------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





 03 maart 2019: 8e zondag

       Een leerling staat niet boven zijn leermeester ( lc. 6, 39 – 45)

Marcel Braekers

Openingszang 546

Begroeting
Het valt moeilijk te ontkennen dat de katholieke kerk op dit ogenblik door zwaar weer heen moet. Het misbruik dat van overal opduikt laat een erg wrange smaak achter. Zelfs kardinalen en bisschoppen maakten zich schuldig, sommigen door misbruik, anderen door te zwijgen. De kerkleiding mist de durf en kracht om radicaal schoon schip te maken en bij elke onregelmatigheid gewoon het burgerlijke recht zijn gang te laten gaan. Altijd weer zijn er die doofpotten. Tot voor kort wist ik niet van het bestaan van een curiale tekst van 1960 die mensen met de kerkban om de oren slaat, indien zij bestaande misbruiken aan het licht durven brengen. Zelfs vandaag is die tekst nog niet herroepen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het in heel deze situatie erg moeilijk heb om bedienaar van die kerk te zijn. Eén priester die zich misdraagt, maakt meer stuk dan 100 toegewijde kunnen opbouwen. Hoe moet het verder “Als de ene blinde de andere blinde leidt? Vallen beiden dan niet in een kuil”. Dat is ook een uitspraak in het evangelie van deze zondag.
Het is een stukje uit de vlakterede waaruit de voorbij zondagen werd voorgelezen. De vlakterede is de Lukaanse versie van de Bergrede bij Mattheüs. Zoals ook op andere plaatsen is Lucas in deze tekst radicaler en meer sociaal bewogen dan Mattheüs. Het is jammer dat we elke zondag slechts een klein stukje te horen krijgen waardoor je nooit de grote lijn ziet. Heel de redevoering is opgebouwd rond die ene centrale zin waar Jezus zegt: “Wees barmhartig zoals uw hemelse vader barmhartig is.” Je kan het vergelijken met wat in de Bergrede staat: “wees volmaakt zoals uw hemelse vader volmaakt is”.
Over die barmhartigheid heeft Jef vorige zondag gesproken. Hij was verwonderd dat bij de orde van de dominicanen de gewoonte bestond om aan iemand die wil toetreden te vragen ‘wat verlangt gij’. Zijn verwondering was vooral dat het antwoord voorgeschreven is ‘Gods barmhartigheid en de uwe’. Voor de eerste orde gaat het als volgt: je gaat plat op de grond liggen met de armen gespreid en vraagt om Gods barmhartigheid en die van de orde of de gemeenschap. Ik vond dat voor mezelf en telkens als het met anderen gebeurt een diep ontroerend gebeuren. In het Hebreeuws heeft men eenzelfde woord voor baarmoeder en barmhartigheid. Vandaar dat Chouraqui in zijn Bijbelvertaling altijd schrijft ‘la matricité’. Je treedt toe tot deze orde door je weerloos op de grond uit te strekken en naar Gods baarmoederlijkheid te vragen en de afstraling daarvan in de gemeenschap.
Deze idee van barmhartigheid kleurt heel de tekst van de vlakterede. We horen straks allerlei vermaningen die je moet beluisteren als waarschuwingen, opdat je in alle omstandigheden naar de anderen barmhartig zou zijn.

Gebed om ontferming 115

Openingsgebed
Soms breekt uw licht
In mensen door
Onstuitbaar

Zoals een kind
Geboren wordt.
Gedenk de mens
Die wordt genoemd
Uw kind uw koninkrijk
Uw licht.

Geen duisternis heeft ooit
Hem overmeesterd.

Gedenk ons
Die als hij geboren zijn
Eens en voorgoed

Die uit zijn mond
Uw Naam hebben gehoord

Die moeten leven
In de schaduw van de dood

Hem achterna.                       (H.Oosterhuis)

Inleiding op de eerste lezing
In de psychiatrie is het soms moeilijk om uit te maken wat precies met een patiënt aan de hand is. Daarom hanteerde mijn prof van psychiatrie het pragmatische principe  ‘aan de vruchten ken je de boom’: hoe iemand is, wat het probleem precies is, zie je vooral als je kijkt hoe die persoon leeft en zich gedraagt. Aan de vruchten kent men de boom, zo staat in de wijsheid van Jezus Sirach. Dezelfde spreuk die ook in de vlakterede terugkeert. Hoe een mens eigenlijk is, begin je maar pas echt te beseffen als je ermee samenwoont, als je hem of haar concreet ziet leven en spreken.


