------
Welkom
------
Liturgie
------
Vorming
------
Historiek
------
Archief
------
Kalender
Share-project
------




Evangelietekst: Mc 1, 14 – 20


25 januari 2015 – 3e zondag – Marcus 1, 14 – 20

Altijd, onmiddellijk, en met vreugde

Frank Cuypers

Intredelied: 568: “Wij zoeken U als wij samenkomen”

Welkom en kruisteken
Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
De kerstperiode en het doopsel van Jezus liggen pas achter de rug. Binnenkort al begint de vasten. We moeten er dus wat vaart achter zetten. De lezingen van vandaag helpen ons daarbij. De boodschap die we te horen krijgen is telkens kort maar krachtig.

Een andere overeenkomst is dat in alle drie de lezingen mensen worden geroepen. Telkens op een andere manier. Adventstijd is profetentijd zei Ides tijdens zijn viering in december. Januari is roepingentijd en tijd voor bekering. Vorige week met Samuel, deze week met de vissers aan het meer. Maar ook in de eerste en tweede lezing van vandaag worden mensen geroepen en opgeroepen om tot inkeer te komen en anders te gaan leven. Jona heeft in de eerste lezing een duidelijk ultimatum voor de inwoners van Ninive, Paulus heeft een waarschuwing klaar in de tweede lezing.

En zowel Jona als Paulus, als Jezus laten hun publiek niet veel tijd om te beslissen. Kort maar krachtig. Er is geen tijd te verliezen. En het werkte nog ook …

De vissers laten in een oogwenk hun netten, hun familie achter … Dat doe je niet zomaar. Zij waren zo sterk onder de indruk kwamen van wie Jezus was, van wat hij zei en deed, dat ze resoluut besloten: die man wil ik volgen. Aan wat hij te bieden heeft wil ik mijn leven wijden, daarbij verzinkt al het andere in het niets. De vissers hadden onmiddellijk door wat voor een bijzondere persoon Jezus was.
Laten ook wij Jezus’ grootheid uitzingen.

3. Lied 112: “Heer Jezus, Koning en gezalfde Gods”

4. Openingsgebed (Voor wie bidden wil – Kris Gelaude – p56)

Gij stem die in de stilte van eeuwen,
die roept sinds het begin,
opdat geen mens
onaangesproken, doelloos
door het leven gaat,
maar zich in zacht vertrouwen
naar u toe durft wenden,
houd diep in ons
dat roepen aan.

Gij zijt het toch
die naamgenoten zoekt.
Zij die het vuur bewaren.
Zij die naar wegen zoeken.
Zij die met woorden van genade
de ander tegemoet gaan.
Zij die weer samen brengen,
alles wat menselijk is,
maar nog verstrooid
en hunkerend naar eenheid.
Drijf uw verlangen in ons hart
dat het ons eigen wordt
en wij in deze wereld
teken zijn van kracht en inspiratie.
Begeesterd door het beeld
van de mens Jezus.

Lezing: Jona 3. 1-5, 10
(uit de Kinderbijbel Verhalen uit het Oude Testament van Nico ter Linden, p119-120)

Tussenzang 578: "Als Gij naar de woorden luistert"

Homilie

Ik had in 2008 dezelfde viering – op de derde zondag doorheen het jaar. We lazen toen uit toen uit Matteus. Toen ging het over een historische situering van het evangelie, waarom Jezus met zijn boodschap start in Galilea, niet in Jeruzalem. En waarom hij zijn boodschap brengt aan vissers, niet aan de mensen van het instituut.

U herinnert zich dit wellicht nog levendig. Of u kan het nog nalezen op de web-site. En omdat ik niet in herhaling wil vallen, wil ik de lezingen vandaag vanuit een andere invalshoek benaderen.

