------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





02 Februari 2020: Lichtmis

       Lichtmis (Lc. 2, 22 - 40)

Herman Wouters


Begin Lied 546   Zomaar een dak boven wat hoofden

Inleiding

Beste medechristenen,

Vandaag: 2 februari, Lichtmis. Het evangelie verhaalt de opdracht in de tempel.  In de nieuwe Bijbelvertaling spreekt men over de vader en de moeder van Jezus. In andere teksten staat niet “de vader en de moeder” maar “Jozef en de moeder van Jezus”. Jozef is daar dus wat we nu een “plus-vader” zouden noemen. De ouders komen naar de tempel om hun zoon aan God toe te wijden. Daarnaast brengen ze het voorgeschreven offer. Een vrouw die een kind ter wereld gebracht had, was voor de Joden onrein. Kreeg ze een jongetje, dan was ze veertig dagen onrein. Voor een meisje duurde dat tachtig dagen. Om haar reinheid terug te bekomen, moest ze een aantal rituelen ondergaan en naar de tempel gaan om zich door een priester 'rein' te laten verklaren. Als zoenoffer gaf ze een éénjarig lam. Wie niet bemiddeld was, offerde één of twee duiven.

Het offer dat Jozef en Maria brachten (twee tortelduiven) toont dat ze eenvoudige mensen waren. Dat de familie van Jezus niet bemiddeld was blijkt ook onrechtreeks uit een citaat van kerkhistoricus Hegesippus, die in de 2de eeuw na Christus leefde. Hij vermeldt dat Domitianus, keizer van het Romeinse Rijk van 81 tot 96 na Christus, verontrustende berichten kreeg over een religieuze beweging die zich beriep op Jezus van Nazareth. Daarom liet hij een onderzoek doen naar de familie van die Jezus. Domitianus wist twee leden van die familie te ontdekken en ondervroeg hen. Algauw bleek dat het arme stakkers waren, boeren met een klein lapje grond, en dus mensen die geen bedreiging konden vormen voor de keizer en zijn rijk. Gerustgesteld stuurde Domitianus hen terug naar huis.


In de tempel is er die merkwaardige ontmoeting met Simeon. Mogelijk vroeg hij aan Jozef: “En hoe heet jullie kindje?” waarop Jozef antwoordde “Jeshouah” wat betekent “God redt ons”. “God redt ons”. Kreeg Simeon toen de intuïtie dat deze baby de lang verwachte Messias was? Ook de oude profetes Hanna gaat daarna mee in dit aanvoelen. Er zijn dus achtereenvolgens drie groepen mensen die Jezus herkennen als de Messias: eerst de herders, de arme lieden, dan 3 Oosterse wijzen, buitenlanders en dan twee erg belangrijke personen van het eigen volk.

Zoals vele moeders tot op het einde van de jaren 60 deden - jullie moeders misschien ook - ging mijn moeder elk van haar kinderen op Lichtmis “toewijden aan God” in navolging van dit Bijbelverhaal. Men noemde het “zijn kerkgang doen”. Ik wil bij dit “toewijden aan God” straks even stilstaan.


Lied 264 Heden zal uw redder komen

Openingsgebed

Lezing LUCAS 2, 22-40

Lied 2010   De nacht loopt ten einde

Homilie

Maria en Jozef aanhoren verbaasd de woorden van de wijze Simeon: “Laat nu uw dienaar in vrede heengaan want in jullie kindje heb ik het Licht, de Messias gezien, die tot eer strekt van Israël en die geopenbaard zal worden aan de heidenen” maar er staat ook die merkwaardige zin: “Zelf zult u door een zwaard doorstoken worden”.

In de begeleidende muziek wordt naar deze zinnen verwezen. Als hymne tijdens de offerande koos ik voor de cantate die Bach speciaal componeerde voor het feest van Lichtmis. Hij laat in de zang Simeon herhalen: “Ich habe genug” - nu ik de Messias heb gezien “kan ik met vreugde - mit Freuden - heengaan”.

En tijdens de communie laat ik Pergolesi’s “Stabat Mater” horen: Maria, die rechtop naast het kruis staat en blijft staan, terwijl haar hart doorboord wordt…

Sinds anderhalf jaar zit ik in een commissie waar we dossiers lezen van personen met een handicap en waarover we - liefst in consensus - moeten beslissen welke dossiers de meest dringende zijn. Vlaanderen heeft een systeem ontwikkeld om de noden van mensen met een handicap meer objectief in kaart te brengen. Er is echter 1,6 tot 4 miljard te kort om al de noden te leningen. Daarom zijn er nu per provincie commissies opgericht om te bepalen wie prioritair in aanmerking komt voor financiële ondersteuning. 

Ik heb zopas een 20-tal dossiers gelezen en voorbereid om te bespreken. Wat mij in deze dossiers zeer vaak stil doet worden is wat er over de mama’s geschreven staat. Moeders die stoppen met werken; weekends en vakanties lang alleen maar in functie van hun gehandicapte zoon of dochter leven; elke nacht opstaan om hun kind te kalmeren of van houding te veranderen; jarenlang boven hun krachten gaan …  Af en toe zijn er ook wel enkele papa’s die veel zorg opnemen, maar het zijn er altijd minder dan de mama’s.  Deze week bij de voorbereiding van deze viering heb ik vaak aan deze ouders moeten denken bij die zin: “Zelf zult u door een zwaard doorstoken worden”. Tijdens de communie met Pergolesi op de achtergrond wil ik dan ook speciaal aan hen denken en voor hen bidden.

