------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




15 januari 2017:

       Zie het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt

Ides Nicaise

Inleiding


De ijskreem van mijn moeder was wereldberoemd. Het was een artisanaal recept, waarvan we gelukkig na haar overlijden een klein manuscript vonden op een verkreukt blaadje, ergens tussen een kookboek. Ze verkocht dat ijs niet, maar bij elk groot feest bij familie of vrienden gaf ze een opgemaakte ijstaart cadeau. Bij huwelijken stonden er twee duifjes in ijskreem bovenop; bij eerste of plechtige communies een lammetje. En het bloed van dat lam smaakte heerlijk naar frambozensiroop.
Als kind heb ik die symboliek nooit in vraag gesteld: de essentie was de smulpartij. Maar, sorry mensen, vandaag zet ik die zoetigheid opzij en wordt het ernst. Want we lezen eerst een stuk uit Jesaja over de lijdende dienaar van Jahwe, en vervolgens een passage uit het Johannesevangelie waarin Jezus het Lam Gods genoemd wordt – voor veel mensen een onbegrijpelijk tragisch beeld waar je ongemakkelijk van wordt. Ik heb zelf nog zelden zo met bijbelteksten geworsteld als met die van vandaag.

Openingslied 103: "Gezegend deze dag"

Openingsgebed

Hoe onbestaanbaar zijt Gij, God,
Hoe onbereikbaar onbegrijpelijk
Hoe bovenmenselijk kwetsbaar
Wie durft dit te bedenken
Uw liefste Zoon, uw Dienaar,
Mens van liefde zonder maat
Verraden afgeranseld
Bespot verminkt gebroken
Lam Gods afgeslacht
Uitschot, vals beschuldigd
Weerloos woordloos
In de dood gestort
Dit nooit meer, God
Wij kunnen het niet aan
Druk hem op ons hart
Een mensenbroeder
Om nooit meer te vergeten.

Eerste lezing: Jesaja 52:13 – 53:12

52:13 Zie, mijn knecht zal slagen, hij zal oprijzen en hoog, zeer hoog verheven zijn. 14 Er was een tijd dat velen ontzet over u stonden, - zijn verschijning was onmenselijk geschonden, en zijn uiterlijk had niets meer van een mensenkind, 15 maar eens zal hij vele volkeren doen opschrikken, dan sluiten koningen om hem hun mond, omdat zij zien wat hen niet is voorzegd, en iets opmerken waarvan ze nooit hebben gehoord.
53:1`Wie heeft er geloofd in wat wij hebben gehoord, en aan wie is Jahwe's arm getoond?' (...) 4 Waarlijk, het waren onze ziekten die hij op zich nam, en onze smarten, die hij heeft gedragen; wij echter beschouwden hem als een geslagene, door God gekastijd en vernederd. (...) 7 Hij werd gefolterd en diep vernederd, maar heeft zijn mond niet geopend, zoals een lam dat ter slachting geleid wordt. En, zoals een schaap dat stom is voor zijn scheerders, heeft hij zijn mond niet geopend. (...) 10 Maar het heeft Jahwe behaagd hem ziek te maken en te breken. Waarlijk, als een zoenoffer gaf hij zijn leven. (...) Mijn rechtvaardige dienstknecht zal velen rechtvaardig maken, doordat hij hun zonden draagt. (...)

Lied "Roept God een mens tot leven" (str.1-3-4-6-7-8)

Johannes 1: 29-34

29De volgende dag zag hij Jezus naar zich toekomen en zei: “Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt. 30Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want Hij was eerder dan ik. 31Ook ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden, daarom kwam ik met water dopen.” 32Verder getuigde Johannes: “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. 33Ook ik kende Hem niet, maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. 34Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God.”

Lied 363: Gij zijt voorbijgegaan

Homilie


Ter herinnering even dit: in het Aramees is het woord voor ‘lam’ hetzelfde als dat voor ‘dienaar’. Als de evangelist Johannes zijn naamgenoot Johannes de Doper naar Jezus hoort verwijzen als ‘het Lam Gods’– dan verwijzen de beide Johannesen daarmee dus heel duidelijk naar Jesaja’s profetie over de dienaar van God. Jesaja gebruikt de woorden ‘lam’ en ‘dienaar’ zelfs door elkaar.
De dienaar van Jahwe, waar Jesaja het over heeft, is een man van contrasten: enerzijds een lijdende dienaar, een pineut, een zwart schaap - afgeschilderd als een mens die besmet wordt met alle ziekten van Israel, gegeseld, bespuwd, gefolterd en vernederd tot in het diepst van zijn gebeente. Hij wordt tenslotte gedood en begraven ‘bij de criminelen en de rijken’. En God laat dat zomaar gebeuren. Meer nog: het heeft God behaagd, zegt Jesaja, hem ziek te maken en te breken bij wijze van zoenoffer. Nadien wordt die dienaar dan vreemd genoeg verheerlijkt en snoert hij koningen de mond, als het – voor mijn part – eigenlijk te laat is.

