22 april 2018: 4e Paaszondag:
Ik
ben de Goede Herder (Johannes 10, 11-18)
Frank
Cuypers
Intredelied 360: "Christus is verrezen"
Inleiding
Kent U de “Vereniging voor Ecologische
Begrazing”? Je zou het de beroepsvereniging
kunnen noemen van herders die met hun schapen
aan natuurlijk bermbeheer doen. Er zouden in
Vlaanderen 20 tot 30 herders zijn die met zo’n
5000 schapen de bermen kort houden.
Veel meer herders waren er in de tijd van Jezus.
Zij waren een vertrouwd beeld in het landschap.
Herders genoeg ook in de Bijbel, al is het van
Kerstmis geleden dat we ze nog tegenkwamen. In
de Bijbel zijn alle leiders van Gods volk
herders. Abraham, Izaäk Jakob, Jozef, Mozes,
Saul en David, de herder-koning bij uitstek. Een
herder met een kudde behoort niet meer tot onze
leefwereld. In Jezus’ tijd was dat een dagelijks
tafereel. Iedere avond werden de kudden schapen
samengedreven binnen de schaapskooi. De volgende
morgen kwamen de herders en riepen hun schapen
naar buiten. Ze kenden de stem van hun herder.
Hij kende de naam van ieder schaap. Tussen de
schapen en de herder was er een hechte
verbondenheid, ze kenden en herkenden elkaar.
Het klinkt romantisch, maar het was het niet.
Het was eerder ruw hard en vermoeiend. Bovendien
ook nog gevaarlijk wegens de rovers en wolven.
Het beeld van de Herder in het evangelie van
vandaag sluit aan bij de beelden die in de
menselijke ziel sluimeren als de beelden van het
heil. De Joden zagen in God de ware Herder die
zijn volk leidt, Mozes was in opdracht van God
de herder en leider van zijn volk, en de Grieken
kenden de herder die in een grote tuin staat en
een schaap op de schouders draagt. De tuin
herinnert aan het paradijs. Laten ook wij ons
vertrouwen in God uitzingen.
Lied : 839 – Psalm 139 – "Gij peilt mijn
hart" …
Openingsgebed
God
en Vader,
in Jezus, herder en
hoeder van mensen,
zijt Gij ons voorgegaan op de weg van het
goede leven.
Versterk onze vertrouwdheid met Hem,
vervul ons met uw en zijn Geest,
overtuig ons van het goede
in elke mens die - hoe onvolmaakt ook -
zich aangesproken voelt door uw stem,
door uw woord van zorg en geborgenheid,
door uw woord van liefde
voor al wat teer is en klein. Amen.
Inleiding
tot het evangelie
Tijdens de voorbije vasten woonde ik hier in
Filosofenfontein de avond bij over de
Johannespassie. Bernard De Cock bracht met zeer
veel enthousiasme een indrukwekkend verhaal over
de Johannespassie: de teksten, de muziek, de
structuur. Regelmatig legde hij het verband naar
de Johanneïsche theologie. De Johanneïsche
theologie was mij grotendeels onbekend; vandaag
nog steeds trouwens. Maar ik was getroffen door
hoe Bernard De Cock deze theologie als volgt
samenvatte: de intentie van Johannes is om zijn
publiek er op verschillende manieren van te
overtuigen dat Jezus de Messias is, de Zoon van
God. Niet door de geboorte op Kerstmis, maar
altijd al. En doorheen het evangelie van
Johannes, de ontmoeting met Pilatus en tot op
het kruis blijft Jezus een bovenmenselijke
waardigheid uitstralen. Jezus is de Zoon van
God. Om deze boodschap te brengen laat Johannes
in zijn evangelie verschillende getuigen aan bod
komen : getuigenissen vanuit het Oude Testament,
van Johannes de Doper, van de 12 discipelen en
andere ooggetuigen. Vandaag horen we Jezus zelf
aan het woord. We luisteren samen naar het
evangelie van Johannes.
Evangelietekst: Johannes 10, 11-18
Homilie
Johannes schrijft zijn evangelie geruime tijd na
de andere evangelisten. Hij kan dus afstand
nemen, interpreteren, een andere invalshoek
belichten. Johannes probeert te vatten wat hem
en zijn mede-apostelen toch overkomen was. Wat
was toch Jezus' geheim? Wat had Hem toch
bezield, dat Hij van het begin af aan zo begaan
was met mensen die dat eigenlijk helemaal niet
verdienden?
