------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





14 februari 2021: 6e zondag (2021)

‘Ik wil het, word rein’ (Mc. 1,40 – 45)

Marcel Braekers

Lied 168 U zingen wij dank

Begroeting

Het heeft even geduurd voor men zich ging realiseren hoe zwaar de mentale impact van de corona-besmetting was op de mensen in de woonzorgcentra (ook op zoveel anderen natuurlijk). We werden geconfronteerd met een ongekend gevaar, veel bejaarden raakten besmet en stierven, er was geen verweer, zodat het begrijpelijk is dat men overging naar draconische maatregelen.
De lezingen van deze zesde zondag verwijzen naar eenzelfde drama zoveel eeuwen geleden. Het ging toen niet om corona, maar om melaatsheid. Lang voor Jezus werd geboren kende men het veelvuldig voorkomen van allerlei huidziekten onder allerlei vormen. De Nieuwe Bijbelvertaling spreekt daarom van huidvraat waarvan men wist dat als zo’n plek wit begon te kleuren het om de besmettelijke melaatsheid ging. Er bestond geen remedie en men ondervond hoe besmettelijk ze wel was, daarom kende men maar één verdediging: mensen isoleren. Luister hoe men in het boek Leviticus de kwaal hoopt te bestrijden.

Leviticus 13, 1-3.45-46

De Heer zei tegen Mozes en Aäron: “Als iemand een zwelling, uitslag of een lichte plek op de huid heeft die aan huidvraat doet denken, moet hij naar de priester worden gebracht, naar Aäron of een van diens nakomelingen, die de aandoening moet bekijken. Als de priester vaststelt dat het haar op de aangetaste plek wit geworden is en de plek diep in de huid ligt, is het huidvraat en moet de priester de persoon in kwestie onrein verklaren.
Wie door huisvraat aangetast is, moet zijn kleren scheuren, zijn haar los laten hangen, baard en snor bedekken en ‘onrein, onrein’ roepen. Zo iemand blijft onrein zolang de aandoening duurt. Als onreine moet hij apart wonen en buiten het kamp verblijven.”


Gebed

Levende liefde
Blijvende trouw
Toevlucht en toekomst,
Naam ons te boven
En zo nabij,

Stormwind en stilte,
Vuurvlam en zon,
Adem en hartslag,
Naam ons te boven
En zo nabij.

Oorsprong en einde,
Bron en begin,
Eerste en laatste,
Naam ons te boven
En zo nabij                                     (S. de Vries)


Marcus 1,40 – 45

In heel Galilea bracht Jezus het nieuws in de synagogen en dreef hij demonen uit. Er kwam iemand naar hem toe die aan huidvraat leed; hij smeekte hem om hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel: ‘Als u wilt, kunt u mij rein maken.’ Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen verdween de huidvraat en hij was rein. Jezus stuurde hem weg met de ernstige waarschuwing: ‘Denk erom dat u tegen niemand iets zegt, maar ga u aan de priester laten zien en breng het reinigingsoffer dat Mozes heeft voorgeschreven, als getuigenis voor de mensen.’ Maar toen de man vertrokken was, ging hij overal breeduit rondvertellen wat er gebeurd was, met als gevolg dat Jezus niet langer openlijk in een stad kon verschijnen, maar op eenzame plaatsen buiten de steden moest blijven. Toch bleven de mensen van alle kanten naar hem toe komen.

Lied 575 geproefd, geleefd

Homilie

Ik weet niet of het pedagogisch is om dit evangelie op vandaag te lezen nu ons elke dag op het hart wordt gedrukt dat we ons aan de veiligheidsregels moeten houden. In dit evangelie houdt alleszins niemand zich aan de regels. De melaatse had op afstand moeten blijven en roepen dat hij melaats was. Jezus mocht de man zeker niet aanraken. En als Jezus hem opdraagt zich aan de priester te tonen, loopt de man gewoon weg, uitgelaten van vreugde, en vertelt hij aan jan en alleman wat met hem is gebeurd. Alle taboes worden overschreden en dat heeft te maken met intense gevoelens.

Allereerst moet je je voorstellen in welk een situatie de man verkeerde. Door zijn ziekte was hij afgesneden van zijn familie en vrienden. Daarbij leefde het overgrote deel van zijn volksgenoten in de overtuiging dat wat hem was overkomen een straf van God was. Die man leefde in diepe verlatenheid, afgesloten van mensen en van zijn godsdienst.

Niet alleen hij leeft met een intens gevoel, ook Jezus reageert zo. In het Grieks staat een heel sterk woord, splachnistheis, wat je best vertaalt als ‘gegrepen tot in zijn ingewanden’. Dus niet zomaar wat medelijden maar een intens emotioneel geraakt worden. Daarom wijst Hij de man niet af, maar raakt hem aan, en door hem aan te raken wordt Jezus plots zelf onrein. Voortaan zit hij in het andere kamp. Net zoals pater Damiaan die besefte dat hij voortaan tot een andere wereld ging behoren. Of net zoals sommigen arm met de armen worden of helemaal aan de kant van de rechtelozen gaan staan.

En er is een derde moment van sterke emotie: als de man zich genezen voelt is hij zo overrompeld van geluk dat hij niet naar de priester gaat maar aan iedereen die het horen wil vertelt wat met hem is gebeurd. Zo wordt deze man in het evangelie van Marcus de eerste predikant. Sterke emoties doorbreken hier alle taboes en laten ons alleen maar met veel vragen achter. Tegelijk blijkt hoe Jezus op een andere manier met ziekte en taboe omgaat, omdat Hij een ander Godsbeeld heeft (of misschien ook omgekeerd: kreeg Hij een andere idee van God door zijn omgang met zieken). Hier ontstaat een andere godsdienst waar het taboe plaats maakt voor zorg en de dualiteit rein-onrein wordt opgeheven.

Hoe kan dit verhaal iets betekenen voor onze situatie? Het is altijd gevaarlijk om Bijbelteksten zomaar door te trekken naar vandaag en het bijvoorbeeld te gebruiken als bewijs dat we ons niet aan de regels tegen besmetting moeten houden. Wat ik wel kan doen is in de huid van die man kruipen en mij trachten in te denken hoe hij zich heeft gevoeld. Toen ik dat deed, moest ik denken aan een periode in mijn eigen leven toen ik mij erg geïsoleerd voelde, onbegrepen en boordevol vragen. Plots kon ik mij indenken hoe die man zich voelde toen Jezus zo diep bewogen naar hem keek. Zo heeft Hij ook naar mij gekeken toen Hij mij aanraakte en zei ‘Ik wil het, word rein’. Op dat ogenblik verdwenen alle regels, alle wetten en morele oordelen en mocht ik delen in de kracht die Hem bezielde. Een gevoel dat al het andere in de schaduw stelde.

Dat is voor mij de betekenis van dit kleine verhaal: voorbij alle conventies, voorbij alles wat de Kerk of de maatschappij ons opdringt is er dat diep gevoel dat Iemand je aanraakt die wil dat je leeft. Leef daarom, laat je raken en durf vertrouwen op wat je dan overvalt,  want op dat ogenblik ben je op het spoor van wat Jezus ons kwam vertellen.

Muziek

Vrije voorbeden + afsluiten met lied 139 wees Gij het woord

Onze Vader

Vredewens

Zegen van de almachtige God


------