Een beetje in dezelfde stijl beveelt Johannes de Doper in het evangelie dat ‘Lam’ bij zijn toehoorders aan. Maar voor Jezus moet het dan allemaal nog beginnen… We weten allemaal hoe wreed hij zal omgebracht worden. Ik walg van de gedachte dat God zijn enige geliefde zoon wetens en willens als een zondebok, een lam voor de leeuwen gooit. Hopelijk heb ik dat verkeerd verstaan.

Nochtans is de symboliek van het lam één van de vele rode draden doorheen de bijbelgeschiedenis. Bij de bevrijding uit Egypte moesten de joden een mannelijk lam van 1 jaar oud, in perfecte gezondheid en zonder gebreken, slachten en hun deurposten met het bloed daarvan insmeren om aan de jongerenmoord van Jahwe’s engelen te ontsnappen. Het Pascha-feest zet deze traditie van slachting van lammeren voort. En niet toevallig culmineert het optreden van Jezus, en meteen ook zijn arrestatie, marteling en dood ook tijdens het Pascha-feest in Jerusalem. Jezus zal als een lam naar de slachtbank geleid worden. Hij zal zich ook gedragen als een lam, dat zwijgend de vernederingen en wreedheden ondergaat die hem worden aangedaan. De symboliek is zo onwrikbaar, dat ze je haast opstandig maakt…

De symboliek van het Lam Gods is ook in onze christelijke traditie alomtegenwoordig geweest. Wie in Vlaanderen over het ‘Lam Gods’ spreekt, denkt onmiddellijk aan het meesterstuk van de gebroeders Van Eyck in de St-Baafskathedraal te Gent. Centraal in het middenste paneel staat het lam rechtop, bovenop een altaar, en uit zijn borst stroomt een straal bloed recht in een kelk. Boven dat Lam (Christus) zit God de Vader, met links en rechts in de uithoeken Adam en Eva als aarts-zondaars. Hun en onze zonden worden immers weggenomen door dat bloed van het Lam. En onderaan stromen menigten figuren toe uit het Oude en het Nieuwe Testament en knielen allen voor het Lam.

   Klik op de foto om in te zoemen op elk detail       van "Het Lam Gods in 100 miljard pixels".

Dat beeld – de verheerlijking van een opgeofferd lam – staat haaks op onze hedendaagse tijdsgeest. De profetieën van Jesaja en Johannes de Doper, en de sublimatie ervan in het schilderij van de gebroeders Van Eyck, vertonen op het eerste gezicht een sterke gelijkenis met de ‘zondebok-gebruiken’ uit heidense en vroeg-religieuze tradities. Sociaal-psychologen beschrijven het zondebokmechanisme als een verschijnsel binnen groepen, waarbij meestal de zwakste schakel de ziektes en frustraties van de groep op zich geprojecteerd krijgt, en vervolgens uitgestoten wordt als een vorm van afrekening, zuivering van de gemeenschap.

Het verschijnsel van de zondebok blijft actueel. In gezinnen is het vaak één van de jongste kinderen wanneer conflicten uit de hand lopen; op school, een minder populaire leerling die gepest wordt; in de ruimere samenleving zijn het de werklozen, migranten, etnische of religieuze minderheden (denk bv aan de Joden onder het nazisme). Het probleem is echter dat onheil en agressie blijven terugkomen. Telkens wanneer ze opnieuw de kop opsteken zal het groepsmechanisme een nieuwe zondebok uitkiezen, zolang de gemeenschap geen andere, meer volwassen mechanismen ontwikkeld heeft om deze spanningen af te voeren.

De in 2015 overleden filosoof René Girard (hoogleraar in Stanford) heeft diepgaand onderzoek gedaan naar het verschijnsel zondebok. Hij analyseerde de sociologische, psychologische, juridische, mythologische maar ook religieuze betekenis van het begrip in zijn boek La violence et le sacré. Doorheen de evolutie zou volgens hem, naarmate de hersenpan van mensachtigen omvangrijker werd, niet alleen de intelligentie maar ook de onderlinge agressie van mensen zijn toegenomen. Het doden van de zondebok wordt dan een ritueel waardoor de agressie van allen tegen allen wordt gekanaliseerd en uitgeschakeld. Volgens Girard betaalt de zondebok de prijs van de wraakzucht tussen mensen. Het is een ‘oplossing’ die de samenleving structureert. In primitieve religies begon het met mensenoffers, vervolgens evolueerde het naar dierenoffers en bloemenoffers. Girard voegt eraan toe dat de evidente onschuld van Jezus als zondebok meteen ook het heidense sacrale gebruik ontmaskert, doorprikt, desacraliseert.