Er zitten zowel verschillen als gelijkaardige elementen in de 3 lezingen van vandaag: in alle 3 worden mensen worden opgeroepen zich te bekeren, hun gedrag aan te passen, en daar niet mee te wachten. In de 3 lezingen is de boodschap telkens kort maar krachtig. Maar de aanpak, zo zullen jullie merken, is telkens verschillend.

In de eerste lezing waarschuwt Jona de inwoners van Ninive. Ninive is een stad, waar God en godsdienst aan de kant geschoven zijn, een Godvergeten stad. Namens God stelt Jona een deadline van veertig dagen; dan zou de stad van de aarde worden weggevaagd. “Ik hou het wel kort, dacht hij, want waarom zou ik daar lange verhalen houden, ze luisteren toch niet”, zo hoorden we. Tot Jona’s verbazing geloofden de mensen hem en begonnen onmiddellijk met man en macht boete te doen. En God voerde zijn dreigement niet uit, Hij spaarde Nineve. Opmerkelijk is dat God Ninive helemaal niet wil vernietigen, maar er juist naar uitkijkt en verlangt dat de mensen tot inkeer komen.
Paulus heeft in zijn brief aan de Korintiërs, die we niet gelezen hebben, niet veel woorden nodig om hen te waarschuwen. 'De tijd is kort geworden. Laat u niet langer in beslag nemen door wat u altijd nog bezighoudt. U mag niet opgaan in de aardse dingen waar u mee omgaat, want weldra gaat de wereld die wij kennen ten onder.' Paulus wilde de Korintiërs ervan overtuigen dat ze hun leven moesten inrichten met het oog op het - volgens hem - nabije einde der tijden. Anders gaan leven.

Jezus begint zijn prediking meteen met een boodschap van goed nieuws: dat de tijd rijp was voor de komst van zijn koninkrijk. Hij riep de mensen op: 'geloof in dit goede nieuws en laat uw leven erdoor beheersen'. Hij vroeg vissers hem te volgen. Terstond lieten ze hun visnetten en hun boot achter en gingen achter Jezus achter Jezus aan. Jezus heeft een belofte als beste reden voor bekering: ‘Gods koninkrijk is ophanden'.
Jona komt met een dreiging, Paulus waarschuwt, Jezus belooft. Welke aanpak zou op ons en in onze tijden, het meeste effect hebben? Hoe krijgen wij mensen in beweging? Hoe worden wij zelf bewogen ? Een interessant thema voor vele situaties … (opvoeding van kinderen, maatschappij, verkeer, …) dat ons ver zou kunnen leiden.

Ik sta graag even stil bij wat mij het meeste aanspreekt: de belofte van Jezus. De belofte dat het koninkrijk nabij is, het koninkrijk van de God die liefde is en die alles in allen wil zijn. Als wij ons laten appelleren door het toekomstvisioen en Hem volgen in zijn liefde, dan brengen we mensen samen, dan vissen we mensen op. We kunnen dit toekomst visioen van het Rijk Gods nu al zichtbaar zien worden, bijvoorbeeld in getuigenissen van de Paus, maar ook in het engagement van zovele mensen, bijvoorbeeld in Ziekenzorg en andere keuzes en initiatieven. Denken en leven vanuit de belofte is inspirerend, appelerend, hartverwarmend, enthousiasmerend.
Hoe worden wij zelf bewogen? Iets om verder over na te denken.

Een tweede aspect waar ik wil bij stilstaan is hoe de lezingen van vandaag oproepen op tot verandering van gedrag, anders gaan leven, bekering. Paulus verwoordt het als: “kom tot inkeer”.

Tot inkeer komen betekent zich keren naar wat echt heil biedt. Het betekent zich keren in zichzelf, naar daar waar God woont en werkt en spreekt, en wat een mens gelukkig maakt in Godsverbondenheid. Deze beweging van inkeer kan altijd en onmiddellijk en ten volle. De vissers in het evangelie lieten hun netten, hun boot, hun vader, hun gezin, hun “hebben” achter zich om een nieuwe mens te “zijn”; een nieuwe wijze van zijn, namelijk met het gelaat van Christus in hun hart.
Het “achterlaten” is dan gerealiseerd in de bekering van hun hart.

