------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





4 juni: Pinksteren

                 Een Kerk onderweg

Marcel Braekers

Openingszang 394: “Spreek opdat woorden zich ontvouwen”

Begroeting


Vandaag vieren we het feest dat voor veel christenen als het mooiste van alle feesten wordt ervaren: Pinksteren of het neerdalen van de Geest over de leerlingen. Pinksteren of pentecostè (vijftig) is de voltooiing van de Jezus-geschiedenis. Hij die in woord en daad had getuigd van Gods grootheid en nabijheid, stierf voor zijn overtuiging op het kruis, Hij werd door God voorbij de dood opgenomen in zijn liefde, maar keerde terug als gave en als inspiratie over zijn leerlingen. Zoals het Joodse volk eens op de vijftigste dag op de Sinaï de 10 geboden ontving, zo ontvangt nu de nieuwe gemeente geen geboden, maar het liefdesvuur als gave en opdracht, de nieuwe alles beheersende wet met de inspiratie van de Geest. Het wordt de universele taal waarin voortaan alle mensen de oproep van Petrus horen.
Op het feest van Hemelvaart vierden we hoe Jezus zegenend afscheid nam van zijn leerlingen. Vandaag vieren we dat wij als gemeenschap in zijn naam elkaar zegenen en over elkaar de Geest afroepen. Laten we daarom in een grote kring heel de kerkruimte vullen en elkaar zegenen terwijl we lied 390 zingen.

Lied 390: “Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer”

Gebed

Stort uw geest uit
Over jong en oud
Over man en vrouw
Over hoog en laag
Over west en oost

Stort uw vuur uit
In het hart van de mensen
In de mond van de mensen
In de handen der mensen

Zend uw adem neer
Over hen die geloven
Over allen die twijfelen
Over allen die liefhebben
Over allen die eenzaam zijn

Stort uw vuur uit
Over de woorden der mensen
Over het zwijgen der mensen
Over de talen der mensen
Over de liederen der mensen

Zend uw adem neer
Over allen die toekomst bouwen
Over hen die het goede bewaren
Over hen die het leven behoeden
Over allen die schoonheid scheppen

Stort uw geest uit
Over de huizen der mensen
Over de steden der mensen
Over de wereld der mensen
Over alle mensen van goede wil

Hier en nu
Over ons
Stort uw geest uit           (F. Cromphout)

Pinksterverhaal – in: Nico ter Linden, Koning op een ezel, p. 229-231

Lied 370: “Een weg durven gaan”

Homilie


Toen God aan Mozes de 10 geboden gaf, kwamen engelen uit de hemel, die de 10 woorden vertaalden in alle talen van de wereld (70 talen omdat men dacht dat er slechts 70 waren, Westvlaams niet meegerekend) en zo kon iedereen kennis nemen van de grondbeginselen van het leven, zo vertelden de rabbijnen aan hun volksgenoten. Tegenover de spraakverwarring rond de toren van Babel waar mensen door hoogmoed uit elkaar werden gedreven, stonden de Tien Woorden als basisregels om rechtvaardig en in vertrouwen met God en met elkaar te leven.

Het is tegen deze achtergrond dat Lucas een verhaal componeerde om het begin van de jonge kerk te beschrijven. Lucas verbindt het verhaal van de toren van Babel met de verschijning van God op de Sinaï en vertelt zo wat gebeurt met Pinksteren. Net als op de berg Sinaï was er een hevig onweer met donder en bliksem en felle wind. Er verzamelden zich mensen van overal ter wereld rond de plaats van samenkomst, waar een groep van begeesterde leerlingen zongen en door elkaar riepen. Het leek op een grote chaos, en toch kon iedereen hen in zijn eigen taal verstaan. In plaats van angstig opgesloten te treuren om het verlies van hun leider stapte hier een groep bezielde mannen en vrouwen naar buiten om te getuigen wat volgens hen de kern van het geloof is.

Nico ter Linden verwoordt het heel mooi in zijn herschrijving van het Pinksterwonder: de geest van God, die vanaf het begin als scheppende geest werkzaam was, diezelfde geest die Mozes en de profeten had bezield, de geest die als bron van inspiratie Jezus had geleid, diezelfde geest keerde in hen terug en wil voortaan overal ter wereld mensen bezielen. Het Pinksterverhaal is dus net zoals de Hemelvaart een mythisch-poëtisch verhaal om te getuigen van de overweldigende kracht als God mensen bezielt.

