------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





08 juli 2018: 14e zondag

               Wat is geloven voor mij?

Gond Mertens

Eerste lezing
Enkele gedachten uit; Mijn heldere afgrond (Christian Wiman)

‘William James (1842-1910; Vormen van religieuze ervaring) heeft gezegd dat ons innerlijk leven stroomt, en rusteloos is; dat het altijd in overgang verkeert; dat onze ervaring ‘leeft in de overgangen’. Dit lijkt mij waar. Daarom is elke afzonderlijke uiting van geloof een voorlopige -- omdat het leven ons altijd verder voert naar een plek waar het geloof opnieuw moet worden geformuleerd -- en omdat geloof in God, uiteindelijk geloof in verandering is’. (p 36)

Ons geloof begint daar waar atheïsten veronderstellen dat het moet eindigen.
Ons geloof begint bij de verlatenheid, beproeving en twijfel aan alles wat bestaat. Ons geloof moet uit niets geboren worden en door ons geproefd worden.(p 146)

Geloven is niets meer dan een bewegen van de ziel naar God.
Het kan God zijn, die beweegt, of de ziel die zich voor hem opent. ( p154)

Marcus 6, 1- 6

1 Hij ging vandaar weg om zich naar zijn vaderstad te begeven en zijn leerlingen gingen met Hem mee. 2 Toen het sabbat was, begon Hij te onderrichten in de synagoge. De talrijke toehoorders vroegen verbaasd: “Waar heeft Hij dat vandaan? En wat is dat voor een wijsheid die Hem geschonken is? En wat zijn dat voor wonderen, die zijn handen verrichten? 3 Is dat niet de timmerman, de zoon van Maria en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon? En wonen zijn zusters niet hier bij ons?” En zij namen aanstoot aan Hem.4 Maar Jezus sprak tot hen: “Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad, bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.” 5 Hij kon daar geen enkel wonder doen, behalve dat Hij een klein aantal zieken genas die Hij de handen oplegde.
6
Hij stond verwonderd over hun geloof. Jezus ging rond door de dorpen in de omtrek, waar Hij onderricht gaf.

Inleiding
Als inleiding op het evangelie confronteer ik jullie met enkele oneliners en het verzoek om in stilte te reageren me:t niet waar - eerder niet waar - eerder wel waar - waar

Geen sant in eigen land!
Van familie moet je ’t hebben!
Diploma’s maken de man!

Wat hebben deze statements te maken met Jezus en de evangelielezing van deze zondag?
Zoals we reeds weten is Jezus afkomstig uit Nazareth in Galilea, hij verkondigde er Gods goede boodschap, maar hij trok ook rond in Judea en gaf onderricht in de tempel van Jeruzalem. Galilea stond daar niet zo hoog aangeschreven. Kan uit zo’n heidens gebied wel iets goed komen? Voor een profeet is immers Jeruzalem zijn ware thuis en ‘vaderland’, daar is ook het huis van God. Maar uit Nazareth is nog nooit een profeet opgestaan….Volgens de religieuze leiders is Jezus niet de beloofde Messias. Van de Messias weet niemand waar hij vandaan komt, van Jezus wel, men kent zijn familie en verwanten. Sommigen verklaren hem zelfs half gek…

Vandaar ook, ’Geen sant in eigen land’! en ‘Van familie moet je ’t hebben’…
Waar situeert zich de kern van het toenemend conflict rond zijn persoon?
Jezus brengt een nieuwe leer met gezag, niet zoals de schriftgeleerden. Maar waar haalt hij die wijsheid vandaan? Hij heeft nooit school gelopen bij de rabbijnen, kreeg niet de vereiste opleiding en heeft geen diploma. Dit wekte sowieso verwondering maar riep ook ergernis op. De Nazareeën vertrouwen Jezus niet, wat hij doet en zegt ervaren ze misschien niet als nonsens maar ze kunnen het niet rijmen met wat ze allemaal van hem weten. Wat hij daarbij nog beweert over zijn relatie met God, die hij zijn Vader noemt, is voor joodse oren en zeker voor het religieus establishment in Jeruzalem, godslasterlijk en onaanvaardbaar.

Die denigrerende houding maakt dat Jezus in Nazareth maar enkele zieken kan genezen.
Want waar geen geloof is en geen vertrouwen, is geen genezing of bevrijding mogelijk….
En dat brengt mij bij de vraag: Wat is geloven voor mij? Daar wil ik in de homilie nader op ingaan.

Homilie

"Als je genoeg geloof hebt en genoeg twijfel, dan kom je tot verlichting!’, of bevrijding."
Deze Boeddhistische gedachte intrigeert mij.
In een gedicht zegt Gerard Reve iets gelijkaardig en gaat er dieper op in.

‘Eigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik, dat Gij liefde zijt, en eenzaam,
en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt,
zoals ik U’.

