------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------





22 februari 2015: 1° zondag van de vasten

Woord dat aanhoudt, God die mij vasthoudt

Jef Schoenaerts

Openingszang 319: “Woestijnlied”

Inleiding


Deze week is in de kerkelijke traditie de vastentijd gestart. Op Aswoensdag werd bij het teken van het asoplegging de overweging over ons uitgesproken: “Gedenk, mens dat je uit aarde bent genomen, en dat je naar de aarde zal terugkeren”.
Die overweging over onze kwetsbaarheid en nietigheid kan heel verschillende reacties losmaken. Ze kan angst opwekken (wat zal er met mij als persoon, als individu gebeuren), ze kan ongelimiteerd gulzig maken (we leven maar één keer, dus…), ze kan moedeloos maken (waar dient dit alles wel voor, ons lot is toch al vastgelegd), het kan ook òverkomen als een vorm van genade.

Bij mij werkte die overweging woensdagavond als dit laatste: het kwam aan alsof mij een groot geschenk overkwam: in wezen ben ik uit mezelf niets dan stof en water en daartoe zal ik uiteindelijk ook herleid worden. Maar wat daartussen ligt, de tussentijd, is mij gegeven. Zomaar, ongevraagd, krijg ik tijd van leven, tijd om van het geschenk van het leven iets te maken, tijd ook om van de wereld een betere plek te maken. En deze gedachte gaf me een gevoel van dynamiek, van levenskracht. Tegelijk ook besloop mij de gedachte van sterk gepriviligieerd te zijn: ik kan het mij permitteren zo te denken want ik heb geen materiële zorgen, werkloosheid is nooit mijn deel geweest, ik hoef niet te vrezen voor mijn leven, ik moet niet op de vlucht slaan om lijfsbehoud op zoek naar veiligheid of werk,… En ga zo maar door.

De vasten trekt de aandacht op mezelf en op mijn eigen conditie en daarnaast evenzeer op wie naast ons leeft n vooral op wie wél leven in de dagelijkse strijd om het bestaan, op wie leven in onvrijheid, in verdrukking. Niet toevallig trouwens lazen we op aswoensdag ook de krachtige tekst uit de profeet Jesaja met de oproep ons te bekeren en wel heel concreet: “Is dit niet het vasten dat ik verlang: u niet te ontrekken aan de zorg voor uw broeder?….” (58,6-7)

We zullen bij deze zorg voor onze broeder de komende weken in Filosofenfontein focussen op twee groepen: op de boeren in het hooggebergte in Peru en daarnaast op jongeren in Burundi die door een beroepsopleiding tot automecanicien, loodgieter, lasser,… een andere toekomst krijgen dan stelend op straat te moeten leven.
Binnen enkele weken komt het project in Burundi expliciet voor het voetlicht in de viering die door Herman wordt voorbereid met aansluitend een aperitief mondial daarover.
Vandaag richten we ons op Marco, de boer die dit jaar door Broederlijk Delen in de kijker wordt geplaatst. En die “Marco is een boer en wil dat blijven” zo laat hij ons weten vanop de campagne-affiche. Na de viering worden we uitgenodigd om in de vergaderzaal de campagnefilm van Broederlijk Delen te bekijken en ons te informeren over de problemen die hem en zijn gemeenschappen in hun bestaan bedreigen.
Eerst willen we in deze viering biddend en zingend stilstaan bij wat in onze wereld gebeurt aan onrecht en verknechting maar evenzeer aan hoop en bevrijding opdat wij zelf tochtgenoten zouden worden.

Acclamatie 139: “Wees Gij het woord, Gij de stilte”

Openingsgebed (brochure Broederlijk Delen)

Onnoembare en Nabije,
Als deze wereld wordt overspoeld door water en geweld
als uw mooie schepping dreigt verloren te gaan,
dan zijt Gij de Enige, die op zoek gaat.
Gij zoekt naar iemand die rechtvaardig is,
die staande blijft en ontvankelijk is voor uw stem.
Alles is nog niet verloren,
de hemel kan nog opklaren.
Dat het ook hier en nu gebeuren mag in onze gemeenschap
wanneer wij de weg van bekering gaan in deze vastentijd.
Wij vragen het U in Jezus’ naam,
Hij die ons voorgaat door uw kracht en heilige Geest.
Amen.

