Feest van Allerheiligen (2020)
Laat niet de tweede
dood over ons komen
Marcel
Braekers
Lieve tochtgenoten,
Alles
is dit jaar anders, ook het feest van
Allerheiligen. Gaan we naar het graf van onze
geliefden of houdt de angst ons binnen? Gaan we
ritueel groeten wie zonder groet zijn weggegaan
of blijft het bij het aansteken van een kaarsje
bij een foto op de kast?
Allerheiligen is een weemoedig feest verbonden
met de herinnering aan velen die ons voorgingen,
verbonden met de natuur die vol kleuren zich in
een stille rust terugtrekt. De hulpeloosheid en
machteloosheid die we de laatste tijd sterker
dan ooit voelen krijgt er nog een lintje bij.
“De heiligen ons voorgegaan, hebben hier niets
verworven, maar zijn aan het einde van hun baan
als vreemdeling gestorven” zingen we op deze
dag. Niet alleen de heiligen, iedereen van wie
we hielden is zonder iets te behouden
heengegaan. Misschien hadden we zelf wel iets
van hen willen vasthouden, een dierbaar voorwerp
of een foto, maar toch stel je vast dat de
essentie eruit wegglipt. Wat blijft nog over?
Komt over hen een tweede dood?
Marguerite Porete, een begijn uit de streek van
Henegouwen, schreef in de dertiende eeuw een
enig mooi boek ‘Le miroir des âmes simples et
anéanties’. Het is vreemd dat men haar
voor dit heel persoonlijke, prachtige boek
veroordeeld heeft tot de brandstapel. Op welke
zere tenen had ze getrapt of was men geërgerd
omdat een vrouw zo radicaal durfde schrijven?
Het enige wat ons in dit leven rest, het enige
wat van belang is, het enige wat altijd blijft
is de liefde, zo schrijft ze. En de ziel of de
mens moet zichzelf opofferen (s’anéantir),
zijn Ik vernietigen, opdat die verbondenheid tot
stand zou komen. Daarbij had Porete niet de
liefde van mens tot mens voor ogen of van de
mens met een goddelijke persoon maar
verbondenheid als een soort van versmelting van
alles in allen. Tegenover de overlevingsdrang,
het verlangen tot zelfontplooiing, de strijd om
te beheersen en te overheersen plaatste ze deze
kwetsbare, ongrijpbare kracht. Die was voor haar
zo sterk dat alles erbij in het niets valt. Ook
God, de kerk, vrienden, de natuur, alles was
voor haar opgenomen in deze ene kracht die ook
haar eigen Ik overspoelde en relativeerde.
Op dit feest van Allerheiligen moet ik aan deze
mystieke figuur terugdenken. Tegen alle beter
weten in, tegen de wanhoop omdat we slechts een
korte tijd op aarde zijn, tegen het verdriet om
wie wij uit handen moeten geven staat dit zwakke
geloof in de liefde. “God is liefde”, schreef
Johannes, het is Zijn enige identiteit, zoals
dat ook voor ons geldt, indien we in Hem willen
leven. Allerheiligen is het feest van die
verbondenheid van levenden en doden, van mens en
natuur, Hij alles in allen.
Ik denk dat alle vragen over leven, dood en
verrijzenis slechts zin hebben als men ze
plaatst tegen de achtergrond van dit geloof.
Zoals we in ons dagelijkse leven agressie,
eenzaamheid, verlatenheid overwinnen door lief
te hebben, zo overstijgen we leven en dood door
te houden van elkaar en ons toe te vertrouwen
aan Gods liefde.
In het eerste verhaal van de Bijbel, het
scheppingsverhaal, staat beschreven hoe in de
tuin van Eden twee bomen stonden: de boom van de
kennis van goed en kwaad, en de levensboom. Van
die eerste mocht de mens niet straffeloos
proeven, want dan zou hij zich als een god
ongebreideld alles mogen toe-eigenen. Het verbod
wilde enkel maar wijzen op de grenzen die we
naar elkaar en naar de wereld moeten
respecteren. Maar van die tweede boom mocht de
mens wel degelijk eten, het hoorde bij zijn
bestemming, maar dat deed die mens niet. Het
mythisch verhaal wilde toen reeds duidelijk
maken dat de mens bestemd was om altijd en in
alle omstandigheden in verbondenheid met zijn
God en met heel de schepping te leven. Dat
geloof, die overtuiging vond haar voltooiing aan
het einde van de Bijbel in de dood en de
verrijzenis van Jezus. Hoe moeilijk het was zich
te realiseren wat de diepere grond van Zijn
leven was blijkt uit het feit dat men pas na een
hele tijd van verlorenheid en zoeken begreep
waarover het ging. Slechts in het gelovig
overdenken van Zijn leven realiseerden de
leerlingen zich hoe indringend de kracht van
Gods liefde is, die deze Jezus over de dood heen
bleef vasthouden. God, die Hij ‘Abba’ noemde
bleef Jezus nabij en toonde zo wat
onverwoestbare liefde is. Het was Zijn antwoord
op de tweede dood die ons kan overvallen.
De Zwitserse schrijfster Christiane Singer
verwoordde het in haar laatste boek Derniers
fragments d’un long voyage toen ze de woekerende
kanker in zich voelde als volgt:
Wanneer er niets meer overblijft, is
er enkel nog de liefde. Alle dammen breken.
Men verdrinkt, men gaat volledig onder. De
liefde is de essentie van de schepping. Ze is
meer dan een gevoel, meer dan verbondenheid,
want we moeten ons zelf niet verbinden: we
maken deel uit van elkaar. Dit is het
duizelingwekkende mysterie: aan de andere kant
van het ergste dat ons kan gebeuren wacht de
liefde.
Met hoeveel vreugde zou ik met
jullie in deze wereld verder willen leven.
Maar ik ervaar het niet als een mislukking,
indien een andere weg zich voor mij opent.
Alles is leven, of ik nu leef of sterf.
Vanwaar ik ben, waar ik zal zijn, ben ik en
zal ik bij jullie zijn.
Mocht die idee en dat gevoel ons allen overvallen
op dit mooie feest.
Marcel Braekers o.p.
|