Maar is de christelijke versie dan zoveel zuiverder ? Moeten wij het beeld van het Lam Gods niet ontdoen van een laag mythologie om het beter te begrijpen ? Ik zie twee valkuilen door de koppeling van de lezing van Jesaja aan die van Johannes.
Vooreerst is er het idee van de voorbestemming tot het lijden. Het fameuze vers ‘Het heeft Jahwe behaagd hem ziek te maken en te breken’ kunnen we toch niet accepteren? Het is weerzinwekkend. En het idee dat Jahwe dit met Jezus zou doen uit liefde voor de mensen maakt het alleen nog erger. Neen, God kan het lijden van Jezus niet gepland of geduld hebben. Het geloof in een voorbestemming tot lijden was in het verleden een vorm van rationalisatie, die moest dienen om de almacht van God staande te houden te midden van een geschiedenis van lijden en geweld. Misschien hadden onze voorouders behoefte aan een almachtige God om hun eigen onmacht te compenseren en allerlei gunsten van hem af te smeken? En aangezien een almachtige God geen ongewild lijden zou laten bestaan, moest dat lijden ook in zijn plannen passen. Is dat geen wrede karikatuur van een liefhebbende Vader ? Probeer dat maar eens wijs te maken aan de inwoners van Aleppo: jullie lieve Vader in de hemel stelt jullie op de proef met bomvaten en folteringen… Evenmin kan het God behaagd hebben Jezus dat onmenselijke lijden aan te doen. Ik stel voor om die zin uit de bijbel te schrappen. Ook grote profeten zoals Jesaja kunnen zich wel eens schromelijk vergissen.

Stel nu nog dat niet God, maar Jezus zelf zich als zondebok had aangediend. Een tweede valkuil blijft dan voor mij het idee van Jezus’ dood als zoenoffer. Ook die religieuze opvatting kan je terugvoeren tot een primitieve vorm van ruil-godsdienst, waarbij machteloze mensen een gunst proberen te bekomen, of aan de ingebeelde toorn van God proberen te ontsnappen door hem iets of iemand te offeren.

Even pervers vind ik de chantage die soms op mensen wordt uitgeoefend om zich, als antwoord op het offer van Jezus, aan hem toe te wijden. Op het internet vind je van die donderpreken die je met de rug tegen de muur zetten: ofwel kniel je voor het Lam Gods, dat voor jou geofferd werd, ofwel kunnen we helaas niets meer voor jou doen, en kan je niet meer aan de hel ontsnappen. Het lijkt bij de haren gegrepen, maar het gebeurt tot op vandaag.
Een voorbeeld: elk jaar gaan we met een groep vrienden het Paasweekend doorbrengen in een schilderachtig dorpje in de Ardennen. Enkele jaren geleden deden de kinderen van het dorp in de paasviering ook hun eerste communie. Ik kon mij niet van de indruk ontdoen dat de pastoor al voor de viering wat te veel gedronken had. Tot mijn ontzetting bulderde hij in zijn homilie de kinderen toe, dat ze Jezus moesten dankbaar zijn omdat hij voor hùn zonden gestorven was. Hij riep er net niet bij dat hij door hun schuld gestorven was... Wat een psychisch geweld tegen eerste-communicanten!

Neen, ik zie met de beste wil van de wereld niet hoe Jezus ons door zijn dood zou vrijkopen uit de zonde. Reeds Abraham had begrepen dat God niets moest weten van mensenoffers. En Jezus zou alle sjacheraars en offeraars de tempel uit jagen, roepend dat die tempel een plaats van gebed is, niet van offers.
Maar wat blijft er dan over van de betekenis van Jezus als de vernederde dienaar, als Lam Gods ? Kunnen wij er een menselijke, liefdevolle God in herkennen die met zijn tijd meegaat ?

Voor mij zijn het vooral de bovenmenselijke moed, geweldloosheid en rechtlijnigheid van Jezus die mij aangrijpen. Hij heeft zijn missie volbracht, zijn leer gedeeld en partij gekozen voor allerlei mensen in de marge van de samenleving. Die boodschap ging in tegen de bestaande orde, en het religieuze en politieke establishment voelde zich bedreigd. Hij wilde echter van zijn leer geen jota terugnemen, en wilde er ook alle consequenties bij nemen. De keuze van Jezus om niet te vluchten, niet te redetwisten, zich niet te verzetten, om zonder haat de brutaliteiten van zijn belagers te ondergaan, om zonder berekening en geweldloos de consequenties van zijn levenskeuze te dragen, maken hem tot de zuiverste, edelste, meest onthechte en liefdevolle mens in de geschiedenis. Het beeld van het lam mag dan weinig sexy zijn, het drukt dit wel op een pure wijze uit.

