------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





 12 April 2019: 4e Paaszondag

       Want Mijn huis zal heten: Huis van gebed voor alle volken (Jo. 10, 27-30 )

Lisette Monard

Vooraf
Goedemorgen en welkom.

Wij komen hier samen † in naam van de vader, de zoon en de heilige geest.
Zoals pater Marcel vorige week aankondigde, geniet hij momenteel van een welverdiende, hopelijk deugddoende vakantie.  Vandaag moeten we het doen zonder Marcel.   Zoals ook aangegeven tijdens onze Denkdag vorig jaar, moet een volwaardige viering, al dan niet met een priester herkenbaar zijn als ‘zondagsviering’.  In verbondenheid met jullie allen wil ik trachten hiervoor te zorgen.

Vandaag is het Vierde Paaszondag.  Het is ook Moederdag, dag waarop we moeders in het zonnetje zetten.

In zijn homilie in de eucharistieviering op nieuwjaarsdag enkele jaren geleden noemde paus Franciscus moeders het beste medicijn tegen individualisme en egoïsme in de wereld. Een samenleving zonder moeders zou niet alleen een koude samenleving zijn, maar een samenleving die haar hart heeft verloren. Wij zijn een volk met een moeder, wij zijn geen wezen.

Verwijzend naar moeders die hun kinderen in de gevangenis bezoeken of in oorlogstijd en op de vlucht voor hun kinderen blijven zorgen, onderstreepte de paus dat moeders zelfs op de allerergste momenten weten te getuigen van tederheid, onvoorwaardelijke toewijding en de kracht van de hoop. Maria heeft ons die moederlijke warmte, die ons omringt te midden van moeilijkheden, gegeven. Moederlijke warmte die niet toestaat dat iets of iemand in het hart van de Kerk de revolutie van tederheid dooft die door haar Zoon is begonnen. Waar een moeder is, daar is tederheid.

Laat ons bidden voor alle moeders wereldwijd. 


O God,
Gij hebt ieder van ons
een moeder gegeven
die ons geleerd heeft
zorg te dragen voor elkaar.
Haar luisterend hart
heeft ons getoond
hoe wij elkaar met de taal
van het hart kunnen toespreken.
Zij leerde ons
hoe wij moeten bemoedigen
en bevestigen,
hoe wij elkaar kunnen troosten,
en wat de kunst is
om te delen in lief en leed.
Onze dankbaarheid voor moeder
is het geheugen van ons hart.
Zegen onze moeders
en zegen ook ons, Heer,
opdat wij het nooit opgeven
het beste van onszelf te geven,
opdat wij openbloeien
tot liefdevolle mensen
die ook op vandaag
gestalte geven aan uw droom,
die in Jezus van Nazareth
en in Maria, zijn Moeder,
tot ons is gekomen.
Amen.

LIED 516: Gij die voor alle mensen de wereld hebt gemaakt

Inleiding
Op bezoek in Jerusalem vorig jaar werd ik zeer getroffen door deze banier.  

Het is een sterk beeld: zes kleurrijke, ingetogen figuren.  Maar wat mij nog het meest trof was de tekst erbij “Want Mijn huis zal heten: Huis van gebed voor alle volken” (Jesaja 56). 


De banier was een aankondiging voor een kunstproject, een initiatief van de NGO Urban Deco, bestaande uit kunstenaars, leraren en stedenbouwkundigen, die kunst gebruiken om publieke ruimtes te verfraaien.  Voor dit project vertrekken ze vanuit de visie dat Jerusalem een cultureel en religieus centrum moet zijn voor alle volken. 

En dat maakt het zo mooi.  In onze media horen we voornamelijk spreken over Jerusalem in de context van het conflict tussen Joden en Palestijnen. Jerusalem is echter zoveel meer, heel bekend is uiteraard de oude stad met de heilige plaatsen: de Heilige-grafkerk, de Al Aqsa moskee, de Klaagmuur, die veel toeristen en pelgrims aantrekken.  Maar Jerusalem is ook een bruisende, moderne metropool met een grote diversiteit, met verschillende volksgroepen met hun eigen cultuur en godsdienst.   Jerusalem staat symbool voor de uitspraak van Jesaya “Want mijn huis zal heten: Huis van gebed voor alle volken” . 

De initiatiefnemers van het kunstproject willen de bezoeker overtuigen van deze boodschap. 


Zes reusachtige grafiti muurschilderingen van mensen van verschillende culturen en godsdiensten verwelkomen de bezoeker met de Namaste groet. Namasté, welbekend bij de yogabeoefenaars, komt uit India en is een gebruikelijk hindoeïstisch gebaar om te groeten en respect te tonen. Namasté staat symbool voor respect en wederzijdse acceptatie.

