------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
------





17 januari 2021: 2e zondag

De eerste ooggetuigen (Jo. 1, 35 – 51)

Marcel Braekers

Lied 103 Gezegend deze dag

Begroeting

“Het gordijn is opgetrokken, de hoofdspeler aangewezen. Nu dienen de bijrollen te worden voorgesteld.” Zo schrijft Jan Nieuwenhuis in zijn boek ‘Johannes de ziener’. De kersttijd is voorbij en het eerste luik omtrent Jezus werd afgesloten met zijn doop door Johannes en de vermelding dat de Geest op Jezus neerdaalde en op Hem bleef rusten. De camera verschuift nu naar degenen die Jezus volgen. Vandaag ‘op de tweede dag’ wordt ons dit voorgesteld zoals opgeschreven in het vierde evangelie, dat van Johannes. In de voorgeschreven lezingen wordt dit roepingsverhaal gekoppeld aan de roeping van Samuel in het OT. In vroegere homilieën ging ik elke keer dieper in op deze roepingsgeschiedenis omdat het zo’n mooie, menselijke vertelling is: de kleine Samuel hoort tijdens de nacht een stem en denkt dat de priester Eli hem roept, maar het is de stem van God. In de bezinning van vandaag wil ik mij helemaal concentreren op de tekst van Johannes en hoe daar de roeping van de eerste leerlingen wordt voorgesteld, ook zij horen de stem van God via een concrete mens. Het is voor mij zo’n boeiende tekst, omdat hij een spoor trekt dat door heel dit evangelie zal voortgaan.

Gebed

Iedere dag opnieuw
Mogen wij uw goedheid
Verzamelen,
Ons laven aan U
Als een bron
Waaruit wij leven.
Ons leven is
Gave van U.
In de schraalheid en de leegte,
Het hart van de woestijn,
Ontdaan van valse veiligheid,
Ontvouwt Gij ons de weg.
Daar geeft Gij U te kennen
In woorden van leven,
Een bron die niet opdroogt.                (S. de Vries, Bij gelegenheid I p. 270)

Inleiding op de lezing

Het evangelie van Johannes beschrijft het verschijnen van Jezus in drie dagen. Op de eerste dag wordt Jezus gedoopt, tijdens de tweede dag worden de leerlingen geroepen en op de derde dag heeft het wonder van de bruiloft in Kana plaats. Zo laat Johannes ons kennismaken met de persoon van Jezus. Wij beluisteren nu wat er op die tweede dag gebeurde.

Lezing uit evangelie van Johannes 1, 35 – 42

Lied 567 vleugels van vertrouwen

Homilie

Ik hoop dat mijn commentaar niet teveel als een les zal overkomen zodat voor de beleving en de oproep die van de tekst uitgaat geen plaats meer is, want daar gaat het uiteindelijk om. Maar ik wil op enkele details wijzen die kunnen helpen bij een spiritueel begrijpen.

-    De vierde evangelist laat doorschemeren dat de eerste leerlingen van Jezus allemaal leerlingen van Johannes waren, dus niet afkomstig uit Galilea zoals de synoptici vertellen, maar van Bethanië aan de Jordaan, het huis van de armen. Johannes heeft dus volgens deze evangelist in de spirituele vernieuwing een veel belangrijker rol gespeeld dan meestal wordt gedacht, maar hij trekt zich in bescheidenheid terug en wijst naar Jezus als ‘het lam van God’ wat een ander woord was voor Messias (cfr. Jes. 53,7). 

-    De eerste leerlingen gaan naar Jezus en vragen waar Hij woont. Het is geen vraag naar zijn adres maar naar zijn identiteit. ‘Wie ben je’, ‘waar woon je in het diepste van jezelf?’ Vandaar de reactie: ‘Kom en zie’, laat je meevoeren.
Daarbij staat in de tekst dat het om Andreas gaat en ‘de andere leerling’. Die krijgt vreemd genoeg geen naam terwijl de anderen allemaal bij naam worden genoemd. Dat is heel bijzonder want in het vervolg van dit evangelie zal hij overal opduiken als ‘de andere’, ‘de geliefde leerling’. Het is de eigenlijke schrijver van dit evangelie of misschien degene die zijn tekst dicteerde aan een de auteur van het vierde evangelie. Dat evangelie wordt beheerst door zijn verhaal: de stille, mystieke figuur, de vriend of geliefde leerling die over Jezus zal spreken op een indringende, beeldrijke manier. Jezus als de goede Herder, Jezus als de wijnstok, Jezus als weg, waarheid en leven, allemaal spiritueel-mystieke voorstellingen. 

-    Opvallend is dat Petrus slechts op de tweede plaats komt. Hij komt er maar bij als Andreas hem roept. Maar toch krijgt hij van Jezus de titel van ‘Rots’, een eretitel die alleen voor God was voorbehouden. Zo wordt ons in dit evangelie een venster geboden op de eerste geloofsgemeente: aan Petrus komt het toe om de eerste kerk te ordenen, hij heeft de bestuurlijke macht. Maar het is de geliefde leerling, de naamloze andere, die de geestelijke leider is. Hij is degene die ziet en doorziet en die anderen helpt te zien. Na Jezus’ dood is hij de eerste bij het graf, maar hij gaat opzij om Petrus het eerste te laten binnengaan. En als Jezus over het water aankomt is het de geliefde leerling die roept dat het Jezus is. Deze opdeling van taken geeft te denken voor de Kerk vandaag: er zijn geestelijke begeleiders en er zijn bestuurders.

-    En tot slot wordt Natanaël geroepen, die blijkbaar geen visser is zoals de anderen en uit een concurrerend dorp van Nazareth komt. In de 3 eerste evangeliën wordt hij niet vernoemt, hier wel, en wel ‘als iemand die vredig onder zijn vijgenboom zit’. Dat was het beeld voor iemand die helemaal in balans was, vrede had met zichzelf en zijn omgeving. Toch roept Jezus hem om op te staan en te komen zien. Want pas dan bereikt hij de volheid van geloven.

Zo kom ik bij het thema dat onderhuids in heel dit roepingsverhaal een rol speelt: geloven heeft met ‘zien’ te maken. Het kwam tot stand door leerlingen die zagen hoe Jezus sprak en optrad. Zij werden bevoorrechte getuigen, omdat ze hadden gezien. En dankzij hun getuigenis komen anderen die niet hebben gezien tot geloof. Zo ontstond een lange traditie van zien en verder vertellen en zo evolueerde de geloofsgeschiedenis van de eerste gemeenten.
Het bevat ook voor ons een les: geloof is geen dogma of een heilsleer, maar steunt op getuigenis, op iemand die iets heeft ‘gezien’ en het je vertelt. Het gaat altijd om een heel concrete geschiedenis van wat mensen hebben doorgemaakt en dat hen op een andere manier naar het leven deed kijken. Daarbij is het ‘zien’ van de geliefde leerling voor ons een voorbeeld. Alleen wie liefdevol kijkt, ziet waar het om gaat en wekt anderen tot geloven. Akkoord: op de eerste plaats staat het initiatief van God die roept en wenkt, maar zijn roepen wordt maar gehoord via de stem van mensen. Zo kan een innerlijk licht oplichten waar we ons aan mogen en kunnen toevertrouwen.

Muziek (vrije keuze van de technicus)

Vrije voorbeden

Bidden van Onze Vader

Vredewens

Afsluitend lied 839 psalm 129.


------