15 augustus 2020: Onze-Lieve -Vrouw Hemelvaart
Onze-Lieve -Vrouw
Hemelvaart (Lc. 1, 39-56)
Lisette
Monard
Vooraf
Zoals zovelen onder ons keek ik heel erg uit
naar de heropening van de Kapel van
Filosofenfontein. Het was dan ook een hele
teleurstelling dat door de opflakkering
van de Coronabesmettingen we nog niet samen
kunnen vieren in het Kapelgebouw.
De zondagse viering van Filosofenfontein is voor
mij een totaalbelevenis: het betreden van de
prachtige tuin in de wisselende seizoenen, het
begroeten van de kapelgenoten, het ruime, lichte
en luchtige kapelgebouw, de liederen, de
lezingen, de homilie, de gebeden, de rituelen,
het napraten, … Het is een gelegenheid om
tot rust te komen tussen de drukke bezigheden
door, om te luisteren, om te bidden, te
reflecteren, te zingen, … En
dat mis ik.
Ik
ben mij er terdege van bewust dat we door deze
Coronacrisis in een nieuwe realiteit belanden en
dat we ons zullen moeten aanpassen. Er
zullen zeker en vast nieuwe opportuniteiten
voordoen, die we zullen moeten aangrijpen.
Ik
heb veel respect voor de gedrevenheid van de
kerngroep, voor alle mooie nieuwe initiatieven:
de huis- en tuinkerken, de e-bubbels, de stille
wandelingen, …
Spirituele
bubbels afgewisseld met een grote viering in een
kerkgebouw is een mooi perspectief.
In de huidige netwerksamenleving zullen we zo
toch nog een plaats kunnen vinden, waar we
in verbondenheid de zorg voor de ziel kunnen
opnemen.
Geprogrammeerd
als voorganger op de hoogdag Onze-Lieve -Vrouw
Hemelvaart, was ik eerst niet erg geneigd
om een viering op papier te zetten. Zoals
hierboven vermeld vind ik de totaalbeleving
belangrijk en is dit moeilijk schriftelijk te
vatten.
Na
het lezen van het voorgeschreven Evangelie voor
15 augustus 2020, waarin het bezoek van de
zwangere Maria aan haar eveneens zwangere nicht
Elisabet wordt verteld, met als hoogtepunt het
Magnificat, wil ik mijn engagement
enigszins nakomen en een aantal overwegingen met
de kapelgemeenschap delen.
Evangelie, Luc.
1:39-56
39 Kort daarop
reisde Maria in grote haast naar het bergland,
naar een stad in Juda,
40 waar
ze het huis van Zacharias binnenging en
Elisabet begroette.
41 Toen
Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het
kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de
heilige Geest
42 en
riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle
vrouwen», en gezegend is de vrucht van je
schoot!
43 Wie
ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij
toe komt?
44 Toen
ik je groet hoorde, sprong het kind van
vreugde op in mijn schoot.
45
Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de
woorden van de Heer in vervulling zullen
gaan.’
46
Maria zei: ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
47 mijn
hart juicht om God, mijn redder:
48 hij
heeft oog gehad voor mij, zijn minste
dienares.
Alle
geslachten zullen mij voortaan gelukkig
prijzen,
49 ja,
grote dingen heeft de Machtige voor mij
gedaan,
heilig
is zijn naam.
50
Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
voor al
wie hem vereert.
51 Hij
toont zijn macht en de kracht van zijn arm»
en
drijft uiteen wie zich verheven wanen»,*
52
heersers stoot hij van hun troon
en wie
gering is geeft hij aanzien.
53 Wie
honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar
rijken stuurt hij weg met lege handen.
54-55
Hij trekt» zich het lot aan van Israël, zijn
dienaar,
zoals
hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij
herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens
Abraham en zijn nageslacht,
tot in
eeuwigheid.»’
56
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en
ging toen terug naar huis.
De figuur van Maria in het Evangelie heeft mij
altijd geïntrigeerd. In 2005 heb ik
eveneens ter gelegenheid van deze hoogdag een
viering gewijd aan Maria, de moeder van
God. Zoals ik toen ook aangaf, ben ik als
kind opgegroeid met een sterke Mariaverering:
processies, bedevaarten, veelvuldige
Mariakapelletjes en Mariabeeldjes,
Marialiederen, litanieën, bloemenhuldigingen,
enz. Maria werd vereerd als de koningin van de
hemel, onze bemiddelares bij God, onze
beschermvrouw.
Maria
als persoon, als mens, als vrouw kwam eigenlijk
niet aan bod. Volgens de theologe Dorothée Sölle
zijn we geëvolueerd, zij verwoordt het als
volgt: “De
verering van Maria bevindt zich, zoals vele
overgeleverde vormen van het Christendom, in
een diepe ommekeer. De Christenen van nu slaan
veeleer acht op de Heilige Schrift dan op de
kerkelijke traditie. In wat vrouwen
vandaag geloven, staat niet zozeer ‘de
vrouwelijke dimensie van het goddelijke’
centraal, maar veeleer de zelfstandig
beslissende jonge vrouw uit Galilea, die het
revolutionaire lied over het einde van honger
en oorlog zingt, het lied dat wij kennen als
het Magnificat.”
En
net in dit Evangelieverhaal, het bezoek van
Maria aan Elisabet, komt de jonge Maria als
sterke vrouw naar voor. Uit eigen wil
reist Maria van Nazareth naar een stad in het
Judese heuvellandschap een heel eind, zeker 100
kilometer. Ze wist waar ze heen moest en haast
zich na het horen van de boodschap van de engel
naar het huis van haar nicht. Maria,
onverwacht zwanger zonder man, zoekt en vindt
steun bij Elisabet, die na lang wachten
eindelijk in blijde verwachting is. Hun
begroeting is bijzonder en heel
uitgebreid.