Elk personage kan met een religie worden geassocieerd.  Ik herkende vrij gemakkelijk de moslima, de katholieke zuster, de joodse rabbijn, de Japanse shintoïsme-aanhanger.  Voor de andere twee figuren was wat moeilijker, ik dacht aan het Hindoeïsme en het Animisme.

Zes mooie mensen, opvallend feestelijk opgedirkt, die door het ingetogen Namastégebaar respect tonen voor elkaar en elkaars cultuur en religie. 

De lezingen van vandaag sluiten aan bij dit thema. In contrast met het vredig tafereel op de afbeelding, blijkt in de eerste lezing, uit de Handelingen, het optreden van Paulus en Barnabas in Antiochië uit te lopen op een flinke ruzie, wanneer zij hun boodschap ook aan niet-joden brengen.

In de tweede lezing uit het Boek Openbaring ziet Johannes in een visioen een grote menigte, uit alle landen en volken, van elke stam en taal, staan voor de troon van God.
In het Evangelie leidt Jezus zijn schapen veilig het eeuwig leven binnen.

We luisteren nu naar de drie lezingen, en zingen na elke lezing lied 826, “Als God ons thuis brengt”.

Eerste Lezing

Hand 13, 14.43-52 Paulus richt zich tot de heidenen
14. Paulus en Barnabas trokken van Perge verder naar Antiochië in Pisidië. Daar aangekomen gingen ze op sabbat naar de synagoge en namen er plaats.
43. Na afloop van de samenkomst liep een groot deel van de Joden en de vrome proselieten met Paulus en Barnabas mee, die hen toespraken en hen aanspoorden zich over te geven aan de goedgunstigheid van God.
44. De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van de Heer te
luisteren.
45. Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders jaloers en begonnen ze de woorden van Paulus op godslasterlijke wijze verdacht te maken.
46. Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden.
47.Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’
48. Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer,. en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof
49. Het woord van de Heer verspreidde zich over  de hele streek.
50. De Joden hitsten echter de vrome vrouwen uit de hogere kringen op, evenals de
vooraanstaande burgers van de stad, en wisten hen zover te krijgen dat ze zich tegen Paulus en Barnabas keerden, zodat die uit het gebied werden verdreven.
51. Maar zij schudden het stof van hun voeten omdat ze niets meer met hen te maken wilden hebben en vertrokken naar Ikonium.
52. De achterblijvende leerlingen waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest.


Tweede lezing

Openbaring 7, 9.14b-17 Het Lam zal hen weiden

9.Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam.
13. Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’
14. Ik antwoordde: ‘U weet het zelf, heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verschrikkingen gekomen zijn. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam.
15. Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren. En hij die op de troon zit zal bij hen wonen.
16. Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen.
17. Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.’

Derde lezing

Joh 10, 27-30 Ik geef eeuwig leven aan mijn schapen

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
27. Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij.
28. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven.
29. Wat mijn Vader mij gegeven heeft, gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven,
30 en de Vader en ik zijn één.

HOMILIE

Jezus leefde en verkondigde zijn boodschap in een Joodse gemeenschap.  Pas na Jezus’ dood werd zij  breder verspreid, mede door de verspreiding van de bevolking over het Romeinse rijk na de verwoesting van Jerusalem.

De eerste kerk worstelde hierdoor met de vraag of zij zich enkel tot de joden, of ook tot de niet-joden mocht wenden.

De eerste lezing vertelt over de ervaring in dit verband van Paulus en Barnabas bij hun bezoek aan Antiochië, een stad buiten Palestina.
In de synagoge, waar de Joodse gemeenschap verzameld is, vertellen Paulus en Barnabas over Jezus en zijn blijde boodschap. Een groot deel van de Joden is enthousiast.

Maar ze worden minder enthousiast als ze merken dat ook niet-joden, aangesproken door de boodschap van Jezus, willen aansluiten bij die eerste groep Christenen.  De Joden en vooral dan hun leiders zien dat niet zitten, heidenen hoeven ze niet in hun midden.  Ze zijn jaloers op het succes van Paulus en Barnabas en beginnen te stoken.

De reactie van Paulus en Barnabas is duidelijk: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden. Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’

Paulus en Barnabas houden voet bij stuk.  Door de tegenwerking van de Joodse leiders opent Paulus de deur voor niet-Joden.  Ook heidenen krijgen de blijde boodschap van Jezus te horen. “ze spraken vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren, aanvaardden het geloof. “

En dan volgt de belangrijke zin “Het woord van de Heer verspreidde zich over  de hele streek.”  Meer en meer mensen worden aangesproken, de kerkgemeenschap groeit en omvat zowel Joden als heiden. Dit wekt nog meer jaloersheid op, Paulus en Barnabas worden de stad uit gedreven.