Toelichting deel I

“Marco is een boer en wil dat blijven”
Vorig jaar hebben Liesbeth en ikzelf deelgenomen aan een inleefreis in Ecuador. We kunnen ons vanuit die ervaring wel iets voorstellen bij het boerenleven in de hoogvlakten van de Andes. We verbleven twee dagen in een kleine dorpsgemeenschap in Gramapamba op een hoogte van 3500 meter. We zagen er hoe mensen papas en groenten telen op hun velden.. Stel je bij “velden” niet de graanschuren voor zoals je ze ziet in Noord-Frankrijk rond Chartres bijvoorbeeld. Velden zijn er vaak rotsige gronden die hoog tegen de bergruggen aankleven waar lama’s en schapen worden gehoed en waar hard labeur wordt verricht. Vergeet daar maar het gebruik van een traktor: het is letterlijk handwerk, hakwerk. De aarde mag dan wel pachamama heten, moeder aarde, die moeder geeft haar vruchten slechts moeizaam prijs. De natuurlijke omstandigheden zijn er hard en weinig meegaand… en zonder water is het een verloren strijd. Mens en dier, mens en aarde kunnen niet overleven zonder dit het kostbaar water… dat zorgt voor vruchtbaarheid, voor leven, voor scheppingskracht!

Net voor het behoud van die watervoorziening vraagt Broederlijk Delen onze steun. Want de watervoorraden komen steeds meer in gevaar en dus ook de landbouw. De klimaatwijziging is een eerste probleem waardoor regenvoorziening niet meer verloopt zoals het altijd gebeurde en erosie steeds meer om zich heen grijpt. Een tweede probleem is de oprukkende mijnbouw die het water onttrekt aan de landbouw en bovendien het water onomkeerbaar vervuilt.
Onze steun aan Marco en zijn lotgenoten om het behoud van levengevend water is voor hen essentieel.

In de twee voorgehouden lezingen van vandaag staat water eveneens centraal.
De eerste lezing brengt ons bij de afwikkeling van het verhaal van de zondvloed. De beschrijving van de zondvloed in het boek Genesis lijkt op een omgekeerd scheppingsverhaal. Bij de schepping maakt god op de derde dag een scheiding tussen het water uit de zee en het water uit de hemel en zo overwint hij de chaos. Bij de zondvloed doet god net het tegenovergestelde: hij heft met zijn straffende hand die scheiding tussen de wateren weer op waardoor de chaos terugkeert, net als vóór de schepping. Maar uiteindelijk laat god zich verleiden om het water nogmaals te scheiden en verbindt hij zich met Noach om de mens te sparen. Zo groeit de overlevingsvaart voor Noach uit tot een nieuw verbond, tot een wedergeboorte voor de mensheid.

Ook de evangelielezing uit Marcus draagt in zich een nieuwe geboorte, een scheppingsact. En opnieuw is water hier het medium van bevrijding. Bij de doortocht door het doopwater van de Jordaan verbindt God zich met Jezus die op zijn beurt zijn roeping beantwoordt. Zo slaagt Jezus erin alle grote verleidingen in de woestijn te weerstaan. Zo slaagt Hij erin zijn taak op te nemen te midden van de allerarmsten van Galilea.
Wij luisteren naar beide lezingen en omkaderen ze telkens met het verlangen dat lied 366 verwoordt: “Dat wij volstromen met levensadem en schreeuwen eindelijk geboren”.

Lezing Genesis 9,8-15 met aansluitend lied 366
Lezing Marcus,1,9-15 met aansluitend lied 366

Toelichting deel II


Water lijkt vandaag wel alles in deze viering met elkaar te verbinden. Doorheen de twee lezingen horen we hoe het water symbool staat voor Gods scheppende kracht. Met die kracht opent Hij toekomst voor onze wereld, sluit hij een verbond dat leven garandeert voor de mensen.
Water staat ook garant voor de toekomst van Marco en zijn gemeenschap in de Andes. In de mate wij ons verbinden met het lot van de boeren daar in hun strijd om het behoud, zijn wij op onze beurt scheppende kracht. En zo versterken wij hun rotsvast vertrouwen in toekomst voor henzelf en hun kinderen.
“Is dit niet het vasten dat ik verlang? U niet onttrekken aan de zorg voor uw broeder?... “ Zo klonk de echo uit de profetie van Jesaja.bij het begin van de viering.