De
Amerikaanse theologe Margaret Elwell spreekt van
een profetische ontmoeting van twee vrouwen, die
elkaars vreugde delen, maar ook hun zorgen, hun
angsten. Allebei zijn ze uitzonderingen
volgens de gangbare sociale normen, Maria een
ongehuwde moeder, Elisabet een oudere
moeder. Elisabet begroet Maria
uitbundig, ze zegent haar, zij erkent haar als
de moeder van de Heer. Maria antwoordt met
het welbekende Magnificat. Is dit een lied recht
uit haar hart vanuit een intuïtief weten, hopen,
verwachten?
Elwell
haalt er het Kerstlied “Mary, did yoy know” bij.
Mary did you know
that your baby boy would one day walk on
water?
Mary
did you know that your baby boy would save our
sons and daughters?
Did you
know that your baby boy has come to make you
new?
This
child that you've delivered, will soon deliver
you
Mary
did you know that your baby boy will give
sight to a blind man?
Mary
did you know that your baby boy will calm a
storm with his hand?
Did you
know that your baby boy has walked where
angels trod?
When
you kiss your little baby, you kiss the face
of Go
Mary
did you know? Mary did you know? Mary did you
know?
Mary
did you know? Mary did you know? Mary did you
know?
The
blind will see, the deaf will hear, the dead
will live again
The
lame will leap, the dumb will speak, the
praises of the lamb
Mary
did…
Margaret Elwell zegt dat het antwoord op de
vraag “Mary, did you know?” wel degelijk een
“ja” is. Het Magnificat is
inhoudelijk volgens Elwell een van de meest
sterke politieke en bevrijdende passages in het
Nieuwe Testament.
Maria
leeft in een land, dat zwaar lijdt onder de
Romeinse overheersing. Zij is op de hoogte van
het onrecht dat het volk van Israël wordt
aangedaan. In het Magnificat drukt zij de
hoop uit op een betere wereld. Zij
gelooft in het bevrijdende werk van de
God. Haar overgave en vertrouwen op de
Heer als de Redder is groot. Zij aanvaardt haar
lot, wat haar ook mogen te wachten staat.
In
de viering van 14 augustus 2005 verwees ik naar
de Piëta van Michelangelo: “Michelangelo heeft
in zijn beroemde Piëta op een subtiele manier
zeer goed de gevoelens van Maria gevat.
Ondanks de dramatische scène straalt het beeld
veel rust uit. Het dode lichaam van de
volwassen zoon rust in de brede schoot van
zijn moeder, met haar arm stelt zij een gebaar
van berusting. We zien weliswaar een
diep bedroefde moeder, vol smart en wanhoop,
maar we zien vooral een uitdrukking van
sereniteit, van uiteindelijke acceptatie van
het lot dat haar zoon, de Verlosser moest
ondergaan, van bewondering voor deze
bijzondere zoon, die tot het einde is gegaan
om te doen wat hij moest doen. Die de wereld
een blijde boodschap heeft gebracht, die ons
na 2000 jaar nog steeds diepgaande inspireert,
zin aan ons leven geeft, ons hoop en troost
brengt, een boodschap van vrijheid en vreugde.”
Tot
Slot
Meditatie
bij Lucas 1, 46-5, van Dorothee Sölle,
theologe
Er staat
geschreven dat Maria zei:
“Mijn
hart prijst hoog de Heer en van vreugde juicht
mijn geest om God mijn redder
daar
Hij welwillend neerzag op de kleinheid van
zijn dienares
en zie,
van heden af prijst elk geslacht mij zalig”
Nu
zeggen we dat zo:
“Mijn
hart ziet het land van de vrijheid en mijn
geest zal uit de schuwheid komen
de lege
gezichten van de vrouwen worden met leven
gevuld
en wij
zullen mensen worden
door
generaties voor ons, de geofferden, verwacht”
Er
staat geschreven dat Maria zei:
“Omdat
Hij aan mij zijn wonderwerken deed, de
machtige is en wiens naam heilig is,
barmhartig
is Hij van geslacht tot geslacht”
Nu
zeggen we dat zo:
“De
grote verandering die aan ons en door ons
gebeurt
zal bij
allen gebeuren - of ze blijft helemaal weg
barmhartigheid
zal beoefend worden als de afhankelijken het
verspilde leven kunnen opgeven
en
leren zelf te leven”
Er
staat geschreven dat Maria zei:
“Hij
toont de kracht van zijn arm en slaat
hoogmoedigen van hart uiteen
Heersers
ontneemt Hij hun troon,
maar
verheft de geringen”
Nu
zeggen we dat zo:
“We
zullen onze bezitters onteigenen en diegenen
die het
vrouwelijke wezen kennen, zullen we aan het
lachen brengen
aan de
heerschappij van de mannetjes over de
vrouwtjes zal een einde komen
objecten
zullen subjecten worden
zij
verwerven hun eigen betere recht”
Er
staat geschreven dat Maria zei:
“Die
hongeren overlaadt Hij met gaven en rijken
zendt Hij heen met lege handen
Israël,
zijn dienaar, heeft Hij zich ter harte genomen
gedenkend
Zijn barmhartigheid voor eeuwig”
Nu
zeggen we dat zo:
“Vrouwen
zullen naar de maan vliegen en beslissingen
nemen in het parlement
hun
verlangen naar zelfbeschikking zal vervuld
worden
en de
zucht naar macht zal ijdel blijven
hun
angsten zullen komen te vervallen en er zal
een einde komen aan de uitbuiting”
|