------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





15 april 2017: Paasnacht

               Hoop alomtegenwoordig

Kris Gelaude

Gezegend die staat aan het begin
en aan het einde van ons bestaan.
Maar die ook met ons op weg gaat,
als Vader, Zoon en h. Geest.

Openingswoorden

In de stilte van deze nacht,
zo kwetsbaar als we zijn,
zoeken onze ogen naar het wakende licht.
Mogen wij ons bewust worden van het mysterie
dat plaats vindt in ons leven.

Solozang: Lied 374: “Zilveren poolster”

In de stilte van deze nacht,
midden de chaos en de duisternis van onze wereld,
wenden wij ons naar het vaderlijke licht.
Moge het diep vertrouwen in ons wekken
om zonder angst te leven.
Laten wij daarom opstaan en samen zingen:

Lied 374: ‘Zilveren poolster... Eeuwige vlam van vrede, ontsteek in ons uw vrede...’

De scheppingsnacht

Het is gebeurd, in de nacht van het begin,
toen al wat leeg en kil en donker was
van krachtig licht doordrongen werd.
En in de dode stof ontkiemde duizendvoudig leven.
De scheppingsnacht van ons bestaan,
waarin iedere mens de waardigheid wordt toegezegd
om leven te behoeden als een onaantastbaar goed.
En het zo door te geven, onvoorwaardelijk.
Een eerste vonk van eeuwigheid,
want niets van wat met goddelijke scheppingskracht is aangeraakt,
kan voor de dood bestemd zijn.

Lezing: Genesis 1
Lied 268: “In den beginne”

De uittochtnacht

Het is gebeurd, in de nacht van knechtschap en van slavernij,
dat mensen opkeken boven hun nietigheid en lijden uit.
Zij zochten en zij vonden samen het vermogen
om ketenen van angst te breken.
Er werd een droom gewekt, een stem gehoord,
een naam als een verbond ‘Ik zal er zijn’.
Toen heeft de honger naar bevrijding hen doen gaan,
verbonden als één volk,
doorheen het water van de dood, naar goed, gezegend land.
Een weg die elke mens moet gaan,
bevrijd van alles wat geen leven wekt,
in zacht vertrouwen op die Ene.

Lezing: Ex. 14, Klink, Bijbel voor kinderen, p. 138-140
Lied 317: “Die meegaat met mensen”


Niets is denkbaar, geen enkel bestaan, zonder levend water. Als symbool daarvan wordt nu het water gezegend. Daarna gaan we naar buiten, bij het aangestoken vuur. Wij zegenen het en ontvangen het licht om het in al zijn betekenissen aan elkaar door te geven en als een ondoofbare vlam in ons diepste binnenste te bewaren.

Zegening van het water

Allen: Water uit de hemel en van de diepste oceanen,
vruchtwater dat het vroegste leven draagt,
dat groeikracht geeft
en onze diepste dorst lest,
wek eerbied en heilig ontzag in ons.
Was ons, maak ons schoon
en vrij van alles
wat lichaam en geest bezoedelt.
Voorganger: Gij met uw goddelijke hand,
zegen (+) dit water van uw schepping.
Trek als een bronader door ons,
zoals Gij heb gedaan in Jezus.
En ga met ons, als met uw volk destijds,
dat nergens grond onder de voeten had,
doorheen het water
naar een land om eeuwig te verblijven.

Mogen allen die zich tekenen met dit water
volstromen van U en van elkaar.
En zo bezielers worden van een nieuwe schepping.

Zegening van het vuur

Goddelijke bron van wat bezielt en leven geeft,
zegen het nieuwe vuur hier in ons midden.
Gij zijt het toch die vuur in ons wilt aansteken
om licht en warmte
van ons bezit te laten nemen,
zodat wij worden als geliefden.
Eindelijk mensen naar uw beeld,
die durven leven zonder angst
en op uw licht vertrouwen
om onze weg te gaan.
Ook wanneer duisternis ons overvalt.
Wek deze droom in ons, zodat wij nieuw worden,
herboren in Jezus, uw zoon.
Uw toekomstmens. Uw meest geliefde.

Doorgeven van het licht
         3 x zingen: "Licht van Christus – Heer wij danken U."
Evangelielezing: Mt. 28,1-10
         Lied 365: “Lied aan het licht”

Kaarsjes worden naar voor gebracht
Lied 128: “Heel het duister is vol van luister”

Duiding


Eén van de paasbezinningen die ik jaarlijks schrijf, ben ik ooit begonnen met deze woorden:
   ‘Geen andere weg te gaan naar Pasen
    dan die van het laatste maal,
    de bangste nacht, de stilste klacht,
    lief licht gedoofd in ogen.
    En toch is dit geen einde....’

Nadien kreeg ik de commentaar dat mijn tekst sterker zou geweest zijn, als de aanzet minder zwaarmoedig zou klinken. Alsof Pasen in eerste instantie een goed gevoel moet wekken, waardoor alles wat vooraf ging kan vergeten worden.
Ik denk nochtans dat het paasgebeuren ons laat ervaren, meer dan om het even welk ander moment, dat vreugde en verdriet, kracht en onmacht, leven en sterven, hun volle betekenis kunnen krijgen, precies door ze te verbinden met elkaar. Zo kan een nieuwe heelheid ontstaan, die de gebrokenheid overtreft.