Dat is mooi gezegd, maar waar staan we vandaag? Eerlijk gezegd: ik ben er rotsvast van overtuigd dat we in een fundamentele overgangsfase zitten waarin we niet beseffen hoe snel alles zal evolueren. Dat geldt voor de evolutie in het wereldgebeuren (denk maar aan de bestrijding van IS, de opkomst van China met de nieuwe zijderoute, de breuk tussen Trump en de Europese leiders, enz.) en zeker ook voor de weg die onze Kerk zal gaan. Statistici berekenden dat tegen 2030 er nog 250 priesters in Vlaanderen zullen zijn. Ik vermoed dat men spreekt over parochiepriesters. Van die 250 moet je er een aantal aftrekken die bisschop, hulpbisschop of vicaris worden. Daarbij staat niet vermeld welke leeftijd die kleine rest nog heeft. Toch blijft men vanuit kerkelijk beleid vasthouden aan de klerikale ordening van de gemeenschap. De sacramenten mogen alleen door gewijde priesters worden toegediend en dan bedoelen we celibataire mannen die na een opleiding van minstens 6 jaar inzetbaar zijn op allerlei plaatsen. Een lekenpastor mag in het ziekenhuis mensen voorbereiden op de ziekenzalving, maar uiteindelijk moet men een meestal gepensioneerde priester zoeken om het sacrament toe te dienen. Hetzelfde geldt voor de voorbereiding van een doop en huwelijk. Men vergeet dat tot de 10e eeuw een huwelijk plaats had tussen twee families zonder dat er een priester bij te pas kwam.

Schillebeeckx wijst in zijn boek over het priesterschap erop hoe er een fundamentele verandering plaats vond toen men het priesterschap als een wijding ging zien los van een concrete gemeenschap. Priesterschap werd een ambt met een universele betekenis of macht. De priester kon vanaf dan overal ingezet worden en ging alle functies naar zich toetrekken. Eigenlijk blijft men zo denken tot vandaag wat leidt tot een onhoudbare situatie. Het heeft tot gevolg dat allerlei onderhuidse bewegingen ontstaan ofwel dat mensen los van de sacramenten hun eigen spirituele weg zoeken. Eerste vervreemding.

Om het gemeenschapskarakter te redden zijn in de voorbije jaren allerlei fusieprojecten gegroeid. Eerst was er de fusie van parochies, dan ontstonden federaties en nu zijn er de zones. Natuurlijk gegroeide gemeenschappen worden dooreen geschud en samengevoegd zoals de planeconomie in de tijd van communistisch Rusland. De verwevenheid van geloven met het alledaagse leven gaat zo verloren. Tweede vervreemding.

Na de turbulenties van de zestigerjaren komen allerlei processies, zegeningen van huisdieren en voertuigen, en heiligenvereringen terug als paddenstoelen uit de grond. Nu heb ik niets tegen folklore want ook dat is een uiting van verwevenheid van geloof met allerlei gebruiken en tradities. Maar het blijft beperkt tot folklore. Zijn trouwens ook niet een aantal kerkelijke vieringen zoals ze nu verlopen te herleiden tot wat Anton Houtepen noemde ‘cultureel christendom’? Derde vervreemding.

Waar vind je nog spirituele centra? Ik bedoel dan plaatsen waar los van een lokale gemeenschap iets anders dan een eucharistie wordt aangeboden, maar waar ruimte is voor verdieping, voor het ontdekken van een spirituele weg via meditatie, reflectie of gewoon stilte en ontmoeting? Wil men praktisch en financieel investeren in intellectueel beslagen gelovigen die het gesprek kunnen aangaan met de wetenschap, met het sociaal en economisch beleid zoals uitgestippeld door een neoliberale politieke klasse.

We vieren vandaag Pinksteren en ik zou hopen dat we het feest van ‘een Nieuw Begin’ zouden mogen vieren. Organisatorisch hinkt men wat beleid betreft achter de feiten aan en zijn alle genomen maatregelen reeds achterhaald voor ze goed op papier staan. Is er een uitweg? Ik denk het wel, maar het vraag veel moed om hem in te slaan. Ik weet niet of het nog mogelijk is, maar men zou opnieuw de natuurlijke entiteiten moeten proberen te herstellen. Dus, daar waar een groep rond een leefkern bestaat, zou men opnieuw een religieuze gemeenschap moeten oprichten met aan het hoofd een man of vrouw door die gemeenschap voorgedragen als voorganger en bevestigd door de bisschop. Men zou moeten investeren in mensen die een opdracht van studie en vorming krijgen. Men zou moeten nadenken over bijzondere spirituele plaatsen met een eigen mystieke aantrekkelijkheid waar enkelingen of groepen kunnen thuis komen of zich verdiepen. Maar boven alles zou onze kerk moeten durven geloven in het priesterschap van de gelovigen en in de uitstorting van de Geest over allen. Het zou aan de kerk een nieuwe geloofwaardigheid en frisheid geven waardoor ze weer aantrekkelijk wordt.

