------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





1 november 2017:

                       Allerheiligen

Marcel Braekers, o.p.

Openingszang 410: “De heiligen ons voorgegaan”

Begroeting


Een dichter die mij al jaren fascineert is R.M. Rilke. Niet alleen omwille van zijn perfecte beheersing van de Duitse taal en muzikaliteit in zijn gedichten, maar zeker zoveel om de heel persoonlijke weg die hij ging. Zijn visie op God en mens en zijn kijk op leven en dood maakten in de laatste periode van zijn leven een hele evolutie door. In een brief aan Witold Hulewicz schrijft hij:

De dood is de van ons afgewende, door ons niet belichte kant van het leven: wij moeten proberen het meest intense bewustzijn van ons leven te realiseren, dat in beide onbegrensde rijken thuis is, uit beide onuitputtelijk gevoed. (R.M.Rilke, De elegieën van Duino p. 106)

De dood is de van ons afgewende kant van het leven en het is voor ons een opdracht leven en dood samen te beleven in het Nu. Dat is straffe taal, maar ook intrigerend, want de dood en alles wat daarna komt houden we liefst ver van ons af, zoals we ook de doden op een afgelegen stille plek hebben afgezonderd. Leven en dood tegelijk beleven doet me een beetje denken aan wat sint Paulus schreef aan de Filippenzen:

Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk worden in zijn dood. (Filippenzen 3,10)

Leven en dood als in elkaar verstrengelde ervaringen. Voor ons Westerlingen is dat een moeilijke gedachte, want wij denken lineair: van hier naar ginder, van nu naar later, van leven naar de dood die dan een bedreiging is voor dat leven. Het Chinese Boek van de Veranderingen denkt en kijkt vanuit het Yin–Yang model: het leven is niets anders dan die grote, zich altijd herhalende cyclus van leven en dood, van eeuwige terugkeer en voortgang. In alles zit immers een kern van het tegengestelde. Extraverte mensen voelen zich aangetrokken tot introverte en omgekeerd. In de winter maken de knoppen van de bomen zich gereed om in de lente open te breken. Alles bestaat uit dualiteiten die elkaar oproepen en elkaar aanvullen. Ik vind die visie fascinerend, want ze geeft aan het leven een diepe rust. Ook in onze Westerse wereld kennen we mensen die een beetje in dezelfde richting leven. Zowel Rilke als Paulus spreken over sterven midden in het leven. Nu kan je dat wel zeggen, maar hoe dit beleven? Bij die gedachte wil ik op dit feest van Allerheiligen wat langer stilstaan.

Lied 410, 3

Het land van ooit

Slechts uit de verte zagen zij,
Die ons zijn voorgegaan.
Op hoop van zegen gingen zij,
Droegen zichzelf als stenen aan
Voor de beloofde stad, waarvan
De fundamenten lang
Al in Gods eigen dromen staan.

Zij hebben naar het land gezocht
Waar vrede daglicht is.
Hun leven was een blijvend nee
Tegen de nacht van duisternis,
Tegen de angst die mensen knecht.
Hun wortels nooit gehecht
In wat alom voorhanden is.

Als vreemdelingen gaandeweg
Vervolgen wij hun spoor.
Zij zijn gestorven met de droom.
Wij zoeken nog, geven gehoor
De Stem, die hen geroepen had
Naar de gedroomde stad,
Want nog gaat God ons daarheen voor.      (S. de Vries)

Lied 315: “Wat ik gewild heb”
Openbaring 20,11-21,7

Lied 417: “Tegen de dood”
Johannes 14,27 – 31
Refrein 130: “Alleluia”

Homilie

Wat kan ik mij voorstellen bij de idee dat leven en dood tezamen horen?
Het eerste dat ik daarbij bedenk is dat de dood altijd al werkzaam is in ons leven, omdat we elke dag geconfronteerd worden met ‘noodzakelijk verlies’. Fysiek, mentaal, in onze relaties: voortdurend moeten we iets of iemand prijs geven. Soms veel te vroeg, onverdiend en onrechtvaardig, soms als een stil en geleidelijk afscheid. Gelukkig kunnen we ook elke dag nieuwe dingen winnen, nieuwe mensen, nieuwe ervaringen, of een onverwacht geluk. Zo staan we in het Nu als een verzamelpunt waar leven en dood elkaar ontmoeten en zelfs elkaar kunnen bevruchten.

Verliezen en winnen, sterven en geboren worden horen samen. De toekomst hoort bij het verleden en omgekeerd. De doden horen bij de levenden en de levenden bij de doden. Pasen en Kerstmis vormen een eenheid. Op de Russische iconen die de geboorte van Jezus tonen, zie je dat Jezus niet in een kribbe maar in een stenen graf wordt gelegd. Want zijn geboorte en dood roepen elkaar op. Is dat ook niet de kern van wat wij vandaag vieren? Dat allen die ons voorgingen met ons verbonden zijn: wij met hen en zij met ons? Dat is maar denkbaar als die band iets overstijgend heeft, iets of iemand die alles omvat.

Het brengt me terug bij de lezing uit het boek van de Openbaring en bij de auteur van het vierde evangelie. Voor Johannes (laat ik hem zomaar noemen) draait alles rond die zee van liefde. Het licht dat meer en anders is dan de zon of de maan. De wijnstok waarop allen zijn geënt. De stem van de Herder die iedereen roept en voor ons uittrekt. Johannes leefde vanuit de overtuiging dat heel de werkelijkheid gedragen wordt door een kracht die alle tegenstellingen overstijgt en ze verbindt zonder die band te willen opdringen.
Heel de afscheidsrede is één groot, weemoedig gebed, opdat de leerlingen één zouden zijn. Verbonden in Christus en via Hem in de Vader.

Rilke droomde in zijn latere werk over een ‘engel’. Niet in de klassieke betekenis van het woord als dat onaardse wezen, maar de engel als de sterke mens die de twee werelden van leven en dood samenbindt. Mensen die zo kunnen leven zijn voor anderen een helende kracht. En in de Sonnetten aan Orpheus beschrijft Rilke hoe de muziek de dood kan vermurwen en zelfs het bitterste lot kan doen keren. Alhoewel ook Orpheus faalt en de tol van de hoogmoed moet betalen.

Johannes en in zijn spoor heel het christendom belijdt dat er een God is die leven en dood samenhoudt, die de kwetsbaarheid en het verdriet niet uit de weg gaat, maar aanwezig is als de Ontwijkende, aanwezig terwijl Hij plaats maakt voor de autonomie van ieder van ons. In Hem zijn de doden geborgen, en in Hem kan alle leven een grond vinden. Een Grond die tegelijk Afgrond is en wijst naar de afwezigen en de dood. Vandaag op dit feest van Allerheiligen vieren wij dat die God alles draagt en geborgen houdt in zijn hand. ‘of wij leven of sterven, Hem behoren wij toe’.

Tijdens dankgebed 414: “Voor uw aangezicht”
Na de communie 415: “Laat niet verloren gaan”

------