Tegelijk schrijft Johannes voor de christenen in
een tijd van vervolging en wil hij voor hen een
blijde boodschap, een boodschap van hoop
brengen. Johannes is door en door Joods, en
grijpt in zijn evangelie voortdurend terug naar
het Oude Testament. Allemaal elementen die
verklaren waarom het Johannesevangelie vrij
sterk verschilt van de andere evangelies. We
leren bij Johannes een andere Jezus kennen dan
de Jezus die we vaak voor ogen hebben als we het
evangelie lezen. Niet de volkse man, gegroeid
vanuit zijn familie en gemeenschap, en iemand
die gaandeweg zijn missie begint op te nemen.
Jezus is de Zoon van God, was dat van en voor
alle tijden. Hoe moeten we dit verstaan, hoe zou
Johannes dit bedoeld hebben?
Johannes begint zijn evangelie met: "In het
begin was het Woord en het woord was bij God en
het woord was God." En verder lezen we: "het
woord is vlees geworden en het heeft onder ons
gewoond." God schept door te spreken en er is
een mens in wie Zijn Woord volledig is geworden.
Is dit een spoor ? Stof genoeg om verder over na
te denken.
Ik ben.
In ieder geval valt Jezus in de evangelietekst
van vandaag met de deur in huis: “Ik ben de
Goede Herder”. De uitspraak “Ik ben de Goede
Herder” is één van de 7 “Ik ben” uitspraken van
Jezus, in het Johannes evangelie.
Zoals reeds vermeld Johannes zijn lezers op
verschillende manieren overtuigen dat Jezus de
Messias is, de Zoon van God. De “Ik ben”
uitspraken zijn er één van de meest bijzondere
van, omdat de ‘Ik ben’ uitspraken allemaal
afkomstig zijn van Jezus zelf. Jezus zegt : Ik
ben het brood des levens’ (6:35); ‘Ik ben het
licht van de wereld’ (8:12); ‘Ik ben de deur der
schapen’ (10:7); ‘Ik ben de goede herder’
(10:11); ‘Ik ben de opstanding en het leven’
(11:25); ‘Ik ben de weg, de waarheid en het
leven’ (14:6); ‘Ik ben de ware wijnstok’ (15:1)
Opvallend bij al deze uitspraken is het gebruik
van een bepaald lidwoord en geen onbepaald
lidwoord. In het Grieks staat er “Ego eimi”
terwijl “Eimi” ook al “ik ben” betekent. Jezus zegt
daarmee dat Hij het brood des levens is en niet
“een” brood des levens. Hiermee benadrukt Jezus
zijn exclusieve positie; er is geen ander op wie
dergelijke uitspraken van toepassing kunnen
zijn. Hij is degene die onderhoudt, die
verlicht, die toegang verleent, die zorg draagt,
die leven schenkt, die leidt in de juiste
richting en die productief maakt. Hij alleen en
niemand anders. En daarmee stelt hij zichzelf
gelijk aan God. Het zelfstandig gebruik van de
woorden “ego eimi” verwijst naar de
Naam van God waarmee hij zich heeft
bekendgemaakt in het Oude Testament aan Mozes:
Ik ben, die Ik ben. Jezus toont hiermee aan dat
hij op gelijke voet staat met God: hij ís God.
Voor de Joden, die zeer vertrouwd waren met het
Oude Testament, was dit een zeer duidelijke
verwijzing.
Ik ben de Goede Herder.
“Ik ben de Goede Herder” zegt Jezus. Hij
is, exclusief, de Herder die de profeten hebben
aangekondigd. Jezus noemt zich echter niet de
“ware” Herder zoals Hij wel doet voor het licht,
het brood, of de wijnstok. Woord voor woord zegt
Jezus: “Ik, ik ben de herder, de mooie”. In het
Grieks staat er “kalos”. Dat woord
heeft niet de betekenis van een aardige
zachtheid, zoals het in allerlei afbeeldingen
gebruikt wordt. In het Nieuwe Testament drukt ‘kalos’
de kwaliteit uit van iets of iemand die perfect
borg staat voor zijn functie. Een herder in de
bijbelse zin is iemand die:
- samenbrengt en samenhoudt; het
tegenovergestelde van iemand die verstrooit en
tweedracht zaait en ruzie stookt in de stal.
