is maar door geduldig lezen en herlezen dat je er achter komt dat doorheen die verhalen en de geschiedenis van het volk het besef groeide wie God eigenlijk is en hoe men zich moet bevrijden van allerlei projecties om de echt nabije God te ontdekken.
Ook de lezing van vandaag is op het eerste zicht weer zo’n onmogelijk verhaal. Hoe kan een god die eerst beloofde van Abraham de stamvader van een groot volk te maken, plots eisen dat hij zijn enige zoon moet offeren, goed wetend dat de man al oud is en zeker geen nieuwe kinderen zullen geboren worden. Was het zomaar een gril om hem te testen? Zoals zo vaak in de Bijbel zet het verhaal je op het verkeerde been en zit achter het verhaal en de oppervlakkige vertelling een theologische werkelijkheid die bijzonder fascinerend is.

Genesis 22: het offer van Isaak (kinderbijbel van Klink)

Muziek


Homilie

Of je nu zelf vader of moeder van kinderen bent of celibatair, je kan er niet omheen dat dit verhaal je tot in de toppen van je tenen raakt als je leest hoe die vader een mes neemt om zijn kind te offeren. Hoe te begrijpen dat een God dit van mensen durft vragen? Maar even goed vraag ik me af hoe mensen tot zo’n diepe afhankelijkheid kunnen wegzinken dat ze daartoe bereid zijn en niet opstandig worden? Ooit stond ik in Mexico op de top van een Aztekentempel waar ooit dagelijks een kloppend hart uit mensen werd gesneden om het aan de zonnegod aan te bieden. Een huivering liep over mij en ik maakte mij de bedenking dat religieuze waanzin de ergste ontsporing is die er bestaat. Hoe is men ooit op de idee gekomen dat een god het offer van een kind zou wensen? Wil men die god gunstig te stemmen door te offeren wat het meest dierbaar is? Maar waarom zou hem dat behagen en waarom zou die god niet spontaan goed zijn? Men projecteert wreedheid die vervolgens moet bedaard worden. Is dat niet vreemd? Vanwaar komt de projectie: is het misschien een wreedheid op de bodem van onze ziel?
Tussen haakjes: ik ben eveneens vandaag verbaasd over de bereidheid van veel ouders om hun kind te offeren voor hun eigen idealen, hetzij intellectueel of in de sport of in de kunst. Zo verschillend is het niet met dit op het eerste zicht wrede verhaal van Abraham. Het heeft alleszins veel inkt doen vloeien. Iemand als S. Kierkegaard besteedt bladzijden om te achterhalen waarom Abraham tegen alle ethiek in deze religieuze keuze maakt. Niet toevallig had die Kierkegaard een lamentabele relatie met zijn vader.

Allereerst dit: ik geloof niet dat God of een engel werkelijk gesproken hebben. Het bevel dat Abraham hoort, speelt zich in zijn binnenste af. Dat hij het bevel tot offeren hoort is niet toevallig, want de anderen rond hem deden dat wel. (In het verhaal komen trouwens twee verteltradities samen: de ene waar God en de mens rechtstreeks met elkaar spreken (de Jahwistische traditie) en een waar God via een engel spreekt (de Elohistische traditie)).
Het spreken van God speelt zich af in het hoofd of het hart van Abraham, wat God eist is een collectieve projectie. Lees je het verhaal op die manier dan blijkt het plots om het tegenovergestelde te gaan en gaat niet over het offer van Isaak, maar de weigering van Abraham om mee te doen met de trend van andere stammen om een kind als offer te doden. De engel houdt Abraham tegen, maar in werkelijkheid is het zijn eigen door God geïnspireerde weerstand om te doen zoals de anderen. Abraham weigert om in die religieuze waanzin mee te draaien en kiest ervoor aan zijn God een ram aan te bieden.
Nu kan je 2500 jaar later wel zeggen: en dan, is dat zoiets bijzonder? U moet zich echter voorstellen wat het moet betekend hebben voor die man om niet zoals anderen te doen. Om de religieuze angst te overwinnen, eventueel de verachting van de omgeving te verdragen, en vol te houden dat God niet is zoals die anderen denken. (Was dat ook niet wat de grote mystici doormaakten toen ze de platgelopen voorstellingen omtrent God in vraag stelden?) Dezelfde Abraham die het ooit aandurfde weg te trekken uit zijn stam en zijn familie omdat God hem riep, zet nu een stap verder in zijn geloof en weigert zijn kind te offeren. ‘Zo is mijn God niet’ moet hij gedacht hebben.
En de sleutel om dat te begrijpen waarom hij die stap durfde te zetten zit subtiel verborgen in de naam van de berg waar het offer zou moeten plaats vinden. De berg noemt ‘Moria’ wat betekent ‘voorzien’. Abraham gaat met zijn zoon naar de berg waar een God leeft die ziet en voorziet. Abraham vertrouwt erop dat God ziet wat hij moet doormaken en daarom voorziet in de toekomst. U moet zich voorstellen hoe diep zijn vertrouwen moet zijn geweest om deze stap te durven zetten. En dan maak ik mij de bedenking wat een grote, sterke figuur die man wel was om dit te durven en de weg van de enkeling te gaan, zijn allerpersoonlijkste weg. Zijn God is geen wraakgod, geen angstaanjagende god die gesust moet worden, maar een God waaraan je je mag toevertrouwen, een God op wie je kan bouwen.
Tegelijk gaat Abraham verder dan alleen maar te weigeren om zijn kind te offeren. Hij offert een ram en erkent zo dat aan God alle leven toebehoort, ook dat van zijn zoon. Door dit symbolische gebaar kan hij tegelijk uitdrukken dat God de Heer is van alle leven, maar dat hij, Abraham, het rentmeesterschap over de aarde krijgt. Gods heerschappij is van een andere orde dan de verantwoordelijkheid van de mens.

Van dit verhaal gaat een sterk appél uit. Hoeveel vertrouwen hebben wij om gewoonten of gedachten die eigenlijk zinloos zijn op te ruimen of af te schaffen? Hoeveel vertrouwen leeft er in ons om te zeggen: dit is mijn weg die ik heb te gaan, wat anderen daarbij ook mogen denken. Er is moed voor nodig en diep vertrouwen.
En tot slot: hoe gaan wij met kinderen om? Dienen ze voor onze eigen idealen, voor economische winst als goedkope arbeidskracht. Het thema van deze vasten is ‘Wij delen’ en Broederlijk Delen vraagt voor deze zondag: “een weg te gaan waar geen mens meer geofferd wordt aan welke god dan ook. Waar wij allen in dienst staan van het leven.”
De Bijbel is soms een vreemd boek dat je telkens weer moet lezen en herlezen om bij de kern te komen. Maar dat is dan ook lonend.

Lied 564 – ‘Die ’t verloren kind schreiend zoekt en vindt, die het leven zelf uit de dood opdelft.

Vrije voorbeden + gebed van de wereldgroep

Lied 318 beeld van een mens

Onze vader

Zegening


------