Groot dankgebed
Tijdens groot dankgebed refrein 140: “Veni Sancte Spiritus”

P. Heilige Geest van God
Wij openen ons hart voor U, in ontvankelijkheid,
Om te verstaan
Hoe diep en ongezien Gij overal aanwezig zijt.
Gij zijt de lucht die wij ademen,
De verte waarin wij turen,
De ruimte die ons gegeven is.
Gij zijt het vriendelijk licht,
Waarin mensen voor elkaar aantrekkelijk zijn.

Wij bidden U, scheppende geest van God,
Voltooi het werk dat Gij begonnen zijt ;
Voorkom het kwaad dat wij kunnen aanrichten,
En beweeg ons tot het goede : tot trouw en geduld,
Tot mededogen en zachtmoedigheid ;
Ontsteek in ons de vriendschap voor alles wat leeft
En de vreugde om wat goed en menselijk is. (refrein)

P. Alles wat leeft ontvangt zijn groeikracht van U,
Vreemd en onbenoembaar is uw werking,
Diep verborgen in ieder van ons
Als een gist, een zaad van vuur.
Onze levenswil zijt Gij,
De liefde die ons vasthoudt hier op aarde,
En die ons bindt aan onze God.

Gij spoort ons aan om tot het einde te gaan
En alles uit te houden,
Om alles te verdragen, om alles te hopen,
Zoals liefde doet. (refrein)

P. Gij spreekt in alle stilte
En alle talen vertolken U.
Van alle woorden zijt Gij de waarheid
Hun duurzaamheid, de troost die zij schenken.
En ieder die ontvankelijk is mag u verstaan in zijn eigen taal
In zijn eigen leven.

Geef ons dan woorden in de mond
Die troosten en verlichten,
Maak ons bedacht op recht en gerechtigheid
Zucht in ons naar een nieuwe schepping.
Geef richting aan ons hart en ons geloof,
Geef vruchtbaarheid aan ons zwoegen en denken,
Geef ons het brood van de vrede. (refrein)

P. Gij zijt de adem en de gloed
Waarmee het woord van God gesproken wordt,
De wind waarop het evangelie wordt gedragen
Tot waar en wie dan ook.
Het is uw werk, het wonder van uw inspiratie
Wanneer er mensen zijn die ondervinden
Dat Jezus lééft.

Instellingswoorden

P. Gij zijt de geest die levend maakt en bevrijdt –
Gevaarlijk en meeslepend
Voor allen die zich vastklampen aan hun goed en bloed.
Belofte zijt gij en onzekerheid,
Armoede zijt Gij en genade.
Waar Gij komt brengt Gij de vergeving der zonden.
Zo zijt Gij uitgestort over deze wereld,
Zo wordt Gij nog vandaag, gezonden tot de Kerk
Die, vormeloos en verweesd, een nieuw begin van U verwacht.

Wij bidden U: wek ons ten leven
Zoals Gij in den beginnen
De mens bezield en begenadigd hebt
Zoals Gij Jezus onze brioeder
Van de doden hebt opgewekt.
Maak ons vuur van uw vuur
En licht van uw licht,
Zoals in U de zoon der mensen, Jezus Christus,
Licht is van het eeuwige licht en God van God,
Vandaag en alle dagen
Tot in eeuwigheid. Amen (refrein)           (H. Oosterhuis
)

Na de communie lied 392: “De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt”

Gebed

Dit is de dag, Heer God,
Dat Gij uw levensadem aan deze wereld geeft,
Dat Gij een vuur van liefde in mensen ontsteekt.
Op deze dag worden wij bijeengeroepen
Om uw kerk te zijn:
Mannen en vrouwen, jong en oud, zwakken en sterken,
Allen verschillend,
Maar onmisbaar voor elkaar,
Want allen delen wij in dat ene lichaam,
Bezield door uw kracht.

Kom daarom over ons, heiligende Geest
Verwarm wat koud is,
Inspireer onze zoektocht naar gerechtigheid,
Behoed de groeikracht in mensen.
Gij, Geest ons eens en altijd opnieuw gegeven. Amen

------