Net als Jozef en Maria hebben ook wij de opdracht, steeds weer opnieuw, om onze kinderen en kleinkinderen toe te vertrouwen aan het Leven en aan God.   Net als bij Jezus loopt hun leven meestal niet zoals wij het gedroomd hebben. Voor het doopsel van onze kinderen gebruikten we de tekst van de profeet van Kahil Gibran waarin hij zegt: “Je kinderen zijn je kinderen niet. Zij komen door je, maar zijn niet van je, en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe. Zij zijn de zonen en dochters van 's levens hunkering naar zichzelf.”

Die houding van het “toewijden aan God” kan men ook breder beleven. Eigenlijk kunnen we elke situatie waar we voor staan aan God aanbieden met een soort vraaggebed om het inzicht, de genade, de kracht te krijgen om in die situatie evangelisch liefdevol te handelen. Ik doe dit soms met een kort, eenvoudig gebed “voor jou God, ik wijd deze situatie aan je toe”.

Bijvoorbeeld. Een ochtend begin november. Ik haast me naar de Aldi, enkele honderden meters van ons huis, om snel een bakje eieren te kopen. Aan de kassa sta ik achter een man in een afgesleten bruin lederen jack. Hij heeft de kop van George Moustaki: een verweerd gelaat, lang grijzend krullend haar en een stoppelbaard. Ik bekijk hem zijdelings en ontwaar een gemengde geur van zweet, tabak met een vleugje alcohol.

Op de kassaband voor hem staan zijn boodschappen: negen 50cl blikken pils en twee kartons frietvet. De kassiester scant de producten en zegt de totaalprijs. De man neemt een handvol geel -en roodkopere munten uit zijn jaszak en begint ze zorgvuldig één voor één uit te zoeken. De Aldi-bediende telt mee.

Ik ben eigenlijk gehaast. Nadat hij de geldstukken allemaal heeft neergelegd zegt de verkoopster – ze kijkt de man niet aan: “Nog 2 euro 20 mijnheer.” De man fronst zijn gelaat, richt zijn blik naar de rij mensen die ondertussen aan het aanschuiven zijn. Hij zoekt nog even verder in zijn broekzakken maar zegt dan: “Laat dat frietvet dan maar hier.”

Ik aarzel. Ik heb die ochtend (zoals elke morgen) een korte meditatie gelezen met de bedoeling om die dag evangelisch liefdevol te reageren op wat ik zal tegenkomen. Wat moet ik - als christen - hier doen? Een christen heeft toch als taak - sinds die barmhartige Samaritaan – om zijn nek uit te steken ook al is dat niet altijd gemakkelijk.  Ik ga mijn drempel over en vraag aan de man of hij het goed zou vinden als ik dat frietvet voor hem betaal. Er valt een stilte maar dan knikt hij. Hij voegt er onmiddellijk aan toe dat hij thuis wel genoeg geld heeft, maar het nu niet bijheeft.

“Dus mijnheer u gaat dit betalen?”, vraagt de dame achter de kassa. Ik buig ongemakkelijk bevestigend mijn hoofd en vermijd het om naar de toeschouwers achter me te kijken. De kassiester scant het frietvet en de eieren en vermeldt het totaal terwijl ze me de winkelwaar toeschuift. Ik betaal het verschuldigde bedrag en overhandig het pak aan de man. Deze kijkt, nog steeds verrast door het plotse contact, en mompelt: “Bedankt”.

Laten we volgende week - net zoals Jozef en Maria deden met hun kind - de mensen en de situaties die we tegenkomen aan God toevertrouwen. Zo kunnen we misschien mee het Licht (of iets van het Licht) openbaren in onze omgeving.

Bach 

Ich habe genug, ich habe den Heiland, das Hoffen der Frommen, auf meine begierigen Arme genommen; ich habe genug!
Ich habe ihn erblickt, mein Glaube hat Jesum ans Herze gedrückt, nun wünsch ich, noch heute mit Freuden von hinnen zu scheiden.

Offerande Lied 149: Oergebaar

Tafelgebed 163:  Liever een kind

Onze Vader

Communie lied 365: Lied van het licht

Slotgebed

God, Vader van alle mensen,
vandaag gedenken we hoe Maria en Jozef
de kleine Jezus naar de tempel brachten
zoals voorgeschreven door de wet van Mozes.
In hun voetspoor bidden we vandaag ook
voor onze kinderen en kleinkinderen
die we u toevertrouwen.
Zie met liefde op hen neer.
Bescherm hen en leid hen
en laat hen opgroeien tot gelukkige mensen.

Schenk ook ons uw Geest
opdat we levende getuigen kunnen zijn van uw liefde.
Inspireer ons zoekende geloof
zodat we voor alle mensen
uitgroeien tot wegwijzers naar uw Zoon.
Hij die het licht is, de waarheid en het leven
vandaag, volgende week en alle dagen
tot in eeuwigheid. Amen



------