Het lot van Marco en zijn volksgenoten willen kennen is al een eerste stap in die zorg voor onze broeders. Een krachtiger en meer betrokken vorm van bekering is het willen inzien hoe onze levensstijl en hun lot met elkaar verbonden zijn en daar consequenties uit trekken voor ons doen en laten. Als christenen kunnen we nog een stap dieper gaan en peilen naar de uiteindelijke bron van onze solidariteit met de armsten en de kanslozen. Verontwaardiging om het lot van een medemens maakt soms in ons de morele plicht wakker die ons bondgenoot maakt van Marco en de zijnen. En op onze beste momenten beseffen we dat het god zelf is die ons roept en opvordert met de vraag: “Mens, waar is je broer?”

Nu eens is die broer de drenkeling in Lampedusa, soms is hij de boer in de Andes, soms is hij de asielzoeker die met zijn vraag klopt aan mijn gehoorbeen, dan weer is hij het wrakhout waartoe mensen vermalen worden in onze harde samenleving. Die “zee van mensen” kan ons zo overdonderen, overvragen en beklemmen dat we geneigd zijn ons af te keren eerder dan naar hen te luisteren. Dan kan samen zingen òver hen en tot hen de krachtigste aansporing worden om hen te blijven aankijken. Want misschien ligt het geheim van de diepste vorm van solidariteit met wie geen stem heeft, wel in het groeiend besef van de uiteindelijke begronding van ons en hun leven En die begronding komt in het lied dat we zingen tot uiting in het allerlaatste woord : “God die mij vasthoudt”. Laten we dat mysterie bezingen in lied 514.

Lied 514: “Stem als een zee van mensen”
Lied 142
Tafelgebed 162
Onze vader
Communielied 319: “Woestijnlied”
Voorbeden door de wereldgroep:

Campagne broederlijk delen 2015
Hoeveel goud zit er in een GSM? (0.02 g), hoeveel water is er nodig om deze minieme hoeveelheid Au te ontginnen? (115 l). Vanwaar komt dit goud? O.a. uit Peru. 60% van de inkomsten van Peru komen uit de export van mineralen. Is dat dan geen goede zaak?
Het drama van Peru is dat 98% van het water ten O van de Andes valt en naar het Amazonebekken vloeit en er amper 2% in de Andes valt en het westen van het land bevloeit. In het westelijk deel van Peru woont meer dan de helft van de bevolking. Deze mensen doen aan landbouw en hebben hiervoor water nodig. De grote mijnbedrijven willen in hetzelfde gebied de mineralen Cu, Au, Zn en Ag ontginnen en ze hebben hiervoor veel water nodig.
De mijnbouw is dus in sterke competitie met de landbouw. Beide hebben het schaarse water broodnodig.
Er wordt aan mijnbouw gedaan op de meest kwetsbare plaatsen in de Andes zoals bv de bovenloop van rivieren, dit bedreigt het milieu. Daarbij komt nog dat het gebruik van water zowel in de mijnbouw als de landbouw inefficiënt gebeurt.
We hebben hier dus een economisch, een ecologisch en een sociaal conflict .
De campagne van BD wil deze problematiek aanpakken. Er is geen gemakkelijke oplossing voor het conflict over het gebruik van water in landbouw en mijnbouw. Het is duidelijk dat de Peruaanse economie behoefte heeft aan een mijnbouwsector, die een belangrijke bijdrage levert aan de overheidsfinanciën. Die inkomsten moeten gebruikt worden om het milieu te beschermen en het schaarse water efficiënt te gebruiken. De inkomsten moeten ook aangewend worden om armoede te bestrijden. Boeren moeten toegang krijgen tot geïrrigeerde grond en opleiding krijgen in het beheer van water. BD ondersteunt organisaties die zich voor deze doelstellingen inzetten.
De wereldgroep stelt dit jaar kinderen centraal. Wij tonen seffens een dag in het leven van Blanca, een negenjarig meisje uit de Andes. Zij laat ons zien hoe heel haar gemeenschap vecht voor een belangrijk basisrecht: water. Dit recht wordt door de mijnbouw bedreigd.

Slotgebed (idem als openingsgebed) en zegen

------