Wanneer Reve mijmert over de vluchtigheid en kwetsbaarheid van het bestaan, komt hij uiteindelijk terecht bij God als ‘De Waarachtig Levende’! Wanneer hij ervan uitgaat dat God liefde is, opent zich de ruimte voor het in hem diep sluimerend verlangen naar verbondenheid.
En als de dichter daarbij ook nog denkt dat God eenzaam is, omschrijft hij dit gevoel van eenzaamheid als een wederzijds wanhopig zoeken van God naar hem, en van hem naar God.
Geloven als een nooit eindigende tocht, een hoopvol of wanhopig zoeken naar God, is een beklijvend gebeuren. Ieder van ons gaat daarin zijn eigen solitaire weg. Het woord ‘God’, heeft dan ook telkens een nieuwe inhoud en verwijst naar andere beelden en ervaringen.

Voor mij is het kleine woordje ‘God’ te kort, het klinkt te hard, te afstandelijk, het is te zwaar beladen. Het Hebreeuwse tetragram JHWH, Ik zal er zijn, en de oudste naam voor God Elohim, spreken me meer aan. Niemand kent God en heeft God ooit gezien. Hij gaat alle kennis te boven. Geloven beleef ik niet als een mystiek gebeuren, geen rechtstreeks of intens ervaren van goddelijk nabij zijn, geen zien en begrijpen van God. Geen ‘weten’, maar veel meer een ‘niet weten’

Ik zie geloven zo’n beetje als een sprong maken in het onbekende of trekken door een woestijn van onzekerheden, voor mij is het vooral een proces van voortdurend loslaten en uitzuiveren. Zulk proces kan enkel een open proces zijn, het eindigt niet. Openheid gaat vooraf aan geloven. God te vlug noemen is even problematisch als Hem niet noemen. Dat maakt geloven boeiend maar ook lastig.

Jezus van Nazareth is gekomen om in woord en daad aan de wereld Gods onvoorwaardelijke liefde en mededogen voor alle mensen, zichtbaar te maken.
‘Wie mij ziet, ziet de Vader’ zegt hij. Jezus is beeld en gelijkenis van God. Hij is de beloofde Messias. Naar zijn komst heeft het joodse volk eeuwen lang uitgekeken, maar nu hij eindelijk in hun midden is aanvaarden zijn dorps en volksgenoten hem niet, ze kennen zijn familie en verwanten en wantrouwen Jezus. Ik zei het al in de inleiding; ’Geen sant in eigen land’!

Ook de religieuze en joodse leiders uit Jeruzalem reageren afwijzend. Waar haalt die rabbi zijn bevoegdheid vandaan, hij heeft niet eens een diploma! De Schriftgeleerden voelen zich miskend en bedreigd in hun functie; het bestuderen en onderrichten van de Torah. Daarom mijn stelling, diploma’s maken de man! Wat die eigenwijze profeet vooral met passie verkondigt over zijn eenheid met de Vader, pikken ze nog het minst van al, het is een onmiskenbare godslastering!

Omwille van ongeloof kan Jezus in zijn geboortedorp Nazareth niet veel doen, hij geneest er maar enkele zieken. In bijna alle verhalen horen we dat geloven in hem en zijn Abba een absolute voorwaarde is om te kunnen genezen ‘Uw geloof heeft u gered’ herhaalt Jezus meermaals.
Er is een band tussen geloven en doen. Mc keert hier dit verband om; wie niet gelooft, staat niet open en sluit zichzelf af voor het bevrijdend handelen van God in Jezus. Jezus zelf is daarom diep geraakt door het onbegrip en wantrouwen van veel volksgenoten Ook aan zijn geliefde leerlingen vraagt hij soms lichtjes geïrriteerd; Geloven jullie het dan nog niet? Ik en de Vader zijn één! Jezus is icoon van God. Maar Jezus is niet gelijk aan God.
Hij deelde ons menselijk bestaan, kende onze zorgen en angsten, onze twijfels en verdriet…. Maar de overgave aan zijn Abba wankelde nooit, hij bleef Hem trouw tot in de dood op het kruis.

Voor wie geloven is Jezus de deur naar het Heil; leven in eenheid en verbondenheid met God. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven! Een andere weg naar bevrijding (verlichting) is er niet. Geloven is daarom in alle omstandigheden de weg gaan die hij ons is voor gegaan.
Onvoorwaardelijk liefhebben, alles delen met elkaar, elkaar dragen en verder dragen, vluchtelingen en vreemdelingen onderdak geven, en ondanks vragen en twijfels je telkens opnieuw laten raken en vooral in beweging brengen door de belofte die Jezus ons heeft toevertrouwd.

Een Heilige Belofte! Iets anders om van en voor te leven, een leven lang, is er niet! Jezus zegt; ’Wie in Mij gelooft zal leven! Wie gelooft heeft eeuwig leven!’ Eeuwig leven is volheid van leven, hier en nu. Eeuwig leven is leven over de dood heen. Eeuwig leven is God zien van aangezicht tot aangezicht!

Ik wil graag eindigen met de titel van een bekend boekje: Ik geloof dat ik geloof!

Gebed (Sytze De Vries)

Wanneer Gij zelf niet bij ons zijt,
blijft dit huis leeg,
en als Gij zelf niet met ons gaat, zijn wij vergeefs bijeen;
wanneer Gij zelf ons niet verlicht
weten wij geen raad.
Breng ons dan
tot waar Gij zijt
tot voor uw lichtend aangezicht.
Verdrijf het donker
waarmee wij U bedekken.
Maak dan uw stem hoorbaar
ons lied waarachtig
en ons gebed bezield.
Amen.

------