Nog een overeenkomst tussen de lezingen is : er is geen tijd te verliezen. “40 dagen”, “de wereld gaat ten onder”, “het koninkrijk van God is nabij”. In de drie lezingen gaat het over een korte tijd die niet mag voorbijgaan zonder dat de dingen gebeuren en de beslissingen genomen worden die de verdere toekomst bepalen.

Bij Marcus gebeurt alles “terstond”; hij gebruikt het woord in zijn evangelie meer dan 20 keren. Jezus roept, en de kracht van zijn woord lokt onmiddellijk een antwoord uit bij de vissers die door hem aangesproken worden. Ze verlaten hun dagelijkse doen en laten alles achter, om altijd bij hem te kunnen zijn. Terstond, onmiddellijk. Zo staat er te lezen. Zoals de blinde terstond weer kon zien. Zoals de lamme onmiddellijk zijn bed oppakte en naar huis ging. Zoals de oren en de mond van de doofstomme zich terstond openden. Zoals het dochtertje van Jaïrus onmiddellijk opstond en liep. Marcus wil ermee zeggen dat de dingen die Jezus zei en deed onmiddellijk effect hadden. Maar het woord dient vooral om te benadrukken dat de tijd altijd kort is. Je mag geen tijd verliezen, je moet vlug doen wat je te doen staat vóór het gunstig moment voorbij is.

Wat kan die korte tijd voor ons betekenen ? Ik versta het graag als volgt : elke aarzeling, elke twijfel, elk voorbehoud, in inkeer brengen je nooit in de vreugde van het evangelie, in de intimiteit van het leven met God. In de aarzeling, de twijfel het voorbehoud zit volgens mij het tijdsverlies.

Gods liefde, Gods Rijk zijn permanent aanwezig, maar je kan de momenten om je er naar toe te keren laten voorbijgaan in de aarzeling, het uitstel. Inkeer; altijd, onmiddellijk, en ten volle.

En tenslotte: mensen vissen is mensen opvangen uit de banaliteit van de Godverlatenheid. Jezus roept zijn eerste leerlingen in “visserstermen”, hij roept mensen tot een taak “in het jargon” van die taak. Roeping gebeurt altijd in het jargon van de concrete mens. In die dienstbaarheid van je job kan je mensen beminnen. Voortaan zult ge doorheen uw getuigenis mensen “op”vangen. Niet door netten, van publiciteit en propaganda, uit te gooien waarin mensen zich laten vangen. Maar wel door de wervingskracht die van een authentiek beleefd geloof uitgaat, metterdaad tot haar recht te brengen. Uitkomen voor je geloof, noemen we dat. Maar dat is veel meer en ook anders dan opkomen voor een aantal waarheden waaraan je door dik en dun blijft vasthouden. Het gaat er vooral om dat mensen die christenen bezig zien, geraakt worden op zo’n manier dat ze voor henzelf licht zien opgaan. Zo kan het gebeuren dat mensen zich gevangen geven aan het inzicht: dit is werkelijk de moeite waard, daar kan ik me aan spiegelen, daar wil ik in meestappen.

Mgr Schreurs verwoordde het als volgt: Het getuigenis van een christen bestaat erin te beminnen, altijd, onmiddellijk en met vreugde. Amen.

Offerande – muziek: Haendel + Lied 142: “Oergebaar”
Groot dankgebed:

Onze Vader + vredeswens

Communie – muziek Vivaldi – Gloria RV589 – Domine Deus (6)

Communielied 581: “Zoals ik zelf gezonden ben”

(Met dank aan de Emmaüsgroep – Leuven.
Andere Bronnen : Archief Filosofenfontein - Preek van de week)

------