- zich over het zwakke ontfermt, en de
achtergeblevene opwacht en verder helpt. Iemand
die niet zegt : “het is spijtig, maar we moeten
verder”. De echte herder gaat zelfs een stap
terug als toch maar iedereen bijblijft.
- de belofte levend houdt aan een “beloofd” land
- zich op zeer persoonlijke wijze het lot van
zijn schapen aantrekt.
- vooropgaat en leiding geeft met de zachte
kracht van de liefde. Hij loopt niet achteraan
en houdt alles een beetje in de gaten, maar
neemt deel aan de tocht, gaat voorop en
trotseert zelf de gevaren.
Ik mag in die kudde volop mijzelf zijn. De
herder laat verdwalen, maar haalt wel terug bij
: hij geeft de vrijheid om over de schreef te
gaan en hij sluit niet op. De poort van de stal
blijft open. De leiding wordt niet met ijzeren
vuist gegeven.
De schapen herkennen de herder aan zijn
stem.
De schapen in de tijd van Jezus herkenden hun
herder aan zijn stem. Tussen de schapen en de
herder was er een hechte verbondenheid, ze
kenden en herkenden elkaar. De speciale relatie
tussen herder en schapen wordt benadrukt door de
tegenstelling met de huurling die bij gevaar op
de vlucht slaat. De Herder zorgt voor wie Hem
zijn toevertrouwd. We moeten dit verstaan als:
Jezus houdt vast aan de opdracht die hij van de
Vader heeft ontvangen, zelfs in het aangezicht
van de dood. Op deze manier opent hij het leven
voor de gelovigen. Dit werpt een bijzonder licht
op de dood van Jezus: zijn terugkeer naar de
Vader, de trouw aan zijn missie zijn bewijzen
van zorg voor de gelovigen.
Als herder heeft Jezus een unieke band met elk
van zijn schapen, met elk van ons. Jezus zegt :
Ik ken de mijnen en de mijnen kennen mij.
‘Iemand kennen’ drukt in de Bijbel een intieme
relatie uit tussen twee personen. In het
evangelie van Johannes is de relatie tussen God
de Vader en Jezus, zijn Zoon, zo een wederzijds
kennen, die nog veel sterker omschreven kan
worden als “één zijn”. Die eenheid is er ook
tussen Christus en de mensen. Het gaat niet over
een relatie tussen Christus en ons, een brug
over een afstand. Het gaat over een unieke band
en over de eenheid van het “in”-zijn. Er is
Iemand, en Hij zorgt. Het leven heeft een
Herder, en wij mogen ons bij Hem geborgen weten.
“God is mijn Herder, ‘k ben veilig bij Hem”. We
zingen samen deze prachtige psalm 23.
Psalm 23 (Lied 723B): "De Heer is mijn
herder" – (samen gelezen)
Offerande – muziek: Cantate BWV 85 “Ich
bin ein guter Hirt”- Jesus
ist ein guter Hirt (aria) CD38 –
track 14
Lied 149 – "Oergebaar"
Groot dankgebed: “Gij zijt het” – tafelgebed
voor de Paastijd
Acclamatie : 143 – "Onze weg"
Onze Vader + vredeswens
Communie – muziek: Cantate BWV 85 “Ich bin ein
guter Hirt” - Der Herr ist mein getreuer Hirt
(Choral) CD38 – track 15
Communielied 317: “Die meegaat met
mensen”
Gebed
Gij
hebt, o God, Ons en onze wereld
Uit de verduistering opgericht.
Want Hij, uw geliefde en gezalfde,
Heeft ons een weg gebaand door het diepe
donker.
En nog geeft de vreugde van Pasen ons moed.
Laat ons uw vertrouwelingen zijn,
Kind aan huis bij U,
En geef ons blijdschap die stand houdt.
Bij onze naam zijn wij gekend,
Tot vrijheid geroepen
En met ontferming voorgegaan door Jezus
Messias,
Die herder en hoeder van mensen.
Geef ons vertrouwen om te gaan
En zijn spoor te volgen. (S. de Vries)
Aankondigingen
en zegen
Bronnen:
Archief Filosofenfontein; Archief Preek van de
week
stilzijnmetjohannes.wordpress.com
Bijbel in 1000 seconden,
Johannes de Ziener – het evangelie, de
brieven en de openbaring – Jan
Nieuwenhuis
|