Eerste lezing:
Sir. 27, 4 – 7

Tussenzang 517

Voor en na evangelie 124

Evangelie Lucas 6, 39 – 45

Homilie
De tekst die we hoorden is nogal rommelig en moeilijk te begrijpen, alhoewel hij een aantal spreuken bevat die stilaan gemeengoed zijn geworden ook in de profane wereld. De splinter en de balk, de ene blinde die de andere blinde leidt, aan de vruchten ken je de boom. Allemaal heel wijze gedachten. Maar geef toe, als ze zo achter elkaar worden voorgelezen is het even slikken. Ik vroeg mij af of in de gemeente van Lucas het er zo erg aan toeging dat deze vermaningen zo nodig in het evangelie moesten komen? Niet alleen Lucas ook Paulus waarschuwde voor misleidende voorgangers en voor gelovigen die van andere plaatsen kwamen om onrust te stoken. Misschien sloegen deze spreuken op die situaties. En wat zijn wij ermee? Het gemakkelijkste is vandaag deze spreuken voor anderen te gebruiken. Voor politici waarvan we zeggen dat de ene blinde de andere blinde leidt. De splinter en de balk voor je collega of, wie weet, je huisgenoot die altijd kritiek heeft. De vruchten en hun boom voor geestelijke begeleiders, voor hulpverleners, voor artsen, enz. De spreuken worden meestal misbruikt om iemand ermee om de oren te slaan. Maar dienden ze daarvoor?
Ik kon moeilijk aannemen dat Lucas zomaar wat gezegden van Jezus samen gooide zonder een duidelijke lijn voor ogen te hebben en dus zocht ik in deze veelheid naar een centrale idee. Ik denk dat het in dit geval alles draait rond de zin: ‘een leerling staat niet boven zijn leermeester’. De leermeester die hier bedoeld wordt is Jezus. Lees je vanuit dat perspectief de tekst dan wordt hij meer sprekend en ook geldend voor ieder van ons. Voor de leerlingen moet Jezus blijvend als voorbeeld gelden, de leerlingen moeten zich daar niet boven voelen staan. Lees maar hoe Hij omging met de publieke vrouw die aan zijn voeten komt wenen (Lc.7,36-50). Lees hoe Hij omging met de tollenaar (Lc.19,1-10). Of lees hoe Hij tot de medegekruisigde sprak (Lc.23,40-43). Telkens wordt duidelijk hoe Jezus de gestalte is van Gods barmhartigheid. Centraal voor Hem stond Gods onvoorwaardelijke liefde, zijn baarmoederlijkheid, en de leerling moet beseffen dat hij niet boven die leermeester staat. Vanuit die achtergrond worden de andere raadgevingen concreter. Wie vanuit dat liefdegebod leeft moet niet de splinter in het oog van de ander zoeken. Die herken je aan de vruchten die hij voortbrengt, enz. Al deze spreuken zijn dus niet bedoeld voor de anderen, maar raken ieder van ons die volgeling wil worden.
Ik keer zo terug naar wat ik in het begin van de viering ter sprake bracht. De kerk maakt een zware crisis door waarbij haar geloofwaardigheid op het spel staat. Tegelijk hebben we die gemeenschap nodig om elkaar te steunen en op weg te houden. Het enige antwoord dat we in deze stormachtige tijd kunnen geven is een concrete, bescheiden houding van liefdevolle nabijheid zoals Jezus ons die heeft voorgeleefd. ‘Kome wat komt, maar laat het om Jou zijn’.

Groot dankgebed 150

Lied na de communie 515

Slotgebed

Mededelingen:
-    Woensdag is Aswoensdag, avondviering met asoplegging om 20 u. 



------