Licht, vooral het Paaslicht kan pas door ons heen schijnen, mits we zelf zoeken naar zo’n heelheid en transparantie. En daaronder versta ik dan: onbevangen durven leven, hier en nu. Maar je tegelijk ook oprecht laten betrekken bij die andere werkelijkheid, die het leven afbreekt. Bij het lijden van de ontelbare stervende mensen in Zuid-Soedan, Somalië, Nigeria, Jemen. Dat van de vluchtelingen die omkomen onderweg. Dat van hen voor wie leven geen leven meer is, in Syrië, Irak.... enz. Er zijn zovele graven waar niemand kan bij treuren en grafstenen die moeten weggerold worden. Het lijden blijft alomtegenwoordig. En het is waar, geen van ons kan deze werkelijkheid zomaar ombuigen. Maar toch kunnen wij zo leven en zo met elkaar omgaan, dat ook de hoop alomtegenwoordig kan zijn.

Pasen is voor mij het feest dat ons boven onze eigen concrete werkelijkheid doet uitkijken en iedere keer opnieuw doet zeggen: ‘En toch’. Als wij erop durven vertrouwen dat wij niet aan onszelf en aan de dood overgeleverd zijn, dan zullen wij ook de kracht vinden om onszelf en elkaar – zelfs na de diepste wanhoop – weer op te richten. De verrijzenisverhalen willen ons niet alleen spreken over Gods nabijheid in de dood, maar ons er eveneens van overtuigen dat wij zo kunnen leven dat de dood ons niet meer terroriseert. Ook in dit bestaan kunnen wij de dood zijn macht ontnemen, door mensen te worden die zich niet neerleggen bij de feiten, maar die op een goddelijke manier trachten te leven. En die zo met elkaar omgaan, dat er telkens weer momenten zijn waarop het dodelijke uit de wereld wordt geholpen.

In zijn boek Vrienden voor het leven schrijft Oosterhuis: ‘Jezus zou nooit ‘de verrezene’ zijn genoemd, als mensen niet in hem gezien hadden hoe hij de dood weerstond toen hij nog leefde; dat iets in hem sterker was dan de dood. – Iets in hem? God in hem.’
Heel zeker, het verrijzenismysterie overtreft al onze voorstellingen. En toch voltrekt het zich soms verrassend dichtbij. In heel gewone mensen.
Zoals het gebeurde in die nacht van stukgeslagen dromen, van dood en van ontreddering, toen een paar vrouwen, gedreven door de intuïtie van de liefde, terug gegaan zijn naar de plek waar alles was geëindigd, waar Jezus’ dode lichaam lag. Want zij wilden het leven verder dragen. Stapstenen zoeken tussen wat voorbij was en de weg van nu en morgen.

En het gebeurt ook hier onder ons. Dat lees ik in de woorden van Mohamed El Bachiri, wiens geliefde omkwam bij de aanslagen op Zaventem, wanneer hij oproept tot een jihad van liefde. ‘Een jihad die mij aanspoort om naar de ander toe te gaan, de broeder die van mij verschilt, met warmte, met begrip en empathie.’
Zo zie ik het evenzeer gebeuren overal waar mensen, ondanks kwetsuren en gemis, een zacht vertrouwen vinden om op te staan en om hun armen en hun hart opnieuw te openen voor wat komt en voor elkaar.

De situatie in de wereld is weinig bemoedigend vandaag. Maar juist daarom roept dit verrijzenisfeest ons meer dan ooit op, om op te staan en met elkaar leven te delen waar geen dood tegenop kan. Dan zal het paaslicht door kieren en spleten breken. Dan zal hoop de angst als een grafsteen opzij rollen. En zullen wij met overtuiging kunnen zingen: ‘Sta op. Vreest niet. Als een levende gaat Hij u voor’.

Lied 369: “Als een levende gaat Hij u voor”

Hernieuwen van de doopbelofte

Verrijzenis vieren betekent kiezen voor het Leven.
Laten wij die keuze bevestigen door samen onze doopbelofte te hernieuwen.

Voorganger: Dankzij de liefde die ons heeft gedragen
en door de doop met water en geest,
staat sinds het begin Gods naam in ons bestaan geschreven.
In deze nacht worden wij uitgenodigd
om uit vrije wil opnieuw ons woord te geven,
aan Hem die eerste is en laatste,
God van de hele schepping, God van Jezus.

Allen:
Ik zal de schepping liefhebben en haar behoeden.
Ik zal niet rusten zolang onrecht deze wereld verscheurt.
Ik zal met liefde en met vertrouwen
mijn eigen wereld eindeloos proberen te herscheppen.
Ik geloof in een goddelijke kracht
die al het verstoorde en gekwetste kan helen en voltooien.
Ik wil daarvan een levend teken zijn,
met zorg en eerbied voor iedereen en alles op mijn weg.
Ik zal wat mij gegeven is niet toeëigenen,
geen voorrecht opeisen, maar voorrang bieden
aan de kwetsbaarsten, zodat zij waardig kunnen opstaan.
Ik wil het uitspreken en het ten einde toe herhalen
dat Jezus onze weg en onze hoop is.
Dat ik Hem wil herkennen in de mens naast mij.
Dat de woorden die Hij heeft gesproken
mij tot waarheid roepen en tot leven.
En dat zijn geest, die ons gezonden wordt,
mij kracht zal geven waar en zoals nodig is.

Lied 366: “Dat wij volstromen met levensadem”
Offerande
Lied 149: “Oergebaar”
Tafelgebed: “Gij zijt het”, met gezongen acclamatie
Onze Vader
Communie
Communielied: nr. 371: “Hou me niet vast”

Slotbezinning

Licht uit de hemel.
Licht door de wolken.
Licht aan mijn voeten.
Licht in de nacht.
Licht dat blijft stromen.
Licht in jouw ogen.
Licht soms in woorden.
Licht hier vanbinnen.
Licht dat overal tegemoetkomt.
Licht dat alles omhoog trekt.
Licht dat altijd blijft voorgaan.
Licht dat wendt naar het leven.

Eerste en laatste.
Mijn waarborg.
Mijn troost.              (Kris Gelaude)

Zegening

------