En wat moeten wij dan met het tweede deel van het beeld: het lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt ? Het lijkt wel een goedkope vondst, dat wij mensen onze schulden zomaar van onze rekening naar de zijne kunnen overschrijven, en dat hij ze zou afbetalen. Moeten we het niet eerder zo verstaan: dat hij zich al het lijden en onrecht aantrok dat mensen elkaar aandeden – zoals hij dat met de Samaritaanse vrouw deed – en door zijn liefdevolle uitstraling de meest hardleerse mensen tot bekering kon bewegen ? Wegnemen is niet overnemen zoals een zondebok: het is het kwaad mee helpen dragen, maar ook overwinnen.
Dat Lam Gods boezemt mij het diepste respect in. Het houdt mij gaande. Ik bid dat het mijn levensweg – misschien mag ik zeggen: onze levensweg – mag inspireren en richting geven…

Offerande – muziek / Lied 149
Groot Dankgebed van de Kersttijd: 161
Onze Vader
Bij wijze van Lam Gods: lied 313: "Christus, het lam van God"
Communie - muziek
Lied 270: "Vanwaar zijt Gij gekomen"

Bezinning: Joods gebed uit een concentratiekamp

(uit: J. de Rooy, Alternatieve vieringen, Lannoo)

Vrede aan de mensen van slechte wil;
Dat er een einde moge komen aan alle wraak,
Aan alle reden tot straf, aan tuchtiging.
De gruweldaden spotten met alle maatstaven,
Zij overstijgen alle grenzen van het menselijk begrijpen
En de bloedgetuigen zijn niet meer te tellen.

Daarom, o God, leg hun lijden niet op de weegschaal van rechtvaardigheid.
Reken het hun beulen niet toe,
Vorder geen afschrikwekkende rekenschap van hun daden.
Schrijf liever een tegoed op voor de beulen, de aanbrengers,
De verraders en alle slechte mensen,
En reken hun dan aan: alle moed en zielskracht van de anderen,
Hun verborgen zwoegen ondanks alles,
Die hoop die zich niet liet overwinnen,
Het dappere glimlachen dat de tranen deed drogen,
En alle liefde en alle offers en alle warmte,
Al de gekwelde harten
Die sterk en vol vertrouwen bleven,
In het aangezicht van de dood en in de dood,
Ja zelfs in de ogenblikken van allerdiepste zwakheid…

Mijn God, laat dit alles tellen als losgeld voor vergeving,
Al het goede zal meetellen en niet het boze.
In de herinnering van onze vijanden
Moeten wij niet voortleven als hun slachtoffers,
Niet meer als hun nachtmerries en spookbeelden,
Maar veeleer als hun hulp,
Opdat de razernij verstillen zou.

En als alles voorbij is,
Geef dat wij dan weer als mensen onder mensen leven.
Laat er opnieuw vrede komen op deze aarde,
Vrede voor de mensen van goede wil.
En laat die vrede dan ook over de anderen komen.

Voorbeden (alternerend met Lied 564: "Gehoord van mensen")

Wij bidden voor mensen die vergaan van de eenzaamheid
Voor hen die uitgeput raken door de onverschilligheid van hun omgeving.
Wij bidden voor allen die hun lijden niet meer kunnen dragen:
dat zij niet verbitterd of gebroken raken
Dat zij in andere mensen Gods warme nabijheid voelen
en uitzicht krijgen op beterschap

(Strofe 1: "Zij die stom zijn…")

Wij dragen in ons gebed alle mensen die gebukt gaan onder geweld en onrecht:
Dat zij medestanders vinden.
En allen die geweld plegen - ook Syrië-strijders en terroristen.
Dat wij het nooit opgeven om voor vrede op te komen
Niet met wraak, wel met kracht en radicale geweldloosheid
Met liefde die ontwapent en tot inkeer brengt,
Met gastvrijheid voor vluchtelingen.

(Strofe 2: "Hoe in duisternis….")

Wij belijden ons geloof dat het goede uiteindelijk zal zegevieren
Dat de wereld uiteindelijk het geweld zal afzweren
En recht zal doen aan kleine mensen.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld,
Geef ons uw vrede

(Strofe 3: "Die rampzalig zijn…")

Zegen en wegzending


------