Dit verhaal gaat over de tegenstelling binnen de groep van de eerste christenen tussen deze van joodse afkomst en die van niet-joodse afkomst.   Tegenwoordig, In onze moderne maatschappij spreken we eerder van diverse levensbeschouwingen.  Voor mij is het belangrijk, onafhankelijk van op welke levensbeschouwing dan ook een mens zijn spiritualiteit  baseert, dat respect voor elke mens op de eerste plaats staat.  “Ge zult uw naaste beminnen zoals uzelf” heeft Jezus ons geleerd.  En onze naasten zijn alle mensen wereldwijd.

Het zijn die mensen, uit alle landen en volken, die Johannes In het visioen van de tweede lezing ziet rond de troon van God staan, allemaal verzameld in het huis van God.

In de derde lezing spreekt Jezus als goede herder. Hij spreekt over “mijn schapen en dat hij ze eeuwig leven geeft”.  Het wekt de indruk dat Jezus hier zich beperkt tot een bepaalde groep.  Uit het evangelie leren we evenwel dat voor Jezus elke mens belangrijk is.  Juist bij hen die waren buitengesloten, gaat Hij naar binnen: tollenaars, zondaars, vrouwen van lichte zeden. Hij is de Goede Herder,  die ook de zwarte schapen roept, en hen die verdwaald zijn, gaat zoeken. Als Jezus spreekt over het rijk Gods, maakt Hij duidelijk dat iedereen daar welkom is.

Wanneer  hij de kooplieden uit de tempel jaagt haalt Jezus het vers van Jesaya aan “Staat er niet geschreven: “Want Mijn huis zal heten: Huis van gebed voor alle volken”.

Als toemaatje wil ik graag een hoopvol project tonen: “House of One, three religions, one house”.

In Berlijn plannen  Joden, Christenen en Moslims de bouw van een gebedshuis, een gebouw dat een synagoge, een kerk en een moskee samenbrengt onder één dak.  De drie aparte ruimtes zijn met elkaar verbonden door een gemeenschappelijke zaal in het centrum van het gebouw.  Deze centrale ruimte wordt een ontmoetingsplaats voor gelovigen en het brede publiek.   De eerste steen wordt volgend jaar gelegd.

Algemeen zicht

Aanzicht: Synagoge


Aanzicht moskee


Aanzicht: kerk

Een teken van hoop voor de toekomst..
Meer info kan u vinden op de website van het project.


Offerande: muziek

Aanbrengen van de kaarsjes

LIED 543: Eet en drinkt van brood en wijn tot mijn gedachtenis

Inleiding Onze Vader:

Laat ons verzamelen rond het altaar Verbonden door ons geloof, gedragen door Gods barmhartigheid, gesterkt door Christus’ vrede, heffen we onze handen ten hemel en zingen samen het gebed dat Jezus zelf aan zijn leerlingen heeft gegeven.

Onze Vader

Vredewens

Communie

Verbonden met de wereldwijde kerkgemeenschap richten wij onze blik op U, Heer Jezus, en herkennen U in de eucharistische gave.
U ontmoeten betekent voor ons: nieuw leven. Gij hebt gezegd: Ik ben de goede Herder, Ik geef mijn leven voor mijn schapen.
Gij hebt gezegd: Wie tot Mij komt, zal geen honger meer krijgen.
Gij hebt gezegd: Wie van dit brood eet, zal leven in eeuwigheid.
Zalig zijn wij nu wij genodigd worden aan uw maaltijd.

LIED 556: Waarom wanneer uit welke luchtlaag

SLOTGEBED

Die mensen bijeenbrengt,
volk bij volk,
jood en heiden,
verwijder uit ons midden
wat ons scheidt:
de eigen toegesloten zekerheden,
het hooghartige gelijk,
de gemaskerde angst,
de neerbuigende gedachten.

Verrijk ons met elkaar
zodat wij samen leven
en toets ons
aan Hem, de rechtvaardige Zoon.

(Sytze de Vries)

Bronnen
-    Kerknet.be
-    Wikipedia
-    https://www.kishut.com/namste-jerusalem
-    http://www.filosofenfontein.be/archief/Vieringen
-    https://house-of-one.org/en
-    Sytze de Vries, Bij gelegenheid (I)


------